Toelichting bij JOIN(2013)18 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Noord-Korea

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Op 7 maart 2013 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2094 (2013) goedgekeurd, waarin de kernproef van 12 februari 2013 door de Democratische Volksrepubliek Korea (hierna "Noord‑Korea" genoemd) wordt veroordeeld. De VN-Veiligheidsraad heeft daarmee de reeds bij Resoluties 1718 (2006), 1874 (2009) en 2087 (2013) van de VN-Veiligheidsraad genomen maatregelen bevestigd en besloten dat alle VN-leden aanvullende beperkende maatregelen tegen Noord-Korea moeten toepassen. De bij Resolutie 2094 (2013) van de VN-Veiligheidsraad vastgestelde aanvullende maatregelen omvatten:

(a) maatregelen tot bevriezing van tegoeden tegen personen of entiteiten die, onder meer met illegale middelen, handelen namens of in opdracht van de personen en entiteiten die reeds zijn aangewezen, alsmede tegen entiteiten die in hun bezit zijn of onder hun zeggenschap staan;

(b) een verbod op het aangaan van correspondentbankrelaties met banken en financiële instellingen in Noord‑Korea en op het openen van bankrekeningen in Noord‑Korea;

(c) de eis om vrachtzendingen te inspecteren die afkomstig zijn uit Noord‑Korea of die bestemd zijn voor Noord‑Korea of waarvoor Noord‑Korea of namens dat land handelende personen of entiteiten als tussenhandelaar of bemiddelaar zijn opgetreden, wanneer redelijkerwijze kan worden vermoed dat de betrokken vrachtzending verboden goederen bevat;

(d) een verbod op vluchten door vliegtuigen die vertrekken uit of landen in de Unie of die over het grondgebied van de Unie vliegen, wanneer redelijkerwijze kan worden vermoed dat die vliegtuigen verboden goederen aan boord hebben.

Ter uitvoering van Resolutie 2094 (2013) van de VN-Veiligheidsraad, heeft de Raad Besluit 2013/183/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2010/800/GBVB[1] vastgesteld, waarbij de Europese Unie ervoor zorgt dat aanvullende beperkende maatregelen worden genomen.

De hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie stellen voor de bovengenoemde beperkende maatregelen in te voeren door Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad te wijzigen.