Toelichting bij SEC(2006)633 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 bij de algemene begroting voor 2006 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling - Afdeling III : Commissie - Afdeling VIII- Deel B : Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding 4

2.

2. Afdeling III (Commissie) 4


3.

2.1. Europese GNSS-toezichtautoriteit 4


4.

2.2. Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart 6


5.

2.3. Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen 7


6.

3. Afdeling VIII - deel B (Europese toezichthouder voor gegevensbescherming) 8


OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN 10

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Een Engelse versie van de algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling is ter informatie als budgettaire bijlage bijgevoegd.

7.

TOELICHTING


1.

Inleiding



Dit voorontwerp van gewijzigde begroting omvat vier onderdelen, waarvan er drie betrekking hebben op Afdeling III – Commissie en één op Afdeling VIII – Deel B – Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, en meer bepaald op:

- een versterking van de Europese GNSS-toezichtautoriteit om rekening te houden met de overdracht van bepaalde activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming Galileo aan deze autoriteit;

- een uitbreiding van het personeel van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart om rekening te houden met het programma voor normalisatie-inspecties;

- een uitbreiding van het personeel van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen;

- een verhoging van de kredieten die onder post B - 1 1 7 5 “Vertaling en vertolking” voor de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming zijn opgevoerd;

8.

2. AFDELING III (COMMISSIE)


9.

2.1. Europese GNSS-toezichtautoriteit


De Europese GNSS-toezichtautoriteit is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet i.

De taken van de toezichtautoriteit zijn opgesomd in artikel 2 van Verordening nr. 1321/2004. De toezichtautoriteit is met name de concessieverlenende instantie voor de particuliere concessiehouder van het systeem en sluit de concessieovereenkomst met hem. De autoriteit wordt sinds de zomer van 2005 geleidelijk geïnstalleerd en zal volledig operationeel zijn in de loop van 2006.

De gemeenschappelijke onderneming Galileo, die is opgericht om de ontwikkelingsfase tot een goed einde te brengen, heeft een bestaansduur die overeenkomt met de duur van deze fase, volgens de oorspronkelijke planning van 2002 tot en met 2005, die echter is verlengd tot 2008. Volgens de huidige stand van haar statuten zou de gemeenschappelijke onderneming Galileo haar activiteiten dan ook niet stopzetten vóór eind 2008, waardoor zij ongeveer drie jaar langer zou bestaan dan oorspronkelijk gepland.

De Commissie is van mening dat deze verlenging van het voortbestaan van de gemeenschappelijke onderneming tot na 2006 zinloos en kostbaar is, daar de toezichtautoriteit immers in staat is alle huidige activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming over te nemen in de loop van 2006.

Teneinde de gemeenschappelijke onderneming Galileo stop te zetten en de toezichtautoriteit de beschikking te geven over een rechtsgrondslag om de huidige kernactiviteiten van de gemeenschappelijke onderneming over te nemen, is de Commissie gestart met de procedures tot wijziging van de respectieve verordeningen.

De volgende activiteiten zullen geleidelijk aan de toezichtautoriteit worden overgedragen:

- het toezicht op de uitvoering van de ontwikkelingsfase: de technische ontwikkelingen van het systeem door middel van een met het Europees Ruimte-Agentschap te sluiten overeenkomst;

- de voorbereiding van de stationerings- en exploitatiefase en met name de onderhandelingen over de concessieovereenkomst;

- onderzoeksactiviteiten (6de en 7de kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling). Teneinde de toekomstige toepassingen van radionavigatie per satelliet te definiëren of te bevorderen en om de volgende satellietgeneratie voor te bereiden, zal de toezichtautoriteit, zowel tijdens de ontwikkelingsfase als tijdens de stationerings- en exploitatiefase van het programma tal van onderzoekswerkzaamheden dienen te ondernemen of financieren;

- de follow-up van de wetenschappelijke activiteiten in het kader van de internationale samenwerking met onder meer China en Israël;

- de activiteiten voor de liquidatie van de gemeenschappelijke onderneming na 31 december 2006.

Er zij op gewezen dat deze situatie om objectieve, en in het bijzonder juridische, redenen niet kon worden weergegeven in de begroting 2006 van de toezichtautoriteit, zoals deze door de Commissie in het voorontwerp van begroting 2006 werd gepresenteerd.

In die omstandigheden moet de toezichtautoriteit vóór het einde van 2006 over de nodige, met name personele, middelen beschikken om de opdrachten van de gemeenschappelijke onderneming uit te voeren.

Het voorgestelde voorontwerp van gewijzigde begroting heeft betrekking op een personeelsbestand dat voor 2006 op 39 medewerkers wordt geraamd (11 indienstnemingen in 2005, 9 indienstnemingen in het eerste kwartaal van 2006 en 19 na de goedkeuring van de gewijzigde begroting door de begrotingsautoriteit). Deze raming is gebaseerd op het werkprogramma van de toezichtautoriteit voor 2006 en op een vergelijking met het personeelsbestand van de gemeenschappelijke onderneming Galileo. De gemeenschappelijke onderneming, die begin 2006 een personeelsbestand van 43 medewerkers telt, moet immers al haar activiteiten overdragen aan de toezichtautoriteit zodra de toezichtautoriteit deze kan overnemen, en zij moet dat uiterlijk einde 2006 doen. Het is derhalve absoluut noodzakelijk dat de toezichtautoriteit uiterlijk in het derde kwartaal over haar 39 personeelsleden kan beschikken om de overdracht van de kennis en activiteiten van de autoriteit mogelijk te maken, terwijl tegelijk het aantal personeelsleden van de gemeenschappelijke onderneming dienovereenkomstig geleidelijk wordt verminderd tot de volledige opheffing ervan in 2006, zonder dat het goede verloop van de programma’s Galileo en EGNOS in gevaar wordt gebracht.

De voorgestelde verhoging van het personeelsbestand van 20 tot 39 hooggeschoolde personen leidt tot een verhoging van het salarisbedrag, maar vooral tot een versnelde verhoging van de kosten van indienstneming, hetgeen extra inrichtingsvergoedingen bij aanstelling en extra verhuiskosten met zich brengt. Talrijke kandidaten uit alle landen zullen immers worden uitgenodigd voor de sollicitatiegesprekken en in dienst worden genomen.

De toezichtautoriteit zou vóór het einde van 2006 over de nodige financiële middelen moeten beschikken om de extra taken te vervullen waarmee het oorspronkelijk vastgestelde takenpakket wordt aangevuld. Daarvoor is een extra bedrag aan begrotingsmiddelen van 3 050 000 EUR nodig.

10.

2.2. Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart


Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart i.

De taken van het Agentschap zijn beschreven in artikel 5 van genoemde verordening en betreffen de luchtwaardigheids- en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, de certificering van ontwerp- en productieorganisaties alsmede de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken en de goedkeuring van de bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen.

Wat met name het toezicht op de toepassing van het Gemeenschapsrecht door de lidstaten en de betrokkenen betreft, bepaalt:

- artikel 45 van de verordening dat het Agentschap de Commissie bijstand verleent bij het toezicht op de toepassing van deze verordening en de uitvoeringsvoorschriften ervan door normalisatie-inspecties te verrichten van de bevoegde instanties van de lidstaten; en

- artikel 16, lid 4, van de verordening dat de Commissie werkmethoden vaststelt die door het Agentschap worden toegepast om de normalisatie-inspecties te verrichten volgens de procedure van artikel 54, lid 2 (comitologie – raadgevend comité).

Ter uitvoering van artikel 16, lid 4, zal de Commissie in de komende weken haar goedkeuring hechten aan de verordening betreffende de door het Agentschap voor het verrichten van de normalisatie-inspecties toegepaste methoden. Deze verordening kan van invloed zijn op de middelen van het Agentschap, met name op de uitgaven van het Agentschap voor de opleiding van zijn eigen personeel en van het personeel van de lidstaten dat deel uitmaakt van de inspectieteams, en op het aantal inspecteurs dat in dienst moet worden genomen om deze taken te vervullen.

Krachtens de door de Commissie voorgestelde regels moet het Agentschap voortaan een programma van uit te voeren normalisatie-inspecties opstellen, de kwalificatie-eisen vaststellen voor zijn eigen personeel dat deel uitmaakt van de inspectieteams en voor het personeel van de lidstaten dat deel uitmaakt van deze teams, en de opleiding van dat personeel organiseren. Het Agentschap moet tevens de inspecties uitvoeren en verslag uitbrengen bij de geïnspecteerde nationale autoriteiten en bij de Commissie. Ten slotte moet het Agentschap de kosten van dienstreizen vergoeden van zijn eigen inspecteurs, van de inspecteurs van de nationale autoriteiten en van de nationale coördinatoren die deel uitmaken van de inspectieteams.

De door de Commissie voorgestelde verordening heeft betrekking op het werkprogramma van het Agentschap voor 2006.

In die omstandigheden moet het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart vóór het einde van 2006 over de nodige, met name personele, middelen beschikken om zijn taken op normalisatiegebied te vervullen.

Het voorgestelde voorontwerp van gewijzigde begroting heeft betrekking op een personeelsbestand dat voor 2006 op 336 medewerkers wordt geraamd (waarvan er 328 voor 2006 zijn gepland, terwijl er nog eens 8 in dienst zullen worden genomen na de goedkeuring van de gewijzigde begroting door de begrotingsautoriteit). Deze raming is gebaseerd op het werkprogramma van het EASA voor 2006.

De voorgestelde verhoging van het personeelsbestand van 328 tot 336 hooggeschoolde personen leidt tot een verhoging van het salarisbedrag, maar vooral tot een verhoging van de kosten van dienstreizen.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart zou vóór het einde van 2006 over de nodige financiële middelen moeten beschikken om de extra taken te vervullen waarmee het oorspronkelijk vastgestelde takenpakket wordt aangevuld. Daarvoor is een extra bedrag aan begrotingsmiddelen van 1 114 000 EUR nodig.

De vereiste kredieten zullen in het kader van een herschikking van de begrotingsmiddelen voor het beleidsterrein TREN in mindering worden gebracht op het begrotingsonderdeel betreffende de veiligheid van het vervoer (06 02 03).

11.

2.3. Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen


De begroting 2006 van het FRONTEX-Agentschap, zoals deze door de Commissie in het voorontwerp van begroting 2006 werd gepresenteerd, is opgesteld op grond van het financieel memorandum bij het voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van dit Agentschap. Voor de huishoudelijke uitgaven (titel 1 en 2) en voor de beleidsuitgaven (titel 3) werd verzocht om een bedrag van respectievelijk 2,314 miljoen EUR en 7,440 miljoen EUR, of een totaalbedrag van 9,754 miljoen EUR.

In de loop van de begrotingsprocedure werd de toewijzing voor titel 3 door een amendement van het Parlement op 9,440 miljoen EUR gebracht. De communautaire bijdrage 2006 voor het Agentschap beloopt derhalve 11,754 miljoen EUR. Het aantal ambten voor tijdelijke functionarissen wordt gehandhaafd op 17, zoals is vastgelegd in het financieel memorandum.

Tijdens de bijeenkomst van 24 maart 2006 heeft de raad van bestuur van FRONTEX een nieuwe lijst van het aantal ambten vastgesteld en derhalve de begroting voor 2006 herzien.

Er dient te worden onderstreept dat FRONTEX met zijn activiteiten is gestart in het najaar van 2005. De voorgestelde herziening is derhalve gebaseerd op de recent met de werking van het Agentschap opgedane ervaring en met name op een betere kennis van de administratieve werkomgeving.

De huishoudelijke uitgaven worden bijgevolg op 6,1 miljoen EUR geraamd en er wordt van uitgegaan dat in 2006 28 ambten van tijdelijke functionarissen nodig zijn, een verhoging met 11 ambten. Teneinde de communautaire bijdrage niet te verhogen, dient dus een bedrag van 3,786 miljoen EUR aan kredieten van titel 3 naar de titels 1 en 2 te worden overgeheveld.

De belangrijkste reden voor dit verzoek om extra middelen voor de huishoudelijke uitgaven is een onderschatting van de personeelsbehoeften om de taken van het Agentschap te vervullen.

Zonder deze wijziging zal het Agentschap niet kunnen zorgen voor de administratieve ondersteuning en de interne controlestructuren die nodig zijn om een correct beheer van zijn activiteiten te garanderen. De ambten voor tijdelijke functionarissen (37% van het totale personeelsbestand) zullen uitsluitend voor het management en voor administratieve taken worden gebruikt.

Bij de berekening van de personeelskosten is er rekening mee gehouden dat de aanwervingen geleidelijk in de loop van 2006 zullen plaatshebben. Daartoe zijn einde maart 14 vacante posten gepubliceerd.

12.

3. AFDELING VIII - DEEL B (EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING)


Het totale begrotingsbedrag voor de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming in 2006 beloopt 3 583 833 EUR. De betrokken begroting omvat een begrotingsonderdeel B – 1 1 7 5 “Vertaling en vertolking”, waarop 112 491 EUR aan kredieten is opgenomen. Laatstgenoemd bedrag is berekend op grond van het aantal vertalingen dat in 2004 en in het begin van 2005 werd gemaakt, een volume dat in het tweede halfjaar van 2005 is toegenomen en een stijgende tendens vertoont.

Als gevolg van het akkoord inzake administratieve samenwerking dat in juni 2004 door de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, en door de Europese toezichthouder werd ondertekend, worden de vertalingen bij de Raad gemaakt. In juli 2005 is een akkoord op het niveau van de diensten ondertekend om de praktische aspecten van de samenwerking vast te leggen, met name de tarieven, die overeenkomen met die welke door het Vertaalbureau in Luxemburg worden toegepast. Op basis daarvan bedraagt de prijs, voorzover de toezichthouder zorgt voor de planning van de vertaalaanvragen, 61,5 EUR per bladzijde. De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming tracht het aantal vertalingen tot het noodzakelijke minimum te beperken: vertalingen in twee talen op de website alsmede van de nieuwsbrief; vertaling van het jaarverslag in 19 officiële talen; antwoorden aan de burgers in hun eigen taal; vertaling van de wetgevingsadviezen van de toezichthouder in 19 talen voor bekendmaking in het Publicatieblad.

Toen in 2005 het voorontwerp van begroting 2006 werd voorgelegd, bestond de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming nog geen twee jaar. Het was voor de toezichthouder als nieuw, zich in de invoeringsfase bevindend orgaan nog te vroeg om prognoses op te maken. Op dat ogenblik was het aantal geproduceerde documenten nog vrij beperkt en beschikte de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, die nog geen volledige operationele cyclus had doorlopen, nog niet over een vergelijkingsbasis om een op ervaring gebaseerde begroting vast te stellen.

In dit stadium kunnen het volume te vertalen documenten en de overeenkomstige kosten duidelijk worden geraamd. Om die reden wordt om een voorontwerp van gewijzigde begroting voor 2006 verzocht; de onder post B – 1 1 7 5 “Vertaling en vertolking” opgevoerde kredieten zouden moeten worden opgetrokken van 112 491 EUR tot 667 036 EUR in 2006.

13.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN


Rubriek/subrubriek van de financiële vooruitzichten Financiële vooruitzichten Begroting 2006 inclusief VOGB 1* - 2/ VOGB 3/ Begroting 2006 inclusief VOGB 1-3/

|VKBKVKBKVKBKVKBK1. LANDBOUW- Landbouwuitgaven44 847 000 43 279 720 43 279 720 43 279 720 43 279 720 - Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen7 771 000 7 771 000 7 711 300 7 771 000 7 711 300 Totaal52 618 000 51 050 720 50 991 020 51 050 720 50 991 020 Marge1 567 280 1 567 280 2. STRUCTURELE MAATREGELEN- Structuurfondsen38 523 000 38 522 922 32 134 099 38 522 922 32 134 099 - Cohesiefonds6 094 000 6 032 082 3 505 500 6 032 082 3 505 500 Totaal44 617 000 44 555 004 35 639 599 44 555 004 35 639 599 Marge61 995 61 995 3. INTERN BELEID9 385 000 9 387 512 8 904 016 +3 050 +3 050 9 390 562 8 907 066 Marge12 285 9 235 4. EXTERN BELEID5 269 000 5 544 000 5 369 049 5 544 000 5 369 049 Marge-275 000 -275 000 5. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN6 708 000 6 656 369 6 656 369 +554 +554 6 656 924 6 656 924 Marge51 630 51 075 6. RESERVES458 000 458 000 458 000 458 000 458 000 - Reserve voor garantiesp.m.229 000 229 000 229 000 229 000 - Reserve voor noodhulpp.m.229 000 229 000 229 000 229 000 Margep.m.p.m. 7. PRETOETREDINGSSTEUN3 566 000 2 572 159 038

|2 984 409 038

|2 572 159 038

|2 984 409 038

| Marge 1 085 400 1 085 400 8. COMPENSATIE1 074 000 1 073 500 1 073 500 1 073 500 1 073 500 Marge 499 499 TOTAAL 123 695 000 119 292 000 121 297 266 112 075 965 +3 604 +3 604 121 300 871 112 079 569 Marge2 504 090 7 322 392 2 500 486 7 318 788 * Voor het VOGB 1 wordt het bedrag voor het EUSF in de begroting opgenomen boven het maximum van de rubrieken 3 en 7, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002 (PB C 283 van 20.11.2002).