Toelichting bij COM(2012)716 - ONTWERP van algemene begrotingvan de EUvoor het begrotingsjaar 2013 - Algemene inleiding- Algemene staat van ontvangsten- Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0716

ONTWERP van algemene begrotingvan de Europese Unievoor het begrotingsjaar 2013 - Algemene inleiding- Algemene staat van ontvangsten- Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling /* COM/2012/0716 final - 2012/ () */


Inhoudsopgave

1.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

2.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

3.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

4.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

5.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

6.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

7.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

8.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

9.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

10.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

11.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

12.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

13.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

14.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

15.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

16.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

17.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

18.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

19.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

— Algemene inleiding

— Algemene staat van ontvangsten

— Algemene staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling:

— Afdeling 1: Europees Parlement

— Afdeling 2: Europese Raad en Raad

— Afdeling 3: Commissie

— Afdeling 4: Hof van Justitie van de Europese Unie

— Afdeling 5: Rekenkamer

— Afdeling 6: Europees Economisch en Sociaal Comité

— Afdeling 7: Comité van de Regio's

— Afdeling 8: Europese Ombudsman

— Afdeling 9: Europese Toezichthouder voor

20.

gegevensbescherming


— Afdeling 10: Europese Dienst voor extern optreden

eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl

21.

DOCUMENTEN



ONTWERP van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

ALGEMENE INLEIDING

ONTWERP VAN ALGEMENE BEGROTING 2013

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Gezien:

– het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

– Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[1], en met name artikel 38,

– het oorspronkelijke ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, dat door de Commissie op 25 mei 2012 is ingediend[2],

– de nota van wijzigingen nr. 1/2013[3],

– het standpunt van de Raad over het oorspronkelijke ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, dat door de Raad op 25 juli 2012 is ingenomen,

– de amendementen van het Europees Parlement met betrekking tot het standpunt van de Raad over het oorspronkelijke ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, die door het Europees Parlement op 23 oktober 2012 zijn goedgekeurd,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van algemene begroting voor 2013 in.

22.

INHOUDSOPGAVE


23.

1. Inleiding.. 4


24.

2. Het meerjarig financieel kader en de nieuwe ontwerpbegroting 2013. 5


25.

2.1. Maxima van het meerjarig financieel kader voor de begroting 2013. 5


26.

2.2. Overzicht van de nieuwe ontwerpbegroting 2013. 6


27.

3. Belangrijkste punten van de nieuwe ontwerpbegroting.. 8


28.

3.1. Uitgavenrubrieken van het financieel kader. 8


3.1.1. 'Afgesloten' begrotingsonderdelen. 8

29.

3.1.2. Rubriek 1a - Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid. 8


3.1.3. Rubriek 1b — Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid. 9

3.1.4. Rubriek 2 — Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen. 10

3.1.5. Rubriek 3a — Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. 10

3.1.6. Rubriek 3b — Burgerschap. 10

3.1.7. Rubriek 4 — De EU als mondiale partner 10

3.1.8. Rubriek 5 — Administratie. 10

30.

3.2. Horizontale aangelegenheden. 10


31.

3.2.1. Gedecentraliseerde agentschappen. 10


32.

3.2.2. Uitvoerende agentschappen. 11


33.

3.2.3. Proefprojecten en voorbereidende acties. 11


34.

3.2.4. Toelichtingen bij de begroting. 11


35.

3.3. Algemene benadering inzake betalingskredieten. 11


36.

4. Slotopmerkingen. 12


37.

5. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader. 13


38.

5.1. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader (totaal) 13


39.

5.2. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader (gedetailleerd) 16


WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

Inleiding



Op 25 mei 2012 heeft de Commissie de ontwerpbegroting voor 2013 in alle officiële talen ingediend[4]. De Raad rondde de lezing van de ontwerpbegroting af op 25 juli 2012 en het Europees Parlement stemde over de lezing op 23 oktober 2012. Omdat de amendementen van het Europees Parlement op de ontwerpbegroting onaanvaardbaar waren voor de Raad, is het bemiddelingscomité bijeengeroepen overeenkomstig artikel 314, lid 4, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Het bemiddelingscomité heeft gedurende een termijn van 21 dagen, in casu van 24 oktober tot 13 november 2012, geprobeerd overeenstemming te bereiken. Het bleek evenwel niet mogelijk de standpunten van het Europees Parlement en de Raad binnen de gestelde termijn met elkaar te verzoenen, onder meer wegens een verschil van mening tussen het Europees Parlement en de Raad over de wijze waarop de onderhandelingen voor de begroting 2013 moeten worden gevoerd met betrekking tot de uitstaande betalingsbehoeften voor 2012. Hierdoor kon geen akkoord worden bereikt over de begroting 2013 en evenmin over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012[5].

Bij gebrek aan overeenstemming in het bemiddelingscomité dient de Commissie hierbij een nieuw ontwerp van begroting 2013 in, overeenkomstig artikel 314, lid 8, van het VWEU. Met dit voorstel voor een nieuwe ontwerpbegroting, waarin rekening wordt gehouden met de geraamde behoeften van de Europese Unie voor 2013, streeft de Commissie ernaar de standpunten van beide takken van de begrotingsautoriteit met elkaar te verzoenen zonder dat verder moet worden bemiddeld. Indien een akkoord over de begroting uitblijft, zou in 2013 een beroep moeten worden gedaan op voorlopige twaalfden, hetgeen nadelige gevolgen zou hebben op de uitvoering van cruciale beleidsinitiatieven en programma's en in deze tijden van economische onzekerheid een slecht signaal zou geven aan de Europese burgers.

Gezien de noodzaak om de begroting 2013 tijdig vast te stellen heeft de Commissie bij het opstellen van haar voorstel voor een nieuwe ontwerpbegroting 2013 voor de vastleggingskredieten rekening gehouden met de compromiselementen over de begroting 2013 die in het bemiddelingscomité aan de orde zijn gekomen. Hiermee wordt grotendeels teruggegrepen naar de oorspronkelijke ontwerpbegroting van de Commissie, met niet-toegewezen marges onder de uitgavenmaxima van elke rubriek. Voor de betalingskredieten blijft de nieuwe ontwerpbegroting gebaseerd op de oorspronkelijke ontwerpbegroting van de Commissie, zoals gewijzigd door de nota van wijzigingen nr. 1/2013[6], aangezien dit ontwerp blijft overeenstemmen met de best mogelijke raming van de betalingsbehoeften voor 2013, waarbij verondersteld wordt dat de betalingsbehoeften voor 2012 gedekt worden door de begroting 2012.

40.

2. Het meerjarig financieel kader en de nieuwe ontwerpbegroting 2013 2.1. Maxima van het meerjarig financieel kader voor de begroting 2013


In de onderstaande tabel zijn de maxima opgenomen voor de vastleggings- en betalingskredieten in het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2013, op basis van de jaarlijkse technische aanpassing van het financieel kader overeenkomstig de ontwikkeling van het bni, zoals vastgesteld door de Commissie[7].

Rubriek| in miljoen EUR, tegen lopende prijzen

41.

Vastleggingskredieten|


1. Duurzame groei| 70 147,0

1a Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 15 623,0

1b Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 54 524,0

2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen| 61 289,0

waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 48 574,0

3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 2 376,0

3a Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 1 661,0

3b Burgerschap| 715,0

4. De EU als mondiale partner| 9 595,0

5. Administratie| 9 095,0

42.

6. Compensaties|


TOTAAL VASTLEGGINGSKREDIETEN| 152 502,0

TOTAAL BETALINGSKREDIETEN| 143 911,0

Het totale MFK-maximum voor de vastleggingskredieten (VK) bedraagt 152 502 miljoen EUR, hetgeen overeenkomt met 1,15 % van het bruto nationaal inkomen (bni) van de EU. Het maximum voor betalingskredieten (BK) bedraagt 143 911 miljoen EUR of 1,08 % van het bni.

43.

2.2. Overzicht van de nieuwe ontwerpbegroting 2013


miljoen EUR

|| Begroting 2012 (incl. OGB nr. 6/2012) (1)| Nieuwe ontwerpbegroting Verschil| Verschil

VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK

|| 1. Duurzame groei| 68 147,| 63 114,| 70 613,| 62 535,| 3,6%| -0,9%| 2 465,| -578,7

|| Marge (2)||| 33,|||||

|| - Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 15 395,| 12 108,| 16 105,| 13 558,| 4,6%| 12,0%| 709,| 1 450,2

|| Marge (2)||| 18,|||||

|| - Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 52 752,| 51 006,| 54 508,| 48 977,| 3,3%| -4,0%| 1 756,| -2 028,9

|| Marge||| 15,|||||

|| 2. Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen| 59 850,| 58 155,| 60 249,| 57 899,| 0,7%| -0,4%| 398,| -256,0

|| Marge||| 1 040,|||||

|| 3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 2 753,| 2 182,| 2 105,| 1 583,| -23,5%| -27,4%| -647,| -599,1

|| Exclusief Solidariteitsfonds van de Europese Unie| 2 065,| 1 494,| 2 105,| 1 583,| 2,0%| 6,0%| 40,| 89,2

|| Marge||| 270,|||||

|| - Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 1 367,| 845,| 1 398,| 927,| 2,3%| 9,7%| 30,| 82,0

|| Marge||| 262,|||||

|| - Burgerschap| 1 385,| 1 337,| 707,| 655,| -49,0%| -50,9%| -678,| -681,1

|| Exclusief Solidariteitsfonds van de Europese Unie| 697,| 648,| 707,| 655,| 1,4%| 1,1%| 9,| 7,1

||||| 7,|||||

|| 4. De EU als mondiale partner| 9 405,| 7 022,| 9 583,| 7 271,| 1,9%| 3,6%| 177,| 249,7

|| Marge (3)||| 276,|||||

|| 5. Administratie| 8 279,| 8 277,| 8 506,| 8 506,| 2,7%| 2,8%| 227,| 228,8

|| Marge (4)||| 674,|||||

|| Totaal| 148 437,| 138 752,| 151 058,| 137 797,| 1,8%| -0,7%| 2 621,| -955,2

|| Exclusief Solidariteitsfonds van de Europese Unie| 147 748,| 138 064,| 151 058,| 137 797,| 2,2%| -0,2%| 3 309,| -267,0

|| Marge (5,6)||| 2 293,| 6 309,||||

|| Kredieten in percentage van het bni| 1,15 %| 1,08 %| 1,13%| 1,03 %||

De begroting 2012 omvat de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 5 en het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6. (2) Voor de marge in rubriek 1a is geen rekening gehouden met de kredieten betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR). (3) Voor de marge in rubriek 4 is geen rekening gehouden met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR). (4) Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot (1) van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan pensioenbijdragen van het personeel. (5) De totale marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel. (6) De totale marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (110 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR).

Wat de vastleggingskredieten betreft, bedragen de in de nieuwe ontwerpbegroting (OB) 2013 voorgestelde uitgaven in totaal 151 058,6 miljoen EUR, hetgeen overeenkomt met 1,13 % van het bni[8], of 2 621,6 miljoen EUR (+ 1,8 %) meer dan in 2012. Onder de verschillende maxima van het MFK blijft dan in totaal een marge van 2 293,5 miljoen EUR over.

Het totale bedrag aan betalingskredieten beloopt 137 797,6 miljoen EUR, hetgeen overeenstemt met 1,03 % van het bni. Wanneer rekening wordt gehouden met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, komt dit neer op een daling met 955,2 miljoen EUR (- 0,7 %) ten opzichte van de betalingskredieten in de begroting 2012. Onder het maximum van het MFK blijft dan een marge van 6 309,4 miljoen EUR.

De vastleggingskredieten voor Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid (rubriek 1a) bedragen 16 105,0 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een stijging met 4,6 % ten opzichte van de begroting 2012. Dit laat een marge van 18,0 miljoen EUR[9]. Wanneer rekening wordt gehouden met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, stijgen de betalingskredieten met 12,0 % tot 13 558,5 miljoen EUR. Deze aanzienlijke stijging is ten dele het gevolg van extra betalingsbehoeften voor voorfinancieringen op het toenemende aantal vastleggingskredieten voor onderzoek en is ook nodig om de tussentijdse en saldobetalingen voor uitstaande verplichtingen te dekken.

Voor Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid (rubriek 1b) stijgen de vastleggingskredieten met 3,3% tot 54 508,6 miljoen EUR, hetgeen een marge van 15,4 miljoen EUR laat. Wanneer rekening wordt gehouden met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, dalen de betalingskredieten met 4,0 % tot 48 977,3 miljoen EUR. Wat betreft de daling van de betalingskredieten ten opzichte van 2012, wordt opgemerkt dat het hoge uitvoeringsniveau voor de afsluiting van de programma's 2000-2006 in 2012 (ten belope van 4 249 miljoen EUR) zal resulteren in een aanzienlijke daling van de betalingsbehoeften voor het afsluiten van programma's in 2013 (1 923 miljoen EUR). Uit het aanhoudende hoge niveau van betalingen voor rubriek 1b blijkt de dynamiek van het cohesiebeleid 2007-2013 op het terrein, met een verwacht positief effect op investeringen, economische groei en het scheppen van werkgelegenheid in de EU.

Voor Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen (rubriek 2) wordt 60 249,0 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voorgesteld. Dit financieringsniveau is een stijging met 0,7 % ten opzichte van 2012 en laat een marge van 1 040,0 miljoen EUR onder het maximum van rubriek 2. Wanneer rekening wordt gehouden met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, bedragen de betalingskredieten 57 899,9 miljoen EUR, hetgeen een daling is met 0,4 % ten opzichte van 2012. Binnen deze rubriek komt het bedrag voor marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen uit op 44 056,5 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 44 039,1 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Voor Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (rubriek 3a) nemen de vastleggingskredieten toe met 2,3% tot 1 398,7 miljoen EUR, hetgeen een marge laat van 262,3 miljoen EUR. De betalingskredieten stijgen met 9,7 % tot 927,6 miljoen EUR, grotendeels als gevolg van de vier fondsen van het beleidsterrein Solidariteit en beheer van de migratiestromen, die zich momenteel op kruissnelheid bevinden en waarvoor aanzienlijke voorfinanieringsbetalingen aan de lidstaten vereist zijn.

Voor Burgerschap (rubriek 3b) dalen de vastleggingskredieten met 49,0 % tot 707,2 miljoen EUR. Dit laat een marge van 7,8 miljoen EUR. De betalingskredieten voor deze rubriek dalen met 50,9 % tot 655,8 miljoen EUR. Indien geen rekening wordt gehouden met het EU-Solidariteitsfonds (688,3 miljoen EUR vastleggingskredieten en betalingskredieten in 2012), dan stijgen de vastleggings- en betalingskredieten met respectievelijk 1,4 % en 1,1 %. Het jaarlijks maximum voor deze rubriek, die verscheidene acties ondersteunt die de Europese burgers rechtstreeks aanbelangen, blijft grotendeels stabiel in het huidige financieel kader.

De vastleggingskredieten voor rubriek 4, de EU als mondiale partner, stijgen met 1,9 % tot 9 583,1 miljoen EUR, waardoor ten opzichte van het maximum een niet-toegewezen marge overblijft van 276,0 miljoen EUR[10]. Nu talrijke instrumenten zich op kruissnelheid bevinden, stijgen de betalingskredieten evenwel met 3,6 % tot 7 271,9 miljoen EUR, grotendeels als gevolg van verhogingen voor het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI), humanitaire hulp en het GBVB.

Tot slot stijgen zowel de vastleggings- als de betalingskredieten voor Administratieve uitgaven (rubriek 5) voor alle instellingen samen met 2,7 %. Voor de vastleggingskredieten wordt 8 506,9 miljoen EUR uitgetrokken, voor de betalingskredieten 8 506,5 miljoen EUR. In deze verhoging zijn extra administratieve uitgaven opgenomen voor de toetreding van Kroatië. Met ingang van 2013 wordt voorzien in deze uitgaven, opdat de aanwervingen tijdig kunnen plaatsvinden. De voor deze rubriek resterende marge bedraagt 674,1, 6 miljoen EUR[11].

Derhalve is de stijging van de administratieve uitgaven van de Commissie – zonder rekening te houden met pensioenen en Europese scholen (die beide als interinstitutionele uitgaven beschouwd moeten worden) beperkt gebleven tot 1,5 % (waarbij rekening wordt gehouden met de toetreding van Kroatië), dus ruim onder het verwachte inflatiepeil (+ 1,9 %). De totale stijging van de huishoudelijke kredieten voor de andere instellingen bedraagt 2,2 % (inclusief Kroatië), waarbij de stijging (inclusief Kroatië) voor de meeste instellingen onder het verwachte inflatiepeil ligt.

Wat de pensioenen betreft, is de gevraagde verhoging met 6,8 % het gevolg van de jaarlijkse aanpassingen en de toename (met ongeveer 20 %) van het aantal personeelsleden dat naar verwachting in 2013 met pensioen zal gaan. De stijging van de kredieten voor de Europese scholen (6,8 d%) komt overeen met de bedragen die door het begrotingscomité van de Europese scholen zijn goedgekeurd, en is grotendeels het gevolg van de opening van twee nieuwe scholen in Brussel en Luxemburg.

44.

3. Belangrijkste punten van de nieuwe ontwerpbegroting


Zoals in de inleiding is uiteengezet, streeft de Commissie met dit voorstel voor een nieuwe ontwerpbegroting ernaar de standpunten van beide takken van de begrotingsautoriteit met elkaar te verzoenen zonder dat verder moet worden bemiddeld. Daartoe zijn in deze nieuwe ontwerpbegroting voor 2013 voor de vastleggingskredieten de bij het bemiddelingscomité ingediende compromiselementen voor de begroting 2013 verwerkt, waarmee grotendeels naar de oorspronkelijke ontwerpbegroting van de Commissie wordt teruggegrepen. Voor de betalingskredieten blijft de nieuwe ontwerpbegroting gebaseerd op de oorspronkelijke ontwerpbegroting van de Commissie, zoals gewijzigd door de nota van wijzigingen nr. 1/2013, die overeenstemt met de best mogelijke raming van de betalingsbehoeften voor 2013, waarbij verondersteld wordt dat de betalingsbehoeften voor 2012 gedekt worden door de begroting 2012.

Hierna volgt een toelichting bij de voorgestelde wijzigingen aan de oorspronkelijke ontwerpbegroting, zoals gewijzigd bij de nota van wijzigingen nr. 1/2013.

45.

3.1. Uitgavenrubrieken van het financieel kader


Wat vastleggingskredieten betreft, zijn de bij het bemiddelingscomité ingediende compromiselementen in de nieuwe ontwerpbegroting verwerkt, zowel voor de belangrijkste uitgavenprogramma's als voor administratieve uitgaven (ondersteuning), alsook voor de zogeheten 'afgesloten' begrotingsonderdelen en meer horizontale kwesties die in punt 3.2 worden toegelicht.

3.1.1. 'Afgesloten' begrotingsonderdelen

Tenzij hierna anders is vermeld, worden alle begrotingsonderdelen bevestigd die noch de Raad noch het Parlement in hun respectieve lezing hebben geamendeerd en waarvoor het Parlement met de amendementen van de Raad heeft ingestemd.

46.

3.1.2. Rubriek 1a - Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid


Voor rubriek 1a worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het niveau dat de Commissie in de oorspronkelijke ontwerpbegroting heeft voorgesteld, met wijzigingen voor de volgende programma's en acties:

47.

in miljoen EUR


Begrotings-onderdeel| Naam| Verhogingen / verlagingen van vastleggingskredieten

48.

OB Nieuwe OB Verschil


01 04 Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie| 204,| 208,| 4,250

02 02 Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie| 156,| 161,| 5,000

04 03 03 Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog| 16,| 16,| 0,175

04 03 03 Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties| 17,| 17,| 0,200

04 03 03 Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen| 7,| 7,| 0,250

04 03 Eures (European Employment Services)| 20,| 21,| 0,500

04 04 01 Werkgelegenheid| 20,| 20,| 0,250

04 04 01 Sociale bescherming en integratie| 28,| 28,| 0,250

04 04 01 Arbeidsomstandigheden| 7,| 7,| 0,633

08 02 Samenwerking — Gezondheid| 791,| 796,| 4,750

08 03 Samenwerking — Voeding, landbouw en visserij, en biotechnologie| 356,| 361,| 4,750

08 04 Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën| 606,| 609,| 3,250

08 06 Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)| 332,| 335,| 2,500

08 13 Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen| 270,| 273,| 2,673

08 14 Capaciteiten — Kennisregio's| 26,| 27,| 0,735

12 02 Beheersinstrumenten voor de interne markt| p.m.| 1,| 1,500

15 02 Erasmus Mundus| 108,| 110,| 2,500

15 02 Programma 'Een leven lang leren'| 1 100,| 1 117,| 16,800

15 07 Mensen| 954,| 959,| 5,000

32 04 Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma "Intelligente energie — Europa"| 132,| 137,| 5,000

Subtotaal| Verhogingen||| + 60,966

|| ¾waarvan verhogingen KP||| 23,658

|| ¾waarvan verhogingen Een leven lang leren en Erasmus mundus||| 19,300

|| ¾waarvan verhogingen KCI||| 14,250

|| ¾waarvan verhogingen voor de agenda voor sociaal beleid||| 2,258

01 02 Prince — Voorlichting over de economische en monetaire unie, met inbegrip van de euro| 5,| 4,| - 1,000

12 02 Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt| 8,| 7,| - 1,700

Subtotaal| Verlagingen||| - 2,700

Totaal| Netto-effect||| + 58,266

|| Marge rubriek 1a| 90,| 17,|

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties zoals uiteengezet in punt 3.2.3, bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1a bijgevolg 18,0 miljoen EUR.

3.1.3. Rubriek 1b — Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid

Voor rubriek 1b worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het in de oorspronkelijke ontwerpbegroting voorgestelde niveau, met uitzondering van begrotingsonderdeel 13 03 31 - Technische bijstand en verspreiding van informatie over de EU-strategie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s, waarvoor een bedrag van 2,5 miljoen EUR aan vastleggingen wordt voorgesteld.

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 1b bijgevolg 15,4 miljoen EUR.

3.1.4. Rubriek 2 — Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

Voor rubriek 2 worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het in de oorspronkelijke ontwerpbegroting door de Commissie voorgestelde niveau, zoals gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2013, met uitzondering van begrotingsonderdeel 05 07 01 06 - Goedkeuring van de rekeningen, waarvoor rekening is gehouden met de lezing van het Europees Parlement.

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 2 bijgevolg 1 040,0 miljoen EUR.

3.1.5. Rubriek 3a — Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

Voor rubriek 3a worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het in de oorspronkelijke ontwerpbegroting door de Commissie voorgestelde niveau.

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 3a bijgevolg 262,3 miljoen EUR.

3.1.6. Rubriek 3b — Burgerschap

Voor rubriek 3b worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het door het Europees Parlement voorgestelde niveau.

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 3b bijgevolg 7,8 miljoen EUR.

3.1.7. Rubriek 4 — De EU als mondiale partner

Voor rubriek 4 worden de vastleggingskredieten vastgesteld op het door het Europees Parlement voorgestelde niveau.

Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 4 bijgevolg 276,0 miljoen EUR.

3.1.8. Rubriek 5 — Administratie

Voor rubriek 5 wordt uitgegaan van het standpunt van het Europees Parlement voor het niveau van de kredieten van alle instellingen. De kredieten voor de salarisaanpassing voor 2011 zijn in de reserve opgenomen. Met inachtneming van de proefprojecten en voorbereidende acties bedraagt de marge onder het uitgavenmaximum voor rubriek 5 bijgevolg 674,1 miljoen EUR.

Wat betreft de personeelsformatieposten van de instellingen, wordt uitgegaan van het standpunt van de Raad voor de Raad, de Commissie en het Economisch en Sociaal Comité. Voor de andere instellingen wordt het standpunt van het Europees Parlement gevolgd.

49.

3.2. Horizontale aangelegenheden 3.2.1. Gedecentraliseerde agentschappen


Voor de gedecentraliseerde agentschappen zijn de EU-bijdrage (in vastleggingskredieten en betalingskredieten) en het aantal posten vastgesteld op het niveau dat door de Commissie in de oorspronkelijke ontwerpbegroting is voorgesteld.

Ten opzichte van de oorspronkelijke ontwerpbegroting wordt evenwel voorgesteld de personeelsformatie van het 'Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen' (Frontex) uit te breiden met 6 posten (1 AD10 en 5 AD7); hierbij gaat het om een begrotingsneutrale uitbreiding.

50.

3.2.2. Uitvoerende agentschappen


Voor de uitvoerende agentschappen zijn de EU-bijdrage (in vastleggingskredieten en betalingskredieten) en het aantal posten vastgesteld op het niveau dat door de Commissie in de oorspronkelijke ontwerpbegroting is voorgesteld.

51.

3.2.3. Proefprojecten en voorbereidende acties


In de nieuwe ontwerpbegroting zijn voor een bedrag van 72,1 miljoen EUR vastleggingskredieten 55 proefprojecten en voorbereidende acties opgenomen, die door het Europees Parlement en de Commissie zijn voorgesteld, waarbij dus rekening is gehouden met de lezing van het Europees Parlement.

Wanneer een proefproject of een voorbereidende actie gedekt blijkt te zijn door een bestaande rechtsgrondslag, kan de Commissie de desbetreffende actie op grond van deze rechtsgrondslag uitvoeren en kan zij voorstellen in de loop van het jaar kredieten over te schrijven naar het overeenkomstige begrotingsonderdeel.

52.

3.2.4. Toelichtingen bij de begroting


Wat betreft de toelichtingen bij de begroting, is met de hierna volgende veranderingen ingestemd met alle door het Europees Parlement of de Raad aangebrachte wijzigingen aan de tekst. Hierbij geldt dat met een toelichting bij de begroting de reikwijdte van een bestaande rechtsgrondslag niet kan worden gewijzigd of uitgebreid en dat de bestuurlijke autonomie van de instellingen niet kan worden beïnvloed. Daarnaast moet de actie met de beschikbare middelen kunnen worden gefinancierd.

a) Begrotingspost 17 04 04 01 - Fytosanitaire maatregelen — nieuwe maatregelen

Aan de door het Europees Parlement goedgekeurde toelichting bij de begroting wordt 'preventieve en curatieve maatregelen' toegevoegd. Daarnaast wordt het soort bedreigingen verduidelijkt.

b) Begrotingspost 19 06 01 01 — Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

De door het Europese Parlement goedgekeurde toelichting bij de begroting wordt als volgt gewijzigd (vet gedrukt): 'de instelling van een netwerk en een faciliteit voor bemiddeling, dialoog en kennisuitwisseling die integraal deel zouden kunnen uitmaken van de oprichting van een Europees Vredesinitiatief of - instituut'.

In volledige overeenstemming met artikel 34 van het Financieel Reglement wordt bij de totstandkoming en voorbereiding van de bekendmaking van de begroting in het Publicatieblad gezorgd voor een herziening van de talrijke verwijzingen naar het Financieel Reglement. Deze opdracht wordt uitgevoerd door de juristen-vertalers van het Europees Parlement met technische bijstand van de Commissie.

53.

3.3. Algemene benadering inzake betalingskredieten


De inschatting van de Commissie dat voor het begrotingsjaar 2012 een in het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012 voorgestelde algemene verhoging van de betalingskredieten noodzakelijk is, blijft volledig geldig, zowel op het vlak van de daadwerkelijke uitvoering tot op heden als in het licht van de ontvangen betalingsverzoeken. Aangezien het gebrek aan overeenstemming in het bemiddelingscomité formeel gezien geen invloed heeft op de procedure voor het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2012, ligt het door de Commissie op 23 oktober 2012 vastgestelde voorstel nog steeds voor bij het Parlement en de Raad.

Het totaalbedrag van de gevraagde betalingskredieten voor 2013 is gebaseerd op de veronderstelling dat de behoeften voor 2012 waarvoor in hetzelfde jaar betalingen moeten tot stand komen, door de begroting 2012 kunnen worden gedekt. Op grond van de voorgaande beoordeling wordt met betrekking tot de betalingskredieten voor gesplitste uitgaven voorgesteld het in de oorspronkelijke ontwerpbegroting (zoals gewijzigd door nota van wijzigingen nr. 1/2013) opgenomen totale niveau van de betalingen te behouden. Daarnaast worden enkele betalingskredieten toegevoegd voor proefprojecten en voorbereidende acties, zoals in punt c) wordt uiteengezet. Bijgevolg bedraagt het totale niveau van de betalingskredieten in de nieuwe ontwerpbegroting 137,8 miljard EUR.

De opsplitsing van dit totaalbedrag in de nieuwe ontwerpbegroting over de rubrieken en begrotingsonderdelen sluit sterk aan bij de in de oorspronkelijke ontwerpbegroting (zoals gewijzigd door nota van wijzigingen nr. 1/2013) opgenomen betalingskredieten, waarbij rekening is gehouden met de volgende punten:

a) de 'afgesloten' begrotingsonderdelen zoals uiteengezet in het bovenstaande punt 3.1.1;

b) de betalingsbehoeften voor niet-gesplitste uitgaven zoals hierboven is uiteengezet, in het bijzonder in de punten 3.1.4 en 3.1.8; en

c) de betalingsbehoeften voor het pakket van proefprojecten en voorbereidende acties, zoals uiteengezet in het bovenstaande punt 3.2.3: de betalingskredieten voor alle nieuwe proefprojecten en voorbereidende acties worden vastgesteld op 50 % van de overeenkomstige vastleggingen of op het voorgestelde niveau indien dit lager is; bij de verlenging van bestaande proefprojecten en voorbereidende acties is het niveau van de betalingen het niveau dat in de ontwerpbegroting is vastgelegd plus 50 % van de overeenkomstige nieuwe vastleggingen, of het voorgestelde niveau indien dit lager is.

54.

4. Slotopmerkingen


Met het indienen van een nieuwe ontwerpbegroting 2013, waarbij in de oorspronkelijke ontwerpbegroting onderdelen zijn opgenomen van het bij het bemiddelingscomité ingediende ontwerpcompromis over de begroting 2013, wil de Commissie de voorwaarden scheppen voor een snelle aanneming van de begroting 2013, zonder dat er verder moet worden bemiddeld.

Een tijdige goedkeuring en inwerkingtreding van de begroting 2013 is van vitaal belang voor de behoorlijke tenuitvoerlegging van het beleid en de programma's van de Europese Unie. De Commissie zal er alles aan doen om dit te bewerkstelligen.

55.

5. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader 5.1. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader (totaal)


|| Begroting| Financieel kader| Ontwerpbegroting| Verschil| Verschil

2012 (incl. OGB nr. 6/2012) (1)| 2013 / 2013 – 2012

(2)| (3)| (3 / 1)| (3 – 1)

EUR| EUR| EUR| %| EUR

VK| BK| VK| BK| VK| BK| BK| BK| BK| BK

|| 1. DUURZAME GROEI| 68 147 873 63 114 478 70 147 000| 70 613 662 62 535 795 3,6%| -0,9%| 2 465 789 -578 683 554

|| Marge (2)||||| 33 337||||

|| — Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 15 395 297 12 108 232 15 623 000| 16 105 013 13 558 461 4,6%| 12,0%| 709 716 1 450 228 604

|| Marge (2)||||| 17 986||||

|| — Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 52 752 576 51 006 246 54 524 000| 54 508 649 48 977 334 3,3%| -4,0%| 1 756 072 -2 028 912 158

|| Marge||||| 15 350||||

|| 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN| 59 850 103 58 155 868 61 289 000| 60 249 041 57 899 909 0,7%| -0,4%| 398 937 -255 959 542

|| waaronder: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 43 904 217 43 892 978 48 574 000| 44 056 548 44 039 131 0,3%| 0,3%| 152 331 146 153 155

|| Marge||||| 1 039 958||||

|| waaronder: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen (3)||||| 882 441||||

|| 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID (4)| 2 753 456 2 182 532 2 376 000| 2 105 891 1 583 445 -23,5%| -27,4%| -647 565 -599 086 973

|| Marge||||| 270 108||||

|| — Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 1 367 806 845 577 1 661 000| 1 398 727 927 598 2,3%| 9,7%| 30 920 82 020 498

|| Marge||||| 262 272||||

|| — Burgerschap (5)| 1 385 650 1 336 954 715 000| 707 164 655 846 -49,0%| -50,9%| -678 486 -681 107 471

|| (3)||||| 7 836||||

|| 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER| 9 405 937 7 022 171 9 595 000| 9 583 118 7 271 888 1,9%| 3,6%| 177 181 249 716 980

|| Marge (6)||||| 275 996||||

|| 5. ADMINISTRATIE| 8 279 641 8 277 736 9 095 000| 8 506 866 8 506 541 2,7%| 2,8%| 227 224 228 804 572

|| Marge (7)||||| 674 133||||

|| Totaal| 148 437 012 138 752 787 152 502 000 143 911 000 151 058 580 137 797 579 1,8%| -0,7%| 2 621 568 -955 208 517

|| Marge (8, 9)||||| 2 293 534 6 309 420|||

|| Kredieten als percentage van het bni (10)| 1,15 %| 1,08 %| 1,14 %| 1,08 %| 1,13 %| 1,03 %||||

De begroting 2012 omvat de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 5 en het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6. (2) Voor de marge in rubriek 1a is geen rekening gehouden met de kredieten betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR). (3) Na de overgang van modulatie op plattelandsontwikkeling en van katoen en wijn voor de herstructurering in de respectieve regio’s (3 635,0 miljoen EUR). (4) Indien in deze vergelijking voor rubriek 3 geen rekening wordt gehouden met het EU-Solidariteitsfonds (688,3 miljoen EUR vastleggingskredieten en betalingskredieten in 2012), dan stijgen de vastleggings- en betalingskredieten met respectievelijk 2,0 % en 6,0 %. (5) Indien in deze vergelijking voor rubriek 3b geen rekening wordt gehouden met het EU-Solidariteitsfonds (688,3 miljoen EUR vastleggingskredieten en betalingskredieten in 2012), dan stijgen de vastleggings- en betalingskredieten met respectievelijk 1,4 % en 1,1 %. (6) De marge in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR). (7) Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot (1) van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan pensioenbijdragen van het personeel. (8) De totale marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR). (9) De totale marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (110 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR). (10) De ontwerpbegroting is gebaseerd op de bni-prognoses van 21 mei 2011 die werden bekendgemaakt na de bijeenkomst van het Raadgevend Comité eigen middelen (RCEM).

56.

Verdeling volgens de rubrieken van het financiële kader, in vastleggingskredieten (overzicht)


57.

5.2. Ontwerpbegroting 2013 per rubriek van het financieel kader (gedetailleerd)


|| Begroting| Financieel kader| Ontwerpbegroting| Verschil| Verschil

2012 (incl. OGB nr. 6/2012) (1)| 2013 / 2013 – 2012

(2)| (3)| (3 / 1)| (3 – 1)

EUR| EUR| EUR| %| EUR

VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK| VK| BK

1. DUURZAME GROEI| 68 147 873 63 114 478 70 147 000| 70 613 662 62 535 795 3,6%| -0,9%| 2 465 789 -578 683 554

Marge (2)||||| 33 337||||

1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 15 395 297 12 108 232 15 623 000| 16 105 013 13 558 461 4,6%| 12,0%| 709 716 1 450 228 604

Marge (2)||||| 17 986||||

|| —| Zevende Kaderprogramma voor onderzoek| 10 211 961 7 426 269|| 10 860 811 8 969 343 6,4%| 20,8%| 648 850 1 543 073 816

|| —| Ontmanteling| 29 403 25 856|| 30 900 31 500 5,1%| 21,8%| 1 496 5 643 344

|| —| TEN| 1 360 035 823 039|| 1 446 305 793 467 6,3%| -3,6%| 86 269 -29 572 254

|| —| Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel| p.m.| 767 617|| p.m.| 490 878 0,0%| -36,1%|| -276 739 495

|| —| EGNOS en Galileo| 171 000 371 750|| 1 000 361 000 -99,4%| -2,9%| -170 000 -10 750 430

|| —| Marco Polo| 64 508 26 305|| 61 675 51 675 -4,4%| 96,4%| -2 833 25 369 260

|| —| Een leven lang leren en Erasmus Mundus| 1 247 238 1 204 547|| 1 258 876 1 185 959 0,9%| -1,5%| 11 638 -18 588 926

|| —| Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI)| 614 370 369 664|| 673 370 546 405 9,6%| 47,8%| 58 999 176 740 008

|| —| Agenda voor sociaal beleid| 196 170 161 721|| 199 339 170 097 1,6%| 5,2%| 3 169 8 375 888

|| —| Douane 2013 en Fiscalis 82 332 50 123|| 84 132 61 132 2,2%| 22,0%| 1 800 11 008 442

|| —| Ontmanteling van kerncentrales| 259 904 208 667|| 267 000 190 000 2,7%| -8,9%| 7 096 -18 667 747

|| —| Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering| 500 000 67 657|| 500 000 50 000 0,0%| -26,1%|| -17 657 535

|| —| Andere acties en programma’s| 410 428 353 652|| 459 158 398 737 11,9%| 12,7%| 48 729 45 084 579

|| —| Gedecentraliseerde agentschappen| 247 944 251 356|| 262 446 258 266 5,8%| 2,7%| 14 502 6 909 654

1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid| 52 752 576 51 006 246 54 524 000| 54 508 649 48 977 334 3,3%| -4,0%| 1 756 072 -2 028 912 158

Marge||||| 15 350||||

—| Structuurfondsen| 40 945 861 40 882 557|| 42 144 749 39 293 700 2,9%| -3,9%| 1 198 887 -1 588 857 685

|| —| Convergentiedoelstelling| 32 303 313 32 347 000|| 33 359 355 31 224 000 3,3%| -3,5%| 1 056 041 -1 123 000 000

|| —| Doelstelling regionaal concurrentievermogen en regionale werkgelegenheid| 7 202 942 7 059 797|| 7 329 295 6 819 000 1,8%| -3,4%| 126 353 -240 797 130

|| —| Doelstelling Europese territoriale samenwerking| 1 352 006 1 403 160|| 1 369 097 1 177 200 1,3%| -16,1%| 17 091 -225 960 555

|| —| Technische bijstand| 87 600 72 600|| 87 000 73 500 -0,7%| 1,2%| -600 900 000

—| Andere acties en programma’s| 13 700 12 100|| 9 700 7 434 -29,2%| -38,6%| -4 000 -4 665 837

—| Cohesiefonds| 11 793 014 10 111 588|| 12 354 200 9 676 200 4,8%| -4,3%| 561 185 -435 388 636

2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN| 59 850 103 58 155 868 61 289 000| 60 249 041 57 899 909 0,7%| -0,4%| 398 937 -255 959 542

waaronder: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 43 904 217 43 892 978 48 574 000| 44 056 548 44 039 131 0,3%| 0,3%| 152 331 146 153 155

Marge||||| 1 039 958||||

waaronder: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen (3)||||| 882 441||||

|| —| Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen| 43 904 217 43 892 978|| 44 056 548 44 039 131 0,3%| 0,3%| 152 331 146 153 155

||| —| Landbouwmarkten| 43 603 370 43 601 329|| 43 754 656 43 760 236 0,3%| 0,4%| 151 286 158 906 645

||| —| Visserijmarkt| 30 496 29 136|| 27 221 27 225 -10,7%| -6,6%| -3 275 -1 911 025

||| —| Diergezondheid en gezondheid van planten| 270 350 262 512|| 274 670 251 670 1,6%| -4,1%| 4 320 -10 842 465

|| —| Plattelandsontwikkeling| 14 603 899 13 244 985|| 14 808 455 12 748 563 1,4%| -3,7%| 204 556 -496 422 808

|| —| Europees Visserijfonds| 672 248 487 852|| 687 157 523 450 2,2%| 7,3%| 14 909 35 597 931

|| —| Visserijbeheer en internationale visserijovereenkomsten| 235 541 187 765|| 262 325 241 372 11,4%| 28,5%| 26 783 53 606 851

|| —| Life+| 354 755 254 356|| 366 591 273 350 3,3%| 7,5%| 11 836 18 993 237

|| —| Andere acties en programma’s| 30 500 37 989|| 15 600 21 679 -48,9%| -42,9%| -14 900 -16 309 369

|| —| Gedecentraliseerde agentschappen| 48 941 49 941|| 52 363 52 363 7,0%| 4,8%| 3 421 2 421 461

3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID (4)| 2 753 456 2 182 532 2 376 000| 2 105 891 1 583 445 -23,5%| -27,4%| -647 565 -599 086 973

Marge||||| 270 108||||

3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid| 1 367 806 845 577 1 661 000| 1 398 727 927 598 2,3%| 9,7%| 30 920 82 020 498

Marge||||| 262 272||||

|| —| Solidariteit en beheer van de migratiestromen| 797 190 424 343|| 909 560 489 130 14,1%| 15,3%| 112 370 64 786 727

|| —| Veiligheid en bescherming van de vrijheden| 141 650 43 250|| 66 150 43 750 -53,3%| 1,2%| -75 500 499 757

|| —| Grondrechten en justitie| 82 200 58 610|| 81 900 61 200 -0,4%| 4,4%| -300 2 589 356

|| —| Andere acties en programma’s| 71 080 59 207|| 59 000 60 964 -17,0%| 3,0%| -12 080 1 757 018

|| —| Gedecentraliseerde agentschappen| 275 686 260 166|| 282 117 272 554 2,3%| 4,8%| 6 430 12 387 640

3b. Burgerschap (5)| 1 385 650 1 336 954 715 000| 707 164 655 846 -49,0%| -50,9%| -678 486 -681 107 471

Marge||||| 7 836||||

|| —| Programma Volksgezondheid en consumentenbescherming| 77 640 74 750|| 79 000 70 500 1,8%| -5,7%| 1 360 -4 250 000

|| —| Cultuur 2007-| 59 053 51 050|| 59 906 51 550 1,4%| 1,0%| 853 500 000

|| —| Jeugd in actie| 140 388 123 780|| 142 230 130 780 1,3%| 5,7%| 1 842 7 000 000

|| —| Media 112 477 105 560|| 113 409 105 600 0,8%| 0,0%| 932 40 000

|| —| Europa voor de burger| 28 450 28 230|| 26 580 28 750 -6,6%| 1,8%| -1 870 520 000

|| —| Financieringsinstrument voor civiele bescherming| 18 250 14 250|| 18 500 15 300 1,4%| 7,4%| 250 1 050 000

|| —| Communicatieacties| 93 760 86 120|| 94 736 89 100 1,0%| 3,5%| 976 2 980 000

|| —| Europees Solidariteitsfonds| 688 254 688 254|| p.m.| p.m.| -100,0%| -100,0%| -688 254 -688 254 041

|| —| Andere acties en programma’s| 35 571 35 974|| 41 742 35 669 17,3%| -0,8%| 6 170 -304 650

|| —| Gedecentraliseerde agentschappen| 131 806 128 985|| 131 061 128 597 -0,6%| -0,3%| -745 -388 780

4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER| 9 405 937 7 022 171 9 595 000| 9 583 118 7 271 888 1,9%| 3,6%| 177 181 249 716 980

Marge (6)||||| 275 996||||

|| —| Instrument voor pretoetredingssteun (IPA)| 1 865 925 1 349 296|| 1 863 517 1 633 042 -0,1%| 21,0%| -2 407 283 746 115

|| —| Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)| 2 323 528 1 330 124|| 2 467 782 1 471 614 6,2%| 10,6%| 144 253 141 490 143

|| —| Instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)| 2 584 156 2 062 736|| 2 640 379 2 050 318 2,2%| -0,6%| 56 222 -12 417 653

|| —| Instrument voor geïndustrialiseerde landen (ICI)| 24 121 19 954|| 23 500 18 600 -2,6%| -6,8%| -621 -1 354 828

|| —| Instrument voor geïndustrialiseerde landen (ICI+)| 30 500 8 361|| 47 900 16 950 57,0%| 102,7%| 17 400 8 588 063

|| —| Democratie en mensenrechten| 176 125 154 008|| 177 067 140 581 0,5%| -8,7%| 942 -13 427 116

|| —| Instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid| 77 330 66 184|| 78 876 66 305 2,0%| 0,2%| 1 546 120 687

|| —| Stabiliteitsinstrument| 309 278 200 392|| 325 417 216 100 5,2%| 7,8%| 16 139 15 707 815

|| —| Humanitaire hulp| 848 978 832 774|| 865 257 828 151 1,9%| -0,6%| 16 278 -4 623 986

|| —| Macrofinanciële bijstand| 95 550 79 050|| 94 550 57 000 -1,0%| -27,9%| -1 000 -22 050 000

|| —| Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)| 362 964 302 777|| 396 332 320 500 9,2%| 5,9%| 33 368 17 722 660

|| —| EG-garanties voor leningen| 260 170 260 170|| 155 660 155 660 -40,2%| -40,2%| -104 510 -104 510 000

|| —| Reserve voor noodhulp| 258 937 90 000|| 264 115 110 000 2,0%| 22,2%| 5 178 20 000 000

|| —| Andere acties en programma’s| 168 328 246 295|| 162 738 166 539 -3,3%| -32,4%| -5 589 -79 756 890

|| —| Gedecentraliseerde agentschappen| 20 044 20 044|| 20 026 20 526 -0,1%| 2,4%| -18 481 970

5. ADMINISTRATIE| 8 279 641 8 277 736 9 095 000| 8 506 866 8 506 541 2,7%| 2,8 %| 227 224 228 804 572

Marge (7)||||| 674 133||||

|| —| Commissie| 3 324 165 3 322 160|| 3 373 578 3 373 253 1,5%| 1,5%| 49 413 51 093 678

|| —| Andere instellingen| 3 463 736 3 463 836|| 3 539 501 3 539 501 2,2%| 2,2%| 75 764 75 664 185

||| —| Europees Parlement| 1 717 868 1 717 868|| 1 750 463 1 750 463 1,9%| 1,9%| 32 595 32 595 818

||| —| Europese Raad en Raad| 533 920 533 920|| 535 511 535 511 0,3%| 0,3%| 1 591 1 591 300

||| —| Hof van Justitie van de Europese Unie| 348 335 348 335|| 358 958 358 958 3,0%| 3,0%| 10 623 10 623 000

||| —| Rekenkamer| 142 476 142 476|| 144 691 144 691 1,6%| 1,6%| 2 215 2 215 045

||| —| Europees Economisch en Sociaal Comité| 128 816 128 816|| 131 263 131 263 1,9%| 1,9%| 2 447 2 447 229

||| —| Comité van de Regio's| 86 503 86 503|| 88 148 88 148 1,9%| 1,9%| 1 645 1 645 019

||| —| Europese Ombudsman| 9 516 9 516|| 9 849 9 849 3,5%| 3,5%| 332 332 500

||| —| Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming| 7 624 7 624|| 7 768 7 768 1,9%| 1,9%| 144 144 129

||| —| Europese Dienst voor extern optreden| 488 676 488 776|| 512 846 512 846 4,9%| 4,9%| 24 170 24 070 145

|| —| Pensioenen (alle instellingen)| 1 322 513 1 322 513|| 1 413 057 1 413 057 6,8%| 6,8%| 90 543 90 543 143

|| —| Europese scholen| 169 226 169 226|| 180 729 180 729 6,8%| 6,8%| 11 503 11 503 566

||| Totaal| 148 437 012 138 752 787 152 502 000 143 911 000 151 058 580 137 797 579 1,8%| -0,7%| 2 621 568 -955 208 517

||| Marge (8, 9)||||| 2 293 534 6 309 420|||

||| Kredieten als percentage van het bni (10)| 1,15 %| 1,08 %| 1,14 %| 1,08 %| 1,13 %| 1,03 %||||

De begroting 2012 omvat de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 5 en het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6. (2) Voor de marge in rubriek 1a is geen rekening gehouden met de kredieten betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR). (3) Na de overgang van modulatie op plattelandsontwikkeling en van katoen en wijn voor de herstructurering in de respectieve regio’s (3 635,0 miljoen EUR). (4) Indien in deze vergelijking voor rubriek 3 geen rekening wordt gehouden met het EU-Solidariteitsfonds (688,3 miljoen EUR vastleggingskredieten en betalingskredieten in 2012), dan stijgen de vastleggings- en betalingskredieten met respectievelijk 2,0 % en 6,0 %. (5) Indien in deze vergelijking voor rubriek 3b geen rekening wordt gehouden met het EU-Solidariteitsfonds (688,3 miljoen EUR vastleggingskredieten en betalingskredieten in 2012), dan stijgen de vastleggings- en betalingskredieten met respectievelijk 1,4 % en 1,1 %. (6) De marge in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR). (7) Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot (1) van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan pensioenbijdragen van het personeel. (8) De totale marge voor de vastleggingen houdt geen rekening met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR), de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR). (9) De totale marge voor de betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor noodhulp (110 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen EUR). (10) De ontwerpbegroting is gebaseerd op de bni-prognoses van 21 mei 2011 die werden bekendgemaakt na de bijeenkomst van het Raadgevend Comité eigen middelen (RCEM).

[1] PB L 296 van 26.10.2012, blz. 1.

[2] COM(2012) 300.

[3] COM(2012) 624.

[4] COM(2012) 300 van 15.5.2012.

[5] COM(2012) 632 van 23.10.2012.

[6] COM(2012) 624 van 19.10.2012.

[7] COM(2012) 184 van 20.4.2012.

[8] De ontwerpbegroting is gebaseerd op de bni-prognoses van 21 mei 2012 die werden bekendgemaakt na de bijeenkomst van het Raadgevend Comité eigen middelen (RCEM).

[9] Voor de marge in rubriek 4 is geen rekening gehouden met de kredieten voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (500 miljoen EUR).

[10] De marge in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp (264,1 miljoen EUR).

[11] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR aan pensioenbijdragen van het personeel.