Toelichting bij SEC(2010)744 - Aanbeveling van de Raad om het buitensporige overheidstekort in Denemarken te verhelpen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

1.

EUROPESE COMMISSIE


Brussel, 15.6.2010

SEC(2010) 744 definitief


Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD


om het buitensporige overheidstekort in Denemarken te verhelpen

2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD


om het buitensporige overheidstekort in Denemarken te verhelpen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 126, lid 7,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Overeenkomstig artikel 126 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

2. Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

3. De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt.

4. De Raad heeft overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag op [13 juli 2010] besloten dat er in Denemarken een buitensporig tekort bestaat.

5. Overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten1 (die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact) dient de Raad ook aanbevelingen te richten tot de betrokken lidstaat opdat deze binnen een bepaalde termijn een einde maakt aan de buitensporigtekortsituatie. In de aanbeveling moet een termijn van ten hoogste zes maanden worden bepaald waarbinnen de betrokken lidstaat doeltreffende actie moet ondernemen om het buitensporige tekort te corrigeren, alsook een termijn voor de correctie van het buitensporige tekort, dat, behoudens bijzondere omstandigheden, binnen het jaar nadat het is geconstateerd verholpen moet zijn. Bij het bepalen of er sprake is van bijzondere omstandigheden, moet rekening worden gehouden met 'relevante factoren' zoals deze worden omschreven in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1467/97. Voorts dient de Raad in een aanbeveling om een buitensporig tekort te verhelpen, te verzoeken om een minimale jaarlijkse verbetering van het structurele saldo, dat wil zeggen het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, van ten minste 0,5% van het bbp als benchmark te realiseren.

6. In het geval van Denemarken worden er bijzondere omstandigheden geacht te bestaan die relevant zijn voor de flexibelere toepassing van de BTP na de hervorming van het stabiliteits- en groeipact in 2005. Zo was de recessie in 2009 toe te schrijven aan de abrupte daling van de particuliere consumptie, de investeringen en de uitvoer als gevolg van de financiële crisis en de mondiale recessie, en met name aan de vraaguitval bij de voornaamste handelspartners (Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Noorwegen). Het tekort over 2010 is een gevolg van zowel de economische inzinking als de stimuleringsmaatregelen die de Deense autoriteiten conform het Europees economisch herstelplan hebben genomen. Gezien het bestaan van bijzondere omstandigheden is de Raad gemachtigd een correctie van het buitensporige tekort binnen een middellangetermijnkader toe te staan.

7. Volgens de BTP-kennisgeving van april 2010 zal het overheidstekort in Denemarken in 2010 5,4% van het bbp bedragen, waarbij rekening is gehouden met de economische neergang en het begrotingseffect van het economisch herstelplan dat in de actualisering van het convergentieprogramma van februari 2010 is uitgewerkt. Volgens de voorjaarsprognoses 2010 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort bij ongewijzigd beleid oplopen van 2,7% van het bbp in 2009 naar 5,5% van het bbp in 2010 en daarna weer teruglopen tot 4,9% van het bbp in 2011. Daarbij is geen rekening gehouden met de consolidatiemaatregelen voor 2011 die de regering op 25 mei 2010 heeft aangekondigd, en evenmin met maatregelen die nog niet voldoende zijn uitgewerkt. Dankzij de begrotingsoverschotten van vóór 2009 verkeerde Denemarken in de positie om conform het Europees economisch herstelplan budgettaire stimuleringsmaatregelen ter grootte van 2,2% van het bbp in 2009 en 1,3% in 2010 vast te stellen. De herstelmaatregelen bestaan uit permanente belastingverlagingen en tijdelijke overheidsinvesteringen.

8. Gezien de bijzondere omstandigheden en het Europees economisch herstelplan wordt een gemiddelde jaarlijkse begrotingsinspanning aanbevolen. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle factoren die relevant zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het begrotingsbeleid, om te beginnen de omvang van het overheidstekort en de brutoschuld, en daarnaast andere indicatoren, zoals de stand van de lopende rekening, de omvang van de voorwaardelijke verplichtingen ten aanzien van de financiële sector, rentebetalingen, risicopremies en de verwachte verandering in de leeftijdsgerelateerde uitgaven op middellange termijn. Bij de berekening van de gemiddelde jaarlijkse begrotingsinspanning wordt het in de voorjaarsprognoses 2010 van de diensten van de Commissie voorziene tekort voor 2011 als uitgangspunt gehanteerd. Vervolgens is berekend welke totale begrotingsinspanning nodig is om de nominale tekortdoelstelling van 3% binnen de gestelde termijn te realiseren, als wordt aangenomen dat de output gap geleidelijk afneemt en in 2015 is verdwenen.

9. Tegen deze achtergrond is het raadzaam het corrigeren van het buitensporige tekort in een middellangetermijnkader te zien, met 2013 als uiterste termijn voor de correctie. Met name gelet op het feit dat er geen sprake is van omvangrijke economische onevenwichtigheden, moeten de Deense autoriteiten, opdat het aanpassingstraject geloofwaardig en houdbaar is, de begrotingsmaatregelen in 2010 volgens plan ten uitvoer leggen en in de periode 2011-2013 een gemiddelde jaarlijkse structurele aanpassing van een ½% van het bbp realiseren, de maatregelen specificeren die nodig zijn om het buitensporige tekort in 2013 te corrigeren als het conjunctuurklimaat dit mogelijk maakt, en het tekort sneller terugdringen indien de economische of budgettaire omstandigheden gunstiger uitvallen dan thans wordt verwacht.

10. Zoals blijkt uit zijn budgettaire staat van dienst heeft Denemarken baat gehad bij een betrekkelijk sterk begrotingskader, dat opvalt door zijn grote bereik en de transparantie en zichtbaarheid van de begrotingsregels. De consumptieve overheidsbestedingen hebben echter meer dan eens de streefcijfers overschreden. Recente initiatieven om in economische sancties te voorzien, zouden voor de gemeenten een extra stimulans kunnen betekenen om zich aan de overeengekomen streefcijfers te houden. Sinds 2002 geldt er in Denemarken een belastingstop, waarbij noch de indirecte, noch de directe belastingen verhoogd mogen worden. De belastingstop heeft geen beletsel gevormd voor een grote belastinghervorming in 2009, maar een strikte naleving van de belastingstop zou verdere aanpassingen kunnen bemoeilijken.

11. Volgens gegevens die de Deense autoriteiten in april 2010 hebben meegedeeld, bedroeg de bruto overheidsschuld in 2009 41,6% van het bbp en zal deze stijgen tot 45,1% van het bbp in 2010. Volgens de voorjaarsprognoses 2010 van de diensten van de Commissie, waarbij is aangenomen dat het beleid ongewijzigd blijft, stijgt de schuld tot 46% van het bbp in 2010 en loopt deze in 2011 verder op tot 49,5% van het bbp, waarmee de schuld dus onder de referentiewaarde van 60% van het bbp blijft.

12. Om beter toezicht te kunnen uitoefenen in het kader van de BTP, zal regelmatig en tijdig moeten worden gecontroleerd welke vorderingen zijn gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de budgettaire consolidatiestrategie. Daarom zou daaraan in de komende actualiseringen van het Deense convergentieprogramma een apart hoofdstuk kunnen en moeten worden gewijd.

13. In het algemeen moeten de maatregelen ter consolidering van de begroting naar het oordeel van de Raad een duurzame verbetering van het overheidssaldo teweegbrengen en er tegelijkertijd op gericht zijn de kwaliteit van de openbare financiën te bevorderen en het groeipotentieel van de economie te versterken,

BEVEELT AAN:

1. Aangezien de Deense begrotingssituatie in 2010 het gevolg is van maatregelen ter grootte van 2,2% van het bbp in 2009 en 1,3% in 2010, die een passende reactie vormen op de neergang en die aansloten bij de beginselen van het Europees economisch herstelplan, en ook een gevolg is van de onbelemmerde werking van automatische stabilisatoren, maken de Deense autoriteiten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in 2013 een einde aan de thans bestaande buitensporigtekortsituatie.

2. De Deense autoriteiten dringen het overheidstekort op geloofwaardige en duurzame wijze terug tot onder de 3% van het bbp door maatregelen binnen een middellangetermijnkader te nemen. Daartoe wordt van de Deense autoriteiten in het bijzonder het volgende verwacht:


a. zij voeren de begrotingsmaatregelen in 2010 conform de meest recente actualisering van het convergentieprogramma uit en gaan in 2011 over tot consolidatie teneinde het tekort in 2013 terug te dringen tot onder de referentiewaarde;

b. zij zorgen voor een gemiddelde jaarlijkse begrotingsinspanning van ten minste een ½% van het bbp in de periode 2011-2013;

c. zij specificeren de maatregelen die nodig zijn om het buitensporige tekort in 2013 te corrigeren als het conjunctuurklimaat dit mogelijk maakt, leggen deze maatregelen strikt ten uitvoer en dringen het tekort sneller terug indien de economische of budgettaire omstandigheden gunstiger uitvallen dan thans wordt verwacht.

3. De Raad stelt [13 januari 2011] vast als uiterste datum waarop de Deense regering doeltreffende actie moet ondernemen en invulling moet geven aan de noodzakelijke maatregelen om de correctie van het buitensporige tekort naderbij te brengen. Bij de beoordeling van de doeltreffendheid van deze actie zal rekening worden gehouden met de economische ontwikkelingen die zich ten opzichte van de economische vooruitzichten in de voorjaarsprognoses 2010 van de diensten van de Commissie hebben voorgedaan.

De Deense autoriteiten brengen, tot de beëindiging van de buitensporigtekortprocedure, in een apart hoofdstuk in de komende actualiseringen van het convergentieprogramma verslag uit over de vorderingen die bij de uitvoering van deze aanbevelingen zijn gemaakt.

Voorts wijst de Raad op het belang van het bereiken van de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor een passend begrotingsbeheer in tijden van economische neergang. Daarom verzoekt hij de Deense autoriteiten de budgettaire consolidatie na de correctie van het buitensporige tekort voort te zetten en af te koersen op de middellangetermijndoelstelling voor de begrotingssituatie, namelijk een structureel sluitende begroting in 2015.

Deze aanbeveling is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

3.

Gedaan te Brussel, op


Voor de Raad

De voorzitter
[…]

1PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

NL NL