Toelichting bij COM(2011)8 - Bevoegdheden van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De financiële crisis heeft belangrijke tekortkomingen in het financiële toezicht aan het licht gebracht. Commissievoorzitter Barroso heeft daarom een groep van deskundigen op hoog niveau, onder leiding van de heer Jacques de Larosière, verzocht voorstellen te doen om de Europese toezichtregelingen te versterken. De groep heeft op 25 februari 2009 haar verslag gepresenteerd. Voortbouwend op de aanbevelingen van de groep heeft de Commissie in haar mededeling aan de Europese Voorjaarsraad van maart 2009 voorstellen voor een nieuwe Europese architectuur voor het financiële toezicht uiteengezet. De Commissie heeft haar ideeën nader toegelicht in haar mededeling van mei 2009 waarin het volgende werd voorgesteld:

- instelling van een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders (ESFT), bestaande uit een netwerk van nationale financiële toezichthouders die samenwerken met nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s), die in het leven worden geroepen door de bestaande Europese toezichthoudende comités[1] om te vormen tot een Europese Bankautoriteit (EBA), een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) en een Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM), waardoor de voordelen van een overkoepelend Europees kader voor financieel toezicht worden gecombineerd met de expertise van de lokale microprudentiële toezichthoudende autoriteiten die het dichtst bij de instellingen staan die in hun rechtsgebied opereren; en

- oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's (ECSR) , dat zal worden belast met het monitoren en evalueren van mogelijke bedreigingen voor de financiële stabiliteit die uit macro-economische ontwikkelingen en uit ontwikkelingen in het financiële stelsel als geheel voortvloeien. Het ECSR zal vroegtijdig waarschuwen voor zich aandienende systeembrede risico's en in voorkomend geval aanbevelingen doen om deze risico's aan te pakken.

In de mededeling werd ook geconcludeerd dat, om de effectieve werking van het ESFT te garanderen, wijzigingen in de wetgeving inzake financiële diensten moeten worden aangebracht, met name om een passende reikwijdte te geven aan de meer algemene bevoegdheden waarin in de individuele verordeningen tot oprichting van de autoriteiten is voorzien, en zo te zorgen voor een geharmoniseerde reeks financiële regels door de mogelijkheid te bieden voorstellen voor technische normen te doen en, waar nodig, de uitwisseling van microprudentiële informatie te bevorderen.

2. RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN

Bij de opstelling van de onderhavige voorstellen zijn twee openbare raadplegingen gehouden. In de eerste plaats heeft de Commissie, na het verslag van de groep op hoog niveau onder leiding van de heer Jacques de Larosière en de publicatie van de mededeling van de Commissie van 4 maart 2009, van 10 maart tot en met 10 april 2009 een eerste raadpleging gehouden die als input moest dienen voor haar mededeling over Europees financieel toezicht welke op 27 mei 2009 is gepubliceerd. Een samenvatting van de publieksopmerkingen is te vinden op:

ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs

In de tweede plaats heeft de Commissie van 27 mei tot en met 15 juli 2009 nog een raadpleging georganiseerd waarbij alle belanghebbenden is verzocht opmerkingen te maken over de nader uitgewerkte hervormingen die in de mededeling over Europees financieel toezicht van 27 mei 2009 waren gepresenteerd. De meeste respondenten stonden positief tegenover de voorgestelde hervormingen en hebben opmerkingen over detailaspecten van het voorgestelde ECSR en ESFT gemaakt. Een samenvatting van de publieksopmerkingen is te vinden op:

ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs

Voorts is op 23 september 2009 een werkdocument van de diensten van de Commissie gepubliceerd waarin wordt aangegeven op welke gebieden wijzigingen in de sectorale wetgeving noodzakelijk kunnen zijn. Het werkdocument is te vinden op:

ec.europa.eu/internal_market/finances/docs

1.

Effectbeoordeling



De mededeling van de Commissie van mei over Europees financieel toezicht ging vergezeld van een effectbeoordeling waarin de voornaamste beleidsopties voor de oprichting van het ESFT en ECSR zijn geanalyseerd. De desbetreffende wetgevingsvoorstellen gingen vergezeld van een tweede effectbeoordeling waarin de opties meer in detail werden onderzocht. In de tweede effectbeoordeling werden de opties geanalyseerd voor het verlenen van passende bevoegdheden aan de autoriteiten om te streven naar één enkele reeks geharmoniseerde regels, werd besloten dat deze capaciteit terecht beperkt zou blijven tot de gebieden die in de op touw staande sectorale wetgeving zouden worden bepaald, en werden dergelijke potentiële gebieden gesignaleerd. Bovendien dienen de autoriteiten bij de uitwerking van de voorstellen voor technische normen zelf een adequate analyse van de potentiële kosten en baten uit te voeren en de belanghebbenden te raadplegen alvorens de voorstellen aan de Commissie voor te leggen.

Het tweede effectbeoordelingsverslag kan worden geraadpleegd op de volgende site:

ec.europa.eu/internal_market/finances/committees .

2.

Juridische elementen van het voorstel



Aangezien wijzigingen in bestaande richtlijnen moeten worden aangebracht om de ontwikkeling van één enkel wetboek te garanderen, is een wijzigingsrichtlijn het meest geschikte instrument. Deze wijzigingsrichtlijn dient dezelfde rechtsgrondslag te hebben als de richtlijnen die erdoor worden gewijzigd.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

4.

Nadere uitleg van het voorstel



Op 23 september 2009 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan voorstellen voor verordeningen tot oprichting van de Europese Bankautoriteit (EBA), de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM)[2]. In deze samenhang herinnert de Commissie aan haar verklaringen bij de vaststelling van de verordeningen tot oprichting van de Europese toezichthoudende autoriteiten met betrekking tot de artikelen 290 en 291 VWEU: 'Wat het proces voor de vaststelling van de regelgevingsnormen betreft, benadrukt de Commissie het unieke karakter van de financiëledienstensector, dat voortvloeit uit de Lamfalussy-structuur en expliciet erkend wordt in verklaring 39 bij het VWEU. De Commissie twijfelt er evenwel sterk aan of de beperkingen van haar rol bij het vaststellen van gedelegeerde handelingen en uitvoeringsmaatregelen in overeenstemming zijn met de artikelen 290 en 291 VWEU'.

Naast die verordeningen en opdat het ESFT doeltreffend kan functioneren, zijn wijzigingen in de sectorale wetgeving vereist. De gebieden waarvoor wijzigingen worden voorgesteld, kunnen ruwweg in de volgende categorieën worden ingedeeld:

- omschrijven van de passende werkingssfeer van technische normen als extra instrument voor toezichtconvergentie en met het oog op de ontwikkeling van één enkel wetboek;

- op passende wijze voorzien in de mogelijkheid voor de autoriteiten om meningsverschillen op een evenwichtige manier te schikken op de gebieden van de sectorale wetgeving waarop reeds gemeenschappelijke besluitvormingsprocedures bestaan;

- aanbrengen van algemene wijzigingen die gemeenschappelijk zijn voor de meeste sectorale wetgeving en noodzakelijk zijn opdat de richtlijnen in de context van de nieuwe autoriteiten kunnen functioneren, bijvoorbeeld door de niveau 3-comités de naam te geven van de nieuwe autoriteiten en door te voorzien in passende kanalen voor de uitwisseling van informatie; en

- aanbrengen van aanvullende wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn.

Deze wijzigingsrichtlijn wordt voorgesteld om de volgende wetgeving te wijzigen:

- Richtlijn 2003/71/EG: Prospectusrichtlijn

- Richtlijn 2009/138/EG: Solvabiliteit II-richtlijn.

Voor een nadere toelichting over de categorieën van wijzigingen, zie de toelichting bij het voorstel van de Commissie COM(2009) 576 definitief van 26 september 2009.

6.1 Verdere wijzigingen in de Solvabiliteit II-richtlijn

Tot aanpassing van de bestaande niveau 2-bevoegdheden aan het Verdrag van Lissabon

Gezien de recente inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, dient de Solvabiliteit II-richtlijn aan de nieuwe verdragsbepalingen te worden aangepast. Bestaande bevoegdheden tot vaststelling van niveau 2-maatregelen die overeenkomstig artikel 290 VWEU als gedelegeerde handelingen worden aangemerkt, dienen derhalve te worden omgevormd tot bevoegdheden tot vaststelling van gedelegeerde handelingen. Tevens dient in passende controleprocedures te worden voorzien.

Overgangsvereisten

Om verschillende redenen moeten overgangsvereisten worden gespecificeerd. De overgang naar de nieuwe regeling dient vlot te verlopen, verstoring van de markt moet worden voorkomen en er moet rekening kunnen worden gehouden met de effecten voor de belangrijke verzekeringsproducten. Het moet ook mogelijk zijn rekening te houden met significante en waardevolle sectorale informatie die uit de kwantitatieve impactstudie (QIS5) voortvloeit. Daarom moeten er overgangsvereisten mogelijk zijn met betrekking tot waardering, governance, rapportage aan de toezichthoudende autoriteit en publicatie, de bepaling en indeling van het eigen vermogen, de standaardformule voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste en de keuze van methoden en aannames voor de berekening van technische voorzieningen, met inbegrip van de bepaling van de relevante risicovrije rentetermijnstructuur. Er is ook behoefte aan niveau 2-maatregelen die overgangsregelingen met betrekking tot de behandeling van solvabiliteitsregelingen van derde landen specificeren om rekening te houden met het feit dat sommige derde landen wellicht meer tijd nodig hebben voor de aanpassing en invoering van een solvabiliteitregeling die volledig voldoet aan de criteria om als gelijkwaardig te worden erkend. De niet-essentiële onderdelen van de in Richtlijn 2009/138/EG, als gewijzigd bij deze richtlijn, bepaalde overgangsvereisten moeten in gedelegeerde handelingen nader kunnen worden gespecificeerd. Terwijl de maximumperiodes voor de overgangsvereisten in Richtlijn 2009/138/EG worden vermeld, mag de werkelijke periode waarvoor in een gedelegeerde handeling wordt geopteerd, van kortere duur zijn en moet deze evenredig zijn aan de specifieke basis op grond waarvan is aangetoond dat de overgangsbepalingen noodzakelijk zijn om de toepassing van de nieuwe regeling te bevorderen. De overgangsvereisten moeten een effect sorteren dat ten minste gelijkwaardig is aan dat van het bestaande kader waarin de verzekerings- en herverzekeringsrichtlijnen voorzien, en mogen niet resulteren in een gunstiger behandeling voor verzekerings- en herverzekeringsondernemingen of een zwakkere bescherming voor polishouders dan momenteel het geval is. De overgangsvereisten moeten ondernemingen aanmoedigen de bijzondere vereisten van de nieuwe regeling zo snel mogelijk in acht te nemen.

Tot wijziging van niveau 2-bevoegdheden

Met het oog op een grotere convergentie van de reeds in Solvabiliteit II opgenomen procedures voor de goedkeuring door de toezichthoudende autoriteiten van ondernemingspecifieke parameters, beleidslijnen voor verandering van model, Special Purpose Vehicles en de vaststelling en afschaffing van kapitaalopslagfactoren, dient de Commissie bevoegdheid te worden verleend om door middel van gedelegeerde handelingen procedures op deze gebieden vast te stellen.

Ook moet de samenhang tussen de verschillende sectoren worden gewaarborgd in het kader van beleggingen in herverpakte leningen opdat via niveau 2-maatregelen niet enkel de desbetreffende voorschriften maar tevens de gevolgen van het afwijken van die voorschriften kunnen worden gespecificeerd.

Tot opname van de Europese Coöperatieve Vennootschap (ECV) in de lijst van toelaatbare rechtsvormen van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen

Om Europese coöperaties toe te staan verzekerings- en herverzekeringsdiensten te verrichten, dient de lijst van toelaatbare rechtsvormen van verzekerings- en herverzekeringsondernemingen te worden uitgebreid met de Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) in de zin van Verordening (EG) nr. 1435/2003[3].

Tot aanpassing van het bedrag in euro van de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste

Een wijziging is vereist om het bedrag in euro van de ondergrens van het minimumkapitaalvereiste voor herverzekeringscaptives aan te passen. Deze ingreep vloeit voort uit de periodieke aanpassing aan de inflatie van de bestaande ondergrenzen van het minimumkapitaalvereiste voor dergelijke ondernemingen[4].

Tot verlenging van de datum van uitvoering met twee maanden

Om de start van de verschillende nieuwe rapportage-, berekenings- en andere verplichtingen van het Solvabiliteit II-stelsel te kunnen laten samenvallen met de datum (31 december) die voor de meerderheid van verzekeringsondernemingen het einde van het boekjaar aangeeft, moeten wijzigingen worden aangebracht teneinde de betrokken omzettings-, intrekkings- en toepassingstermijnen met twee maanden te verlengen.