Toelichting bij COM(1999)418 - Standpunt van de EG over een wijziging van Protocol 3 bij de Overeenkomst met Estland betreffende de omschrijving van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ALGEMEEN

De oorsprongsregels zijn van fundamenteel belang voor de goede werking van de vrijhandelsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en haar handelspartners.

Op de vergadering van de Europese Raad te Essen in december 1994 werd de aandacht gevestigd op het feit dat de regels van oorsprong die in de verschillende overeenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen waren opgenomen niet altijd gelijkluidend waren en dat deze verschillen een handelsbelemmering vormden. Er werd daarom een programma opgesteld dat ten doel had tot gelijkluidende oorsprongsregels en gelijke voorwaarden te komen voor de handel tussen de Gemeenschap, de landen van Midden- en Oost-Europa, de Baltische staten, de EVA-landen en de EER-landen. Tevens werd besloten dat andere landen die in dezelfde situatie verkeerden als de genoemde te zijner tijd ook in het systeem konden worden opgenomen. Zo werden industrieproducten uit Turkije vanaf 1 januari 1999 in dit systeem opgenomen.

De oorsprongsregels zijn niet onveranderlijk. Zij moeten kunnen worden aangepast aan de politieke en economische eisen van de vrijhandelszone waarin zij van toepassing zijn. Daarom werden in de regels die in 1997 in werking traden reeds enige wijzigingen aangebracht die voor alle overeenkomsten op 1 januari 1999 in werking zijn getreden.

2. WIJZIGINGEN VAN DE OORSPRONGSREGELS IN DE OVEREENKOMSTEN MET DE MIDDEL- EN OOST-EUROPESE LANDEN, DE EVA-LANDEN EN DE EER-LANDEN

Sinds de inwerkingtreding van het standaardprotocol inzake de oorsprongsregels en de wijziging van 1999, zijn een klein aantal technische wijzigingen op Bijlage II bij de protocollen noodzakelijk geworden. Deze wijzigingen hebben betrekking op producten waarvan het aanbod in de vrijhandelszone te klein is.

3. CONCLUSIE

Het voorstel in bijlage behoort tot een reeks van 14 voorstellen die de verbetering van de werking van het gemeenschappelijk systeem van oorsprongsregels op het oog hebben. Deze 14 voorstellen moeten als één geheel beschouwd worden. Om ervoor te zorgen dat de thans geldende regels voor de cumulatie van be- en verwerkingen van kracht blijven, moeten zij tezelfdertijd in werking treden, en wel op 1 januari 2000.

De Commissie verzoekt de Raad derhalve een gemeenschappelijk standpunt op te stellen om voor te leggen aan de comités die in het kader van elke overeenkomst zijn opgericht.