Toelichting bij COM(2014)462 - Aanpassing, met ingang van 1 juli 2011, 1 juli 2012 en 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Na de inwerkingtreding van Verordening 1023/2013, die met ingang van 1 januari 2014 het statuut wijzigt, behandelt dit voorstel de openstaande kwesties betreffende de aanpassing van het percentage van de bijdrage aan het pensioenstelsel voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Dit moet een einde maken aan de bij het Hof van Justitie aanhangige zaak C-453/12 en verdere geschillen hierover voorkomen.

Algemene context


Op grond van artikel 83 bis, lid 3, van het statuut[1], stelt de Raad bij de vijfjaarlijkse actuariële raming overeenkomstig bijlage XII het percentage van de bijdrage vast en bepaalt hij of de pensioengerechtigde leeftijd al dan niet moet worden gewijzigd om het evenwicht van de regeling te garanderen. Op grond van artikel 83 bis, lid 4, van het statuut, dient de Commissie ieder jaar, overeenkomstig artikel 1, lid 2, van bijlage XII, een bijgewerkte versie van de actuariële raming in bij de Raad. Wanneer daaruit blijkt dat het geldende bijdragepercentage met 0,25 procentpunt of meer afwijkt van het bijdragepercentage dat nodig is om het actuariële evenwicht te garanderen, gaat de Raad na of het bijdragepercentage al dan niet overeenkomstig bijlage XII moet worden aangepast. Eurostat heeft overeenkomstig artikel 13 van bijlage XII bij het statuut het vereiste verslag ingediend, waarin het bijdragepercentage wordt vastgesteld dat nodig is om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling voor 2011, 2012 en 2013 te waarborgen. Overeenkomstig artikel 19 van bijlage XIII bij het statuut, laatstelijk gewijzigd bij Verordening nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad, blijven artikel 83 bis en bijlage XII, zoals zij golden vóór 1 november 2013, van kracht uitsluitend voor een aanpassing die eventueel nodig is om te voldoen aan een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie op grond van artikel 266 van het VWEU over de toepassing van de bedoelde artikelen.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Over de elementen van het voorstel is volgens de geldende procedures overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het personeel.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


In het voorstel wordt rekening gehouden met de adviezen van de geraadpleegde partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



De berekening van het pensioenbijdragepercentage is gevalideerd door een actuariële deskundige (externe consultant).

Effectbeoordeling


Met het voorstel wordt de aanpassing beoogd van het bijdragepercentage aan de pensioenregeling van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie voor de jaren 2011, 2012 (jaarlijkse aanpassingen) en 2013 (vijfjaarlijkse aanpassing) om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling te waarborgen. De regelgeving zoals zij gold tot eind 2013 bood geen alternatieven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Om te voldoen aan de uitspraak van het Hof van Justitie in zaak C-63/12, hebben het Europees Parlement en de Raad hun goedkeuring gehecht aan Verordeningen nr. 422/2014 en nr. 423/2014 van 16 april 2014, die een aanpassing inhouden, respectievelijk met ingang van 1 juli 2011 en van 1 juli 2012, van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie en van de aanpassingscoëfficiënten die daarop van toepassing zijn. Die aanpassing is onderdeel van een algehele aanpak met het oog op de beslechting van de geschillen betreffende de aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen voor 2011 en 2012, en betreffende de aanpassing van de pensioenbijdrage voor 2011. Deze algehele aanpak leidde tot een aanpassing van 0 % voor 2011 en 0,8 % voor 2012.

Door deze aanpassingen aan de bezoldigingen en pensioenen van de EU-ambtenaren moet het percentage van de bijdrage aan het pensioenstelsel voor 2013 met terugwerkende kracht worden aangepast.  Bovendien strekt artikel 19 van bijlage XIII bij het statuut, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad, ertoe de instellingen in staat te stellen de nodige maatregelen te nemen om hun geschillen betreffende de aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen voor 2011 en 2012 en de aanpassing van de pensioenbijdrage voor 2011 te beslechten in overeenstemming met een uitspraak van het Hof van Justitie, rekening houdend met de legitieme verwachtingen van de personeelsleden dat de instellingen ieder jaar een besluit dienen te nemen over de aanpassing van hun bezoldigingen en pensioenen en over het percentage van de bijdrage aan het pensioenstelsel.

Overeenkomstig artikel 13 van bijlage XII bij het statuut heeft Eurostat een verslag over de actuariële raming van 2011, 2012 en 2013 van de pensioenregeling ingediend, waarin de in die bijlage vermelde parameters worden aangepast. Volgens deze ramingen bedraagt het bijdragepercentage dat nodig is om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling te waarborgen, 11,0 % van het basissalaris voor 2011[2], 9,9 % van het basissalaris voor 2012[3] en 10,6 % van het basissalaris voor 2013[4]. Om het actuariële evenwicht van de pensioenregeling voor de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie te kunnen garanderen, moet het bijdragepercentage derhalve worden vastgesteld op:

· 11,0 % met ingang van 1 juli 2011,

· 10,0 % met ingang van 1 juli 2012[5] en

· 10,6 % met ingang van 1 juli 2013.

Daarnaast stelt de Raad, op grond van artikel 83 bis, lid 3, van het statuut, bij de vijfjaarlijkse actuariële raming overeenkomstig bijlage XII en om het evenwicht van de regeling te garanderen, het percentage van de bijdrage vast.

De actuariële raming 2013 van de pensioenregeling is een vijfjaarlijkse raming, waarbij de Commissie voor de referentieperiode een volledige raming van het stelsel moet maken om met de toegepaste pensioenbijdrage het actuariële evenwicht van de pensioenregeling in stand te houden.  Een dergelijke vijfjaarlijkse raming veronderstelt noodzakelijkerwijze dat het pensioenbijdragepercentage voor 2011, waarover de Raad nog geen definitief besluit heeft genomen, wordt vastgesteld, en dat het pensioenbijdragepercentage voor 2012 wordt aangepast, zoals bepaald in overweging 4) van Verordening nr. 1331/2013 van de Raad van 10 december 2013.

Over de jaarlijkse aanpassing van het pensioenbijdragepercentage voor 2011 krachtens artikel 83 bis, lid 4, van het statuut, is een zaak hangende bij het Europees Hof van Justitie (C-453/12). Op verzoek van de Commissie heeft het Hof deze zaak echter opgeschort om de partijen de kans te geven overeenstemming te bereiken over wetgeving om alle aspecten van de pensioenbijdrageregeling op te lossen, na zijn vonnis in zaak C-63/12 over de jaarlijkse aanpassing van 2011 van de bezoldigingen en pensioenen, als bepaald in artikel 19 van bijlage XIII bij het statuut. Het huidige Commissievoorstel is bedoeld om de weg vrij te maken voor een beslechting van zaak C-453/12 en verdere geschillen betreffende het 'oude' statuut te voorkomen.

Om te waarborgen dat het toegepaste pensioenbijdragepercentage het actuariële evenwicht van de pensioenregeling in stand houdt voor de referentieperiode van vijf jaar, om de instellingen, als onderdeel van de algemene aanpak om geschillen te beslechten, de kans te bieden de nodige maatregelen te treffen om het pensioenbijdragepercentage aan te passen in overeenstemming met de beginselen van goede samenwerking tussen de instellingen, en rekening houdend met de legitieme verwachtingen van het personeel, dient de Commissie een voorstel in voor een Verordening van de Raad, betreffende de aanpassing met ingang van 1 juli 2011, 1 juli 2012 en 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van ambtenaren en andere personeelsleden.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het effect op de ontvangsten van de aanpassing van het pensioenbijdragepercentage wordt nader uitgewerkt in het als bijlage bijgevoegde financieel memorandum.