Toelichting bij COM(2014)385 - Ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol inzake een kaderovereenkomst met Algerije over de deelname van Algerije aan EU-programma’s

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De geleidelijke openstelling van bepaalde programma’s en agentschappen van de Unie voor de deelname van partnerlanden in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) is een van de vele maatregelen om hervorming, modernisering en overgang in de buurlanden van de Europese Unie te bevorderen. De Commissie heeft dit aspect van het beleid uitvoeriger uiteengezet in haar mededeling van december 2006 over de algemene aanpak om de ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en programma’s[1].

De Raad heeft deze aanpak in zijn conclusies van 5 maart 2007 goedgekeurd[2].

Op basis van de mededeling van de Commissie en van zijn conclusies heeft de Raad op 18 juni 2007 de Commissie richtsnoeren verstrekt om met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Egypte, Georgië, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Moldavië, Oekraïne, Palestina en Tunesië te onderhandelen over kaderovereenkomsten over de algemene beginselen voor de deelname van die landen aan communautaire programma’s[3].

De Europese Raad van juni 2007 heeft opnieuw bevestigd dat het ENB van cruciaal belang is[4] en heeft zijn goedkeuring gehecht aan een voortgangsverslag van het voorzitterschap[5], dat aan de Raad op 18 en 19 juni 2007 was voorgelegd, en aan de daarmee verband houdende conclusies van de Raad[6]. In het verslag wordt verwezen naar de richtsnoeren van de Raad voor onderhandelingen over de desbetreffende aanvullende protocollen.

In de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, getiteld 'Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden'[7], die werd bekrachtigd door de conclusies van de Raad van 20 juni 2011, wordt voorts benadrukt dat de EU de deelname van partnerlanden aan EU-programma's wenst te bevorderen.

Momenteel zijn er protocollen ondertekend met Armenië, Georgië, Israël, Jordanië, Moldavië, Marokko en Oekraïne.

In februari 2013 maakte Algerije zijn belangstelling kenbaar om deel te nemen aan het ruime aanbod van programma’s die openstaan voor ENB-partnerlanden. De tekst van het protocol waarover met Algerije is onderhandeld, is als bijlage opgenomen.

De Commissie dient hierbij een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol. Dit protocol omvat een kaderovereenkomst over de algemene beginselen voor de deelname van Algerije aan EU-programma’s. De overeenkomst omvat standaardbepalingen voor alle ENB-partnerlanden waarmee dergelijke protocollen moeten worden gesloten. In de tekst staat ook dat de partijen de bepalingen van het protocol voorlopig zullen toepassen met ingang van de datum van ondertekening.

Tegelijkertijd dient de Commissie een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol.

De Raad wordt verzocht het aangehechte voorstel voor een besluit goed te keuren.