Toelichting bij COM(2013)254 - Gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2013, Afdeling III - Commissie, Afdeling IV - Hof van Justitie van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52013DC0254

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie Afdeling IV- Hof van Justitie van de Europese Unie /* COM/2013/0254 final - 2013/ () */


1.

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013


STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie Afdeling IV- Hof van Justitie van de Europese Unie

Gezien:

– het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

– Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie[1] en met name artikel 41,

– de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, die op 12 december 2012[2] is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2013[3], dat op 18 maart 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2013[4], dat op 27 maart 2013 is goedgekeurd,

– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2013[5], dat op 15 april 2013 is goedgekeurd,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2013 in.

2.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.

3.

INHOUDSTAFEL


4.

1. Inleiding.. 5


5.

2. Europees GNSS-Agentschap.. 5


6.

3. Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur.. 6


7.

4. Hof van Justitie van de Europese Unie. 7


8.

5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader.. 9


Inleiding



Dit ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4 voor 2013 heeft betrekking op volgende punten:

¾ de wijziging van de personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap (GSA), met een verzoek voor 20 extra personeelsformatieposten (allemaal AD-posten). De overeenkomstige verhoging van de EU-bijdrage voor het GSA bedraagt 1 750 000 EUR, waarbij wordt voorgesteld deze verhoging te financieren door een interne herschikking van de bestaande begrotingsmiddelen van het GNSS-programma;

¾ de wijziging van de personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA), waarbij een verzoek voor twee extra personeelsformatieposten (beide AD-posten) wordt gecompenseerd door twee vrijgekomen posten in de personeelsformatie van de Commissie. Deze wijziging maakt deel uit van een uitbreiding van het mandaat het agentschap, hetgeen ook een overheveling van arbeidscontractanten (13 VTE) van de Commissie naar het EACEA met zich brengt. Hierdoor stijgt de EU-bijdrage voor de exploitatiekosten van het agentschap in totaal met 1 516 000 EUR. Voorgesteld wordt deze verhoging te financieren door een overeenkomstige verlaging van de uitgaven voor personeel en administratieve ondersteuning binnen de Commissie;

¾ de wijziging van de personeelsformatie van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft betrekking op de geplande indiensttreding van een extra advocaat-generaal die gepaard gaat met een verzoek voor zeven extra personeelsformatieposten (4 AD en 3 AST). Voorgesteld wordt deze aanwervingen te financieren met de beschikbare kredieten binnen de begrotingsafdeling van het Hof van Justitie.

Deze aanpassingen hebben geen gevolgen voor de begroting, aangezien de voorgestelde verhogingen van de EU-bijdragen voor beide agentschappen volledig worden gecompenseerd door overeenkomstige verlagingen van de desbetreffende uitgaven in de begrotingsafdeling van de Commissie en de aanwerving van extra personeelsleden voor het Hof van Justitie wordt gefinancierd met de beschikbare kredieten binnen de begrotingsafdeling van het Hof.

9.

2. Europees GNSS-Agentschap


Op 30 november 2011 heeft de Commissie een voorstel voor een nieuwe GNSS-verordening[6] aangenomen, waarbij werd voorzien in een nieuwe bestuursstructuur voor EGNOS en Galileo en hun financiering voor de periode 2014-2020. Binnen deze structuur zouden taken in verband met het programmabeheer – inclusief de exploitatie van beide systemen vanaf 1 januari 2014 – aan het Europees GNSS-Agentschap (GSA) worden toevertrouwd. Om concrete resultaten te boeken en vertragingen of onderbrekingen in de dienstverlening te voorkomen, moet het GSA reeds in 2013 voorbereidende taken kunnen uitvoeren. In dit verband zal het agentschap zorgen voor de coördinatie van alle taken die verband houden met de exploitatie van de systemen, zoals onderhoud, werking en levering van de diensten alsook het verstrekken van feedback met betrekking tot de wijzigingen die zich voordoen op het vlak van de operationele en gebruikersbehoeften waaraan toekomstige systemen moeten voldoen.

Om het Europees Parlement en de Raad een volledig overzicht te bezorgen van de omstandigheden waaronder het GSA de in het kader van de nieuwe bestuursstructuur aan het agentschap toevertrouwde taken zal uitvoeren, heeft de Commissie op 6 februari 2013 een herziening van de GSA-verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 912/2010[7] goedgekeurd. In het financieel memorandum bij de herziene GSA-verordening wordt voorzien in 20 extra tijdelijke medewerkers voor 2013, waardoor het totaal aantal personeelsformatieposten zou toenemen van 57 tot 77 posten. De diensten van de Commissie hebben de gedetailleerde taakomschrijvingen van elke tijdelijke medewerker die het GSA wenst aan te werven, zorgvuldig onderzocht.

Na de goedkeuring van het voorstel voor een herziene GSA-verordening heeft het GSA onmiddellijk de noodzakelijke voorbereidingen getroffen om vlot van start te kunnen gaan met de voorbereidende taken. De formele indienstneming kan evenwel slechts worden afgerond na de goedkeuring van dit ontwerp van gewijzigde begroting, aangezien de begrotingsautoriteit eerst moet instemmen met de wijzigingen van de personeelsformatie van het GSA vooraleer het agentschap de nieuwe medewerkers daadwerkelijk kan aanwerven.

De totale extra kosten voor de begroting 2013 van het agentschap worden geraamd op 1 750 000 EUR, waarbij wordt verondersteld dat de indienstnemingen vanaf medio juli 2013 tot stand zullen komen. Hiervoor is een overeenkomstige verhoging van de EU-bijdrage voor het agentschap vereist. Er wordt voorgesteld de vastleggings- en betalingskredieten ter beschikking te stellen door middel van een herschikking via een interne overschrijving van de Commissie binnen het begrotingshoofdstuk 02 05 van het Galileo-programma naar het agentschap, meer in het bijzonder van begrotingsartikel 02 05 01 "Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)" naar begrotingspost 02 05 02 01 "Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2".

De gewijzigde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage. Zij voorziet in 20 extra AD-posten, waarvan 3 AD 10, 3 AD 9, 6 AD 8, 7 AD 7 en 1 AD 6.

10.

3. Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur


In 2012 heeft de Commissie het mandaat van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele middelen en cultuur (EACEA) uitgebreid, om aan het agentschap meer taken toe te vertrouwen bij de uitvoering van het programma Media Mundus, waarbij ook de activiteiten van het agentschap inzake onderwijs en jeugdwerk in het kader van rubriek 4 van het meerjarig financieel kader worden uitgebreid en de activiteiten die het agentschap op het vlak van onderwijs reeds uitvoert binnen de Europese Dienst van Eurydice, worden uitgebreid tot het jeugdprogramma. De delegatie van extra taken aan het EACEA bij het beheer van de groeiende uitgavenprogramma's 2007-2013 heeft duidelijke kwalitatieve en kwantitatieve voordelen waar het erom gaat de bestaande knowhow van het agentschap uit te breiden tot de desbetreffende beleidsterreinen, hetgeen de gunstigste kosten/baten-verhouding oplevert.

In kwalitatieve zin is de delegatie van extra taken aan het EACEA te rechtvaardigen op grond van de resultaten die het agentschap heeft geboekt op het vlak van hoogwaardig beheer van programma's. In kwantitatieve zin leidt beheer door het EACEA in 2013 tot kostenbesparingen van 574 000 EUR ten opzichte van intern beheer door de Commissie. Deze kostenbesparingen komen hoofdzakelijk tot stand dankzij een grotere efficiëntie bij het EACEA, waardoor de Commissie de extra bijdrage voor de exploitatiekosten van het agentschap kan beperken. Hierdoor zijn meer beleidskredieten voor elk van de te beheren programma's beschikbaar binnen de totale financiële middelen die ervoor zijn uitgetrokken.

In oktober 2012 heeft het Comité voor de uitvoerende agentschappen een positief advies uitgebracht over de uitbreiding van het mandaat van het agentschap en heeft het Europees Parlement binnen de in de 'werkafspraken' vastgestelde termijn geen bezwaren gemaakt. Nadat zowel het Europees Parlement als de Raad dus hun goedkeuring aan de uitbreiding van het mandaat hadden verleend, heeft de Commissie in december 2012 het besluit vastgesteld tot uitbreiding van het mandaat van het agentschap (C(2012) 9474 en 9475).

Dit ontwerp van gewijzigde begroting regelt de begrotingsaspecten van de uitbreiding van het mandaat van het EACEA voor wat betreft de toename van de bijdrage van de EU voor het agentschap en de personeelsbezetting van het EACEA, die volledig worden gecompenseerd door een overeenkomstige vermindering van de personeelsbezetting en de desbetreffende kredieten voor personeel en administratieve ondersteuning in de Commissie, zoals hierna uitvoeriger wordt toegelicht.

De extra taken die in het kader van de uitbreiding van het mandaat aan het EACEA worden toevertrouwd, zullen resulteren in een verhoging van de bijdrage van de EU voor het uitvoerend agentschap. Deze verhoging komt neer op een bedrag van 1 516 000 EUR, waarvan 458 000 EUR wordt uitgetrokken voor programma's die worden beheerd in het kader van rubriek 3b (begrotingspost 15 01 04 31 - "Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur - Bijdrage van programma's onder rubriek 3b") en 1 058 000 EUR wordt toegewezen aan programma's die worden beheerd in het kader van rubriek 4 (begrotingspost 19 01 04 30 – "Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur - Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein 'Externe betrekkingen'"). Dit bedrag wordt gefinancierd met de bestaande kredieten onder de begrotingsposten XX 01 01 01 'Uitgaven voor personeel', 15 01 02 01 'Extern personeel ter ondersteuning van het beleidsterrein 'Onderwijs en cultuur" , 15 01 04 68 "Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer", 15 05 55 'Jeugd in actie', 19 01 04 01 'Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) - Uitgaven voor administratief beheer' en 19 01 04 02 "Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer".

Op het vlak van de personele middelen moet de personeelsformatie van het agentschap als volgt worden aangepast: 15 extra voltijdequivalenten (VTE), waarvan 13 arbeidscontractanten (berekend op basis van de gemiddelde kosten van het agentschap) en 2 tijdelijke medewerkers (2 AD 8), aangezien als gevolg van de overheveling van het 'Media Mundus' programma en de activiteiten van het agentschap voor 'Jeugd in actie' twee tijdelijke medewerkers van deze graad nodig zijn. De aanwerving van extra personeelsleden die noodzakelijk zijn voor het agentschap, wordt strikt gecompenseerd door een overeenkomstige personeelsinkrimping bij de Commissie. Er worden kredieten voor 13 arbeidscontracten en 2 personeelsformatieposten (2 AST 7) vrijgemaakt en hierbij geschrapt uit de begroting van de Commissie.

Nadere gegevens over de weerslag van de uitbreiding van het mandaat op de kredieten voor administratieve uitgaven en personeelsuitgaven van de Commissie en het EACEA zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

11.

4. Hof van Justitie van de Europese Unie


12.

4.1 Verzoek van het Hof van Justitie


Overeenkomstig verklaring nr. 38 gehecht aan de slotakte van de Intergouvernementele conferentie (IGC) die het Verdrag van Lissabon heeft vastgesteld, heeft het Hof van Justitie in januari 2013 verzocht om drie extra advocaten-generaal, waarbij een eerste advocaat-generaal op 1 juli 2013 in dienst zou treden en de twee andere op 7 oktober 2015. Om de eerste extra advocaat-generaal in staat te stellen zijn/haar ambt vanaf 1 juli 2013 uit te oefenen (naar verwachting zullen beide andere advocaten-generaal in 2015 worden aangesteld), verzoekt het Hof van Justitie om de personeelsformatie van het Hof te wijzigingen om te kunnen voorzien in extra personeelsformatieposten voor het personeel dat werkzaam zal zijn op het kabinet van de advocaat-generaal. Hierbij gaat het om zeven personeelsleden (1 AD 14, 1 AD 12, 1 AD 11, 1 AD 10, 1 AST 5, 1 AST 3 en 1 AST 2). De overeenkomstige kosten voor de begroting 2013 van het Hof van Justitie worden geraamd om 910 000 EUR.

Daarnaast verzocht het Hof van Justitie om 9 extra referendarissen (1 AD 14, 3 AD 12, 3 AD 11 en 2 AD 10) aan te werven om beter het hoofd te kunnen bieden aan de sterk toegenomen werkbelasting, waarbij aan elke kamer van het Gerecht een referendaris zou worden toegewezen. Het Hof van Justitie raamt de overeenkomstige extra kosten voor haar begroting 2013 op 930 000 EUR, waardoor de extra kosten voor de begroting 2013 van het Hof van Justitie voor de extra advocaat-generaal (met inbegrip van zijn of haar kabinet) en de extra referendarissen zouden neerkomen op 1 840 000 EUR in totaal.

13.

4.2 Voorstel van de Commissie


Als onderdeel van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 stelt de Commissie voor de personeelsformatie van het Hof van Justitie te wijzigen met het oog op de opname van de personeelsleden die werkzaam zullen zijn op het kabinet van de extra advocaat-generaal (1 AD 14, 1 AD 12, 1 AD 11, 1 AD 10, 1 AST 5, 1 AST 3 en 1 AST 2), maar zonder in de afdeling van het Hof van Justitie van de begroting 2013 te voorzien in de overeenkomstige extra kredieten. De Commissie neemt nota van het voornemen van het Hof van Justitie om gebruik te maken van de bestaande kredieten die zijn opgenomen in begrotingshoofdstuk 14 (extern personeel) van de begrotingsafdeling van het Hof van Justitie om een extra arbeidscontractant (functiegroep I) te financieren, wiens aanwerving verband houdt met de oprichting van het nieuwe kabinet.

De Commissie stelt evenwel niet voor om in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 het verzoek voor 9 extra referendarissen bij het Hof van Justitie op te nemen. De Commissie wenst in dit verband te herinneren aan het schrijven[8] van de commissaris voor Financiële programmering en begroting aan de andere instellingen, waarin erop is gewezen dat het van cruciaal politiek belang is om, in het licht van het voorstel van de Commissie om het personeelsbestand van alle EU-instellingen en organen in de loop van de komende vijf jaar met 5% te verminderen, de benadering van de Commissie te volgen en een personeelsinkrimping van 1% door te voeren. De Commissie vestigt in het bijzonder de aandacht op de onzekerheid omtrent het voorstel van het Hof van Justitie van maart 2011 om twaalf extra rechters aan te stellen bij het Gerecht van de Europese Unie om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende werkbelasting en zij stelt derhalve voor de besluiten af te wachten die met betrekking tot dit voorstel door de wetgevende autoriteit moeten worden genomen.

Wat de kredieten betreft, stelt de Commissie vast dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2013 geen marge laat ten opzichte van het voor 2013 vastgestelde maximum voor de betalingskredieten, behalve voor de dekking van de betalingsbehoeften om middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU beschikbaar te stellen, waarvoor de Commissie voornemens is binnenkort het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2013 in te dienen. Rekening houdend met de doorlooptijd die doorgaans in acht moet worden genomen voor de aanwerving van het extra personeel waarvoor in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 een verzoek is ingediend, is de Commissie bovendien van mening dat het Hof van Justitie in staat zal zijn zijn aanwervingen af te stemmen op de kredieten die momenteel in de begroting van het Hof van Justitie beschikbaar zijn voor dit soort uitgaven. Derhalve heeft de Commissie geen extra kredieten opgenomen met betrekking tot het verzoek voor de extra advocaat-generaal en de corresponderende zeven extra posten. Om dezelfde reden wordt voorgesteld geen extra ontvangsten in de begroting op te nemen die afkomstig zijn van bijdragen van de extra kabinetsleden in 2013, die door het Hof van Justitie op 121 000 EUR worden geraamd.

De gewijzigde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

14.

5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader


Financieel kader Rubriek/subrubriek| Herzien financieel kader Begroting 2013 (incl. OGB 1-3/2013)| OGB 4/| Begroting 2013 (incl. OGB 1-4/2013)

VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK

1. DUURZAME GROEI||||||||

1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid| 15 670 000| 16 168 150 12 886 628|| 16 168 150 12 886 628 095

Marge||| 1 849||| 1 849

1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 54 974 000| 54 958 049 56 349 544|| 54 958 049 56 349 544 736

Marge||| 15 950||| 15 950

Totaal| 70 644 000| 71 126 199 69 236 172|| 71 126 199 69 236 172 831

Marge[9]||| 17 800||| 17 800

2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN||||||||

Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 48 583 000| 43 956 548 43 934 188|| 43 956 548 43 934 188 711

Totaal| 61 310 000| 60 159 241 58 095 492|| 60 159 241 58 095 492 961

Marge||| 1 150 758||| 1 150 758

3. BURGERSCHAP, VEILIGHEID, VRIJHEID EN RECHTVAARDIGHEID||||||||

3a. Vrijheid, veiligheid en recht| 1 703 000| 1 440 827 1 046 033|| 1 440 827 1 046 033 652

Marge||| 262 172||| 262 172

3b. Burgerschap| 746 000| 738 364 654 249 316 316 738 680 654 565 615

Marge||| 7 636||| 7 320

Totaal| 2 449 000| 2 179 191 1 700 283 316 316 2 179 507 1 700 599 267

Marge[10]||| 269 808||| 269 492

4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER| 9 595 000| 9 583 118 6 898 914|| 9 583 118 6 898 914 260

Marge[11]||| 275 996||| 275 996

5. ADMINISTRATIE| 9 095 000| 8 430 690 8 430 365 -316 -316 8 430 374 8 430 049 740

Marge[12]||| 750 309||| 750 625

6. COMPENSATIES| 75 000| 75 000 75 000|| 75 000 75 000 000

Marge||||||||

TOTAAL| 153 168 000 144 285 000 151 553 441 144 436 229|| 151 553 441 144 436 229 059

Marge[13][14]||| 2 464 673 14 770|| 2 464 673 14 770 941

[1] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

[2] PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1.

[3] COM(2013) 156 definitief.

[4] COM(2013) 183 definitief.

[5] COM(2013) 224 definitief.

[6] COM(2011) 814.

[7] COM(2013) 40.

[8] Ref. Ares(2013)14771, 7.1.2013.

[9] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a (500 miljoen EUR).

[10] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[11] Bij de marge voor 2013 in rubriek 4 wordt geen rekening gehouden met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR).

[12] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.

[13] De totale marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).

[14] De overkoepelende marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (80 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).