Toelichting bij JOIN(2013)32 - Aanpassing verordening EU 267/2012 aangaande beperkende maatregelen tegen Iran

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran geeft uitvoering aan Besluit 2010/413/GBVB.

Op 24 november 2013 zijn China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, gesteund door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, het met Iran eens geworden over een gezamenlijk actieplan om tot een duurzame en omvattende oplossing te komen voor de Iraanse nucleaire kwestie. Er werd afgesproken dat het proces dat tot deze omvattende oplossing moet leiden, als eerste stap een aantal wederzijds overeen te komen en door beide zijden uit te voeren eerste maatregelen moet omvatten met een looptijd van zes maanden, die in wederzijds overleg kan worden verlengd.

In het kader van deze eerste stap zal Iran een aantal in het gezamenlijke actieplan vastgestelde vrijwillige maatregelen nemen. In ruil daarvoor nemen de E3/EU+3 een aantal vrijwillige maatregelen, waaronder een tijdelijke opschorting door de EU van de volgende beperkende maatregelen:

– het verbod op de verstrekking van verzekeringen en herverzekeringen en het verlenen van vervoersdiensten voor Iraanse ruwe olie;

– het verbod op de invoer, de aankoop en het vervoer van Iraanse petrochemische producten en de verlening van daarmee verband houdende diensten;

– het verbod op de handel in goud en edelmetaal met de Iraanse regering, Iraanse overheidsinstellingen en de centrale bank van Iran, en met personen of entiteiten die namens deze optreden.

Het gezamenlijke actieplan voorziet daarnaast in een vertienvoudiging van de drempelbedragen met betrekking tot de verlening van toestemming voor geldovermakingen van of naar Iran.

Ter uitvoering van deze maatregelen is verder optreden van de Unie nodig.

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie stellen voor Verordening (EU) nr. 267/2012 dienovereenkomstig te wijzigen.