Toelichting bij COM(2011)299 - Wijziging van Richtlijn 1999/31/EG met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Krachtens artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1102/2008 i wordt metallisch kwik van vier belangrijke bronnen als afval beschouwd en op een voor de gezondheid van de mens en het milieu veilige manier verwijderd. Overeenkomstig artikel 3 mag metallisch (vloeibaar) kwik in afwijking van artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 1999/31/EG i tijdelijk of permanent worden opgeslagen in daartoe geschikt gemaakte zoutmijnen of diepe harde rotsformaties, of tijdelijk worden opgeslagen in daartoe bestemde bovengrondse faciliteiten. In artikel 4, lid 3, is bepaald dat voorschriften voor zulke faciliteiten en aanvaardingscriteria volgens de in artikel 16 van Richtlijn 1999/31/EG bedoelde comitéprocedure worden vastgesteld en de vorm hebben van wijzigingen van de bijlagen I, II en III bij die richtlijn.

De opslagverplichting (en het uitvoerverbod uit hoofde van artikel 1 van de verordening) is in werking getreden op 15 maart 2011.

Teneinde een passend voorstel voor opslagcriteria op te stellen, bestelde de Commissie (DG Milieu) een studie over 'voorschriften voor faciliteiten en aanvaardingscriteria voor de verwijdering van metallisch kwik', die is uitgevoerd door BiPRO GmbH. Het eindverslag is openbaar gemaakt in april 2010 i.

1.

Resultaten van de raadpleging van betrokken partijen



Op basis van de bevindingen van deze studie, maar ook op basis van andere bronnen, ontwikkelde de Commissie eerste voorlopige ontwerp-criteria in de vorm van een werkdocument dat van juni 2010 tot 3 september 2010 ter becommentariëring aan deskundigen van de lidstaten is voorgelegd.

Tijdens deze raadpleging bleek duidelijk dat, wat permanente opslag betreft, aanvullende evaluatie van het gedrag op lange termijn van metallisch kwik in ondergrondse opslag noodzakelijk is om deugdelijke en op kennis gebaseerde voorschriften voor permanente opslag vast te stellen.

In nauwe samenwerking met deskundigen van de lidstaten ging de Commissie evenwel verder met het opstellen van criteria voor de tijdelijke opslag van metallisch kwik. Naar criteria voor permanente opslag wordt opnieuw gekeken zodra de kennisbasis is verbeterd. Daarbij zal rekening worden gehouden met informatie van lidstaten die mogelijk opslagcapaciteit zullen ontwikkelen en momenteel nationale milieuveiligheidsbeoordelingen aan het uitvoeren zijn.

Op basis van de in het kader van de eerste consultatieronde ontvangen commentaren is tijdens een informele vergadering met deskundigen op het gebied afval en kwik op 6 oktober 2010 een herzien werkdocument besproken.

Het document is met aanvullende opmerkingen en wijzigingen ter beraadslaging (zonder stemming) voorgelegd aan het bij Richtlijn 1999/31/EG van 10 december 2010 betreffende het storten van afvalstoffen ingestelde comité voor de aanpassing van de EU-afvalstoffenwetgeving aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang. Uitgezonderd het voorbehoud van één lidstaat voor nadere bestudering en de opmerkingen van twee andere, waaraan in een gewijzigde versie moet worden tegemoetgekomen, was het document voor alle aanwezigen aanvaardbaar.

De Commissie zette de inhoud van dit werkdocument met de bovenbedoelde wijzigingen om in een wetgevingsdocument: een ontwerp-richtlijn van de Commissie tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd. Deze ontwerp-richtlijn is op 11 februari 2011 ingediend bij het (omgedoopte) 'bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG ingestelde comité voor de aanpassing van de richtlijnen betreffende afvalstoffen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang' voor stemming bij schriftelijke procedure. Het ontwerp bevatte een verwijzing naar door de lidstaten op te stellen concordantietabellen. Omdat de basishandeling (de richtlijn inzake het storten van afvalstoffen) geen dergelijke verwijzing bevat, werd het niet passend beschouwd deze op te nemen in de wijzigingshandeling. Daarom is op 7 maart 2011 de schriftelijke procedure opnieuw ingeleid voor een herziene versie van het ontwerp.

Aan het einde van de dertigdaagse stemperiode (5 april 2011) werd geen gekwalificeerde meerderheid bereikt (241 stemmen voor, 75 stemmen tegen en 29 onthoudingen).

Overeenkomstig artikel 5 bis, lid 4, van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden wordt daarom bij de Raad een voorstel betreffende de te nemen maatregelen ingediend.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Het voorstel voorziet in de toevoeging van een punt over specifieke voorschriften voor de opslag van metallisch kwik aan elk van de bijlagen I, II en III bij de richtlijn inzake het storten van afvalstoffen. De structuur van de richtlijn en de bijlagen blijven ongewijzigd.