Toelichting bij COM(2014)658 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst om Zwitserland te associëren met Horizon 2020 en om zijn deelname aan Fusion for Energy te regelen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 15 november 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie onderhandelingen te openen met de Zwitserse Bondsstaat met het oog op de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Deze onderhandelingen zijn aangevangen op 29 november 2013. Verdere onderhandelingsronden hebben plaatsgevonden op 5 en 16 december 2013, en op 13 januari en 12 februari 2014. Na het resultaat van het referendum in Zwitserland van 9 februari 2014, dat rechtstreekse gevolgen had voor het door Zwitserland kunnen ondertekenen van het Kroatië-protocol bij de overeenkomst over het vrij verkeer van personen, zijn de onderhandelingen opgeschort.

Op 6 mei 2014 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een verklaring betreffende Zwitserland, waarin werd gesteld dat in afwachting van de ondertekening van het protocol, de onderhandelingen over de volledige deelname van Zwitserland aan de twee programma’s [Horizon 2020 en Erasmus +] officieel moeten worden opgeschort. De verklaring van de Raad koppelde de uitbreiding van de overeenkomst over het vrij verkeer van personen tot Kroatië aan 'volledige associatie', waarmee het mogelijk werd te opteren voor een minder dan 'volledige' associatie.

Er is een oplossing gevonden die strookt met de verklaring van de Raad, omdat zij voorziet in een minder dan 'volledige associatie' met behoud van een evenwichtige benadering van wederzijds belang waarmee beide partijen tevreden zouden kunnen zijn, d.w.z. associatie met slechts beperkte onderdelen van Horizon 2020, te weten pijler 1 (Europese Onderzoeksraad, Marie Skłodowska-Curie-acties, toekomstige en opkomende technologieën en onderzoeksinfrastructuren) en acties in het kader van 'Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden', alsook het volledige Euratom-programma en ITER. Deze beperkte associatie zou van toepassing worden vanaf 15 september 2014, maar associatie met het gehele Horizon 2020-programma zou mogelijk zijn vanaf 2017, afhankelijk van ratificatie door Zwitserland van het Kroatië-Protocol bij de overeenkomst over het vrij verkeer van personen.

Daarnaast heeft de Raad in de door hem in november 2013 aangenomen onderhandelingsrichtsnoeren aan de Commissie verzocht om twee 'guillotine-clausules' in de tekst van de overeenkomst op te nemen, waarmee de associatieovereenkomst wordt gekoppeld aan de overeenkomst over het vrij verkeer van personen en aan ratificatie door Zwitserland van het Kroatië-protocol bij de overeenkomst over het vrij verkeer van personen. Deze twee guillotine-clausules zijn gehandhaafd.

Deze oplossing is op 14 juli 2014 voorgelegd aan de onderzoekswerkgroep en positief ontvangen. Na verdere onderhandelingen is op 24 juli 2014 overeenstemming  met Zwitserland bereikt over de tekst. De tekst van de overeenkomst is aangehecht als bijlage.

De Commissie stelt voor dat de Raad een besluit neemt betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst namens de Europese Unie. Wat de sluiting van de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie betreft, stelt de Commissie voor dat de Raad zijn goedkeuring verleent overeenkomstig artikel 101, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Het aangehechte voorstel betreft een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst. De Commissie stelt voor dat de Raad:

– een besluit neemt over de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst namens de Europese Unie.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel voor een besluit van de Raad is gebaseerd op artikel 186, artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

2.

Gevolgen voor de begroting



In het bij dit besluit gepresenteerde financieel memorandum zijn de indicatieve gevolgen voor de begroting vastgelegd.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

– een besluit te nemen over de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst namens de Europese Unie;

– de onderhandelaar over de overeenkomst te machtigen tot ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.