Toelichting bij COM(2013)557 - Wijziging begroting nr. 7 bij algemene begroting 2013, afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0557

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 7 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie /* COM/2013/0557 final */


ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 7 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie

Gezien:

– het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

– Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie[1] en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 41/2002;

– de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, die op 12 december 2012 is goedgekeurd[2],

– de gewijzigde begroting nr. 1/2013, die op 4 juli 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2013[3], dat op 27 maart 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2013[4], dat op 15 april 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013[5], dat op 29 april 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2013[6], dat op 2 mei 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2013[7], dat op 10 juli 2013 is goedgekeurd,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 bij de begroting 2013 in.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.

Inleiding



Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 7 voor het jaar 2013 heeft betrekking op een verhoging van de vastleggingskredieten ten belope van 150,0 miljoen EUR in rubriek 1b van het meerjarig financieel kader (MFK). Bedoeling is met deze middelen een aantal kwesties aan te pakken die het gevolg zijn van het eindresultaat van de onderhandelingen over het MFK voor de jaren 2014-2020 en die betrekking hebben op Frankrijk, Italië en Spanje. De Europese Raad van 27 en 28 juni 2013 was van oordeel dat aan dit vraagstuk een budgettaire oplossing moest worden gegeven.

In het licht van de huidige economische crisis en als bijdrage voor de bijzondere inspanning die geleverd moet worden om de specifieke problemen op het vlak van werkloosheid - en in het bijzonder jeugdwerkloosheid - en van armoede en sociale uitsluiting in deze lidstaten aan te pakken, is de Commissie van mening dat een verhoging van de middelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF) de meest geschikte wijze is om bijstand aan deze landen te verlenen. Aangezien de bestaande kredieten reeds volledig zijn vastgelegd in de EU-begroting, stelt de Commissie voor de middelen te verhogen die in 2013 uit het ESF voor deze drie lidstaten worden vrijgemaakt. De verhoging met een bedrag van 150 miljoen EUR vastleggingskredieten valt onder de marge voor het uitgavenmaximum van rubriek 1b (16,0 miljoen EUR) en wordt ook gefinancierd door een beroep te doen op het flexibiliteitsinstrument (134,0 miljoen EUR), waarbij de middelen op deze specifieke actie worden toegespitst.

2. Aanpak van specifieke vraagstukken op het vlak van werkloosheid, in het bijzonder jeugdwerkloosheid, en van sociale uitsluiting in de getroffen lidstaten

De voorgestelde bedragen worden toegevoegd aan de bestaande ESF-programma's. Met het oog op de doeltreffendheid van de verhoging van de vastleggingskredieten voor het jaar 2013 en de bevordering van de tenuitvoerlegging van de programma's heeft de Commissie rekening gehouden met de absorptiecapaciteit van de betrokken lidstaten voor de volgende doelstellingen van het fonds: de convergentiedoelstelling en de doelstelling 'Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid'.

3. Verhoging van de vastleggingskredieten in rubriek 1B van het MFK

De totale gevraagde verhoging van de vastleggingskredieten voor rubriek 1b bedraagt 150 miljoen EUR, als volgt verdeeld:

Begrotings-onderdeel| Rubriek 1b| Vastleggingen (EUR)

04 02 Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie| 16 683 215

04 02 Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid| 133 316 785

Totaal| 150 000 000

De opsplitsing tussen beide begrotingsonderdelen kan op basis van de behoeften worden bijgestuurd.

Overeenkomstig de betalingsregels van de Structuurfondsen worden alle betalingsverzoeken voor een programma toegewezen aan de vroegste openstaande betalingsverplichtingen. Bijgevolg zijn voor deze extra vastleggingen in 2013 geen extra betalingskredieten noodzakelijk.


4. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader

Financieel kader Rubriek/subrubriek|  Herzien financieel kader Begroting 2013 (incl. GB nr. 1 en OGB nrs. 2 tot 6/2013)| OGB 7/| Begroting 2013 (incl. GB nr. 1 en OGB nrs. 2 tot 7/2013)

VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK

1. DUURZAME GROEI||||||||

1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid| 15 670 000| 16 168 150 12 886 628|| 16 168 150 12 886 628 095

Marge||| 1 849||| 1 849

1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 54 974 000| 54 958 049 56 349 544 150 000| 55 108 049 56 349 544 736

Marge[8]||| 15 950|||

Totaal| 70 644 000| 71 126 199 69 236 172 150 000| 71 276 199 69 236 172 831

Marge[9]||| 17 800||| 1 849

2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN||||||||

Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 48 574 000| 43 956 548 43 934 188|| 43 956 548 43 934 188 711

Totaal| 61 289 000| 60 159 241 58 095 492|| 60 159 241 58 095 492 961

Marge||| 1 129 758||| 1 129 758

3. BURGERSCHAP, VEILIGHEID, VRIJHEID EN RECHTVAARDIGHEID||||||||

3a. Vrijheid, veiligheid en recht| 1 661 000| 1 440 827 1 046 033|| 1 440 827 1 046 033 652

Marge||| 220 172||| 220 172

3b. Burgerschap| 746 000| 753 287 669 173|| 753 287 669 173 557

Marge||| 7 320||| 7 320

Totaal| 2 407 000| 2 194 115 1 715 207|| 2 194 115 1 715 207 209

Marge[10]||| 227 492||| 227 492

4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER| 9 595 000| 9 583 118 6 898 914|| 9 583 118 6 898 914 260

Marge[11]||| 275 996||| 275 996

5. ADMINISTRATIE| 8 492 000| 8 430 374 8 430 049|| 8 430 374 8 430 049 740

Marge[12]||| 147 625||| 147 625

6. COMPENSATIES| 75 000| 75 000 75 000|| 75 000 75 000 000

Marge||||||||

TOTAAL| 152 502 000 144 285 000 151 568 049 144 450 837 150 000| 151 718 049 144 450 837 001

Marge[13][14][15]||| 1 798 673 14 770|| 1 782 722 14 770 941

[1]               PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

[2]               PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1.

[3]               COM(2013) 183.

[4]               COM(2013) 224.

[5]               COM(2013) 254.

[6]               COM(2013) 258.

[7]               COM(2013) 518.

[8]               In 2013 wordt 134,0 miljoen EUR boven het maximum met het flexibiliteitsinstrument gefinancierd.

[9]               Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR).

[10]             Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[11]             De marge voor 2013 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR).

[12]             Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.

[13]             De totale marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EGF) (500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (EAR) (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).

[14]             De overkoepelende marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (80 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).

[15]             In 2013 wordt 134,0 miljoen EUR boven het maximum met het flexibiliteitsinstrument gefinancierd.