Toelichting bij COM(2011)154 - Gewijzigde begroting nr. 2 bij de begroting 2011, Afdeling III - Commissie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52011DC0154

/* COM/2011/0154 def. */ ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2011 STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 25.3.2011

COM(2011) 154 definitief

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2011

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

(ingediend door de Commissie)

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 2BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2011

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

Gezien:

- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106bis,

- Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen i, en met name artikel 37,

- de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, die op 15 december 2010 is goedgekeurd,

- de gewijzigde begroting nr. 1/2011 i, die op 14 januari 2011 is goedgekeurd,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de begroting 2011 in.

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex: ( eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en ). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU 3

2.1. Slovenië 3

2.2. Kroatië 4

2.3. Tsjechië 5

2.4. Conclusie 7

Financiering

7

4. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader 9

1.

Inleiding



Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 2/2011 heeft betrekking op de beschikbaarstelling uit het Solidariteitsfonds van de EU van 19 546 647 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten in verband met de gevolgen van zware regenval in Slovenië, Kroatië en Tsjechië.

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

2.1. Slovenië

1. De aanvraag werd door de Commissie ontvangen op 26 november 2010, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 17 september 2010. De Sloveense autoriteiten hebben een aanvraag voor steun ingediend naar aanleiding van de schade die werd veroorzaakt door de overstroming die zich heeft voorgedaan na de hevige regenval tijdens de periode van 17 september 2010 tot 20 september 2010.

2. De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het Solidariteitsfonds.

3. De Sloveense autoriteiten ramen de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 251 300 861 EUR. Dit komt overeen met 115,45% van de in 2010 voor Slovenië geldende normale drempel om een beroep te doen op het Solidariteitsfonds, die 217,669 miljoen EUR bedraagt (namelijk 0,6% van het bni van Slovenië op basis van gegevens van 2008).

4. Doordat de geraamde totale directe schade van 251,3 miljoen EUR uitkomt boven de voor Slovenië geldende drempel om een beroep te doen op het Solidariteitsfonds, kan de ramp worden aangemerkt als 'grote natuurramp' in de zin van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad die dus onder het hoofdtoepassingsgebied van het Solidariteitsfonds valt. De totale directe schade dient als basis voor de berekening van het bedrag van de financiële steun. Deze steun mag alleen worden gebruikt voor noodacties inzake eerste levensbehoeften zoals gedefinieerd in artikel 3 van de verordening.

5. Wat de gevolgen van de ramp betreft, zijn 137 van de 210 Sloveense gemeenten getroffen door de overstroming, die over een groot gebied schade heeft toegebracht aan infrastructuur, bedrijven en particuliere eigendommen. In totaal kwamen 8 241 gebouwen onder water te staan, waaronder 127 bedrijfsgebouwen. Wat de infrastructuur betreft, is er schade toegebracht aan 91 bruggen, 550 km rijksweg en 2 000 km lokale wegen. 296 mensen moesten worden geëvacueerd. Daarnaast heeft het Sloveens cultureel erfgoed in verscheidene regio's schade opgelopen. De volledige historische centra van Kostanjevica na Krki en Krško zijn overstroomd en de zoutpannen in de buurt van Piran werden beschadigd. De Sloveense autoriteiten hebben een zorgvuldig opgestelde aanvraag ingediend en hebben overtuigend aangetoond dat het hier gaat om een grote ramp.

6. De kosten van de acties die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 in aanmerking komen, worden op 171,3 miljoen EUR geraamd en opgesplitst in categorieën. Het merendeel van de kosten voor noodacties (meer dan 73 miljoen EUR) betreft de maatregelen voor het water- en afvalwaterbeheer.

7. De getroffen regio is voor de Structuurfondsen 2007-2013 subsidiabel als 'convergentieregio'. De Sloveense autoriteiten hebben aan de Commissie niet te kennen gegeven dat zij voornemens zijn andere communautaire financieringsbronnen te benutten om de gevolgen van de overstroming op te vangen.

8. Volgens de Sloveense autoriteiten worden de in aanmerking komende kosten niet door verzekeringen gedekt.

2.2. Kroatië

In de periode van 17 tot 22 september 2010 had Kroatië te kampen met hevige regenval die in het westelijke deel van het land zware overstromingen heeft veroorzaakt. De ramp veroorzaakte aanzienlijke schade aan de infrastructuur, de landbouwsector en aan particuliere eigendommen.

9. De aanvraag voor financiële steun van het Solidariteitsfonds van de EU werd bij de Commissie ingediend op 25 november 2010, binnen de termijn van tien weken na de vaststelling van de eerste schade op 17 september 2010.

10. Er is sprake van een natuurramp. De Kroatische autoriteiten ramen de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 47 002 839 EUR. Aangezien dit bedrag niet boven de drempel van 275,804 miljoen EUR (namelijk 0,6% van het bni van Kroatië van 2008) uitkomt, wordt de ramp niet aangemerkt als 'grote natuurramp' in de zin van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad. Kroatië werd evenwel getroffen door dezelfde overstroming die in het geval van Slovenië als grote ramp is gekwalificeerd. Bijgevolg is geacht te zijn voldaan aan de voorwaarde van artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om uitzonderlijk ook steun uit het Solidariteitsfonds te kunnen ontvangen, nl. wanneer een land door dezelfde grote ramp wordt getroffen als een buurland. Als land waarmee over de toetreding tot het Europese Unie wordt onderhandeld, komt Kroatië in aanmerking voor steun uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

11. Wat de impact en de gevolgen van de overstroming betreft, hebben de Kroatische autoriteiten gemeld dat meer dan duizend particuliere woningen (huizen en appartementen) onder water kwamen te staan en talrijke gezinnen geëvacueerd moesten worden. Er is melding gemaakt van zware schade aan het 'Lapidarium' museum in Novigrad als gevolg van de overstromingen. Er is aanzienlijke schade toegebracht aan de infrastructuur voor energie, water- en afvalwaterbeheer, transport alsook aan de onderwijs- en gezondheidsvoorzieningen, met onder meer een stroomuitval en verkeersopstoppingen tot gevolg, waardoor het moeilijk werd om onmiddellijk in te grijpen. De meeste schade werd evenwel toegebracht aan de landbouwsector, waar de schade oploopt tot meer dan 7 miljoen EUR van de totale schade.

12. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad in aanmerking worden genomen, zijn, opgesplitst volgens het soort actie, door de Kroatische autoriteiten geraamd op 28 647 292 EUR. Het merendeel van de kosten voor noodacties betreft acties voor de onmiddellijke reiniging van de geteisterde zones en wordt geraamd op meer dan 16 miljoen EUR.

13. De Kroatische autoriteiten hebben erop gewezen dat geen andere communautaire middelen (bv. middelen van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA)) zijn gebruikt om de gevolgen van de overstroming op te vangen.

2.3. Tsjechië

Begin augustus 2010 is het noorden van Tsjechië getroffen door ongewoon hevige regenval waarbij rivieren buiten hun oevers zijn getreden, mensen werden gedwongen hun woning te verlaten en schade werd toegebracht aan openbare infrastructuur, particuliere woningen, de landbouw en bedrijven.

14. De aanvraag werd door de Commissie ontvangen op 14 oktober 2010, binnen de termijn van 10 weken na de vaststelling van de eerste schade op 7 augustus 2010.

15. De ramp heeft een natuurlijke oorzaak en valt derhalve onder het toepassingsgebied van het Solidariteitsfonds.

16. De Tsjechische autoriteiten ramen de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 436 477 560 EUR. Dit bedrag maakt 53 % uit van de normale drempel van 824,03 miljoen EUR die in 2010 geldt voor steun uit het Solidariteitsfonds aan Tsjechië (namelijk 0,6% van het bni op basis van gegevens van 2008).

17. Omdat de totale schade onder de drempel blijft die normaal gesproken geldt om een beroep te kunnen doen op het Solidariteitsfonds, is de aanvraag getoetst aan het criterium van de zogenaamde 'buitengewone regionale ramp', dat is neergelegd in artikel 2, lid 2, laatste alinea, van Verordening (EG) nr. 2012/2002, waarin de voorwaarden worden beschreven waaronder 'in uitzonderlijke gevallen' een beroep op het Solidariteitsfonds kan worden gedaan. Volgens dit criterium kan ook een regio die is getroffen door een buitengewone ramp, vooral een natuurramp, die het grootste deel van de bevolking treft en ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio heeft, uitzonderlijk steun uit het fonds krijgen. Volgens de verordening moet bijzondere aandacht uitgaan naar afgelegen of geïsoleerde regio's, zoals de in artikel 349 van het Verdrag bedoelde insulaire en ultraperifere gebieden. De getroffen regio's in Tsjechië vallen niet onder deze categorie. Volgens de verordening moeten de verzoeken die worden ingediend op basis van het criterium van de 'buitengewone regionale ramp' 'met de grootste zorgvuldigheid' worden onderzocht.

18. Zoals beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds (2002-2003) i is de Commissie van mening dat, om betekenis te geven aan de specifieke criteria voor regionale rampen in de nationale context, een onderscheid moet worden gemaakt tussen ernstige regionale gebeurtenissen en die van louter lokale aard. Volgens het subsidiariteitsbeginsel vallen de laatstgenoemde gebeurtenissen onder de bevoegdheid van de nationale autoriteiten, terwijl de eerstgenoemde in aanmerking kunnen komen voor steun uit het Solidariteitsfonds. Uit de aanvraag blijkt dat een samenhangend gebied in Tsjechië door de overstromingen is getroffen, namelijk de regio van Liberec (Liberecký kraj) en het aangrenzende district van Děčín dat deel uitmaakt van de regio Ústí nad Labem (Ústecký kraj). De regio van Liberec heeft gemeenschappelijke grenzen met Polen en Duitsland, terwijl het district van Děčín aan Duitsland grenst. De hoogste neerslagintensiteit en overstromingen deden zich voor in het stroomgebied van de Nisa en gedeeltelijk in dit van de Elbe.

19. Een van de in Verordening (EG) nr. 2012/2002 vastgestelde voorwaarden voor uitzonderlijke steunverlening uit het Solidariteitsfonds is dat het grootste deel van de bevolking van de regio waarop de aanvraag betrekking heeft, moet zijn getroffen. In de aanvraag van Tsjechië wordt aangegeven dat in de regio van Liberec 262 088 inwoners in 81 gemeenten rechtstreeks waren getroffen (op een totaal van 439 027 inwoners). In het district van Děčín hebben de overstromingen gevolgen gehad voor 43 gemeenten, waarbij bijna 90% van de totale bevolking is getroffen. De verstrekte bewijzen zijn plausibel en kunnen worden aanvaard.

20. Wat betreft de vereiste om aan te tonen dat er sprake is van ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de economische stabiliteit van de regio, wordt in de aanvraag gewezen op de vernietiging van vitale infrastructuur (bv. op het gebied van transport-, water- en energievoorzieningen), de gevolgen voor het bedrijfsleven en de zware schade die is toegebracht aan een groot aantal gezinswoningen. Volgens de Tsjechische autoriteiten hebben in totaal 3 239 huizen en 220 appartementsgebouwen in de regio van Liberec en 1 199 huizen en 48 appartementsgebouwen in het district van Děčín schade opgelopen; vele gebouwen zijn onherstelbaar beschadigd. Er moest gezorgd worden voor voorlopige huisvesting voor bijna 2 500 personen. De levering van gas en elektriciteit was onderbroken en talrijke particuliere bronnen van drinkwater (waterputten) waren besmet. In de regio van Liberec waren 7 bruggen op hoofdwegen en 198 bruggen op secundaire wegen vernield. In het district van Děčín waren 146 bruggen vernield. Er is schade toegebracht aan 195 km wegen. Een deel van het spoorwegennet was gedurende verscheidene maanden gesloten. Particuliere ondernemingen verloren hun machinepark, uitrusting, inboedel, of voorraden zonder dat zij hiertegen verzekerd waren en worden thans met sluiting bedreigd. De werkgelegenheid werd het zwaarst getroffen in de toeristische sector, een van de essentiële economische sectoren in de regio. De overstromingen hadden tot gevolg dat het bezoekersaantal in de regio van Liberec met meer dan 40% daalde. Daarnaast liep de toeristische infrastructuur zware schade op. In de landbouwsector is 165,5 ha landbouwgrond ongeschikt geworden voor de landbouw en 400 ha graangewassen en 100 ha koolzaad konden niet worden geoogst. Binnen een termijn van twee maanden na de overstromingen deed er zich in de regio van Liberec een algehele economische achteruitgang van 15% voor. Voorts wordt het herstel ernstig belemmerd door de economische neergang van de voorbije jaren en het gebrek aan overheidsmiddelen om de vitale infrastructuur en andere schade snel te herstellen. Verwacht wordt dat het verscheidene jaren zal duren om een volledige terugkeer naar normale omstandigheden tot stand te brengen.

21. De kosten van de acties die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 in aanmerking komen, worden op 334 772 020 EUR geraamd en opgesplitst in vier categorieën: A) onmiddellijk herstel van de infrastructuurvoorzieningen, B) voorlopige huisvestingsmaatregelen en inzet van hulpdiensten, C) preventieve infrastructuur en onmiddellijke bescherming van het culturele erfgoed, en D) reiniging van de geteisterde gebieden/zones. Het merendeel van de kosten voor noodacties (195 miljoen EUR) betreft de kosten op het vlak van transportinfrastructuur.

22. De getroffen regio's zijn voor de Structuurfondsen 2007-2013 subsidiabel als "convergentieregio's". De Tsjechische autoriteiten hebben verklaard dat er geen financiële middelen naar de desbetreffende gebieden zullen worden overgeheveld.

23. De Tsjechische autoriteiten hebben verklaard dat de in aanmerking komende schade niet door verzekeringen wordt gedekt.

2.4. Conclusie

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvragen van Slovenië, Kroatië en Tsjechië in verband met de overstromingsrampen van augustus en september 2010 goed te keuren en voor elk van deze dossiers middelen uit het Solidariteitsfonds vrij te maken.

Financiering



De totale jaarlijkse begroting voor het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard EUR. Aangezien solidariteit de belangrijkste rechtvaardiging voor de oprichting van het Fonds was, is de Commissie van mening dat de steun uit het Fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel overstijgt (0,6 % van het bni of 3 miljard EUR in prijzen van 2002, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5% van de totale directe schade onder de drempel en 6% van de schade boven de drempel. De toewijzing voor buitengewone regionale rampen of rampen in buurlanden is vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade. De methode voor het berekenen van de steun uit het Solidariteitsfonds werd beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds 2002-2003 en is goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement.

Voor dit geval wordt voorgesteld dezelfde percentages toe te passen en de volgende steunbedragen toe te wijzen:

(EUR)

Begunstigde staat Directe schade Drempel Bedrag op basis van 2,5 % Bedrag op basis van 6 % Voorgesteld totaal steunbedrag

Slovenië – september overstroming 2010 'grote ramp' 251 300 217 669 5 441 2 017 7 459

Kroatië – september overstroming 2010 'buurlandcriterium' 47 002 275 804 1 175 - 1 175

Tsjechië – augustus overstroming 436 477 824 029 10 911 - 10 911

Totaal 19 546

Na deze bijstandsverlening blijft ten minste 25% van het EU-Solidariteitsfonds beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

4. Overzichtstabel per rubriek van het financieel kader

Financieel kader Rubriek/subrubriek Financieel kader Begroting 2011 (inclusief OGB 1/2011) OGB 2/ Begroting 2011 (incl. OGB 1-2/2011)

|VKBKVKBKVKBKVKBK 1. DUURZAME GROEI 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid12 987 000 13 520 566 11 627 802 13 520 566 11 627 802 1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid50 987 000 50 980 593 41 652 094 50 980 593 41 652 094 Totaal63 974 000 64 501 160 53 279 897 64 501 160 53 279 897 Marge i

|-27 160 -27 160 2. INSTANDHOUDING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN waarvan marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen47 617 000 42 891 201 42 788 499 42 891 201 42 788 499 Totaal60 338 000 58 659 248 56 378 918 58 659 248 56 378 918 Marge1 678 751 1 678 751 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid1 206 000 1 138 954 813 277 1 138 954 813 277 3b. Burgerschap683 000 861 459 824 531 +18 371 +18 371 879 831 842 903 Totaal1 889 000 2 000 414 1 637 809 +18 371 +18 371 2 018 786 1 656 180 Marge i

|67 148 67 148 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER i

|8 430 000 8 758 125 7 241 353 +1 175 +1 175 8 759 300 7 242 528 Marge -70 439 -70 439 5. ADMINISTRATIE i

|8 334 000 8 172 839 8 171 544 8 172 839 8 171 544 Marge 243 160 243 160 TOTAAL 142 965 000 134 280 000 142 091 787 126 709 522 +19 546 +19 546 142 111 334 126 729 069 Marge 1 996 461 7 934 866 1 996 461 7 915 319