Toelichting bij COM(2010)595 - Systeem van de Europese scholen in 2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2010)595 - Systeem van de Europese scholen in 2009.
bron COM(2010)595 NLEN
datum 19-11-2010
52010DC0595

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT Het systeem van de Europese scholen in 2009 /* COM/2010/0595 def. */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 19.11.2010


COM(2010) 595 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Het systeem van de Europese scholen in 2009

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Het systeem van de Europese scholen in 2009

1.

Inleiding



In 2009 boekte het systeem van de Europese scholen op bepaalde punten vooruitgang, maar werd ook opnieuw duidelijk dat een aantal structurele problemen binnen het systeem nog steeds niet is verholpen.

In het voorjaar van 2009 werd officieel besloten tot hervorming. Het gaat om een belangrijke initiatief, waarvan de scholen de komende jaren de vruchten zullen plukken. Nu lokale scholen voor accreditatie in aanmerking kunnen komen en geaccrediteerde scholen ook nog eens een financiële bijdrage van de EU kunnen ontvangen voor schoolgaande kinderen van EU-personeel, wordt het Europees curriculum toegankelijker voor het grote publiek.

Het streven om het systeem efficiënter te beheren heeft ook geleid tot hervormingen op centraal en lokaal niveau, waarbij lokale scholen meer zeggenschap kregen, binnen de grenzen van de bestaande bepalingen en financiële voorschriften.

Het is moeilijk gebleken om de kostenverdeling aan te passen. Toch is het duidelijk dat er op dit gebied meer inspanningen geboden zijn en dat de kosten bovendien moeten worden teruggedrongen.

De algemene economische situatie had uiteraard gevolgen voor de financiën van de scholen. Zowel de ontvangsten uit contracten met externe organisaties als die uit schoolgeld liepen terug. Er is een stevig beroep gedaan op de financiële bijdrage van de EU. Bezinning op eventuele verbetering van de economische efficiëntie van het systeem zal leiden tot aanhoudende inspanningen om de regelgeving te moderniseren en aan te passen. Gelet op de economische realiteit in 2010 zal de Commissie deze discussie blijven aanzwengelen. De onregelmatige uitgaven die met betrekking tot de begroting 2008 zijn vastgesteld, zullen verder worden onderzocht om te waarborgen dat de regels correct worden uitgelegd en uitgevoerd.

Het is duidelijk dat bepaalde systeemproblemen aanhielden en in de loop van 2009 zelfs ernstiger werden. Het constante gebrek aan gedetacheerde docenten is nog steeds onopgelost en blijft de financiële bijdrage van de EU aan het systeem onnodig belasten. Het laattijdig of niet voorzien in voldoende infrastructuur op locaties met overvolle scholen bleef een wissel trekken op de levenskwaliteit van leerlingen en ouders. Dit had ook grote gevolgen voor het inschrijvingsbeleid.

Naar aanleiding van een planning voor de komende jaren, die in Brussel en Luxemburg bijzonder moeilijk zullen zijn, hebben beide gastlanden plechtig beloofd om tijdelijke faciliteiten ter beschikking te stellen, in afwachting van permanente oplossingen, die vanaf het begin van het schooljaar in 2012 beschikbaar zouden moeten zijn.

Aan het begin van het schooljaar 2009-2010 was grote waakzaamheid geboden in verband met het H1N1-virus. De secretaris-generaal, de Commissie en de scholen ontwikkelden actie- en informatiestrategieën die nuttig bleken, hoewel de gevolgen van de epidemie minder erg waren dan werd gevreesd. Het systeem bleek dit soort uitdagingen op het gebied van gezondheid en communicatie aan te kunnen.

3.

SITUATIE IN DE SCHOLEN


Alicante

De school in Alicante telt nog steeds iets meer dan 1000 leerlingen. Zowel binnen als buiten de school is gedurende het jaar gezorgd voor enige infrastructurele verbeteringen.

4.

Bergen


Hoewel de Italiaanse en Duitse taalafdelingen momenteel worden afgebouwd, nam het aantal leerlingen in 2009 met bijna 4% toe. Het aandeel leerlingen met een ouder die werkzaam is bij een Europese instelling is gering, circa 17%. Er zijn enige belangrijke renovatie- en onderhoudswerkzaamheden gepland.

5.

Brussel


Brussel I, II en III waren ook in 2009 overvol. Toch leidde het inschrijvingsbeleid voor 2009/2010 ertoe dat 90% van de leerlingen op de school van hun eerste keus kon worden geplaatst.

Het ruimtegebrek in Brussel is echter nijpend aan het worden. Uit ramingen van de toekomstige leerlingenaantallen blijkt dat de komende schooljaren kritiek zullen zijn en dat er voor september 2011 absoluut extra faciliteiten nodig zijn. Momenteel wordt met de Belgische autoriteiten onderhandeld over extra ruimte, gelet op de vertraagde opening van de permanente vierde school in Laken (nu gepland voor 2012). Daarnaast is namens de raad van bestuur bij de Belgische autoriteiten een officieel verzoek om een vijfde school in Brussel ingediend i.

Naar aanleiding van een brief in november 2009 van vicevoorzitter Kallas aan de toenmalige premier Van Rompuy, antwoordde de pas benoemde premier Leterme dat de Regie der Gebouwen i voor september 2011, en zo nodig zelfs voor september 2010, extra tijdelijke infrastructuur ter beschikking zou stellen.

De 'Groupe de Suivi' (waarin de Belgische autoriteiten, de Commissie, de plaatselijke afdeling van het personeelscomité van de Commissie, ouders en scholen zijn vertegenwoordigd) komt regelmatig bijeen om uitvoerig te spreken over de concrete opties die de Belgische autoriteiten overwegen om voor extra infrastructuur te zorgen. Op de bijeenkomsten wordt ook gecontroleerd of de renovatiewerkzaamheden voor Brussel IV op schema liggen.

Brussel I loopt voorop bij het hervormingsproces en is als proefschool actief betrokken bij het opstellen van een nieuw standaardleerplan en bij het ontwikkelen van plannen voor de schooladviesraad, die in de school zal worden opgezet als forum voor onder meer intern overleg (zie punt 3.1). Bovendien is de school door de interne controleur aan een audit onderworpen op grond van het door de raad van bestuur vastgestelde werkprogramma i (zie punt 3.2).

Voor Brussel II was de verlening door de plaatselijke autoriteiten van de bouwvergunning voor de busparkeerplaats welkom nieuws, na meerdere jaren van administratieve vertraging. Momenteel parkeren de meer dan 50 schoolbussen tweemaal per dag op de speelplaats van de school. De aanleg van een parkeerplaats buiten de speelplaats betekent een grote vooruitgang voor de school. Nu de administratieve procedure is afgerond, dienen de bouwwerkzaamheden onverwijld en volgens een strak – samen met de Belgische autoriteiten vast te stellen – tijdsschema te beginnen.

In Brussel III zijn in de loop van het jaar onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Van alle overvolle scholen in Brussel steeg het aantal leerlingen in september 2009 het sterkst in Brussel III, namelijk met 6,1%.

Brussel IV (Berkendael) bleef de school met de meeste reservecapaciteit; 594 leerlingen volgden er basisonderwijs: een toename van 36%. De school bereidt zich voor om in 2010 het eerste jaar van het secundair onderwijs open te stellen.

6.

Culham


De geleidelijke afbouw tot en met 2017 als een Europese school van type 1 werd voortgezet. De raad van bestuur besloot in 2007 tot afbouw, omdat de gemeenschappelijke onderneming Joint European Torus (JET) in 2016 naar Frankrijk verhuist. De Commissie steunt de Britse wens, die overigens ook door de ouders wordt gedeeld, om de school om te vormen tot een 'academy' binnen het nationale onderwijssysteem, met bijzondere nadruk op een Europees curriculum. De school in Culham bereidt zich voor om haar activiteiten voort te zetten als een geaccrediteerde school, in nauwe samenwerking met het systeem van de Europese scholen, zie punt 3.3.

7.

Frankfurt


De school in Frankfurt is overvol. In 2009 is de situatie nog verslechterd doordat het aantal leerlingen verder is toegenomen. De Duitse autoriteiten hebben nog geen toestemming gegeven voor de voorgestelde herstructurering van de school.

8.

Karlsruhe


Het aantal leerlingen bleef gelijk, maar het aandeel leerlingen waarvan een van de ouders werkzaam is voor een Europese instelling lag nog steeds ruim onder de 20%. De renovatiewerkzaamheden duren voort, maar de nieuwe kantine kon aan het begin van het nieuwe schooljaar in gebruik worden genomen.

9.

Luxemburg


Ruimtegebrek bleef een probleem in Luxemburg I, de school die momenteel ook plaats biedt aan de tijdelijke accommodatie van Luxemburg II. De Commissie stelt met genoegen vast dat de Luxemburgse autoriteiten in november 2009 in een vergadering hebben bevestigd dat er voor september 2010 extra overgangsinfrastructuur beschikbaar zal worden gesteld, maar betreurt het dat het ruimtegebrek van Luxemburg I (Kirchberg) nog voortduurt tot Luxemburg II in 2012 haar definitieve behuizing in Bertrange-Mamer kan betrekken.

Er is het hele jaar door gesproken over de praktische aspecten van het besluit van de Luxemburgse autoriteiten om voor de leerlingen van Luxemburg II specifieke ov-diensten te organiseren en beheren naar Bertrange/Mamer. De Commissie is van mening dat schoolvervoer van cruciaal belang is voor de hele schoolgemeenschap en juicht deze inspanning van de Luxemburgse autoriteiten toe.

10.

Mol


De school in Mol bleef groeien, maar verhoudingsgewijs zijn er wel steeds minder leerlingen met een ouder die werkzaam is bij een Europese instelling. De nieuwe Engelse sectie bloeit, terwijl de Duitse sectie slecht wordt bezocht. De ontwikkeling van de taalsecties wordt nauwlettend gevolgd, zoals bij de vorming van de Engelse taalsectie door de raad van bestuur is besloten i.

11.

München


Gedurende het jaar zijn grote bouwwerkzaamheden uitgevoerd en is extra tijdelijke infrastructuur (11 klaslokalen) toegevoegd. Infrastructurele verbeteringen zijn essentieel voor de komende jaren, zeker gelet op de gestage toename van het aantal leerlingen.

12.

Varese


Het leerlingenaantal blijft gelijk en de Europese School in Varese kampt nog steeds met onvoldoende infrastructuur. Vicevoorzitter Kallas heeft hierover in mei 2009 een brief gestuurd aan minister-president Berlusconi. Deze brief bleef helaas onbeantwoord. De Commissie zal bij de Italiaanse autoriteiten op actie blijven aandringen.

13.

POLITIEKE ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN


Hervormingen

Het hervormingsproces dat in 2002 en 2005 werd ingezet met resoluties van het Europees Parlement, werd in april 2009 afgesloten op een vergadering van de raad van bestuur in Stockholm i.

Een de belangrijkste resultaten is het openstellen van het systeem van Europese scholen. Nationale scholen kunnen voortaan worden geaccrediteerd, zodat zij het Europees curriculum en wellicht ook het Europees baccalaureaat kunnen aanbieden. Het Europees curriculum wordt gevolgd in Parma, Dunshauglin, Heraklion, Helsinki, Straatsburg en Manosque i. Momenteel doorloopt een school in Bad Vilbel de accreditatieprocedure. Verder bereidt de Europese school in Culham een overgang voor met het oog op accreditatie, hetgeen waardevolle ervaring zal opleveren voor het systeem van de Europese scholen. De Nederlandse autoriteiten hebben ook verklaard een accreditatieaanvraag te willen indienen voor een school in Den Haag.

Door de hervorming kunnen geaccrediteerde scholen ook een overeenkomst ondertekenen om naar rata van het aantal kinderen van EU-personeel op de school een financiële bijdrage uit de EU-begroting te ontvangen i.

Het probleem van het tekort aan gedetacheerde docenten uit de lidstaten is bij de hervorming aangepakt onder de noemer 'kostenverdeling'. Er is besloten dat landen in een beperkt aantal gevallen niet-moedertaalsprekers mogen detacheren om de lasten te verlichten van de lidstaten die docenten detacheren voor een van de drie werktalen. De volledige impact van mogelijkheid om in bepaalde gevallen niet-moedertaalsprekers te detacheren was in 2009 nog niet merkbaar. De kosten in verband met docenten die lokaal worden aangeworven om het tekort te ondervangen, blijven zwaar op de Commissie drukken. In 2009 was hier een bedrag van 2,1 miljoen euro mee gemoeid.

Een andere hoeksteen van de hervorming was het beheer op centraal en lokaal niveau. Op lokaal niveau zijn de interne regels van het dagelijks bestuur van de Europese scholen herzien. Er is besloten om de scholen op lokaal niveau meer zeggenschap te verlenen binnen het algemene kader van de voorschriften en besluiten van de raad van bestuur, alsmede het Financieel Reglement, waarin de grenzen en verplichtingen zijn vastgesteld. De instrumenten waarmee elke school in het nieuwe kader dient te werken zijn een routekaart met daarin de doelstellingen (jaarlijks leerplan) en een middelenoverzicht (ontwerp van begroting), alsmede de controlemechanismen en de verslaglegging. Een en ander dient als uitgangspunt voor de interne en externe beoordeling van de scholen. De routekaart wordt gepresenteerd aan de raad van bestuur om alle informatie te verstrekken die nodig is voor de goedkeuring van de begroting. Het schooljaar 2009/2010 was een overgangsjaar voor de tenuitvoerlegging van deze aspecten van de hervorming.

Voorts is in de scholen een schooladviesraad ingesteld als forum voor intern overleg. Dit orgaan wordt voorgezeten door de directeur en brengt de diverse partners en belanghebbenden uit de schoolgemeenschap samen.

Bij de hervorming zijn op centraal niveau gedetailleerde regels voor de besluitvorming vastgesteld. Besluiten over organisatorische aangelegenheden zijn op 1 september 2009 in werking getreden en er is een overgangsperiode overeengekomen op grond waarvan bepaalde regels pas op 1 september 2010 moeten zijn herzien.

14.

Interne audit


Al in 2007 besloot de raad van bestuur een interne controlefunctie in te stellen. Later dat jaar werd een overeenkomst inzake dienstverleningsniveau gesloten met de dienst Interne audit (DIA) van de Europese Commissie. Begin 2008 hechtte de raad van bestuur zijn goedkeurig aan een strategisch plan voor de periode 2008/2010 i. De eerste audit in het kader van het werkprogramma had betrekking op het personeelsbeheer. De audit werd uitgevoerd bij het bureau van de secretaris-generaal en bij drie scholen, te weten Luxemburg I, Brussel I en Varese. Het controlewerk ter plaatse vond eind 2008 plaats. In de loop van 2009 werden verschillende ontwerpen van de verslagen en de antwoorden besproken.

Deze audit heeft uiteindelijk tot zes afzonderlijke verslagen geleid. Het eerste hiervan betrof horizontale kwesties op het gebied van personeelsbeheer en werd in december 2009 gepresenteerd aan de raad van bestuur i. Het verslag bevatte bevindingen die gelden voor alle Europese scholen en voorstellen om de hieruit voortvloeiende aanbevelingen volgens een gemeenschappelijke aanpak ten uitvoer te leggen. De volgende stap is het opstellen van een actieplan. Verder werd er in 2010 aan de raad van bestuur een verslag gepresenteerd over de verantwoordelijkheden van het bureau van de secretaris-generaal voor het personeelsbeheer op de Europese scholen, en verschenen er vier afzonderlijke verslagen over personeelsbeheer voor de secretaris-generaal, Luxemburg I, Brussel I en Varese.

De follow-up van deze verslagen is van cruciaal belang om het functioneren van het systeem van de Europese scholen te verbeteren. De aanbevelingen hebben zowel betrekking op ernstige problemen als op het formelere punt van ontbrekende procedures. De aanbevelingen leidden tot actieplannen die zijn goedgekeurd door de DIA en die door de betrokken partijen serieus moeten worden genomen. Er zijn gevallen waarin het bureau van de secretaris-generaal het voortouw moet nemen bij het geven van aanbevelingen en richtsnoeren aan de scholen. De Commissie zal deze kwestie nauwlettend volgen.

15.

Culham


In 2009 heeft het Verenigd Koninkrijk vorderingen geboekt bij het omvormen van de Europese school in Culham tot een 'academy' binnen het nationale schoolsysteem. Het is de bedoeling dat er accreditatie wordt aangevraagd, zodat de school het Europees curriculum en het Europees baccalaureaat kan blijven aanbieden.

Als eerste stap op weg naar de 'academy' ondertekenden de Britse autoriteiten in april 2009 een intentieverklaring. De tweede stap bestond erin een consultant opdracht te geven om vóór de zomer van 2010 met een haalbaarheidsstudie te komen.

Tegelijk keurde de raad van bestuur in december 2009 het algemene accreditatiedossier goed. Een aantal niet-afgehandelde kwesties op het gebied van de toelating van kinderen van personeel van de instellingen en de arbeidsvoorwaarden van de docenten moet worden toegelicht met het oog op de presentatie van het conformiteitsdossier in 2010, de volgende stap voor accreditatie als een school van het type II.

16.

Ruimtegebrek/infrastructuur


Op verschillende locaties is de vraag naar plaatsen al een aantal jaren groter dan het aanbod. Frappante voorbeelden zijn Brussel en Luxemburg, maar ook Frankfurt en Varese. De situatie is verontrustend en de Commissie oefent constant politieke druk uit op de nationale autoriteiten om ervoor te zorgen dat deze hun plichten als gastland jegens de instellingen nakomen en met name de Europese scholen toereikende faciliteiten bieden. De overvolle scholen voeren een uiterst restrictief toelatingsbeleid, tot grote frustratie van ouders en leerlingen, en weigeren in de meeste gevallen lokale kinderen zonder ouder die voor een EU-instelling werkt.

Een grote school is uiteraard een kostbare investering. Zo moet voor de renovatie van de vierde school te Laken circa 60 miljoen euro worden uitgetrokken op de Belgische federale begroting. Ook de bouw van de tweede Europese school in Luxemburg is een enorm project, waarmee meer dan 230 miljoen euro is gemoeid. Maar deze financiële verplichtingen moeten wel worden bezien in het licht van de economische voordelen die voortvloeien uit de aanwezigheid van de Europese instellingen. Deze verplichtingen zijn ook vastgelegd in de gastlandovereenkomsten. De Commissie dient er op de hoogste niveaus op te blijven aandringen dat deze scholen, die er in de eerste plaats zijn om de kinderen van personeel onderwijs in hun moedertaal te laten volgen, over een redelijke infrastructuur moeten kunnen beschikken.

17.

Rechtszaken


Er lopen drie rechtszaken waarbij de Commissie direct betrokken is: hiervan spelen er twee in het Verenigd Koninkrijk en één in België.

De eerste zaak betreft de nationale arbeidsvoorwaarden voor gedetacheerde docenten, die van invloed zijn op de bezoldiging die wordt betaald met de EU-bijdrage aan de begroting van de Europese scholen.

De tweede zaak heeft betrekking op gedetacheerde docenten uit het Verenigd Koninkrijk (geen euroland), van wie het salaris bestaat uit een nationaal inkomen (omgezet in euro) en een Europese bijdrage. In juli 2008 werd hun statuut aangepast om rekening te houden met gevallen van extreme waardevermindering ten opzichte van de euro. De rechtszaak gaat over de eventuele terugwerkende kracht van dit besluit en over de vraag of het statuut voor gedetacheerde docenten in het algemeen in strijd is met het Verdrag van Lissabon wat betreft gelijke behandeling en vrij verkeer van werknemers onder gelijke voorwaarden.

De derde zaak betreft een oud verschil van inzicht over de financiering van apparatuur door de lidstaat bij het opleveren van de infrastructuur voor een nieuwe school.

Naar verwachting zal geen van deze zaken in 2010 worden beslist.

Voorts heeft een lokaal aangeworven docent in België bij de nationale rechterlijke instantie een zaak aangespannen over de betaling van vakantiegeld vóór 2004. Waarschijnlijk beslist de rechter in 2010 tot hoever vóór 2004 er in beginsel met terugwerkende kracht betalingen zijn verschuldigd. Dat er betaald moet worden, is al eerder door de rechter vastgesteld. De uitspraak over de reikwijdte van de terugwerkende kracht zal budgettaire gevolgen hebben, omdat dezelfde vordering door nog 26 andere lokaal aangeworven docenten is ingesteld.

18.

BUDGETTAIRE ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN


Cijfers over de begrotingsuitvoering 2009

- Het totale aantal leerlingen is van 21 649 in 2008 met 3,15% gestegen tot 22 331 in 2009. Uit de cijfers over de begrotingsuitvoering blijkt dat de bijdrage van de lidstaten, de ontvangsten uit contracten met particuliere entiteiten (categorie II-leerlingen), de ontvangsten uit schoolgeld (categorie III), alsook de ontvangsten uit andere bronnen (voornamelijk bankrente) verhoudingsgewijs kleiner zijn geworden. Het aandeel dat uit de EU-bijdrage wordt betaald, is dus toegenomen:

19.

Begrotingsbijdragen (ontleend aan document 2009-D-62-fr-1 en document 2010-D-62-fr-1)




Commissie 150, 4, 154, 151, 144, 138,

EOB 17, 0, 17, 17, 16, 15,

Schoolgeld categorie II 15, -0, 15, 14, 15, 14,

Schoolgeld categorie III 19, -1, 18, 18, 19, 21,

Overige 2, 0, 2, 2, 2, 2,

Overschot en reserve 0, 2, 2, 2, 5, 7,

TOTAAL 263, 3, 267, 261, 258, 254,

20.

Voornaamste gebeurtenissen


De raad van bestuur heeft voor 2009 twee gewijzigde begrotingen goedgekeurd, hoofdzakelijk in verband met de teruglopende ontvangsten, maar ook wegens de stijgende uitgaven. De EU-bijdrage die voor 2009 oorspronkelijk op 150,5 miljoen euro was begroot, werd opgetrokken tot 154,8 miljoen euro.

Een naar de begroting van 2009 overgedragen overschot van 2008 (2,9 miljoen euro) is bij de door de raad van bestuur goedgekeurde begrotingswijzigingen gebruikt om een deel van de behoefte aan aanvullende kredieten te dekken.

De aanpassing van de bezoldiging van de docenten en het gedetacheerd personeel hangt samen met de salarisverhoging van het personeel van de instellingen en wordt dus beïnvloed door het besluit van de Raad van Ministers van december 2009. De raad van bestuur leidde hierop zijn eigen procedure in (op grond van een aanpassing van 1,85%), die in januari 2010 werd afgerond. Er is een vastlegging ten belope van 3,1 miljoen euro overgedragen en de betalingen zijn verricht in 2010.

Het gebrek aan gedetacheerd personeel is zowel een budgettair als een pedagogisch probleem. Uit de cijfers blijkt dat de kosten voor niet-gedetacheerd personeel in 2009 2,1 miljoen euro beliepen. De betrokken posten moeten worden vervuld door lokaal aangeworven personeel, van wie de bezoldiging ten laste komt van het budget van de school zelf, en dus grotendeels van de EU-begroting. Het feit dat de lidstaten hun verplichtingen niet nakomen, vergroot de structurele problemen.

Bij de vergadering van de raad van bestuur in april 2010 kon de Commissie geen kwijting verlenen voor de begroting 2008, omdat was ontdekt dat vijf scholen zich niet hadden gehouden aan de regels betreffende lessen in de moedertaal voor leerlingen zonder eigen taalsectie. Deze zaak wordt momenteel onderzocht en de Commissie beschikt over sterke aanwijzingen dat deze situatie zich ook in begrotingsjaar 2009 heeft voorgedaan. Als dit inderdaad het geval blijkt te zijn, zullen de betrokken scholen corrigerende maatregelen moeten nemen.

21.

PEDAGOGISCHE ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN


De hervorming van het Europees baccalaureaat

In het kader van de openstelling van het systeem van Europese scholen voor geaccrediteerde scholen heeft de werkgroep baccalaureaat een aantal voorstellen ingediend om de organisatie van het examen te vereenvoudigen, kosten te besparen en de inhoud van het examen te herzien. Hierbij gaat het erom de kwaliteit van het certificaat te waarborgen en rekening te houden met de huidige eisen van de universiteiten en de andere instellingen voor hoger onderwijs. Een aantal voorstellen werd in december 2009 door de raad van bestuur goedgekeurd en zal reeds bij het examen van 2010 worden uitgevoerd. Het gaat om de afschaffing van de verplichte presentatie van de examenopgaven, het feit dat elke school als examencentrum kan fungeren, en om speciale regelingen voor de kandidaten met bijzondere behoeften. De werkgroep blijft zich bezighouden met het beoordelingssysteem (intern/extern, de soorten beoordeling, het aantal schriftelijke/mondelinge toetsen, de te beoordelen vaardigheden, enz.), opdat de volledige hervorming van het baccalaureaat bij het examen van 2013 zijn beslag kan krijgen.

22.

Maatregelen voor leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften (SEN)


De Europese scholen bleven streven naar integratie van kinderen met bijzondere onderwijsbehoeften, eventueel met een aangepast lesprogramma en speciaal personeel.

In april 2009 ontving de raad van bestuur een evaluatieverslag over de wijze waarop de Europese scholen in beleid en praktijk omgaan met SEN. Dit verslag was gebaseerd op een door het Europees Parlement gefinancierd onderzoek. De raad van bestuur verzocht de SEN-beleidsgroep om te onderzoeken hoe de voorgestelde verbeteringen zouden kunnen worden verwezenlijkt. Naar aanleiding hiervan zijn de SEN-procedures voor het secundair onderwijs aangepast, evenals de bijzondere regelingen waarvan SEN-leerlingen in het zesde en zevende leerjaar en tijdens de Europese baccalaureaatsexamens kunnen gebruikmaken.

In het schooljaar 2008/2009 waren er 457 SEN-leerlingen: 10,1% meer dan het jaar ervoor. De Commissie stelde opnieuw de nodige financiële middelen beschikbaar door kredieten over te dragen waarmee de echte kosten die gedurende het jaar zijn gedragen, kunnen worden gedekt. Het uitgevoerde SEN-budget steeg van 3 426 685 euro in 2008 tot 4 441 142 euro in 2009. Deze constante toename is echter zorgwekkend en de SEN-criteria dienen grondig te worden geanalyseerd zodat de middelen zo gericht mogelijk kunnen worden ingezet.

23.

NIEUWE UITDAGINGEN


Gelet op de ontwikkeling van de begrotingsbehoeften van de Europese scholen en gegeven de huidige economische situatie, heeft de Commissie verzocht om bepaalde uitgaven van het systeem van Europese scholen te herzien. Het is zaak tot een kostenefficiëntere aanpak en een billijker verdeling van de financiële lasten te komen. In de toekomst moet de hand worden gehouden aan de begrotingsprogrammering en de Commissie heeft aan de goedkeuring van de begroting voor 2011 de voorwaarde verbonden dat bepaalde uitgaven worden herzien.

In infrastructureel opzicht wordt de situatie de komende jaren op verscheidene locaties bijzonder zorgwekkend. Meer dan 60% van alle leerlingen in het systeem gaat naar de scholen in Brussel en Luxemburg. Totdat de verantwoordelijke gastlanden in 2012 met permanente oplossingen komen, blijven beide locaties onder druk staan. Er is voorgesteld om op beide locaties voorlopig geprefabriceerde bouwwerken te betrekken. Hoewel dit het onmiddellijke gebrek aan lokalen verhelpt, zal het aantal leerlingen op de bestaande scholen er wel verder door oplopen, waardoor de situatie op de schoolpleinen en in de kantines, gymzalen, schoolbusvervoer enz. uiterst nijpend wordt. Verscheidene scholen hebben al externe faciliteiten moeten huren om het verplichte lesprogramma te kunnen uitvoeren.