Toelichting bij COM(2007)197-2 - Sluiting van de overnameovereenkomst met Oekraïne

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

I. Politieke en juridische achtergrond

In de op 11 december 1999 aangenomen gemeenschappelijke EU-strategie ten aanzien van Oekraïne werd onder meer voorgesteld met dit land een overnameovereenkomst te sluiten. Op 13 juni 2002 machtigde de Raad Algemene Zaken de Commissie formeel te onderhandelen over een overnameovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne. In augustus 2002 stuurde de Commissie een ontwerptekst aan de Oekraïense autoriteiten en op 18 november 2002 vond in Kiev de eerste formele onderhandelingsronde plaats. Er vonden, afwisselend in Kiev en Brussel, nog twaalf andere onderhandelingsronden plaats; parallel daarmee werden er sinds november 2005 ook onderhandelingen gevoerd over een visumversoepelingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne. Bovendien werden van tijd tot tijd informele deskundigenvergaderingen belegd om de formele onderhandelingen voor te bereiden.

Bij de laatste formele onderhandelingsronde van 10 oktober 2006 stelde de Commissie Oekraïne een totaalakkoord over beide overeenkomsten voor; er werd onder meer voorgesteld in de overnameovereenkomst een overgangsperiode van twee jaar vast te stellen voor de inwerkingtreding van de bepalingen betreffende de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen. Op 25 oktober stelde de Oekraïense ambassadeur bij de EU de Commissie ervan in kennis dat Oekraïne het totaalakkoord, met inbegrip van de overgangsperiode van twee jaar, kon aanvaarden. De definitieve tekst van de overnameovereenkomst en de visumversoepelingsovereenkomst is op 27 oktober 2006 geparafeerd op de EU-Oekraïne-top in Helsinki.

De lidstaten zijn gedurende alle (informele en formele) fasen van de onderhandelingen regelmatig op de hoogte gehouden en geraadpleegd over de overnameovereenkomst.

Voor de Gemeenschap is artikel 63, punt 3, onder b), juncto artikel 300 van het EG-verdrag de rechtsgrond van de overnameovereenkomst.

De bijgevoegde voorstellen vormen de rechtsinstrumenten voor de ondertekening en sluiting van de overnameovereenkomst. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Conform artikel 300, lid 3, van het EG-Verdrag moet het Europees Parlement formeel worden geraadpleegd over de sluiting van de overnameovereenkomst.

Het voorgestelde besluit betreffende de sluiting bevat de noodzakelijke interne regelingen voor de praktische toepassing van de overnameovereenkomst. Er wordt met name in bepaald dat de Commissie, bijgestaan door deskundigen van de lidstaten, de Gemeenschap vertegenwoordigt in het Gemengd Comité overname dat bij artikel 15 van de overnameovereenkomst wordt opgericht. Overeenkomstig artikel 15, lid 5, stelt het Comité overname zijn reglement van orde vast. Zoals het geval is bij de andere tot dusver door de Gemeenschap gesloten overnameovereenkomsten wordt het standpunt van de Gemeenschap over deze kwestie vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad aangewezen bijzonder comité. Ten aanzien van de andere door het Gemengd Comité te nemen beslissingen wordt het standpunt van de Gemeenschap vertolkt overeenkomstig de toepasselijke Verdragsbepalingen.

II. ONDERHANDELINGSRESULTATEN

DE COMMISSIE IS VAN MENING DAT DE DOOR DE RAAD IN ZIJN ONDERHANDELINGSRICHTSNOEREN GEFORMULEERDE DOELSTELLINGEN ZIJN BEREIKT EN DAT DE ONTWERP-OVERNAMEOVEREENKOMST AANVAARDBAAR IS VOOR DE GEMEENSCHAP.

De overnameovereenkomst houdt uiteindelijk het volgende in:

- de overnameovereenkomst omvat 7 afdelingen met in totaal 21 artikelen. Zij telt tevens acht bijlagen, die een integrerend onderdeel ervan uitmaken, alsmede vier gemeenschappelijke verklaringen en een eenzijdige verklaring van Oekraïne;

- de in de overnameovereenkomst vervatte overnameverplichtingen (de artikelen 2 tot en met 4) zijn op basis van volledige wederkerigheid opgesteld en hebben betrekking op eigen onderdanen (artikel 2) alsook op onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3) en op onterechte overname (artikel 4);

- de verplichting tot overname van eigen onderdanen (artikel 2) geldt ook ten aanzien van gewezen eigen onderdanen die afstand hebben gedaan van hun nationaliteit zonder dat zij de nationaliteit of een verblijfsvergunning van een andere staat hebben verworven. Bovendien wordt artikel 2 aangevuld met een gemeenschappelijke verklaring betreffende de ontneming van de nationaliteit;

- aan de verplichting tot overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3) zijn de volgende voorwaarden verbonden: a) de betrokken persoon was op het ogenblik van de binnenkomst in het bezit van een geldig door de aangezochte staat afgegeven visum en is rechtstreeks van het grondgebied van deze staat binnengekomen, of b) de betrokken persoon was op het ogenblik van de binnenkomst in het bezit van een geldige door de aangezochte staat afgegeven verblijfsvergunning, of c) de betrokken persoon is illegaal het grondgebied van de verzoekende staat binnengekomen rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat. Deze verplichting geldt niet ten aanzien van personen in luchthaventransit en evenmin ten aanzien van personen aan wie de verzoekende staat visumvrije toegang heeft verleend of een visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidsduur heeft afgegeven;

- in ruil voor de aanvaarding door Oekraïne van de bovengenoemde verplichting tot overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen (artikel 3), heeft de Europese Gemeenschap ermee ingestemd dat deze verplichting pas twee jaar na de inwerkingtreding van de overnameovereenkomst van toepassing wordt (artikel 20, lid 3). Tijdens deze overgangsperiode van twee jaar wordt artikel 3 van de overnameovereenkomst alleen toegepast op staatloze personen en onderdanen van derde landen waarmee Oekraïne bilaterale overnameovereenkomsten of -regelingen heeft gesloten. Bovendien zullen tijdens deze overgangsperiode van twee jaar de bepalingen van bestaande bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Oekraïne betreffende de overname van staatloze personen en onderdanen van derde landen van toepassing blijven (artikel 17, lid 2);

- wanneer Oekraïne een overnameverzoek met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen inwilligt, aanvaardt het het gebruik van het standaard-reisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden (artikel 3, lid 4);

- de overnameovereenkomst bevat een afdeling over doorgeleiding (de artikelen 10 en 11, juncto bijlage 6);

- afdeling III van de overnameovereenkomst (de artikelen 6 tot en met 9, juncto de bijlagen 1 tot en met 5) bevat de nodige technische bepalingen met betrekking tot de overnameprocedure (overnameverzoek, bewijsmiddelen, termijnen, wijze van overdracht en wijze van vervoer). De procedure vertoont enige soepelheid omdat er geen overnameverzoek vereist is wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig nationaal paspoort en, indien het gaat om een onderdaan van een derde land, tevens in het bezit is van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning van de staat die hem moet overnemen (artikel 5, lid 2). In artikel 5, lid 3, is een andere belangrijke procedure neergelegd, de zogenaamde versnelde procedure, die geldt voor personen die worden aangehouden in de 'grensregio', d.w.z. een maximaal 30 kilometer breed gebied vanaf de gemeenschappelijke landsgrens tussen een lidstaat en Oekraïne of het grondgebied van zeehavens en internationale luchthavens van de lidstaten of Oekraïne. In het kader van de versnelde procedure bedragen de termijnen om een overnameverzoek in te dienen en te beantwoorden 2 werkdagen; in het kader van de normale procedure daarentegen bedraagt de termijn om een overnameverzoek te beantwoorden 14 kalenderdagen en kan die termijn in met redenen omklede gevallen worden verlengd tot maximaal 30 kalenderdagen;

- de artikelen 12 tot en met 14 bevatten de nodige regels inzake kosten, gegevensbescherming en de verhouding tot andere internationale verplichtingen;

- artikel 15 bepaalt op welke wijze het Gemengd Comité overname wordt samengesteld en welke zijn taken en bevoegdheden zijn;

- om deze overnameovereenkomst in de praktijk uit te voeren, biedt artikel 16 Oekraïne en afzonderlijke lidstaten de mogelijkheid om bilaterale uitvoeringsprotocollen te sluiten. De verhouding tussen de bilaterale uitvoeringsprotocollen en deze overnameovereenkomst wordt in artikel 17, lid 1, nader omschreven;

- de slotbepalingen (de artikelen 18 tot en met 21) bevatten regels inzake de inwerkingtreding, de duur, eventuele wijzigingen en de opzegging van de overnameovereenkomst alsook inzake de juridische status van de bijlagen daarbij;

- de specifieke situatie van Denemarken komt tot uiting in de preambule, in artikel 1, onder b), in artikel 18, lid 2, en in een aan deze overnameovereenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring. Ook de nauwe betrokkenheid van Noorwegen en IJsland bij de uitvoering, toepassing en ontwikkeling van het Schengenacquis komt tot uiting in een aan deze overnameovereenkomst gehechte gemeenschappelijke verklaring.

III. Conclusies

Rekening houdend met de hierboven beschreven resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overnameovereenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de persoon (personen) aan te wijzen die is (zijn) gemachtigd om de overnameovereenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen;

- na raadpleging van het Europees Parlement de bijgevoegde overnameovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne goedkeurt.