Toelichting bij JOIN(2013)5 - Wijziging van Verordening 314/2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe[1] voorziet in de tenuitvoerlegging van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe bedoeld bij Besluit 2011/101/GBVB van de Raad van 15 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe[2], waaronder de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

Op 23 juli 2012 en 18 februari 2013 heeft de Raad de conclusie vastgesteld dat een vreedzaam en geloofwaardig referendum over de grondwet in Zimbabwe een belangrijke mijlpaal zou zijn ter voorbereiding van democratische verkiezingen, en dat daarom de onmiddellijke opschorting van alle nog resterende gerichte restrictieve maatregelen van de EU tegen personen en entiteiten gerechtvaardigd zou zijn.

Gezien de uitslag van het constitutionele referendum van 16 maart 2013 in Zimbabwe heeft de Raad besloten het inreisverbod en de bevriezing van tegoeden op te schorten voor de meeste in bijlage I bij Besluit 2011/101/GBVB vermelde personen en entiteiten. De opschorting geldt niet voor tien personen en twee entiteiten die een belangrijke rol spelen bij de activiteiten van de veiligheidssector en een grotere verantwoordelijkheid dragen voor de vreedzame en democratische verkiezingen die in de nabije toekomst plaats moeten vinden.

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad moet daarom in deze zin worden aangepast.

Enkele van de bedoelde maatregelen zijn op Unieniveau uitgevoerd en derhalve is optreden van de Unie vereist om de onderhavige maatregelen ten uitvoer te leggen.