Toelichting bij COM(2013)470 - Aanvraag Globaliseringsfonds EGF/2011/025 voor een Italiaanse firma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 30 december 2011 heeft Italië aanvraag EGF/2011/025 IT/Lombardia (Lombardije) ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in twee bedrijven die vallen onder afdeling 26 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten")[3] in de NUTS II-regio Lombardia (Lombardije) (ITC4) in Italië.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/025

Lidstaat| Italië

Artikel onder b)

Betrokken ondernemingen| 2

NUTS II-regio| Lombardia (Lombardije) (ITC4)

NACE Rev. 2-afdeling| 26 ("Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten")

Referentieperiode| 20.3.2011 – 20.12.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.3.2012

Datum van de aanvraag| 30.12.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 529

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 480

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 1 687 200

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] (EUR)| 105 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 5,9

Totaal budget (EUR)| 1 792 200

EFG-bijdrage (65 %) (EUR)| 1 164 930

1. De aanvraag werd op 30 december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 12 maart 2013 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereld­handelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis

3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis voert Italië aan dat de door de crisis veroorzaakte afname van de vraag naar ICT en van investeringen in ICT door consumenten en ondernemingen aanzienlijk heeft bijgedragen tot de vertraging vanaf 2009 in de sector ICT en elektronische onderdelen (NACE 26)[5] in Italië[6].

4. Volgens de Italiaanse autoriteiten heeft de ICT-sector redelijk goed gepresteerd in de periode 2005-2008 en een redelijk niveau van economische activiteit bereikt, met name in vergelijking met andere economische sectoren in Italië, ondanks de sterke concurrentie van ICT-bedrijven in landen met lage productiekosten gedurende het laatste decennium (zie het volgende punt). Als gevolg van de crisis werd de positieve trend van de periode tot en met 2008 echter omgebogen en vertoonden de verschillende ICT-branches negatieve groeicijfers — bijvoorbeeld de informatietechnologie: - 9 % in 2009, - 2,5 % in 2010, - 4,1 % in 2011 (negatieve groeicijfers ten opzichte van de respectieve voorgaande jaren).

5. Volgens Assinform heeft de ICT-sector in Italië gedurende het laatste decennium te lijden gehad van sterke concurrentie uit lagelonenlanden; de behoefte aan een reorganisatie van de sector ten gevolge van de snelle opkomst van nieuwe technologieën, zoals cloud computing, verschillende soorten elektronische dienstverlening, sociale netwerken enzovoort, wordt al enkele jaren als een uitdaging erkend. De digitale kloof tussen Italië en toonaangevende Europese landen en andere landen in de wereld is nog groter geworden door de vertraging van de economie als gevolg van de crisis. Door al die ontwikkelingen moest in 2009 en de daaropvolgende jaren het ICT-personeel in Italiaanse ondernemingen inkrimpen.

6. De sterke neergang van de ICT-sector in Italië ten gevolge van de crisis heeft ook de twee ondernemingen getroffen waarop dit voorstel betrekking heeft: Anovo Italia S.p.A. (provincie Varese) en Jabil CM S.r.l. (provincie Milano). De reeds moeilijke situatie waarin deze ondernemingen zich bevonden, werd nog lastiger en de pogingen tot omschakeling en reorganisatie van de voorbije jaren mislukten, wat uiteindelijk heeft geleid tot de sluiting van de ondernemingen en tot het ontslag van de werknemers.

7. In haar beoordeling van de aanvragen EGF/2011/016 IT Agile (NACE 62)[7] en EGF/2010/012 NL Noord-Holland ICT (NACE 46)[8] heeft de Commissie reeds gewag gemaakt van de gevolgen van de economische en financiële crisis voor de ondernemingen uit de ICT-sector. Deze argumenten zijn nog steeds geldig.[9]

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)



8. De aanvraag werd door Italië ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's van een lidstaat volgens de NUTS II-indeling.

9. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 529 gedwongen ontslagen in 2 ondernemingen die vallen onder afdeling 26 van de NACE Rev. 2 ("Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten") in de NUTS II-regio Lombardia (Lombardije) (ITC4) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 20 maart 2011 tot en met 20 december 2011. De 322 ontslagen bij Jabil CM S.r.l. werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend (de werkgever zond de werknemers op 28 september 2011 een faxbericht betreffende hun ontslag). De 207 ontslagen bij Anovo Italia S.p.A. werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. Op 29 januari 2013 heeft de Commissie de overeenkomstig artikel 2, tweede alinea, van de EFG-Verordening vereiste bevestiging ontvangen dat de 207 personen op wie de in het derde streepje bedoelde informatie betrekking heeft, werkelijk zijn ontslagen.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



10. Volgens de Italiaanse autoriteiten kwamen de ontslagen in de twee ondernemingen waarop deze aanvraag betrekking heeft, Anovo Italia S.p.A. en Jabil CM S.r.l., onvoorzien: de financiële en economische crisis had ernstige gevolgen voor beide ondernemingen, die ertoe hebben geleid dat alle pogingen tot omschakeling en reorganisatie die de voorbije jaren in deze ondernemingen werden ondernomen, mislukten en dat uiteindelijk alle werknemers werden ontslagen. Anovo Italia S.p.A. ging failliet (15 december 2011) en Jabil CM S.r.l. werd gesloten na stopzetting van alle activiteiten (aankondiging van de sluiting en ontslag van de werknemers: 28 september 2011; einde van de onderhandelingen tussen de sociale partners, zonder overeenkomst: 13 december 2011, waarna de ontslagen werknemers de gebouwen van Jabil hebben bezet).

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



11. De aanvraag heeft betrekking op 529 gedwongen ontslagen (waarbij voor 480 werknemers steun wordt aangevraagd) in 2 bedrijven:

Jabil CM S.r.l. (Cassina de Pecchi, provincie Milano)                            322

Anovo Italia S.p.A. (Saranno, provincie Varese)                                    207

Jabil CM S.r.l. werd in 2007 opgericht uit een voormalig bedrijfsonderdeel van Nokia Siemens, en specialiseerde zich in de productie, de assemblage en het herstel van printplaten voor telecommunicatieapparatuur (NACE 26.1). De onderneming wisselde de laatste jaren verschillende keren van eigenaar; de laatste eigenaar was de groep 'Competence Mercatech' uit de VS (sinds 2010).

Anovo Italia S.p.A. behoorde tot de Franse multinationale groep Anovo S.A.[10] en deed zaken op de Italiaanse markt van 1998 tot het bedrijf op 15 december 2011 failliet ging. Anovo Italia S.p.A. was gespecialiseerd in het ontwerp en de levering van geïntegreerde IT-activiteiten, met name de vervaardiging van elektronische onderdelen (NACE 26.1).

12. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 60,4

Vrouwen| 39,6

EU-burgers| 98,5

Niet-EU-burgers| 1,5

15-24 jaar| 0,0

25-54 jaar| 93,8

55-64 jaar| 4,6

Ouder dan 64 jaar| 1,6

13. Geen enkele werknemer heeft een langdurig gezondheidsprobleem of een handicap.

14. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Technici en vakspecialisten (ISCO 3)| 7,7

Administratief personeel (ISCO 4)| 11,9

Ambachtslieden (ISCO 7)| 31,9

Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs (ISCO 8)| 48,5

15. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Italië bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



16. Het getroffen gebied is Lombardia (Lombardije)[11], met bijna 10 miljoen inwoners de dichtst bevolkte van de 20 Italiaanse regio's, en meer specifiek de provincies Varese en Milano.

17. De verantwoordelijke autoriteiten zijn op nationaal niveau het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken en op regionaal niveau de regio Lombardije (directoraat-generaal Onderwijs, Opleiding en Werk – Direzione Generale Istruzione, Formazione e Lavoro), Milaan. De belanghebbenden aan werkgeverszijde zijn de volgende verenigingen: het regionaal Lombardisch verbond van de verenigingen van ambachtslieden (CLAAI – Federazione Regionale Lombarda delle Associazioni Artigiane), het nationaal verbond van ambachtslieden en kleine en middelgrote ondernemingen – Lombardije (CNA Lombardia – Confederazione Nazionale dell’Artigianato e delle piccole e medie imprese), Confapindustria Lombardia, Confartigianato Lombardia, Confcommercio Lombardia-Imprese per l’Italia en Confcooperative Lombardia. De vertegenwoordigers van de belanghebbende werknemers zijn: het algemeen Italiaans verbond van de arbeid (CGIL – Confederazione generale italiana del lavoro), het Italiaans verbond van vakverenigingen van werknemers (CISL – Confederazione italiana sindacati lavoratori), de Italiaanse vereniging van de arbeid (UIL – Unione italiana del lavoro) en het Italiaans verbond van vakverenigingen van zelfstandigen (CISAL – Confederazione Italiana Sindacati Autonomi Lavoratori).

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



18. Lombardije is de meest welvarende regio van Italië, met een grote economische diversiteit[12], die wordt geschraagd door een groot aantal kleine en middelgrote ondernemingen, maar ook door enkele grote industriële groepen. Ongeveer een vijfde van het bbp van Italië wordt in deze regio geproduceerd. Door de achteruitgang van de be- en verwerkende industrie staat de regio echter voor grote structurele uitdagingen; zoals elders is de economische en arbeidsmarktsituatie door de financiële en economische wereldcrisis verergerd. De Italiaanse autoriteiten hebben erop gewezen dat de industriële productie in Lombardije in 2009 met 9,4 % is gekrompen en dat de gevolgen daarvan de arbeidsmarkt rechtstreeks hebben getroffen: de totale werkgelegenheid daalde met 1,2 % in 2009 en met 0,7 % in 2010 (toen zich een broos herstel aftekende). Volgens Istat is de werkloosheid in Lombardije sinds 2008 aan het stijgen: 3,7 % in 2008, 5,4 % in 2009, 5,6 % in 2010, 5,8 % in 2011 en 7,5 % in 2012.[13]

19. Om de gevolgen van de economische en financiële crisis op de werknemers in de ICT-sector in Lombardije te beperken, werd intensief gebruikgemaakt van sociale vangnetten, zoals het schadeloosstellingsfonds (CIG), een instrument waarin de Italiaanse wetgeving sedert lang voorziet en waarmee werknemers ter compensatie van het loon een financiële uitkering kunnen krijgen, wanneer ongunstige omstandigheden dit vereisen. Italië heeft onderstaande tabel verstrekt ter illustratie van het toegenomen gebruik van deze 'schokdemper' sinds het begin van de crisis: in 2009 werden bijna achtmaal meer uren door de autoriteiten goedgekeurd dan in 2008, hetgeen de moeilijkheden van de sector weergeeft.

Totaal aantal CIG-uren goedgekeurd in de ICT-sector in Lombardije (NACE 26) Bron: Nationaal instituut voor sociale voorzieningen (INPS – Istituto Nazionale della Previdenza Sociale)

Totaal aantal uren| 2010

3 025 2 261 2 541 2 049 16 003 15 145 734

20. Volgens de Italiaanse autoriteiten kent met name het industriegebied Distretto Technologico di Milano (Vimercatese), waarin de 322 ontslagen van Jabil CM S.r.l. vielen, een zware crisis. Op het nationale, regionale en lokale niveau streeft Italië naar de herontwikkeling en de ondersteuning van dit gebied met betrekking tot economisch volume en arbeid. De door het EFG medegefinancierde maatregelen zullen de Italiaanse autoriteiten ondersteunen met het oog op deze ontwikkeling en hervorming.

21. Op NUTS II-niveau werd Lombardije ook getroffen door een ander massaontslag waarvoor een aanvraag om steun uit het EFG bij de Commissie is ingediend: 1 816 ontslagen in 190 ondernemingen in de textielsector in 2006/2007[14].

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



22. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie in het arbeidsproces van de 480 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. De Italiaanse autoriteiten hebben erop gewezen dat alle opleiding en omscholing die de werknemers nodig kunnen hebben als voorbereiding op een geslaagde re-integratie op de arbeidsmarkt, met regionale middelen zullen worden gefinancierd (de kosten voor opleiding en omscholing moeten dan ook niet worden medegefinancierd door het EFG).

– Opname in en aansluiting bij het steunpakket (accoglienza e accesso al servizio di assistenza): informatie en administratieve diensten voor de ontslagen werknemers, met inbegrip van de ondertekening van dienstverleningsovereenkomsten.

– Gesprekstechnieken (colloquio specialistico): deze maatregel omvat diepgaande interviews met de werknemers om hun huidige profiel te bepalen, het zoeken naar mogelijke trajecten voor herintreding en ondersteuning bij het indienen van een sollicitatiebrief (bijwerken van het cv).

– Vaardigheidsprofiel (bilancio di competenze): een reeks gerichte instrumenten om de beroeps- en sociale ervaringen van iedere werknemer te analyseren en alle nuttige competenties en kennis aan het licht te brengen, waarbij ook met de aspiraties en wensen van de werknemers zelf rekening wordt gehouden.

– Vastlegging van het traject (definizione del percorso): opstellen van een persoonlijk beroepstraject dat de individuele behoeften aan opleiding en ontwikkeling vastlegt. Het traject wordt ondertekend door de werknemer en de ondersteuner, ter goedkeuring van hun respectieve verbintenissen.

– Monitoring, coördinatie en beheer van het persoonlijk interventieplan (monitoraggio, coordinamento e gestione del piano di intervento personalizzato): follow-up en monitoring van de individuele ondersteuning volgens het overeengekomen traject. De overeengekomen maatregelen kunnen indien nodig worden aangepast.

– Loopbaanbegeleiding en -advies (tutoring e counselling orientativo): onder meer advies over de arbeidsmarktmechanismen, hulp bij de voorbereiding van sollicitatiebrieven en begeleiding bij sollicitatiegesprekken.

– Verkenning van arbeidskansen bij nieuwe werkgevers (scouting aziendale): o.a. onderzoek van de lokale en regionale arbeidskansen, contacten met potentiële werkgevers, hulp bij de beoordeling van werkaanbiedingen, bijstand gedurende de hele selectieprocedure.

– Onderlinge afstemming van vaardigheden en banen (preselezione e incontro domanda offerta): hiermee wordt beoogd de vraag op de arbeidsmarkt en de vaardigheden van werknemers met behulp van gespecialiseerde databanken op elkaar af te stemmen. De werknemers krijgen op maat gesneden begeleiding in verband met vacatures en hulp bij het solliciteren voor een nieuwe baan. De adviseurs bevorderen verder de contacten van de werknemers met de potentiële werkgevers en verlenen steun tot er een arbeidsovereenkomst is ondertekend.

– Mentoring tijdens de eerste fase in een nieuwe baan (accompagnamento al lavoro): deze maatregel beoogt bij te dragen aan de duurzaamheid van nieuw werk: de werknemer en de nieuwe werkgever krijgen ondersteuning in de vorm van mentoring tijdens de eerste fase van een stage. Een stageverslag wordt door de werknemer ondertekend om een geslaagde re-integratie te helpen verzekeren. De Italiaanse autoriteiten hebben voor alle werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, voorzien in het budget voor deze maatregel, waaruit blijkt welk belang zij hechten aan het bevorderen van duurzame nieuwe arbeidsovereenkomsten.

– Advies en ondersteuning met het oog op zelfstandige arbeid (consulenza e supporto all'autoimprenditorialità): deze maatregel bestaat uit een reeks gerichte acties om de geschiktheid/houding van de werknemers met betrekking tot werken als zelfstandige en het oprichten van een eigen onderneming te analyseren, het opstellen van een businessplan, advies met betrekking tot de praktische aspecten van het opstarten van een onderneming, het zoeken naar financieringsmogelijkheden.

– Stagebegeleiding en -ondersteuning (tutoring e accompagnamento al tirocinio): steun voor werknemers en potentiële nieuwe werkgevers tijdens een stage.

23. De overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

24. De door de Italiaanse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Italiaanse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 1 687 200 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 105 000 EUR (5,9 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 164 930 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geraamd aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geraamde kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Opname in en aansluiting bij het steunpakket (Accoglienza e accesso al servizio di assistenza)| 15 840

Gesprekstechnieken (Colloquio specialistico)| 31 680

Vaardigheidsprofiel (bilancio di competenze)| 158 400

Vastlegging van het traject (definizione del percorso)| 37 440

Monitoring, coördinatie en beheer van het persoonlijk interventieplan (monitoraggio, coordinamento e gestione del piano di intervento personalizzato)| 103 680

Loopbaanbegeleiding en -advies (tutoring e counselling orientativo)| 74 400

Verkenning van arbeidskansen bij nieuwe werkgevers (scouting aziendale)| 311 040

Onderlinge afstemming van vaardigheden en banen (Preselezione e incontro domanda offerta)| 332 640

Mentoring tijdens de eerste fase in een nieuwe baan (accompagnamento al lavoro)| 253 440

Advies en ondersteuning met het oog op zelfstandige arbeid (Consulenza e supporto all'autoimprenditorialità)| 209 664

Stagebegeleiding en -ondersteuning (Tutoring e accompagnamento al tirocinio)| 158 976

Subtotaal individuele dienstverlening|| 1 687 200

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 15 000

Beheer|| 40 000

Voorlichting en publiciteit|| 15 000

Controle|| 35 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 105 000

Totale geraamde kosten|| 1 792 200

EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten)|| 1 164 930

25. Italië bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat iedere vorm van dubbele financiering zal worden vermeden. Enkele door het EFG medegefinancierde maatregelen, bijvoorbeeld ter bevordering van ondernemerschap, kunnen niet door het Europees Sociaal Fonds (ESF) worden gefinancierd.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



26. Op 1 maart 2012 heeft Italië ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



27. Volgens de Italiaanse autoriteiten vonden op regionaal niveau meermaals besprekingen plaats met de sociale partners, waaronder de volgende. 3 februari 2012: het Regionaal Agentschap voor onderwijs, opleiding en werk (ARIFEL, Agenzia Regionale Istruzione, Formazione e Lavoro) heeft gesproken met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemerszijde over de mogelijkheid om een werkgroep 'sociaal ondernemen' op te richten voor de werknemers van Anovo Italia S.p.A. (dit gesprek heeft niet tot een overeenkomst geleid); 15 februari 2012: vergadering van de regionale 'kerngroep crisisbeheer' (nota-verbaal[15]); 17 februari 2012: regionale ICT-rondetafelbijeenkomst met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemerszijde en van de regio Lombardije (nota-verbaal[16]).

28. De Italiaanse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over maatregelen die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

29. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Italiaanse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



30. Italië heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage op nationaal niveau zal worden beheerd door het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken – directoraat-generaal Actief en Passief Arbeidsbeleid (MLPS – DG PAPL, Ministerio del Lavoro e delle Politiche Sociali/Direzione Generale per le Politiche Attive e Passive del Lavoro). MLPS – DG PAPL Bureau A treedt op als beheersautoriteit; MLPS – DG PAPL Bureau B is de certificerende instantie en MLPS – DG PAPL Bureau C is de auditautoriteit. Op regionaal niveau zal de regio Lombardije fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit. Italië heeft in zijn EFG-aanvraag (deel I) een gedetailleerd systeem voor beheer en controle uiteengezet waarin de respectieve verantwoordelijkheden van de betrokken actoren op nationaal en regionaal niveau worden gespecificeerd.

Financiering



31. Op grond van de aanvraag van Italië bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening, met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG, 1 164 930 EUR (65 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Italië.

32. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financieel kader.

33. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

34. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak om van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerp-voorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien een van de twee takken van de begrotingsautoriteit geen overeenstemming bereikt, zal een formele trialoogbijeenkomst worden gehouden.

35. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2013 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



36. Kredieten die in de begroting van 2013 aan het EFG-begrotingsonderdeel zijn toegewezen, zullen ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 1 164 930 EUR worden gebruikt.