Toelichting bij SEC(2006)687 - Ontwerp voor besluit nr. X/2006 van het Gemengd Comité EG/Denemarken-Faeröer tot wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de Overeenkomst met de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer - Ontwerp gemeenschappelijk standpunt van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De tariefbepalingen en regelingen die van toepassing zijn op bepaalde soorten vis en visserijproducten van oorsprong uit de Faeröer die in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, zijn neergelegd in Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds i.

Krachtens Protocol nr. 1 heeft de Gemeenschap tariefconcessies voor bereidingen en conserven van garnalen en langoustines van oorsprong uit de Faeröer toegekend in de vorm van een tariefcontingent van 3 000 ton. In Protocol nr. 1 is echter geen tariefconcessie opgenomen voor bevroren schelvis van oorsprong uit de Faeröer.

In artikel 36 van de hierboven vermelde overeenkomst wordt bepaald dat de Gemeenschap op verzoek van de Faeröer zal overwegen om de toegangsmogelijkheden voor bepaalde producten te verbeteren.

De Faeröer hebben verzocht om verhoging van het contingent voor garnalen en langoustines van 3 000 tot 6 000 ton. Zij hebben ook verzocht om toevoeging van bevroren schelvis van oorsprong uit de Faeröer aan de lijst van visserijproducten in tabel I van de bijlage bij Protocol nr. 1 die vrij van rechten in de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd.

De Commissie is van mening dat beide verzoeken kunnen worden ingewilligd, gezien de tariefbepalingen en regelingen die van toepassing zijn op de invoer van dezelfde producten van oorsprong uit andere derde landen zoals Noorwegen, IJsland en Groenland en het vrij lage risico dat de handel in deze producten negatieve gevolgen voor de communautaire markt zal hebben. In het geval van het tariefcontingent voor garnalen en langoustines is de Commissie echter van mening dat de verhoging van het contingent geleidelijk moet worden ingevoerd met hoeveelheden van telkens 1 000 ton en afhankelijk moet worden gemaakt van de mate waarin de bestaande contingenten worden gebruikt.

Bij artikel 31 van de overeenkomst is een gemengd comité ingesteld, dat belast is met het beheer van de overeenkomst en het toezicht op de uitvoering daarvan. Overeenkomstig artikel 34, lid 1, van de overeenkomst kan het gemengd comité daarom een besluit nemen tot wijziging van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst.

Gelet op het voorgaande moet de Commissie aan de Raad voorstellen om het aangehechte ontwerp-besluit vast te stellen als gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap bij de volgende vergadering van het gemengd comité.

Ontwerpl voor

BESLUIT NR. X/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG/DENEMARKEN-FAERÖER

tot wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds

HET GEMENGD COMITÉ,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds i, hierna de 'overeenkomst' genoemd, en met name op artikel 34, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

In de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst zijn de douanerechten en andere voorwaarden vastgesteld die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde soorten vis en visserijproducten van oorsprong en herkomst uit de Faeröer.

Krachtens deze bijlage heeft de Gemeenschap concessies in de vorm van een jaarlijks tariefcontingent van 3 000 ton toegekend voor bereidingen en conserven van garnalen en langoustines van de Faeröer.

De autoriteiten van de Faeröer hebben een verzoek ingediend tot verhoging van de door de Gemeenschap voor bereidingen en conserven van garnalen en langoustines toegekende tariefconcessies tot 6 000 ton.

Een dergelijke verhoging kan worden toegestaan over een periode die moet worden bepaald op grond van de mate waarin het contingent wordt gebruikt.

In de bijlage heeft de Gemeenschap geen concessie toegekend voor bevroren schelvis van oorsprong en herkomst uit de Faeröer.

De autoriteiten van de Faeröer hebben een verzoek ingediend tot toevoeging van bevroren schelvis aan de lijst van visserijproducten in tabel I van de bijlage bij Protocol nr. 1 die vrij van rechten in de Gemeenschap kunnen worden ingevoerd.

Het is redelijk bevroren schelvis in deze tabel op te nemen,

BESLUIT:

Artikel 1

Tabel II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

‘ Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren: TC nr. 4 i 4

1605 - garnaal:

1605 20 -- in luchtdichte verpakkingen

-- andere:

1605 20 --- in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 2 kg

1605 20 --- andere:

ex 1605 40 - langoustines (Nephrops norvegicus) 0’

In 2007 bedraagt het jaarlijkse volume 4 000 ton. Vanaf 1 januari 2008 wordt het volume jaarlijks met 1 000 ton verhoogd tot maximaal 6 000 ton, op voorwaarde dat ten minste 80% van de totale hoeveelheid van het vorige contingent op 31 december van dat jaar is gebruikt.

Artikel 2

Tabel I van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst wordt gewijzigd door invoeging van de volgende rij:

‘0303 72 Schelvis (Melanogrammus aeglefinus) 0’

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL:

Voorstel voor een besluit van het Gemengd Comité EG/Denemarken-Faeröer tot wijziging van de tabellen I en II van de bijlage bij Protocol nr. 1 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Landsregering van de Faeröer, anderzijds

2. BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk en artikel:

Hoofdstuk 12, artikel 120

Begroot bedrag voor het betrokken jaar: 12 905 miljoen euro

3. FINANCIËLE GEVOLGEN:

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

(in miljoen euro, tot op 1 decimaal)

Begrotings-onderdeel Ontvangsten i Periode van 12 maanden vanaf 1.1. [Jaar n]

Artikel … Gevolgen voor de eigen middelen 0,

Situatie na de actie

[n+1] [n+2] [n+3] [n+4] [n+5]

Artikel … 0, 1, 2,

4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Het beheer van de hoeveelheden voor garnalen zal door de Commissie worden uitgevoerd in overeenstemming met de procedure ter verdeling van tariefcontingenten.

5. ANDERE OPMERKINGEN

Het volledige douanerecht voor garnalen bedraagt 20% en voor bevroren schelvis 7,5%.

Gezien de geringe invoer van bevroren schelvis uit de Faeröer en het huidige douanerecht wordt er niet van uitgegaan dat de bijkomende concessie een materieel effect op de begroting van de Gemeenschap zal hebben. Daarom is het mogelijke verlies aan douanerechten op de invoer van dit product uit de Faeröer verder buiten beschouwing gelaten.

De voorgestelde verhoging van het contingent voor garnalen en langoustines kan echter gevolgen hebben voor de ontvangstenzijde van de begroting, als de bijkomende hoeveelheden worden opgenomen. Het mogelijke verlies aan ontvangsten is berekend in de veronderstelling dat de bijkomende hoeveelheden zullen worden opgenomen in het jaar waarin zij beschikbaar komen, en wel als volgt:

- 2006 333 ton

- 2007 1 000 ton

- 2008 2 000 ton

- 2009 3 000 ton

De berekening van de gederfde ontvangsten is gebaseerd op de gemiddelde waarde van de garnalen (1605 20 99) die in de periode 2002-2004 uit de Faeröer zijn ingevoerd (4 619 euro per ton), aangezien dit product goed is voor het grootste gedeelte van de handel onder contingentvolgnr. 090679. Het aldus berekende bedrag is daarna verminderd met 25% om rekening te houden met de door de lidstaten gemaakte inningskosten.