Toelichting bij COM(2015)328 - Standpunt EU betreffende een wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst (Energiestatistieken)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het Gemengd Comité van de EER dient met het oog op de nodige rechtszekerheid en homogeniteit van de interne markt alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-Overeenkomst op te nemen.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN VAN DE EFFECTBEOORDELINGEN

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad) strekt ertoe bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst te wijzigen, om Verordening (EU) nr. 431/2014 van de Commissie van 24 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1099/2008 betreffende energiestatistieken, wat de uitvoering van de jaarlijkse statistieken over het eindgebruik van energie in huishoudens betreft 1 in de EER-overeenkomst op te nemen.

De EER-EVA-staten verzoeken om een aantal afwijkingen van het EU-acquis voor Liechtenstein en IJsland. Aangezien deze aanpassingen wijzigingen omvatten, waarbij het om meer dan louter technische wijzigingen gaat, moet het desbetreffende EU-standpunt door de Raad worden vastgesteld, zoals bepaald in artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr.2894/94 van de Raad.

De EER-EVA-staten motiveren hun verzoek voor een afwijking voor IJsland door aan te voeren dat IJsland niet is aangesloten op het Europees energienetwerk en als zodanig een geïsoleerd, onafhankelijk energiesysteem is. De elektriciteitsproductie in IJsland is bijna volledig gebaseerd op hernieuwbare bronnen, die voorzien in vrijwel alle eindgebruik van energie van huishoudens. In IJsland vertegenwoordigt elektriciteitsverbruik door huishoudens 4% van het totale IJslandse energieverbruik. De gedetailleerde opsplitsing van het energieverbruik door huishoudens op grond van de in bijlage B van Verordening (EG) nr. 1099/2008 bedoelde activiteiten zou dus niet relevant zijn voor de energiestrategie van IJsland en zou zelfs nog minder zinvol zijn voor de energiestrategie van de EU, aangezien IJsland een geïsoleerd energiesysteem is. Het nationaal belang is dus niet gebaat bij het opstellen van deze specifieke statistieken, die ook geen enkele meerwaarde zouden hebben voor de Europese statistieken die overeenkomstig de verordening worden geproduceerd.

Voorts zou het met het oog op de naleving van de verordening noodzakelijk zijn om middels enquêtes gegevens in te zamelen, hetgeen duur en omslachtig zou zijn. Hierdoor zouden wellicht organisatorische capaciteit en financiële middelen worden onttrokken aan de productie van statistieken die zowel voor IJsland als de EU waardevoller zijn.

Tegen deze achtergrond en rekening houdend met de specifieke situatie als hierboven beschreven, is een aanpassing voorgesteld waarbij IJsland wordt vrijgesteld van de gegevensinzameling die valt onder de werkingssfeer van bijlage B.

Om technische redenen vervangt dit besluit van het Gemengd Comité de volledige tekst van punt 26a van bijlage XXI bij de EER-overeenkomst. Verordening (EG) nr.1099/2008 en de in punt a) bedoelde specifieke vrijstelling voor Liechtenstein hebben niettemin deel uitgemaakt van de EER-overeenkomst sinds de inwerkingtreding van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 89/2009 van 3 juli 2009.


3. JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-Overeenkomst stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De Commissie dient het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER bij de Raad in tot vaststelling als het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.