Toelichting bij COM(2011)674 - Gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting 2011, Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52011DC0674

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 6BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2011 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTENSTAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie /* COM/2011/0674 definitief */


3.

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2011


ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III – Commissie

Gezien:

- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

- de Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen i, en met name artikel 37,

- de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, die op 15 december 2010 is goedgekeurd i,

- de gewijzigde begroting nr. 1/2011 i, die op 6 april 2011 is goedgekeurd,

- de gewijzigde begroting nr. 2/2011 i, die op 5 juli 2011 is goedgekeurd,

- de gewijzigde begroting nr. 3/2011, die op 5 juli 2011 is goedgekeurd,

- de gewijzigde begroting nr. 4/2011, die op 28 september 2011 is goedgekeurd,

- het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2011 i, dat op 22 juni 2011 is goedgekeurd,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting 2011 in.

4.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: ( eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.

5.

INHOUDSOPGAVE


1.

Inleiding

3

6.

2. ONTVANGSTEN 4


7.

2.1 HERZIENING VAN DE EIGEN MIDDELEN 4


8.

2.2 OVERIGE ONTVANGSTEN 4


9.

3. GEÏNTEGREERD MARITIEM BELEID 4


4. GRIEKENLAND: ESF – OPERATIONEEL PROGRAMMA VOOR ADMINISTRATIEVE HERVORMING 5

10.

5. PALESTINA 6


11.

6. BETALINGSKREDIETEN 8


12.

7. OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER 12


2.

Inleiding



Dit ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 voor 2011 heeft betrekking op het volgende:

- de gebruikelijke actualisering van de geraamde ontvangsten na de herziening van de ramingen van de eigen middelen en andere ontvangsten;

- de opvoering van een nieuw begrotingsonderdeel: 11 09 5 — Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (GMB), waarvoor 23,14 miljoen EUR aan vastleggingskredieten in de reserve is opgenomen in afwachting dat de rechtsgrondslag wordt goedgekeurd. Deze vastleggingskredieten zijn afkomstig van een herschikking binnen rubriek 2;

- de herschikking van 60 miljoen EUR aan vastleggingskredieten binnen rubriek 4 'De EU als mondiale partner' ten gunste van begrotingspost 19 08 01 02 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA (de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen). Het betreft hier een vroegtijdige voldoening aan de kredietbehoefte ( frontloading ) ter dekking van uitgaven in 2012;

- een verhoging van begrotingsartikel 04 02 20 Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013) met 3,25 miljoen EUR voor de verstrekking van specifieke deskundigheid ter ondersteuning van het operationeel programma voor administratieve hervorming op het gebied van belastingsadministratie in Griekenland. Er wordt tevens 300 000 EUR aan betalingskredieten gevraagd;

- een verhoging van de betalingskredieten met 550 miljoen EUR voor na de 'globale overschrijving' nog openstaande verplichtingen. 142 miljoen EUR daarvan zal worden gebruikt om meer betalingen te verrichten in deelrubriek 1a 'Concurrentiekracht voor groei en werkgelegenheid' en de overige 408 miljoen EUR voor deelrubriek 1b 'Samenhang voor groei en werkgelegenheid';

- een 'p.m.'-verlaging van de betalingskredieten van post 05 04 05 01 — Programma’s voor plattelandsontwikkeling in verband met een eventueel verschil tussen de in september 2011 bijgewerkte ramingen van de lidstaten en de betalingsdeclaraties die in november 2011 zullen worden ingediend. Deze vermelding is indicatief en kan na ontvangst van de declaraties van de lidstaten worden geactualiseerd en gebruikt worden om te voorzien in een deel van de behoeften in deelrubriek 1b 'Samenhang voor groei en werkgelegenheid'.

Het netto-effect van dit OGB nr. 6/2011 is een verhoging van de vastleggingskredieten met 3,25 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 550,3 miljoen EUR in de deelrubrieken 1a en 1b. Omdat de saldi van vorige jaren van de btw- en bni-middelen krachtens Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moeten worden geboekt en de andere ontvangsten met 435 miljoen EUR aan geldboeten toenemen, nemen de totale ontvangsten met 1 276,9 miljoen EUR toe, waardoor de voor 2011 gebudgetteerde bijdragen van de lidstaten op basis van het bni met 726,6 miljoen EUR kunnen worden verlaagd.

13.

2. ONTVANGSTEN


14.

2.1 Herziening van de eigen middelen


Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van 22 mei 2000 i heeft de Commissie de raming van de ontvangsten aan eigen middelen herzien. Deze herziening heeft in het bijzonder betrekking op de saldi van de btw (belasting over de toegevoegde waarde) en het bni (bruto nationaal inkomen), alsmede op de traditionele eigen middelen.

Wat betreft de btw- en bni-saldi van de eigen middelen en op basis van de beschikbare informatie stelt de Commissie voor een bedrag van 1 814,9 miljoen EUR op te nemen. Deze verhoging heeft betrekking op de hoofdstukken 31 i en 32 i van de ontvangstenzijde van de begroting.

Op dit moment hebben de berekeningen met betrekking tot de saldi van de lidstaten nog steeds een voorlopig karakter, als gevolg van de verificatie van de bni- en btw-gegevens die thans plaatsvindt. De Commissie kan in de loop van deze OGB-procedure de cijfers dus nog herzien.

De Commissie stelt ook voor de traditionele eigen middelen (TEM) in hoofdstuk 12 i van de ontvangsten met 1 200 miljoen EUR te verlagen. Indien door de nieuwe gegevens voor het laatste kwartaal van het jaar deze raming aanzienlijk moet worden gewijzigd, zal de Commissie haar cijfers in de loop van de begrotingsprocedure herzien.

15.

2.2 Overige ontvangsten


Gezien de bedragen die dit jaar al zijn ontvangen of waarschijnlijk worden ontvangen, wordt voorgesteld om de oorspronkelijke raming te verhogen met een nettobedrag van 662 miljoen EUR. In de onderstaande tabel zijn de cijfers voor de betreffende ontvangsten vermeld:

16.

Ontvangsten Begroting OGB 6/ Nieuw bedrag


6 6 0 1 — Andere bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming 30 000 52 000 82 000

7 0 0 0 — Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten 5 000 170 000 175 000

7 0 1 — Rente voor betalingsachterstand en andere rente op boeten 15 000 5 000 20 000

7 1 0 — Geldboeten, dwangsommen en andere sancties 100 000 435 000 535 000

17.

Totaal 150 000 662 000 812 000


18.

3. GEÏNTEGREERD MARITIEM BELEID


Het geïntegreerd maritiem beleid kwam tot stand in december 2007 nadat de Europese Raad zijn goedkeuring had gehecht aan een Mededeling van de Commissie waarin een specifiek beleid voor de oceanen, zeeën en kusten werd voorgesteld. Gedurende de eerste drie jaar werd het gefinancierd via proefprojecten en voorbereidende acties. In september 2010 diende de Commissie een voorstel voor een verordening in om het beleid tot het einde van het huidig financieel kader te blijven financieren. De voorgestelde financiering moet de Commissie, evenals de lidstaten en de belanghebbenden, in staat stellen door te gaan met de via proefprojecten en voorbereidende acties op gang gebrachte verkennende werkzaamheden en de opties om het beleid ten uitvoer te leggen volgens de lijnen van het voortgangsverslag van de Commissie van 15 oktober 2009, goedgekeurd door de Raad op 16 november 2009, verder te ontwikkelen en concreet te maken.

De Commissie stelde om te beginnen een totale enveloppe van 50 miljoen EUR voor, te spreiden over drie jaar (2011-2013) en gefinancierd uit de beschikbare marge van rubriek 2. Overleg tussen het Europees Parlement en de Raad heeft geleid tot een politieke consensus over een enveloppe van 40 miljoen EUR en in een trialoogvergadering van 4 oktober werd hierover een akkoord bereikt.

Volgens het akkoord is deze enveloppe samengesteld uit 23,14 miljoen EUR van de begroting 2011 zonder dat de beschikbare marge van rubriek 2 wordt aangesproken; 16,66 miljoen EUR, op te nemen in de ontwerpbegroting en door de Raad goed te keuren tijdens zijn lezing van de begroting 2013, en 200 000 EUR voor technische bijstand, op te nemen in de begroting 2013. In deze gewijzigde begroting wordt daarom de herschikking voorgesteld van 23,14 miljoen EUR aan ongebruikte kredieten van 2011, afkomstig van hoofdstuk 17 04 — Veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierwelzijn en gezondheid van planten.

De Commissie stelt in deze gewijzigde begroting ook voor een nieuw begrotingsonderdeel op te voeren: 11 09 05 — Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (GMB), waarvoor 23,14 miljoen EUR in de reserve wordt opgenomen in afwachting dat de rechtsgrondslag wordt goedgekeurd. Tegelijkertijd worden de beschikbare vastleggingskredieten op de volgende begrotingsonderdelen van rubriek 2 aldus verlaagd:

19.

Begrotingspost Bedrag (in miljoen EUR) Toelichting


17 04 01 01 — Programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen -19, Kosten voor inenting tegen bluetongue lager dan verwacht als gevolg van de aanzienlijke afname van de ziekte wegens succesvolle inentingscampagnes en het overstappen van sommige lidstaten op vrijwillige, door de houders gefinancierde programma's. Daarnaast, een daling van het aantal gevallen van BSE (boviene spongiforme encefalopathie). Ongebruikte kredieten kunnen dus ter beschikking worden gesteld.

17 04 02 01 — Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen -3, De voor de aankoop van noodvoorraden diervaccins bestemde middelen zullen in 2011 niet volledig worden vastgelegd omdat er zich geen noemenswaardige nieuwe uitbraken hebben voorgedaan. Ongebruikte kredieten kunnen dus ter beschikking worden gesteld.

Totaal 23,

4. GRIEKENLAND: ESF – OPERATIONEEL PROGRAMMA VOOR ADMINISTRATIEVE HERVORMING

Administratieve hervorming in Griekenland is van essentieel belang om de tenuitvoerlegging van het cohesiebeleid via de Structuurfondsen te helpen slagen. Het Operationeel programma voor administratieve hervorming (CCI: 2007GR05UPO003) in het kader van het Europees Sociaal Fonds (ESF), is bedoeld om hervormingen in de overheidsdiensten door te voeren die de werking van de Griekse staat op specifieke essentiële punten, het beheer door de overheid en de efficiëntie van de ambtenarij moeten verbeteren, en terzelfder tijd de uitvoering van het cohesiebeleid ten goede moeten komen. Vanwege het belang voor de overheidsfinanciën, zijn er punten die een bijzonder urgente aanpak vereisen op het gebied van de belastingadministratie.

De Commissie stelt voor gebruik te maken van technische bijstand om specifieke deskundigheid op het gebied van belastingadministratie in Griekenland ter beschikking te stellen via een contract op maat met het Internationaal Monetair Fonds, daarbij steunend op de bijzondere expertise die het IMF en EU-lidstaten hebben. De voorgestelde werkzaamheden voldoen aan de criteria voor technische bijstand in het kader van het ESF aangezien zij directe ondersteuning behelzen van de uitvoering van een operationeel ESF-programma in een lidstaat en de urgente actie het beste via een maatregel van deze aard kan worden ondernomen. Het contract zal nog in 2011 worden ondertekend, hetgeen de behoefte aan vastleggingskredieten (3,25 miljoen EUR) rechtvaardigt. De gevraagde betalingskredieten (300 000 EUR) dienen ter dekking van de eerste contractbehoeften.

20.

5. PALESTINA


Een analyse van de behoeften aan vastleggingskredieten tot het einde van het jaar heeft uitgewezen dat in rubriek 4 'De EU als mondiale partner' 60,4 miljoen EUR beschikbaar is. Er wordt voorgesteld dit bedrag te herschikken ten gunste van begrotingspost 19 08 01 02 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA (de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen).

De herkomst van de 60,4 miljoen EUR aan vastleggingen is als volgt:

- 51,4 miljoen EUR van de geannuleerde maatregel voor macrofinanciële bijstand (MFB) in Kosovo. Een essentiële eerste vereiste voor de MFB-maatregel was de naleving van de bepalingen van de Stand-By Arrangement (SBA) voor 18 maanden die Kosovo met het Internationaal Monetair Fonds heeft gesloten en die op 21 juli 2010 door de Executive Board van het IMF werd goedgekeurd. Het programma waarvoor de SBA steun verleende, omvatte i) het in bedwang houden van de lopende uitgaven; ii) meer inkomsten en hogere opbrengsten van privatisering, en iii) meer deposito's van de overheid bij de centrale bank als buffer voor ongunstige budgettaire en financiële ontwikkelingen. De in het voorjaar van 2011 door de nieuwe samengestelde assemblee aangenomen begroting voor 2011 week af van de begroting die in het kader van de SBA was overeengekomen, met name werden aanzienlijke loonsverhogingen in de overheidssector doorgevoerd. Er was dus niet aan de essentiële eerste vereiste voor de macrofinanciële bijstand voldaan.

- 6,3 miljoen EUR wegens de eenzijdige annulering van lopende oproepen aan de VS en Canada om voorstellen in te dienen, waardoor artikel 15 02 03 — Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding een overschot vertoont.

- Een aantal kleinere kredietoverschotten op diverse andere begrotingsonderdelen, onder andere wegens schommelingen van de EUR/USD-wisselkoers met gevolgen voor de EU-bijdrage aan internationale organisaties en multilaterale overeenkomsten of wegens onvoorziene vertragingen bij de goedkeuring van internationale grondstoffenovereenkomsten.

Hierna de volledige lijst van voorgestelde mutaties:

21.

Begrotingsonderdeel Vastleggingen (in euro's)


22.

01 03 02 Macro-economische bijstand -51 400


23.

05 06 01 - Internationale landbouwovereenkomsten -75


24.

07 11 01 - Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten -174


14 03 03 — Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane -129

25.

15 02 03 - Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding -6 326


21 07 03 — Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties -305

21 07 04 — Grondstoffenovereenkomsten -2 027

19 08 01 02 - Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA +60 438

De Commissie stelt voor de overschotten te hergebruiken om te voorzien in de meest urgente behoeften van de Palestijnse Autoriteit en UNRWA. De extra middelen zullen weliswaar worden vastgelegd op de begroting 2011, maar zijn bedoeld om bij te dragen aan de voor 2012 geprogrammeerde EU-bijstand; zij zullen nauw worden afgestemd op de actieplannen voor 2012. Door een aanzienlijk deel van de bijstand voor 2012 vroegtijdig vast te leggen, hoopt de Commissie de in 2012 daadwerkelijk op begrotingspost 19 08 01 02 beschikbare kredieten ongeveer op het peil te brengen dat oorspronkelijk in 2011 beschikbaar was (300 miljoen EUR). Bovendien kan een versterking van de financiering in een vroeg stadium een stimulans zijn voor andere donoren om vroeger met hun toegezegde bijdragen over de brug te komen.

Van de voor herschikking voorgestelde 60,4 miljoen EUR zou 45 miljoen naar het PEGASE-mechanisme moeten gaan om het Palestijnse bestuur en de dienstverlening te ondersteunen, in het bijzonder in de sectoren onderwijs, gezondheidszorg en welzijn. De ontvangsten van de Palestijnse Autoriteit zijn in 2011 als geheel ontoereikend gebleken, deels wegens tekortschietende internationale bijstand, wat de stabiliteit van de staat ondermijnt en de voorziening in het onderhoud van duizenden mensen in gevaar brengt. Het verzoek om de bijdrage voor 2012 vroegtijdig vast te leggen, moet ook worden gezien in het kader van politieke inspanningen op hoog niveau om andere donoren te motiveren en de toegang voor de Palestijnse Autoriteit te deblokkeren tot andere legitieme bronnen van inkomsten zoals doaunerechten door aan te dringen op een politiek (met name bij Israël) van versoepeling van de blokkade van Gaza en de beperkingen (goederen in Gaza, handel op de Westelijke Jordaanoever, enz.).

De overige 15,4 miljoen EUR zou naar het UNRWA moeten gaan. Het budget daarvan staat van verschillende kanten onder druk (bevolkingstoename, inflatie, stijgende voedsel- en energiekosten, oplopende personeelskosten als gevolg van verhogingen van de overheidssalarissen in de gastlanden en dalende donorbijdragen vanwege de financiële crisis). UNRWA voorziet een tekort aan middelen en zal wellicht niet in staat zijn zijn verplichtingen in het eerste kwartaal van 2012 na te komen. Dit betekent dat het agentschap niet over voldoende middelen zou beschikken om eind 2011 en begin 2012 zelfs maar de meest essentiële diensten (onderwijs, gezondheidszorg) te dekken. Een vroegtijdige donatie van 15,4 miljoen EUR moet, samen met de kredieten die in de ontwerpbegroting 2012 zijn gevraagd, helpen het tekort aan middelen bij UNRWA op te vangen en de continuïteit van essentiële overheidsdiensten aan de Palestijnse vluchtelingen te verzekeren en zal als een politieke hefboom fungeren voor de niet aflatende inspanningen van het agentschap om middelen te mobiliseren bij andere donoren, in het bijzonder de Arabische landen.

26.

6. BETALINGSKREDIETEN


In september werd alle diensten van de Commissie gevraagd hun ramingen van de behoeften tot het einde van 2011 te actualiseren en hun verzoeken om aanpassing van de betalingskredieten in te dienen. Deze herzieningen vormen de input voor de zogeheten 'globale overschrijving' (DEC 34/2011).

De Commissie heeft er bij de opmaak van de globale overschrijving voor 2011 naar gestreefd de toegenomen behoeften aan betalingskredieten voor sommige begrotingsonderdelen op te vangen met ongebruikte bedragen van sommige andere, teneinde tot een volledige besteding te komen.

Met het voorstel was een bedrag gemoeid van 719,2 miljoen EUR, zijnde ongeveer 0,6% van de totale goedgekeurde betalingen van de begroting 2011. In totaal gaat het om 103 begrotingsonderdelen (57 voor verhogingen en 46 voor verlagingen), in vergelijking met 95 begrotingsonderdelen (51 voor verhogingen en 44 voor verlagingen) in de globale overschrijving die eind 2010 is ingediend.

Het is desondanks niet mogelijk gebleken alle verzoeken om verhoging van de betalingskredieten in te willigen. Er blijft in totaal een bedrag openstaan van 1 142 miljoen EUR op de volgende vier onderdelen:

27.

Begrotingsonderdeel Betalingen (in miljoen EUR)


28.

04 02 17 - Europees Sociaal Fonds (ESF) - Convergentie


29.

04 02 19 - Europees Sociaal Fonds (ESF) - Regionaal concurrentievermogen


08 04 01 - Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

09 04 01 01 - Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

30.

Totaal 1


Er wordt thans voorgesteld de betalingskredieten met 550 miljoen EUR te verhogen om in een deel van deze extra behoeften te voorzien. De Commissie wil alle begrotingsmiddelen tot het einde van het jaar benutten om de niet-gedekte behoeften te vervullen door middel van overschrijvingen binnen de goedgekeurde begroting en zo min mogelijk om nieuwe kredieten te moeten vragen.

Gelet op de ervaring wat betreft de verschillen tussen de ramingen en de uiteindelijke declaraties door de lidstaten, zou het openstaande saldo van 592 miljoen EUR door middel van interne herschikkingen kunnen worden gefinancierd. Voorgesteld wordt om reeds een 'p.m.'-bedrag in deze gewijzigde begroting op te nemen in begrotingspost 05 04 05 01 — Programma's voor plattelandsontwikkeling. De laatste verzoeken van de lidstaten om betalingen vanaf dit begrotingsonderdeel zullen pas op 10 november bekend zijn; de Commissie zal op basis daarvan het definitieve bedrag bevestigen van de betalingskredieten die kunnen worden herschikt ten behoeve van de openstaande behoeften voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) en de beschikbare middelen en de behoeften optimaal op elkaar afstemmen.

Hierna worden de voorgestelde aanpassingen van de betalingskredieten voor de respectievelijke begrotingsonderdelen toegelicht.

Te verhogen: 04 02 17 - Europees Sociaal Fonds (EUR) – Convergentie (+ 204 miljoen EUR)

De groter dan verwachte betalingsbehoeften hebben te maken met het feit dat sommige oorspronkelijk in 2010 geprogrammeerde betalingen, in 2011 zijn verricht. Het gaat daarbij voornamelijk om een reeks operationele programma's in Spanje en Polen waarvoor de betalingen in 2010 zijn onderbroken naar aanleiding van onregelmatigheden die door controleurs in de beheers- en controlesystemen zijn aangetroffen. Nadat op het niveau van de betrokken regio's actieplannen werden gerealiseerd, kon de onderbreking in 2011 worden opgeheven, waardoor tot de vergoeding van aanzienlijke bedragen aan uitgaven werd overgegaan. Eind september waren de beschikbare kredieten voor ruim 87% uitgevoerd zodat er aanvullende betalingskredieten nodig zijn om de behoeften tot het einde van het jaar te dekken.

Te verhogen: 04 02 19 - Europees Sociaal Fonds (EUR) – Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (+ 204 miljoen EUR)

De raming van de voor dit onderdeel te verrichten betalingen is naar boven bijgesteld na de jongste analyse door de Commissie van de uitvoering voor het Europees Sociaal Fonds. Uit deze analyse aan de hand van de gegevens die de lidstaten afzonderlijk hebben verstrekt, blijkt dat de operationele programma's in snel tempo vorderen en dat de betalingsverzoeken die tot het einde van het jaar van de lidstaten worden verwacht, de beschikbare kredieten ruimschoots te boven gaan. Eind september stond de teller van de uitvoering reeds op circa 86% van de beschikbare kredieten; vorig jaar was dat op hetzelfde moment slechts 35% van de uiteindelijke uitvoering voor het jaar.

Te verhogen: 08 04 01 - Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën (+ 82 miljoen EUR)

Er zijn verschillende redenen voor het verzoek om meer betalingskredieten:

1) In de loop van 2011 heeft het management nieuwe prioriteiten aangewezen wat betreft het sluiten van contracten op basis van de volgende oproepen tot het indienen van voorstellen voor 2011: EU-Japan, EU-Rusland en PPP's (publiek-private partnerschappen). Er zij op gewezen dat de contracten uit oproepen voor voorstellen EU-Japan en EU-Rusland in 2011 moeten worden gefinaliseerd om het parallellisme met door de betrokken landen gefinancierde projecten te verzekeren. De oproep tot het indienen van voorstellen 'PPP-2011' maakt deel uit van het economisch stimuleringspakket. Daarom is het belangrijk dat de contracten nog in 2011 kunnen beginnen te lopen. Daarvoor dient ongeveer 35 miljoen EUR aan extra voorschotten te worden betaald.

2) De vereenvoudiging van de procedures en de kwaliteit van de verzoeken om tussentijdse betalingen hebben de besteding van betalingskredieten zeer significant versneld en de vraag naar betalingen voor het zevende Kaderprogramma (KP7) in het laatste kwartaal van 2010 op kruissnelheid gebracht. Vanwege een tekort aan betalingskredieten eind 2010 werden sommige voorschotten en tussentijdse betalingen, voor in totaal ongeveer 80 miljoen EUR, naar 2011 verschoven. De situatie is in 2011 niet veranderd, waardoor bij benadering nog eens 25 miljoen EUR nodig is.

In totaal betekent dit dat het begrotingsonderdeel met 138,3 miljoen EUR aan betalingskredieten moet worden versterkt. In het kader van de globale overschrijving wordt een verhoging met 56,3 miljoen EUR voorgesteld. Het saldo van 82 miljoen EUR wordt middels het OGB 6/2011 gevraagd.

Te verhogen: 09 04 01 01 - Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) (+ 60 miljoen EUR)

Het tempo waarin de onderhandelingen over ICT-samenwerkingsprojecten van het KP7 opschieten, leidt ertoe dat meer voorfinancieringen dan aanvankelijk waren verwacht nodig zullen zijn voor projecten waarvan de start is gepland tussen september en december 2011. In concreto wordt vόόr het einde van het jaar de afwikkeling voorzien van 173 voorfinancieringsbetalingen betreffende oproep 7-projecten en 289 kostendeclaraties betreffende projecten van vorige oproepen. Bij de huidige voortgang van de onderhandelingen betreffende oproep 7 zullen voor deze verrichtingen meer kredieten nodig zijn dan er momenteel beschikbaar zijn op de begroting. Na de in het kader van de globale overschrijving voorgestelde verhoging met 46 miljoen EUR blijft een saldo openstaan van 60 miljoen EUR, dat middels dit OGB 6/2011 wordt gevraagd.

Te verlagen: 05 04 05 01 Programma’s voor plattelandsontwikkeling (p.m.)

De ten laste van de begroting 2011 voor programma's voor plattelandsontwikkeling te verrichten eindbetalingen hebben betrekking op de uitgavendeclaraties van de lidstaten voor het derde kwartaal, bij de Commissie in te dienen tegen 10 november. De herziene ramingen die de Commissie van de lidstaten verlangde en die zij begin september ontving, wijzen in de richting van een volledige benutting van de betalingskredieten die voor programma's voor plattelandsontwikkeling 2007-2013 beschikbaar zijn. Tussen deze herziene ramingen van september en de effectief uit hoofde van de uitgavendeclaraties van het derde kwartaal verschuldigde bedragen kunnen evenwel nog verschillen optreden. De ervaring van de afgelopen drie jaar is dat de ramingen beduidend hoger lager dan de gedeclareerde bedragen. Daarom gaat de Commissie, niettegenstaande dat de ramingen van de lidstaten op een volledige benutting van de beschikbare betalingskredieten wijzen, ervan uit dat een verlaging op het begrotingsonderdeel tot de mogelijkheden behoort. De Commissie zal het definitieve bedrag kunnen vaststellen na 10 november, als de lidstaten hun uitgavendeclaraties indienen.

31.

7. OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER


Financieel kader Rubriek/subrubriek Financieel kader Begroting 2011 (incl. GB 1-4 en OGB 5) OGB 6/ Begroting 2011 (incl. GB 1-4 en OGB 5-6/2011)

|VKBKVKBKVKBKVKBK 1. DUURZAME GROEI 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid12 987 000 13 520 566 11 381 944 142 000 13 520 566 11 523 944 1b. Cohesie voor groei en werkgelegenheid50 987 000 50 980 593 41 652 094 3 250 408 300 50 983 843 42 060 394 Totaal 63 974 000 64 501 160 53 034 039 3 250 550 300 64 504 410 53 584 339 Marge i

|-27 160 -30 410 2. INSTANDHOUDING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen47 617 000 42 891 201 42 788 499 -23 140 42 868 061 42 788 499 Totaal 59 688 000 58 659 248 56 378 918 58 659 248 56 378 918 Marge1 028 751 1 028 751 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID 3a. Vrijheid, veiligheid en recht1 206 000 1 180 030 857 199 1 180 030 857 199 3b. Burgerschap683 000 879 831 842 903 879 831 842 903 Totaal 1 889 000 2 059 861 1 700 103 2 059 861 1 700 103 Marge i

|26 072 26 072 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER i

|8 430 000 8 759 300 7 242 528 8 759 300 7 242 528 Marge -70 439 -70 439 5. ADMINISTRATIE i

|8 144 000 8 172 839 8 171 544 8 172 839 8 171 544 Marge 53 160 53 160 TOTAAL 142 125 000 133 440 000 142.152.409.126.527.133.3 250 550 300 142 155 659 127 077 433 Marge1 115 385 7 094 866 1 112 135 6 544 566