Toelichting bij COM(2010)806 - Beperkende maatregelen jegens personen en organisaties die vrede, veiligheid of stabiliteit van Guinee-Bissau bedreigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Besluit 2010/[…]/GBVB van de Raad van […] voorziet in de vaststelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen die een vreedzaam politiek proces willen verhinderen of in de weg staan, of die activiteiten ondernemen die de stabiliteit in de Republiek Guinee-Bissau ondermijnen. Dit heeft meer bepaald betrekking op de personen die een leidende rol hebben gespeeld in de muiterij van 1 april 2010 en die blijven streven naar de ondermijning van de rechtsstaat en de voorrangspositie van het burgerlijke gezag.

2. Deze maatregelen omvatten de bevriezing van tegoeden en economische middelen van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen die op de lijst staan in de bijlage bij het GBVB-besluit. De hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie stellen voor deze maatregelen ten uitvoer te leggen door een verordening gebaseerd op artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

3. In artikel 291, lid 2, van het VWEU is bepaald dat indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie (zoals verordeningen gebaseerd op artikel 215 VWEU) volgens eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd, de Commissie, of in naar behoren gemotiveerde specifieke gevallen, de Raad, bij die handelingen uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.

4. Volgens het GBVB-besluit deelt de Raad aan de persoon, entiteit of lichaam die of dat op de lijst is geplaatst, de motivering voor plaatsing mede, biedt hij de mogelijkheid om opmerkingen te maken, en voorziet hij in een herzieningsprocedure die gevolgd dient te worden indien een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam wordt opgenomen in de bijlage bij dat besluit of wanneer nieuw bewijsmateriaal aan het licht komt, zulks met het oog op de eerbiediging van met name de rechten van de verdediging en het recht op rechterlijke controle. Deze rechten moeten ook door de verordening worden gerespecteerd.

5. Het Hof van Justitie heeft de bevoegdheid tot herziening van de besluiten om een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam aan te wijzen, zowel uit hoofde van het GBVB-besluit als uit hoofde van de verordening, overeenkomstig respectievelijk artikel 275 en 263 VWEU.