Toelichting bij COM(2010)626 - Ondertekening en voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de partnerschapsovereenkomst met Irak

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op 23 maart 2006 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren over een handels- en samenwerkingsovereenkomst met Irak en daarvoor onderhandelingsrichtsnoeren vastgesteld. De onderhandelingen werden in november 2006 geopend en na het voorspoedige verloop van negen onderhandelingsronden in november 2009 afgerond.

Tijdens de zevende onderhandelingsronde, die in februari 2009 in Bagdad plaatsvond, kwamen Irak en de EU overeen de status van de ontwerpovereenkomst op te waarderen van “handels- en samenwerkingsovereenkomst” tot “partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst” en een samenwerkingsraad in te stellen die regelmatig op ministerieel niveau zou samenkomen. Deze wijzigingen werden ook opgenomen in de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad.

De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak (hierna “de overeenkomst” genoemd) is de allereerste overeenkomst waarin contractuele betrekkingen tussen de EU en Irak worden vastgelegd. De overeenkomst vormt een juridisch kader voor aangelegenheden die uiteenlopen van een regelmatige politieke dialoog tot handelsbetrekkingen, samenwerking inzake regelgeving en ontwikkelingshulp.

Het doel van de overeenkomst, die voor tien jaar wordt gesloten (en vervolgens kan worden verlengd), is een solide grondslag te leggen voor de versterking van de banden tussen Irak en de EU. De overeenkomst beoogt met name de politieke dialoog over bilaterale, regionale en mondiale vraagstukken te intensiveren, de handelsregelingen tussen Irak en de EU te verbeteren, de wezenlijke eigen hervormings- en ontwikkelingsinspanningen van Irak te steunen en de integratie van Irak in de ruimere internationale economie te vergemakkelijken. De overeenkomst onderstreept de wens van de EU om een belangrijke rol te spelen bij het overgangsproces in Irak en vormt het belangrijkste kanaal voor de EU-steun aan Irak en de verdere verbetering van de onderlinge betrekkingen.

De belangrijkste onderdelen van de overeenkomst zijn:

1. Politieke dialoog en samenwerking op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid

- regelmatige politieke dialoog op ministerieel niveau en het niveau van hoge ambtenaren;

- bepalingen inzake mensenrechten en ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens, die essentiële elementen van de overeenkomst zijn;

- bepalingen inzake de bestrijding van terrorisme, handvuurwapens en lichte wapens en het Internationaal Strafhof.

2. Handel en investeringen

– een niet-preferentiële handelsovereenkomst waarin de basisregels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zijn opgenomen, alhoewel Irak nog geen WTO-lid is, en die voorziet in een aantal substantiële preferentiële elementen betreffende overheidsopdrachten en diensten en investeringen. Het handelsgedeelte bevat voorts een mechanisme voor de efficiënte beslechting van geschillen, met panels die bindende uitspraken doen en nalevingsprocedures.

3. Bepalingen inzake samenwerking op een aantal gebieden, zoals onder andere:

– energie, vervoer, investeringen, mensenrechten, onderwijs, wetenschap en technologie, justitie, vrijheid en veiligheid (waaronder samenwerking inzake migratie en asiel), milieu, regionale en culturele samenwerking.

4. Institutionele bepalingen voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, zoals een samenwerkingsraad die eenmaal per jaar op ministerieel niveau bijeenkomt en een samenwerkingscomité dat de samenwerkingsraad bij zijn taken bijstaat.

In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst worden sommige gedeelten ervan op voorlopige basis toegepast overeenkomstig artikel 117 van de overeenkomst.

Gezien het belang van de overeenkomst is de Commissie van mening dat de Raad de in artikel 117 bedoelde kennisgevingen pas na enige tijd dient te verzenden, om het Europees Parlement de gelegenheid te geven zich over de overeenkomst uit te spreken. De Commissie is bereid er samen met de Raad en het Europees Parlement naar te streven dat de voorlopige toepassing van de overeenkomst in de loop van 2011 kan beginnen.