Toelichting bij COM(2011)707 - Consumentenprogramma 2014 - 2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)707 - Consumentenprogramma 2014 - 2020.
bron COM(2011)707 NLEN
datum 09-11-2011
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Europa 2020-strategie roept ertoe op 'de burgers ertoe aan te zetten hun rol in de interne markt volledig op te nemen', wat betekent dat hun vermogen en vertrouwen moet worden vergroot om goederen en diensten grensoverschrijdend te kopen.

Het wordt steeds duidelijker dat op een ogenblik waarop Europa nieuwe bronnen van groei nodig heeft, het consumentenbeleid een gebied is dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020. In Europa zijn er 500 miljoen consumenten en de consumentenuitgaven bedragen 56% van het bbp van de EU. Hoe meer consumenten in staat zijn om doordachte besluiten te nemen, hoe groter de invloed is die zij kunnen hebben op de versterking van de interne markt en de stimulering van de groei. Mondige consumenten die goed zijn beschermd en in staat zijn om van de interne markt te profiteren kunnen daardoor de innovatie en de groei aandrijven door te vragen naar goede waarde, kwaliteit en dienstverlening. De bedrijven die daarop inspelen, zullen het best het hoofd kunnen bieden aan de druk van de globale markt.

Mondigheid is niet alleen een kwestie van consumentenrechten maar ook van het creëren van een algemene omgeving die de consumenten in staat stelt gebruik te maken van die rechten en ervan te profiteren. Het betekent de totstandbrenging van een kader waarin de consumenten kunnen vertrouwen op het basisbeginsel dat de veiligheid is gewaarborgd en dat instrumenten zijn ontwikkeld om in geheel Europa tekortkomingen in de normen en praktijken op te sporen en doeltreffend te verhelpen. Het betekent het scheppen van een omgeving waarin de consumenten door onderwijs, voorlichting en bewustmaking weten hoe zij hun weg op de interne markt kunnen vinden om te profiteren van de beste aanbiedingen voor producten en diensten. Ten slotte betekent mondigheid dat de consumenten vol vertrouwen hun EU-rechten in geheel Europa kunnen uitoefenen en dat, wanneer iets mis gaat, zij kunnen rekenen op de doeltreffende handhaving van die rechten en op een gemakkelijke toegang tot doelmatige rechtsmiddelen.

In de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020'[1] van 29 juni 2011 is voor de periode 2014-2020 een bedrag van 175 miljoen euro (in constante prijzen van 2011) aan het consumentenprogramma toegewezen.

In deze context beoogt dit voorstel de vaststelling van een consumentenprogramma voor de periode 2014-2020 als opvolger van het communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid 2007-2013.

Het nieuwe consumentenprogramma zal de algemene doelstelling van het toekomstige consumentenbeleid ondersteunen door de mondige consument in het centrum van de interne markt te plaatsen. Het Europese consumentenbeleid ondersteunt het nationale beleid en vult dit aan door ervoor te zorgen dat de Europese burgers ten volle profijt kunnen trekken van de interne markt en dat daardoor hun veiligheid en economische belangen naar behoren worden beschermd.

Door de grote economische kracht van de consumentenuitgaven (die 56% van het bbp van de EU vertegenwoordigen) als hefboom te gebruiken, zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de verwezenlijking van de EU-doelstelling om de groei opnieuw aan te wakkeren.

·

Algemene context



De voornaamste problemen die moeten worden aangepakt via de financiering van acties in het kader van de nieuwe programma zijn in de volgende vier categorieën verdeeld:

i) Veiligheid: verschillen tussen de lidstaten wat de handhaving van de wetgeving inzake productveiligheid betreft, de aanwezigheid van onveilige producten op de interne markt; risico's verbonden aan de globalisering van de productieketen; veiligheid van diensten; gebrek aan een passende coördinatiestructuur op EU-niveau om ervoor te zorgen dat de EU-medefinanciering een optimaal resultaat oplevert.

ii) Voorlichting en opvoeding: gebrek aan deugdelijke en hoogwaardige gegevens en analyses over de werking van de interne markt voor consumenten; ontoereikende capaciteit van consumentenorganisaties, waaronder een gebrek aan middelen en expertise, met name in de nieuwe lidstaten; gebrek aan transparante, vergelijkbare, betrouwbare en gebruikersvriendelijke informatie voor consumenten, met name voor grensoverschrijdende gevallen; slechte kennis en begrip van de belangrijkste consumentenrechten en beschermende maatregelen, bij zowel de consumenten als de detailhandelaren; ongeschiktheid van de huidige EU-instrumenten voor consumentenopvoeding, met name wat de ontwikkelingen in de digitale omgeving betreft;

iii) Rechten en rechtsmiddelen: suboptimale bescherming van de consumentenrechten, met name in grensoverschrijdende situaties; noodzaak om de integratie van het consumentenbeleid in het EU-beleid te verbeteren; problemen waarmee de consumenten worden geconfronteerd wanneer zij trachten verhaal te krijgen, met name grensoverschrijdend.

iv) Handhaving: het CPC-netwerk (netwerk van nationale handhavingsautoriteiten) wordt niet ten volle benut; slechte kennis bij de consumenten over het bestaan van het ECC-Net (netwerk van Europese consumentencentra) en noodzaak om de doeltreffendheid daarvan te versterken.

Tegelijkertijd moet het nieuwe programma met zijn vier prioriteiten: veiligheid, voorlichting en opvoeding, rechten en rechtsmiddelen, en handhaving (SIRE) rekening houden met nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de laatste jaren aan belang hebben gewonnen. Deze omvatten: de grotere complexiteit van de besluitvorming op het gebied van consumentenzaken, de noodzaak om te komen tot duurzamere consumptiepatronen, de kansen en bedreigingen van de digitalisering, een toename van de sociale uitsluiting en het aantal kwetsbare consumenten en een vergrijzende bevolking.

· De aandachtspunten van de acties in het kader van het consumentenprogramma

Terwijl het consumentenbeleid verreikende problemen moet aanpakken, betekent de relatief kleine omvang van het consumentenprogramma dat de in het kader daarvan te financieren acties moeten zijn gericht op gebieden waar de steunverlening op EU-niveau een verschil kan maken en een meerwaarde kan opleveren. Er zijn drie actiegebieden geselecteerd:

i) Acties die beantwoorden aan wettelijke verplichtingen die zijn opgelegd door het Verdrag en het bestaande EU-acquis op het gebied van de consumentenbescherming in de EU en de lidstaten:

– Financiering van het onderhoud en de goede werking van het Rapex[2]-netwerk, het CPC-netwerk van handhavingsautoriteiten en de gegevensbanken over cosmetische producten.

ii) Acties die niet worden of niet kunnen worden ondernomen op nationaal gebied wegens hun EU-karakter:

– Verlening van bijstand aan consumenten in grensoverschrijdende aangelegenheden door:

- medefinanciering van de werking van het netwerk van Europese consumentencentra (ECC's). De nationale autoriteiten of consumentenorganisaties zijn gewoonlijk niet in staat om de consumenten in grensoverschrijdende aangelegenheden van advies te dienen of te ondersteunen;

- ondersteuning van de ontwikkeling van een Uniewijd systeem voor onlinegeschillenbeslechting, dat ook grensoverschrijdende gevallen behandelt;

– Ontwikkeling van samenwerking met internationale partners voor de bestudering van het effect van de globalisering van de productieketen op de productveiligheid;

– Ondersteuning van de productie van op EU-niveau vergelijkbare gegevens over de consumentenmarkten voor benchmarking tussen de lidstaten en input in de besluitvorming op EU-niveau;

– Zorgen voor een behartiging van de consumentenbelangen op EU-niveau door financiële ondersteuning van de consumentenorganisaties op EU-niveau.

iii) Acties ter aanvulling en vergroting van de efficiency van de op nationaal niveau genomen maatregelen:

– Coördinatie en medefinanciering van gezamenlijke acties op het gebied van productveiligheid en handhaving van de rechten van consumenten;

– Ondersteuning van bewustmakingscampagnes over consumentenaangelegenheden met de lidstaten en andere belanghebbenden en samenwerking met tussenpersonen om bij te dragen aan de verschaffing van duidelijke, transparante en betrouwbare informatie aan consumenten;

– Ondersteuning van de opleiding van de medewerkers van de nationale consumentenorganisaties, die veel duurder zou zijn op nationaal niveau zonder schaalvoordelen;

– Verstrekking van een platform voor het uitwisselen en delen van goede praktijken op het gebied van de consumentenopvoeding.

· Doelstellingen van het voorstel

Het doel van het consumentenprogramma is de ondersteuning van de beleidsdoelstelling om de mondige consument in het centrum van de interne markt te plaatsen. Het programma zal met het oog daarop bijdragen aan de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten en de bevordering van hun recht op voorlichting, opvoeding en vereniging om hun belangen te vrijwaren. Het programma zal het beleid van de lidstaten aanvullen, ondersteunen en monitoren.

De acties zullen de volgende vier specifieke doelstellingen ondersteunen:

i) Veiligheid: consolideren en vergroten van de productveiligheid via een doeltreffend markttoezicht in de gehele EU;

ii) Voorlichting en opvoeding: verbeteren van de opvoeding en de voorlichting van de consumenten en de kennis van hun rechten, ontwikkelen van de feitenbank voor het consumentenbeleid en verlenen van steun aan consumentenorganisaties.

iii) Rechten en rechtsmiddelen: consolideren van de consumentenrechten met name via regelgevende actie en verbetering van de toegang tot rechtsmiddelen, waaronder alternatieve geschillenbeslechting.

iv) Handhaving: ondersteunen van de handhaving van de rechten van de consumenten door de versterking van de samenwerking tussen nationale handhavingsorganen en door ondersteuning van de consumenten met advies.

Deze doelstellingen ondersteunen de doelstellingen van Europa 2020 wat groei en concurrentievermogen betreft. Zij zullen specifieke aandachtspunten van Europa 2020 inzake digitale agenda (ervoor zorgen dat digitalisering daadwerkelijk leidt tot een grotere welvaart voor de consumenten), duurzame groei (streven naar duurzamere consumptiepatronen), sociale inclusie (rekening houden met de specifieke situatie van kwetsbare consumenten en de behoeften van een vergrijzende bevolking) en slimme regelgeving (monitoring van de consumentenmarkten met het oog op een slimme en doelgerichte regelgeving) integreren.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



·

Raadpleging van belanghebbende partijen



Een tussentijdse evaluatie van de huidige rechtsgrondslag, het communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid 2007-2013, is tussen mei 2010 en februari 2011 uitgevoerd[3]. In deze context zijn de voornaamste belanghebbenden (bij het consumentenbeleid betrokken nationale autoriteiten van de lidstaten, EU- en nationale consumentenorganisaties en bedrijven) geraadpleegd over de in het kader van het huidige programma uitgevoerde acties.

De evaluatie belichtte de meerwaarde van het programma ondanks het feit dat het Europese consumentenbeleid een relatief nieuw gebied is en het niveau van de EU-financiering uit hoofde van het programma vrij laag is. Zij onderstreepte dat acties in het kader van de strategie en de programma's bijdragen aan de doelstellingen van Europa 2020, namelijk een slimme, duurzame en inclusieve groei.

De resultaten waren met name over het algemeen positief wat de relevantie van de doelstellingen van het programma en de effecten en de meerwaarde daarvan betreft. De evaluatie concludeerde ook dat het programma effecten op de lange termijn op de bescherming van de consumenten zal hebben. De nationale autoriteiten bevestigden over het algemeen dat de strategie en het programma een aanvulling vormden op het nationale consumentenbeleid. De evaluatie concludeerde echter dat de huidige strategie en het huidige programma slechts gedeeltelijk inspelen op de opkomende sociale en milieu-uitdagingen.

Bovendien hebben latere discussies met belanghebbenden plaatsgevonden tijdens de voorbereiding van het nieuwe consumentenprogramma, met name tijdens de consumententop 2011 in april 2011 en in de context van de consumentennetwerken: het consumentenbeleidsnetwerk (CPN) van nationale autoriteiten, het netwerk voor samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (CPC) van nationale handhavingsautoriteiten en de Europese consumentenadviesgroep (ECCG), samengesteld uit Europese en nationale consumentenorganisaties.

Er is ook om bijdragen gevraagd van de drie belangrijkste horizontale bedrijfsorganisaties (BusinessEurope, UEAPME en EuroCommerce).

Ondanks verschillen in aandachtspunten hebben de bijdragen van de nationale autoriteiten en de consumentenorganisaties over het algemeen de door DG Sanco voorgestelde, voor het programma relevante prioritaire kwesties ondersteund. De bedrijfsorganisaties waren het over het algemeen eens met de door de Commissie voorgestelde prioriteiten en benadrukten dat een goed evenwicht moest worden gevonden tussen consumentenbescherming en concurrentievermogen.

Bovendien heeft het Europees Parlement de laatste jaren een reeks verslagen gepubliceerd die direct relevant zijn voor de in het kader van het programma uitgevoerde activiteiten[4].

·

Effectbeoordeling



Tussen februari en juli 2011 is door directoraat-generaal Gezondheid en consumenten een effectbeoordeling uitgevoerd. Er zijn vier opties in aanmerking genomen:

- Optie 0 komt overeen met de absolute mimimumacties die moeten worden gefinancierd als gevolg van de wettelijke verplichtingen van het Verdrag en het bestaande EU-acquis op het gebied van consumentenbescherming.

- Optie 1 komt overeen met het basisscenario. Bij deze optie worden de meeste acties die in het kader van het programma 2007-2013 zijn uitgevoerd, met enige aanpassingen voortgezet. Sommige acties worden aanzienlijk gereduceerd of niet meer uitgevoerd, omdat zij niet langer relevant zijn, terwijl sommige nieuwe acties worden gelanceerd met een beperkte ambitie (bijvoorbeeld in verband met rechtsmiddelen). De begroting van deze optie is gelijk aan of lager dan die van het huidige programma.

- Optie 2 komt overeen met een meer ambitieuze aanpak in lijn met de prioriteiten van de Commissie (Europa 2020, akte voor de interne markt) en de lopende bezinning over de toekomst van het consumentenbeleid[5]. De begroting voor deze optie bedraagt circa 25 miljoen euro per jaar.

- Optie 3 zou in vergelijking met het huidige programma een verhoging van de begroting vereisen voor sommige aanvullende acties zoals: de ontwikkeling van een openbare gegevensbank betreffende de veiligheid van consumentenproducten; rechtsmiddelen: oprichting van een fonds ter ondersteuning van de financiering van grensoverschrijdende verhaalsacties.

De effectbeoordeling heeft geconcludeerd dat optie 2 de beste optie is uit het oogpunt van kosten en baten. De begroting voor deze optie zou circa 25 miljoen euro per jaar bedragen, wat in lijn is met de voorgestelde begrotingstoewijzing voor het consumentenprogramma in de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020' van juni 2011.

· Vereenvoudiging van het financieringsproces

Het financieringsproces zal met name worden vereenvoudigd door het gebruik van partnerschapsovereenkomsten en de ondersteuning van een coördinatieorgaan op EU-niveau voor markttoezicht in verband met veiligheid[6].

De mogelijkheid om telkens wanneer dit mogelijk is gebruik te maken van vaste bedragen zal worden onderzocht om de administratieve last te verminderen.

Mocht de Commissie besluiten om gebruik te maken van een uitvoerend agentschap voor de uitvoering van het consumentenprogramma, zou dit ook bijdragen aan de stroomlijning van de procedures voor het financieringsproces.

· Meerwaarde van de acties

Het programma zal de doelstellingen van het toekomstige consumentenbeleid ondersteunen door de EU-consumenten in het centrum van de interne markt te plaatsen. De meerwaarde van de acties in het kader van de vier specifieke doelstellingen wordt hieronder samengevat.

i) Veiligheid

Op het gebied van de veiligheid leveren de acties op EU-niveau en de samenwerking via het netwerk betreffende de richtlijn algemene productveiligheid (GPSD) betere resultaten op dan een reeks afzonderlijke acties van de lidstaten, aangezien zij de informatielacunes opvullen, onder meer door gebruik te maken van de door andere landen verzamelde informatie, en vermijden dat op de interne markt ongelijkheden voorkomen.

ii) Voorlichting en opvoeding

De monitoring van de consumentenmarkt helpt bij de identificatie van zwakke punten op de nationale markten en de obstakels voor de interne markt, die kunnen worden geslecht door hervormingen ter verbetering van innovatie en concurrentie. Over het algemeen moeten de gegevens voldoende onderbouwd en representatief zijn om niet alleen op EU- maar ook op nationaal niveau te kunnen worden gebruikt, zodat zij sommige efficiëntievoordelen op EU-schaal opleveren en een benchmarking door de lidstaten mogelijk maken.

De ondersteuning van een sterke en coherente vertegenwoordiging van de consumentenbeweging op EU-niveau draagt bij tot een geconsolideerde consumenteninput in de EU-besluitvorming, de EU-instellingen en de dialoog op EU-niveau. Zij zorgt ook voor de directe versterking van de positie en de ondersteuning van de bijzonder zwakke organisaties in de nieuwe lidstaten. Capaciteitsopbouwacties voor nationale consumentenorganisaties ondersteunen de ontwikkeling van transnationale netwerken tussen de deelnemers, onder meer voor mentoring en intercollegiale toetsing.

De EU-initiatieven op het gebied van consumentenvoorlichting en -opvoeding vergroten de kennis van de consumenten en het vertrouwen in grensoverschrijdende transacties en ondersteunen aldus de voltooiing van de interne markt. Zij vergemakkelijken de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten en zullen bijdragen tot de totstandbrenging van een coherente en gezaghebbende bron van informatie/opvoeding op EU-niveau.

iii) Rechten en rechtsmiddelen

De alternatieve geschillenbeslechting (ADR) zal een goedkoop, snel en gemakkelijk middel zijn om in de gehele EU verhaal te krijgen, waardoor gezorgd wordt voor gelijke voorwaarden voor iedereen. ADR is een sleutelactie in de wetgeving betreffende de interne markt. De financiering van een Uniewijd systeem voor onlinegeschillenbeslechting zal leiden tot een gecoördineerde aanpak, die schaalvoordelen en synergieën creëert.

iv) Handhaving

Het netwerk van Europese consumentencentra draagt bij tot de voltooiing van de interne markt door het verstrekken van advies en het verlenen van steun aan consumenten in verband met grensoverschrijdende kwesties, wat nationale autoriteiten en consumentenorganisaties zeer vaak niet kunnen doen. Gecoördineerde gezamenlijke handhavingsacties met het uit de nationale handhavingsautoriteiten bestaande netwerk voor samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (CPC), zoals de 'sweeps', zijn een zeer efficiënt middel voor de aanpak van kwesties die een grensoverschrijdende EU-dimensie hebben.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Dit voorstel is gebaseerd op artikel 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Krachtens artikel 169 VWEU genomen maatregelen moeten tot doel hebben de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen. Dit voorstel wil financiële steun verlenen aan de acties van de EU en de lidstaten, gericht op de bescherming van de veiligheid van de consumenten, de verbetering van hun toegang tot informatie en de verdere versterking van hun rechten. De keuze van artikel 169 VWEU als rechtsgrondslag is bijgevolg door zowel de doelstelling als de inhoud van het voorstel gerechtvaardigd. Dit voorstel moet worden goedgekeurd volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

3.

Gevolgen voor de begroting



De kredieten voor de uitvoering van het programma in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 belopen 197 miljoen euro in huidige prijzen. Dit komt overeen met de voorgestelde begrotingstoewijzing voor het consumentenprogramma in de mededeling 'Een begroting voor Europa 2020' van juni 2011.