Toelichting bij COM(2013)156 - Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2013, Afdeling III - Commissie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2013)156 - Gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2013, Afdeling III - Commissie. |
|---|---|
| bron | COM(2013)156   |
| datum | 18-03-2013 |
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 1 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie /* COM/2013/0156 final - 2013/ () */
Inhoudsopgave
- ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 1 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013
- WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
- INHOUDSOPGAVE
- 1. Inleiding.. 4
- 2. Aanpassingen per rubriek van het Financieel Kader.. 5
- 2.1. Rubriek 1a - Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid.. 5
- 2.2. Rubriek 1b - Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid.. 6
- 2.3. Rubriek 2 - Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen.. 7
- 2.4. Rubriek 3a - Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.. 8
- 2.5. Rubriek 3b - Burgerschap. 8
- 2.6. Rubriek 4 - De EU als mondiale speler.. 8
- 2.7. Rubriek 6 - Compensatie. 9
- 5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader.. 10
- 2. Aanpassingen per rubriek van het Financieel Kader
- 2.1. Rubriek 1a - Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid
- 2.2. Rubriek 1b - Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid
- 2.3. Rubriek 2 - Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen
- 2.4. Rubriek 3a - Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
- 2.5. Rubriek 3b - Burgerschap
- 2.6. Rubriek 4 - De EU als mondiale speler
- 2.7. Rubriek 6 - Compensatie
- 5. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader
- Bijlage: Op de toetredingsconferentie van 30 juni 2011 overeengekomen financieel pakket
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie
Gezien:
– het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
– Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie[1], en met name artikel 41,
– de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, die op 12 december 2012 is goedgekeurd[2],
dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2013 in.
De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.
–
Inleiding
Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 1/2013 heeft betrekking op de opneming in de begroting 2013 van de vastleggings- en betalingskredieten die nodig zijn ter dekking van de uitgaven in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië (hierna 'Kroatië' genoemd) tot de Europese Unie op 1 juli 2013 met volledige inachtneming van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie[3] (hierna 'het Toetredingsverdrag' genoemd). Parallel hiermee dient de Commissie een voorstel in tot herziening van het meerjarig financieel kader 2007-2013[4] om rekening te houden met bovenbedoelde wijzigingen, overeenkomstig punt 29 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer.
De in het OGB nr. 1 voorgestelde verhogingen belopen 655,1 miljoen EUR voor de vastleggingskredieten en 374,0 miljoen EUR voor de betalingskredieten. Dit komt overeen met het financieel pakket dat op de toetredingsconferentie van 30 juni 2011 is overeengekomen, exclusief rubriek 5 in overeenstemming met de restrictieve benadering van de administratieve uitgaven door de Commissie en omdat de desbetreffende behoeften in verband met de toetreding reeds zijn verdisconteerd in de begroting 2013.
(huidige prijzen in miljoen EUR)
OGB 1/| 2013
Vastleggingen| Betalingen
1. Duurzame groei| 496,| 167,4
1a Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid (1)| 47,| 17,6
1b Cohesie voor groei en werkgelegenheid| 449,| 149,8
waarvan Structuurfondsen| 299,| 89,9
waarvan het Cohesiefonds| 149,| 59,9
2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen| 10,| 2,6
|||
Europees Visserijfonds| 8,| 2,2
Andere GVB-steun, Life + (1)| 1,| 0,4
3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht| 73,| 42,2
3a Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (1)| 2.| 1,1
Schengenfaciliteit| 40,| 40,0
3b Burgerschap (1)| 2,| 1,1
Overgangsfaciliteit| 29,|
4. De EU als mondiale partner|| 86,8
6. Compensatiebedragen (cashflowfaciliteit)| 75,| 75,0
Totaal| 655,| 374,0
Uitgaven die nog niet zijn toegewezen, louter bij wijze van voorbeeld gegeven.
Bij de Toetredingsakte worden bedragen vastgesteld die vooraf worden toegewezen aan de overgangsfaciliteit, de Schengenfaciliteit, de cashflowfaciliteit, de Structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds. De indicatieve bedragen voor de niet vooraf toegewezen uitgaven zijn vermeld in het gemeenschappelijk standpunt van de EU over hoofdstuk 33 (Financiële en budgettaire bepalingen)[5].
De toewijzing van zowel de vastleggings- als de betalingskredieten aan specifieke begrotingsonderdelen is geschied volgens de verdeling die het Toetredingsverdrag voorstelt, waarbij rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid om vóór het einde van het jaar de aanvulling van de financiering te regelen.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
02 04 01 Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)| 3 327 998 000
08 02 Samenwerking — Gezondheid| 3 527 1 058 000
08 03 Samenwerking — Voeding, landbouw en visserij, en biotechnologie| 1 601 480 000
08 04 Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën| 2 702 810 000
08 05 Samenwerking — Energie| 893 267 000
08 06 Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)| 1 484 445 000
08 07 Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)| 1 381 414 000
08 08 Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen| 496 149 000
08 10 Ideeën| 7 563 2 268 000
08 12 Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren| 330 99 000
08 13 Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen| 1 210 363 000
08 14 Capaciteiten — Kennisregio's| 120 36 000
08 15 Capaciteiten — Onderzoekspotentieel| 327 98 000
08 16 Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij| 280 84 000
08 17 Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten| 175 52 000
08 18 Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)| 221 66 000
08 19 Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid| 59 17 000
08 20 Euratom — Fusie-energie| 318 95 000
08 21 Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming| 247 74 000
09 04 01 Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)| 5 931 1 779 000
10 02 Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)| 191 57 000
15 02 Programma „Een leven lang leren” | 9 750 6 389 000
15 07 Burgers| 4 250 1 275 000
32 06 Onderzoek in verband met energie| 757 227 000
Totaal| 47 150 17 600 000
Betreffende het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek (KP7), waaraan Kroatië reeds deelnam als kandidaat-lidstaat, zullen de aanvullende vastleggingskredieten (37,4 miljoen EUR) proportioneel worden toegewezen aan de activiteiten en acties van de jaarlijkse KP7-werkprogramma's voor 2013. Het specifieke KP7-programma Samenwerking krijgt hierdoor circa 22 miljoen EUR meer, te verdelen over alle onderzoeksthema's van het programma. Ongeveer 2,7 miljoen EUR zal worden toegewezen aan het specifieke KP7-programma Capaciteiten, 7,6 miljoen EUR aan het specifieke programma Ideeën en circa 4,3 miljoen EUR aan het specifieke programma Burgers. Ook de activiteiten van derden onder KP7 Euratom krijgen 0,6 miljoen EUR. De rest (0,2 miljoen EUR) gaat naar eigen onderzoek van de EC onder KP7.
De aanvullende betalingskredieten (11,2 miljoen RUR) zullen worden gebruikt om de voorfinanciering van de respectieve verplichtingen te betalen.
De extra kredieten voor Een leven lang leren (9,8 miljoen EUR aan vastleggingen en 6,4 miljoen EUR aan betalingen) zullen worden gebruikt ter financiering van de deelneming van Kroatië aan decentraal beheerde acties, met name ter bevordering van de mobiliteit ‑ Comenius, Erasmus, Leonardo da Vinci en Grundtvig, en aan centraal beheerde acties, zoals multilaterale projecten en netwerken, studies en conferenties.
De totale gevraagde vastleggingskredieten (47,2 miljoen EUR) zijn iets lager dan het in het financiële pakket vermelde indicatieve bedrag van 47,4 miljoen EUR, maar weerspiegelen wat kan worden uitgevoerd.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
04 02 Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie| 60 000 18 000 000
13 03 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie| 228 400 68 520 000
13 03 Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking| 11 200 3 360 000
13 04 Cohesiefonds| 149 800 59 920 000
Totaal| 449 400 149 800 000
Volgens artikel 33, lid 1, van de Toetredingsakte wordt voorzien in een bedrag van 449,4 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voor Kroatië in het kader van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds in 2013, waarvan volgens artikel 33, lid 2, een derde (149,8 miljoen EUR) wordt gereserveerd voor het cohesiefonds. De voorlopige verdeling over het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) zal zo nodig later worden aangepast aan wat de Kroatische autoriteiten daadwerkelijk vragen.
Wat de betalingskredieten betreft, bepaalt punt 7.1, v), van bijlage III bij het Toetredingsverdrag dat de voorfinanciering in één keer wordt uitgekeerd, ten belope van 30% van de bijdrage uit de Structuurfondsen en 40% van de bijdrage uit het Cohesiefonds, wat neerkomt op 149,8 miljoen EUR in totaal.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
11 06 Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling| 8 700 2 175 000
11 07 Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens)| 750 375 000
11 08 Financiële bijdrage aan de lidstaten voor uitgaven op het gebied van de controle| 750 37 500
Totaal| 10 200 2 587 500
Wat rubriek 2 van het meerjarig financieel kader (MFK) 2007-2013 betreft, stelt de Commissie voor de vastleggingskredieten te verhogen met 10,2 miljoen EUR en de betalingskredieten met 2,6 miljoen EUR. Deze bedragen zijn lager dan het indicatieve bedrag van het financiële pakket dat op de toetredingsconferentie van 30 juni 2011 is overeengekomen, maar zijn een realistische weerspiegeling van wat in de tweede helft van 2013 kan worden uitgevoerd.
Ten aanzien van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is de verwachting dat de toetreding op 1 juli 2013 over het geheel bezien geen invloed zal hebben op de behoeften aan marktgerelateerde uitgaven waarmee in de begroting 2013 reeds rekening was gehouden. De vergoeding van de rechtstreekse betalingen voor 2013 aan landbouwers in Kroatië heeft geen gevolgen voor de EU-begroting 2013 en zal uit de EU-begroting voor 2014 worden gefinancierd, geheel volgens de normale kalender voor de vergoeding van rechtstreekse betalingen. Bovendien zal volgens artikel 35 van de Toetredingsakte de steun voor plattelandsontwikkeling in 2013 niet uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) afkomstig zijn, maar uit het onderdeel plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 12 van de IPA-verordening (Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad).
De voor het Europees Visserijfonds (EVF) gevraagde extra kredieten zijn bestemd voor de operationale programma's van de convergentiedoelstelling voor 2013, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad[6]. De bedragen aan vastleggingskredieten (8,7 miljoen EUR) en betalingskredieten (25% voorfinanciering van 8,7 miljoen EUR) voor 2013 zijn in artikel 34 van de Toetredingsakte vastgelegd.
Uit hoofde van andere acties op het gebied van Maritieme Zaken en Visserij wordt in totaal 1,5 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 0,4 miljoen EUR aan betalingskredieten gevraagd ter dekking van de deelneming van Kroatië aan de programma's op het gebied van gegevensverzameling, controle en wetshandhaving van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), die worden gefinancierd vanaf de begrotingsartikelen 11 07 01 en 11 08 01. De gevraagde betalingskredieten staan in verhouding tot de beperkte voorfinanciering die gewoonlijk wordt verstrekt in het eerste jaar van controlemaatregelen en het 50%-voorschot voor maatregelen op het gebied van gegevensverzameling.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
18 02 Schengenfaciliteit voor Kroatië| 40 000 40 000 000
18 03 Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom| 2 100 1 100 000
Totaal| 42 100 41 100 000
De Schengenfaciliteit is een tijdelijk instrument ingesteld om Kroatië vanaf de toetredingsdatum tot eind 2014 te helpen bij de financiering van acties aan de nieuwe buitengrenzen van de Unie met het oog op de uitvoering van het Schengenacquis en de controle aan de buitengrenzen. Het bedrag van 40 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten vloeit direct voort uit artikel 31, lid 2, van de Toetredingsakte.
Nog eens 2,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 1,1 miljoen EUR aan betalingskredieten wordt voorgesteld voor begrotingsartikel 18 03 04 'Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom'. Deze kredieten vergroten de capaciteit van de Unie om bijstand te verlenen aan lidstaten die worden geconfronteerd met een plotselinge massale instroom van vluchtelingen of ontheemden. Deze noodmaatregelen zijn gebaseerd op solidariteit tussen de lidstaten. Vanwege zijn ligging is Kroatië een mogelijke begunstigde van deze noodmaatregelen.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
15 05 Jeugd in actie| 2 200 1 100 000
22 02 Overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw na de toetreding| 29 000 0
Totaal| 31 200 1 100 000
Het programma Jeugd in actie financiert acties, bijvoorbeeld mobiliteit, uitwisselingen en deelneming aan de Europese vrijwilligersdienst en wordt voornamelijk decentraal door nationale agentschappen beheerd. Overeenkomstig het oprichtingsbesluit geschieden de toewijzingen aan de nationale agentschappen op basis van objectieve criteria, zoals bevolkingsaantallen. Deze aanvullende toewijzing op basis van de objectieve criteria, zonder dat de toewijzingen aan de andere lidstaten worden verminderd, moet Kroatië in staat stellen volledig aan het programma deel te nemen.
Overeenkomstig artikel 30 van de Toetredingsakte wordt voor het eerste jaar na de toetreding een overgangsfaciliteit verstrekt aan Kroatië voor de ontwikkeling en versterking van zijn administratieve en justitiële capaciteit om de wetgeving van de Unie uit te voeren en te handhaven, en om de uitwisseling van beste praktijken met overeenkomstige instanties in verschillende landen te bevorderen. Uit deze bijstand zullen projecten voor institutionele ontwikkeling en daarmee samenhangende beperkte, kleinschalige investeringen worden gefinancierd. Voorgesteld wordt om overeenkomstig artikel 30, lid 4, 29 miljoen EUR aan vastleggingskredieten in de begroting op te nemen.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Betalingen (EUR)
05 05 Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (IPARD)| 27 700 000
22 02 Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten| 59 112 500
Totaal| 86 812 500
De totale uitstaande verplichtingen aan Kroatië ten laste van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) bedroegen 220 miljoen EUR, uit hoofde van de IPA-onderdelen 'bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw' en 'plattelandsontwikkeling'. In 2013 zullen meer betalingsverzoeken worden ontvangen dan er middelen op de begroting 2013 beschikbaar zijn en daarom wordt voorgesteld de twee betrokken IPA-onderdelen te versterken met 86,8 miljoen EUR aan betalingskredieten.
Dit is iets meer dan het indicatieve bedrag van 77,6 miljoen EUR aan betalingskredieten dat oorspronkelijk werd voorzien in het financiële pakket dat was overeengekomen op de toetredingsconferentie van 30 juni 2011. Het verschil van 9,2 miljoen EUR wordt uitgevlakt doordat onder rubriek 2 minder wordt gevraagd, zoals vermeld in punt 2.3 hiervoor.
Begrotings-onderdeel| Omschrijving| Vastleggingen (EUR)| Betalingen (EUR)
27 02 Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor nieuwe lidstaten| 75 000 75 000 000
Totaal| 75 000 75 000 000
De cashflowfaciliteit is een tijdelijk instrument om Kroatië vanaf de datum van toetreding tot eind 2014 te helpen bij het verbeteren van de cashflow in de nationale begroting. Het bedrag van 75 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten moet in de begroting 2013 worden opgenomen, overeenkomstig artikel 32, lid 2, van de Toetredingsakte.
Financieel kader Rubriek/deelrubriek| Herzien financieel kader Begroting OGB 1/| Begroting 2013 (incl. OGB 1/2013)
VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK
1. DUURZAME GROEI||||||||
1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 15 670 000| 16 121 000 11 886 427 47 150 17 600 16 168 150 11 904 027 361
Marge||| 49 000||| 1 849
1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 54 974 000| 54 508 649 47 198 594 449 400 149 800 54 958 049 47 348 394 736
Marge||| 465 350||| 15 950
Totaal| 70 644 000| 70 629 649 59 085 022 496 550 167 400 71 126 199 59 252 422 097
Marge[7]||| 514 350||| 17 800
2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN||||||||
Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 48 583 000| 43 956 548 43 934 188|| 43 956 548 43 934 188 711
Totaal| 61 310 000| 60 149 041 57 484 414 10 200 2 587 60 159 241 57 487 002 491
Marge||| 1 160 958||| 1 150 758
3. BURGERSCHAP, VEILIGHEID, VRIJHEID EN RECHTVAARDIGHEID||||||||
3a. Vrijheid, veiligheid en recht| 1 703 000| 1 398 727 876 583 42 100 41 100 1 440 827 917 683 652
Marge||| 304 272||| 262 172
3b. Burgerschap| 746 000| 707 164 637 999 31 200 1 100 738 364 639 099 615
Marge||| 38 836||| 7 636
Totaal| 2 449 000| 2 105 891 1 514 583 73 300 42 200 2 179 191 1 556 783 267
Marge[8]||| 343 108||| 269 808
4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER| 9 595 000| 9 583 118 6 322 601| 86 812 9 583 118 6 409 414 260
Marge[9]||| 275 996||| 275 996
5. ADMINISTRATIE| 9 095 000| 8 430 690 8 430 365|| 8 430 690 8 430 365 740
Marge[10]||| 750 309||| 750 309
6.COMPENSATIE| 75 000| uur| uur| 75 000 75 000 75 000 75 000 000
Marge||| 75 000||||
TOTAAL| 153 168 000 144 285 000 150 898 391 132 836 987 655 050 374 000 151 553 441 133 210 987 855
Marge[11][12]||| 3 119 723 11 614 012|| 2 464 673 11 240 012 145
(huidige prijzen in miljoen EUR)
Financieel pakket voor de toetreding van Kroatië (EUGS), toetreding op 1 juli 2013
Vastleggingen| Betalingen
1. Duurzame groei| 496,| 167,4
1a Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid (1)| 47,| 17,6
1b Cohesie voor groei en werkgelegenheid| 449,| 149,8
waarvan Structuurfondsen| 299,| 89,9
waarvan het Cohesiefonds| 149,| 59,9
2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen| 20,| 12,1
marktgerelateerde uitgaven (1)| 9,| 9,0
rechtstreekse betalingen||
ontmijningsreserve||
plattelandsontwikkeling||
Europees Visserijfonds| 8,| 2,2
Andere GVB-steun, Life + (1)| 2,| 0,9
3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht| 73,| 42,2
3a Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (1)| 2,| 1,1
Schengenfaciliteit| 40,| 40,0
3b Burgerschap (1)| 2,| 1,1
Overgangsfaciliteit| 29,|
4. De EU als mondiale partner|| 77,6
5. Beheer| 22,| 22,0
6. Compensatiebedragen (cashflowfaciliteit)| 75,| 75,0
Totaal| 687,| 396,3
Uitgaven die nog niet zijn toegewezen, louter bij wijze van voorbeeld gegeven.
[1] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
[2] PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1.
[3] PB L 112 van 24.4.2012, blz. 1;
[4] COM(2013) 157.
[5] Conferentie over de toetreding tot de Europese Unie – Kroatië, toetredingsdocument nr. 30/11 (CONF-HR 17/11) van 29.6.2011.
[6] PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.
[7] Het Europees Fonds voor de aanpassing aan de globalisering (EGF, 500 miljoen EUR) is niet meegerekend in de marge van rubriek 1a.
[8] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).
[9] Bij de marge voor 2013 in rubriek 4 wordt geen rekening gehouden met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR).
[10] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.
[11] De overkoepelende marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees globaliseringsfonds (EGF, 500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).
[12] De overkoepelende marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (80 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).