Toelichting bij COM(2011)316 - EU-standpunt over wijziging van de bijlagen bij het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (ook “CMS” of “Verdrag van Bonn” genoemd) beoogt de instandhouding van trekvogelsoorten en andere trekkende terrestrische en mariene diersoorten in hun hele verspreidingsgebied. Het is een intergouvernementeel verdrag dat tot stand is gekomen onder auspiciën van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties en gericht is op de wereldwijde bescherming van wilde diersoorten en natuurlijke habitats. De Europese Unie is partij bij het CMS sinds 1 november 1983[1].

2. De trekkende diersoorten waarvan het behoud wordt beoogd, worden opgesomd in bijlage I (bedreigde soorten) en bijlage II (soorten waarover een overeenkomst dient te worden gesloten) bij het verdrag.

3. De Conferentie van de Partijen is het besluitvormingsorgaan van het verdrag, dat bevoegd is om de behoudsstatus van trekkende soorten te beoordelen en in het licht van deze beoordeling de bijlagen I en II bij het verdrag te wijzigen.

4. Krachtens artikel XI van het verdrag kan elke partij voorstellen tot wijziging indienen. Een wijziging van de bijlagen wordt voor alle partijen van kracht negentig dagen na de vergadering van de Conferentie van de Partijen waarop zij werd aangenomen, behalve voor de partijen die een voorbehoud maken.

5. De tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het verdrag zal van 20 tot 25 november 2011 in Bergen (Noorwegen) plaatsvinden. Voorgesteld wordt dat de Unie, met het oog op deze vergadering, voorstellen tot wijziging van bijlage I bij het verdrag indient ter verhoging van de bescherming van twee roofvogelsoorten, namelijk Falco cherrug en Falco vespertinus, in hun hele verspreidingsgebied, ook buiten het grondgebied van de Unie, op basis van de volgende overwegingen: (1) de opneming van deze soorten is wetenschappelijk verantwoord; (2) hun opneming is in overeenstemming met de EU-wetgeving; en (3) de Unie maakt zich sterk voor internationale samenwerking om de biodiversiteit te beschermen. Deze voorstellen vereisen geen aanpassing van het recht van de Unie, aangezien het soorten betreft die krachtens het recht van de Unie, met name de Vogelrichtlijn[2] en de Habitatrichtlijn[3], reeds passende bescherming genieten.

6. Bijgevolg dient de Raad een besluit te nemen met het oog op de vaststelling van het standpunt dat op de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen namens de Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijziging.

7. De uiterste termijn voor het indienen van voorstellen tot wijziging is door het secretariaat van het verdrag vastgesteld op 23 juni 2011.

8. Vóór de tiende vergadering van de Conferentie van de Partijen kan het secretariaat van het verdrag kennisgeving doen van voorstellen tot wijziging van de bijlagen I en II bij het verdrag die door andere partijen worden ingediend en die het eveneens noodzakelijk maken dat een besluit wordt genomen tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie met betrekking tot die voorstellen moet worden ingenomen.