Toelichting bij COM(2012)395 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2011/009 NL/Gelderland Bouw (afdeling 41, Nederland)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 15 december 2011 heeft Nederland aanvraag EGF/2011/009 NL/Gelderland Bouw (afdeling 41) ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in 54 bedrijven die vallen onder afdeling 41 van de NACE Rev. 2 ("Bouw van gebouwen")[3] in de NUTS II-regio Gelderland (NL22) in Nederland.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2011/009

Lidstaat| Nederland

Artikel onder b)

Betrokken ondernemingen| 54

NUTS II-regio| Gelderland (NL22)

NACE Rev. 2-afdeling| 41 ("Bouw van gebouwen")

Referentieperiode| 1.2.2011 – 1.11.2011

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 1.1.2012

Datum van de aanvraag| 15.12.2011

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 516

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 435

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 4 281 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] (EUR)| 178 375

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 4,0

Totaal budget (EUR)| 4 459 375

EFG-bijdrage (EUR) (65 %)| 2 898 594

1. De aanvraag werd op 15 december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 11 juni 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Nederland aangevoerd dat de bouwnijverheid zowel in Nederland als in de hele Europese Unie zwaar getroffen is door de crisis. Leningen aan de bouwsector en aan personen zijn drastisch afgenomen en de prijzen van de bouwmaterialen zijn gestegen, terwijl de vraag naar nieuwe huizen is ingezakt als gevolg van een dalend consumentenvertrouwen en gebrek aan liquide middelen.

4. In haar economisch herstelplan heeft de Commissie erkend dat de vraag in de bouw in de EU als gevolg van de crisis was ingestort. De beschikbare gegevens bevestigen de drastische neergang in de bouwsector, die in de EU‑27 in acht opeenvolgende kwartalen is gekrompen (Q1/2009 tot en met Q4/2010) in vergelijking met dezelfde periode van het voorafgaande jaar, voornamelijk als gevolg van de afname van de particuliere investeringen in de woonsector.

5. De output van de Nederlandse bouwsector daalde sterk tussen 2008 en 2010, namelijk met 12,9 %. Hoewel het eerste kwartaal van 2011 een herstel met 9,3 % liet zien, vertraagde de trend opnieuw in het tweede en derde kwartaal van 2011, en de prognoses voor 2012 zijn niet positief. In de provincie Gelderland vertraagde de economische groei in het derde kwartaal van 2011 in vergelijking met dezelfde periode van 2010 sterker dan in de rest van het land (0,6 % voor Gelderland in vergelijking met 1,1 % voor Nederland). Veel economische indicatoren (omzet, werkgelegenheid, investeringen) die positief waren in 2010, werden negatief in 2011. De prijzen van de huizen daalden in 2011 met nog eens 3,6 % in vergelijking met 2010 en bereikten opnieuw het niveau van 2005; dat had negatieve gevolgen voor de bouwsector.

6. De economische en financiële crisis resulteerde in bezuinigingen om het tekort op de overheidsbegroting terug te dringen. De beperking van de overheidsuitgaven had een rechtstreeks negatief effect op de investeringen in infrastructuur en huisvestingsprogramma's. De bezuinigingen van de centrale overheid hebben ook gevolgen voor de regionale overheden, die zich ook verplicht zien hun uitgaven te beperken. De provincie Gelderland zal haar uitgaven met ingang van 2011 met 58 miljoen EUR per jaar moeten terugschroeven. Aangezien de bouwsector sterk afhankelijk is van de plaatselijke regionale markt, komt de bouwsector door de beperking van de overheidsbegrotingen en ‑programma's in een kwetsbare positie terecht. De bezuinigingen op de begroting zullen negatieve gevolgen blijven hebben voor de werkgelegenheid in de sector.

7. Bovendien is de markt voor nieuwe woningen gekrompen door de dalende investeringen van woningbouwcorporaties en gemeenten. In het derde kwartaal van 2011 is het aantal faillissementen gestegen.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)



8. De aanvraag werd door Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's van een lidstaat volgens de NUTS II-indeling.

9. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 516 gedwongen ontslagen in 54 ondernemingen die vallen onder afdeling 41 van de NACE Rev. 2 ("Bouw van gebouwen") in de NUTS II-regio Gelderland (NL22) tijdens de referentieperiode van negen maanden (van 1 februari 2011 tot en met 1 november 2011). Deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



10. De Nederlandse autoriteiten stellen dat de financiële en economische crisis en de gevolgen ervan voor de sector niet konden worden voorzien. Vóór de crisis bloeide de bouwsector in Nederland. De omzet van de ondernemingen die actief zijn in de residentiële en/of de niet-residentiële bouw is sinds het eerste kwartaal van 2009 continu gedaald en lag bijna 20 % onder het recordniveau van 2008. Sinds het eerste kwartaal van 2010 hebben de gevolgen van de economische crisis zich ook laten voelen in de civiele techniek. De omzet van ondernemingen die actief zijn in de civiele techniek was in 2010 in vergelijking met 2009 met meer dan 7 % gedaald, ondanks de maatregelen die de regering had genomen om de bouw van geplande infrastructuurprojecten te bespoedigen. In 2009 hadden deze maatregelen nog een positief effect op de omzet.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



11. De aanvraag heeft betrekking op 516 ontslagen in 54 ondernemingen. Nederland schat dat slechts 435 werknemers een beroep zullen doen op de steun; verwacht wordt dat de overige werknemers op eigen initiatief werk vinden, dan wel met pensioen gaan. De ontslagen vielen in de volgende ondernemingen:

Bedrijven en aantal ontslagen

Aannemersbedrijf Kranen BV| Dijkman Bouw B.V.| 5

Aannemersbedrijf Kruisselbrink BV| EMHA B.V.| 6

Aannemersbedrijf Volman| Engelaer v.o.f.| 1

Aannemersbedrijf W. Kosters B.V.| Gebr. Heuting & zn B.V.| 1

Aannemersbedrijf Wibo Lochem BV| GML Gelders Metsel- en Lijmbedrijf BV| 8

Aanneminsgbedrijf Berendsen- van Geemen BV| Hermsen Bouw & Timmerwerken B.V.| 3

Aannemingsmaatschappij Van Gelder BV| Hiddink Grondwerken transport B.V.| 12

Ad Hofmans Hedel B.V.| Joosten Bouwservice B.V.| 5

B&V Geveltechniek b.v.| KBZ BV (Keijzer Betonwerken Zutphen BV)| 22

Borreman Bouw BV| Klaassen Bouwmaatschappij Arnhem B.V.| 1

Borst Aannemersbedrijf BV| Kroeze Betonbouw BV| 9

Bouw Service Ermelo BV| Kroeze Geodesie BV| 2

Bouwbedrijf Bolster BV| La Paloma| 1

Bouwbedrijf Folmer de Vries BV| Lenting Bouw V.O.F.| 2

Bouwbedrijf Heimensen BV| Metselbedrijf Asselman BV| 18

Bouwbedrijf Jansen-Bolk BV| Metselbedrijf W. Renden| 6

Bouwbedrijf Kiezenbrink BV| P.B. Huberts Aanneming- en Wegenbouw-| 45

Bouwbedrijf Kuiperij BV| Scholten Gevelrenovatie BV| 13

Bouwbedrijf Rusbo BV| Scholten Metsel- en Stelwerken BV| 35

Bouwmij Te Brake B.V.| Schutten Bouw B.V.| 1

Bouw's Staalbouw B.V.| T.S. Alround Services BV| 1

Burgers van der Wal| Van den Boom Bouwbedrijf BV| 8

Claes B.V.| Veerdonk en Mulder Bouwbedrijf| 2

D & G Timmerfabriek BV| Verboon Bouwbedrijf B.V.| 1

D & M Bouw VOF| Voegersbedrijf Scholten BV| 15

Daams H.T.| Weijers Eikhout Vestiging Groesbeek BV| 66

De Boer Montagetechnieken| Welling Bouw Didam B.V.| 6

Totaal aantal bedrijven:| Totaal aantal ontslagen:| 516

12. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 96,55

Vrouwen| 3,45

EU-burgers| 100,00

Niet-EU-burgers| 0

15-24 jaar| 5,75

25-54 jaar| 66,67

55-64 jaar| 27,59

Ouder dan 64 jaar| 0

13. Er zijn geen werknemers met langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.

14. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Leidinggevende functies| 0,46

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 11,49

Technici| 12,64

Administratief personeel| 8,05

Dienstverlenende en commerciële functies| 2,30

Lagere beroepen| 65,06

15. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



16. Gelderland is de grootste provincie van Nederland en telt ongeveer 2 miljoen inwoners. Het onderwijsniveau van de bevolking is goed en de regio telt 146 000 ondernemingen. Relatief veel mensen werken in de bouw (bij benadering 60 000 in 2011) in vergelijking met andere industriesectoren zoals de chemische sector (9 000), de levensmiddelensector (15 000) en de sectoren metaal / elektriciteit (40 300).

17. De belangrijkste verantwoordelijke autoriteiten zijn het Nederlands ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; het Opleidingsbedrijf Doetinchem, een sectorale organisatie in de bouwsector; de Gedeputeerde Staten van Gelderland; UWV WERKbedrijf, de publieke regionale dienst voor arbeidsbemiddeling die mensen helpt een nieuwe baan te vinden en Platform Arbeidsmarkt Onderwijs, waarin alle onderwijs- en beroepsopleidingsinstellingen vertegenwoordigd zijn. Andere belangrijke belanghebbenden zijn: Bouwend Nederland regio oost, de regionale vertegenwoordiging van de werkgeversfederatie van de bouwsector; FNV Bouw regio oost, de regionale vertegenwoordiging van het vakverbond voor de bouwsector; CNV Vakmensen, de vertegenwoordiging van het Christelijke vakverbond voor de bouwsector en OBD opleidingen, andere centra voor beroepsopleiding voor de bouwsector.

Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



18. De Nederlandse autoriteiten voeren aan dat de ontslagen gezien het belang van de bouwsector in Gelderland zwaar aankomen. De werkloosheid bedroeg in Gelderland in 2011 5,9 %; dat is iets meer dan het Nederlandse gemiddelde. In 2010 vertegenwoordigde de werkgelegenheid in de bouwsector in Gelderland 6,5 % van de totale werkgelegenheid in de provincie. In 2010 gingen in de bouwsector 4 100 banen verloren (wat neerkomt op een daling met 6,5 %). In 2011 was er een licht herstel (500 banen), maar in het vierde kwartaal van 2011 vielen in de sector opnieuw veel ontslagen. De jeugdwerkloosheid is in 2011 met 10 % toegenomen.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



19. De individuele dienstverlening zal aan de ontslagen werknemers worden verstrekt in de centra voor beroepsopleiding die door de bouwsector worden beheerd. Elke werknemer voor wie steun wordt aangevraagd zal hulp krijgen bij het zoeken naar werk, en zal daarnaast slechts aan één maatregel deelnemen, hoewel de maatregelen in een beperkt aantal gevallen zullen worden gecombineerd om de gewenste resultaten te bereiken. Nederland stelt een pakket steunmaatregelen voor de ontslagen werknemers voor dat drie opeenvolgende fasen omvat: intake (hulp bij het zoeken van een baan), voorbereiding op de arbeidsmarkt (individueel maatregelenpakket) en werk:

– Hulp bij het zoeken van een baan: dit programma wordt aangeboden aan de individuele deelnemer en omvat advies over beschikbare opleidingen en loopbaanmogelijkheden, alsook intensieve training in het voeren van sollicitatiegesprekken en het schrijven van sollicitatiebrieven. Alle deelnemers krijgen in hun buurt een contactpunt toegewezen (aangezien elke regionale UWV hierbij betrokken is) dat hulp biedt bij het doorsturen van de nodige documenten (inkomstenaangiften, werkloosheidsuitkeringsformulieren) en de eerste contacten met de bouwsector legt. Naar verwachting zullen alle werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan deze actie deelnemen.

– Scholing en omscholing: deze maatregel omvat een intensief opleidingsprogramma dat gericht is op nieuwe beroepsprofielen. De opleidingen tellen verschillende modules, die elk afzonderlijk kunnen worden gevolgd, afhankelijk van de persoonlijke behoeften en vaardigheden. Een volledige opleiding duurt ongeveer een jaar en bestaat uit een pakket modules. Een opleiding tot metselaar duurt bijvoorbeeld 11,5 maanden en omvat het behandelen van gevels, metselen, tegelzetten en voegen. Naar schatting zullen 75 werknemers voor deze intensieve opleiding kiezen.

– Outplacementdiensten: de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd wordt geadviseerd te kiezen voor nieuwe sectoren zoals engineering, elektrotechnische installaties, de gezondheidssector of cateringdiensten. In het kader van deze maatregel kan de bouwsector ook het advies krijgen vaardigheden bij te spijkeren die beter aansluiten bij de huidige behoeften van de bouwsector (bijvoorbeeld vaardigheden in compositiebouw). De begeleiding gebeurt individueel en omvat een evaluatie van de vaardigheden en een profilering, het vinden van de juiste baan of het juiste onderwijstraject op basis van de geëvalueerde vaardigheden en de profilering, alsook het monitoren van de vooruitgang die met het individuele outplacementproces wordt geboekt. Naar schatting zullen 150 werknemers van deze maatregel profiteren.

– Bevordering van ondernemerschap: deze maatregel begeleidt ontslagen werknemers die zich als zelfstandige willen vestigen en ondersteunt hen bij het opstarten van een eigen bedrijf. De maatregel omvat beroepsopleiding (bijvoorbeeld in vakmanschap) en lessen over hoe je een bedrijf runt. Naar schatting zullen 60 werknemers van deze maatregel gebruik maken.

– Flexpool: dit is de flexibele pool voor werkzoekenden en werkgevers in de bouwsector, waar tijdelijke banen worden aangeboden. Met deze dienst kunnen werknemers flexibel worden ingezet. De omgeschoolde werknemers kunnen nieuwe werkervaring opdoen, maar werken zal ook met leren worden gecombineerd. De werknemers ontvangen overeenkomstig de Nederlandse wet flexibel werken gedurende beperkte tijd een normaal loon zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst. Naar schatting zullen 150 werknemers van deze maatregel profiteren.

20. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

21. De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 4 281 000 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 178 375 EUR (4,00 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 2 898 594 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Hulp bij het zoeken van een baan| 2 1 131 000

Scholing en omscholing| 18 1 350 000

Outplacementdiensten| 8 1 230 000

Bevordering van ondernemerschap| 4 270 000

Flexpool| 2 300 000

Subtotaal individuele dienstverlening|| 4 281 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereidende activiteiten|| 0

Beheer|| 44 594

Informatie en publiciteit|| 44 594

Controle|| 89 187

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 178 375

Totale geraamde kosten|| 4 459 375

EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten)|| 2 898 594

22. Nederland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Nederland zal de nodige controleprocedures instellen om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten en zal eveneens een duidelijk controletraject garanderen voor door het EFG gefinancierde activiteiten,

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



23. Op 1 januari 2012 heeft Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



24. De sociale partners zijn bij de opstelling van de aanvraag betrokken. Het initiatief voor het voorstel werd genomen door het Opleidingsbedrijf Doetinchem, een sectorale organisatie voor de bouwsector waarin de sociale partners vertegenwoordigd zijn. De voorbereidende activiteiten omvatten een aantal regionale vergaderingen met vertegenwoordigers van de sector en bouwondernemingen en besprekingen tussen medewerkende partners en UWV. De besprekingen hebben een plan voor ontslagen werknemers opgeleverd, waaronder de oprichting van een servicepunt voor technische beroepen en beroepen in de bouw. Tal van aspecten zijn later in het project ingevoerd. De sociale partners zijn ook betrokken bij de implementatie, aangezien zij de scholings- en opleidingsfaciliteiten in de sector beheren.

25. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

26. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



27. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die het Europees Sociaal Fonds in Nederland beheren en controleren. Het Agentschap Sociale Zaken (een directie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is bevoegd voor toezicht, controle, voorlichting, publiciteit en betalingen voor de EFG-aanvraag.

Financiering



28. Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 2 898 594 EUR (65 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Nederland.

29. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financieel kader.

30. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

31. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

32. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



33. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 2 898 594 EUR.