Toelichting bij COM(2014)525 - Standpunt EU met betrekking tot wijzigen protocol 31 bij de EER-overeenkomst over samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Galileo)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Om de rechtszekerheid en de homogeniteit van de interne markt te waarborgen, moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen.

Volgens artikel 78 van de EER-overeenkomst versterken en verbreden de overeenkomstsluitende partijen de samenwerking in het kader van de werkzaamheden van de Unie op het gebied van onder andere informatiediensten, onderzoek en innovatie.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad) beoogt de wijziging van protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, teneinde de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen op het gebied van informatiediensten, onderzoek en innovatie uit te breiden.

Om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst op dit gebied uit te breiden moet Besluit nr. 1104/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de voorwaarden voor toegang tot de overheidsdienst (publiek gereguleerde dienst) die wordt aangeboden door het wereldwijde satellietnavigatiesysteem dat is ingevoerd door het Galileo-programma[1], worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet dan ook worden gewijzigd, teneinde bedoelde uitgebreide samenwerking mogelijk te maken.

Opgemerkt dient te worden dat Liechtenstein heeft besloten niet deel te nemen aan deze activiteit en dat de deelname van IJsland wordt opgeschort tot het Gemengd Comité van de EER een ander besluit treft.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De Commissie dient het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER bij de Raad in met het oog op vaststelling van het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.