Toelichting bij COM(2010)320 - Gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2010 - Algemene staat van ontvangsten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0320

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de algemene begroting 2010 - Algemene staat van ontvangsten /* COM/2010/0320 def. */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 15.6.2010


COM(2010)320 definitief

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 5 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2010

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 5BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2010

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

Gelet op:

- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 106bis,

- de Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen i, en met name op artikel 37,

- de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2010, die op 17 december 2009 is goedgekeurd i,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2010 in.

3.

INHOUDSOPGAVE


Inleiding

4

4.

2. OLAF 4


5.

3. Eigen middelen 5


6.

3.1. Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen 7


7.

3.2. Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor 2006, 2008 en 2009 9


8.

3.2.1. Berekening van de correcties 11


3.2.2. Opname in OGB 5/2010 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 14

9.

3.3. Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2010 18


WIJZIGINGEN IN DE ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten zijn beschikbaar via EUR-Lex (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl ) . Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van ontvangsten als budgettaire bijlage bijgevoegd.

Inhoudsopgave

1.

Inleiding



Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2010 (OGB 5/2010) heeft betrekking op:

- de wijzigingen aan de personeelsformatie van OLAF, zonder aanvullende financiële bepalingen;

- de herziening van de raming van de traditionele eigen middelen (TEM, d.w.z. douanerechten en heffingen in de suikersector), de btw- en de bni-grondslagen, de opname in de begroting van de relevante Britse correcties en de financiering daarvan, en de herziening van de financiering van de vermindering van de bni-afdrachten ten voordele van Nederland en Zweden in 2010, die leiden tot een wijziging van de eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting.

10.

OLAF


Bij de oprichting van OLAF moesten er snel een groot aantal operationele fraudespecialisten worden aangeworven, die niet beschikbaar waren in de diensten van de Commissie. Hiervoor zette de begrotingsautoriteit in 2003 een groot aantal vaste functies om in tijdelijke functies, teneinde het Bureau zo snel mogelijk operationeel te laten worden.

Er werd een groot aantal tijdelijke functionarissen aangeworven. Aangezien de arbeidsovereenkomsten van deze personeelsleden bijna waren verstreken, moest OLAF maatregelen nemen om te voorkomen dat er een massaal vertrek zou plaatsvinden en dat de opgebouwde deskundigheid zou verloren gaan.

Een eerste tijdelijke maatregel bestond in de hernieuwing van de tijdelijke overeenkomsten die overeenkomsten van onbepaalde duur werden. Enkel een stijging van het aantal vaste functionarissen ten opzichte van het aantal tijdelijke functionarissen zou echter een stabiele oplossing op lange termijn bieden.

Met dit vooruitzicht hebben de Commissie en de personeelsverenigingen in 2007 een akkoord bereikt om externe en interne vergelijkende onderzoeken op te starten om de aanwerving als vaste functionaris van de tijdelijke functionarissen van OLAF te vergemakkelijken. Na afloop van de externe vergelijkende onderzoeken zal OLAF ook beschikken over een lijst geslaagde kandidaten die momenteel geen tijdelijk functionaris van OLAF zijn. Zij vormen een aanvullende bron van gekwalificeerde deskundigen met het oog op latere indiensttreding.

Dankzij de goedkeuring van de gewijzigde begroting nr. 8/2009 inclusief de wijziging van de personeelsformatie van OLAF, heeft de Commissie gebruik kunnen maken van de beschikbare lijst van geslaagde kandidaten die op basis van de resultaten van de externe vergelijkende onderzoeken is opgesteld (AD11, AD8, AST4).

In maart 2010 zijn nieuwe lijsten met geslaagden van het intern vergelijkend onderzoek (AD8 & AD10) bekendgemaakt. OLAF kan nu de aanpassing van de personeelsformatie beëindigen door een groot aantal geslaagde kandidaten aan te werven als functionarissen en kan derhalve de oorspronkelijke politieke overeenkomst ten uitvoer brengen.

OLAF tracht evenwel te voorkomen dat de geslaagde kandidaten naar andere DG's vertrekken, in afwachting dat de personeelsformatie voor de begroting 2011 wordt goedgekeurd. Bovendien worden posten niet omgezet terwijl die ingevuld zijn. Bijgevolg zou de personeelsformatie voor een beperkte periode zowel de vroegere posten van geslaagde kandidaten (tijdelijke functionarissen) alsook de nieuwe posten met nieuwe rangen (vaste functies) moeten omvatten.

Om deze omzetting ten uitvoer te brengen, verzoekt OLAF om een wijziging van de personeelsformatie 2010 met twintig extra vaste functies AD10. Deze aanpassing is noodzakelijk voor de aanwerving van geslaagde kandidaten. Dit brengt geen aanvullende financiering met zich voor 2010, aangezien het gecumuleerde aantal vaste en tijdelijke personeelsleden niet meer mag bedragen dan 384, zoals in de hierna opgenomen personeelsformatie is vermeld.

In de ontwerpbegroting 2011 is reeds de vermindering opgenomen van het overeenkomstige aantal tijdelijke posten AD10 van de personeelsformatie van OLAF. De personeelsformatie 2011 vertoont in vergelijking met 2010 dus geen stijging in het aantal posten.

De voorgestelde personeelsformatie is als bijlage opgenomen.

11.

EIGEN MIDDELEN


In onderstaande overzichtstabel zijn de totale eigenmiddelenbetalingen weergegeven per lidstaat, zoals opgenomen in:

- de begroting 2010;

- de gewijzigde begroting (GB) nr. 1/2010 i, waarbij de begroting 2010 is gewijzigd om de gevolgen van de inwerkintreding van het Verdrag van Lissabon voor het Europees Parlement conform zijn ontwerpraming te dekken. De gewijzigde begroting verhoogt de begroting 2010 met 9,4 miljoen EUR en neemt 150 extra posten op in de personeelsformatie;

- OGB nr. 2/2010 i, waarbij de begroting 2010 is gewijzigd om de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voor het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) en het Comité van de Regio's (COR) en wijzigingen van de personeelsformatie van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC), zonder aanvullende financiering en zonder extra post, te dekken. Dit OGB omvat een verhoging van de begroting 2010 met een totaalbedrag van 10,5 miljoen euro en een verhoging van de personeelsformatie van de twee betrokken instellingen met 59 posten;

- OGB nr. 3/2010 i, waarbij de begroting 2010 is gewijzigd teneinde kredieten te omvatten ter financiering van de begeleidende maatregelen in de bananensector (BMB) ten behoeve van de belangrijkste bananenexporterende ACS-staten die de gevolgen ondervinden van de meestbegunstigingsliberalisering in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), naar aanleiding van het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De netto financiële gevolgen van deze gewijzigde begroting bedragen 19,2 miljoen EUR nieuwe vastleggingskredieten, zonder bijkomend verzoek tot betalingskredieten;

- OGB nr. 4/2010 i, waarbij de begroting 2010 is gewijzigd om het overschot van het vorige jaar in de begroting op te nemen. De uitvoering voor het begrotingsjaar 2009 geeft een overschot van 2 253 591 199 EUR, dat als ontvangsten in de begroting 2010 wordt opgevoerd;

- dit OGB nr. 5/2010.

12.

bedragen in miljoen euro


Begroting GB 1/ OGB 2/ OGB 4/ OGB 5/ OGB 5/2010 t.o.v. OGB 4/

i i i i in % i = i i

BE 4 878, 4 878, 4 879, 4 814, 4 692, 3,93% - 122,

BG 416, 416, 416, 409, 364, 0,31% - 45,

CZ 1 477, 1 477, 1 477, 1 453, 1 423, 1,19% - 29,

DK 2 639, 2 639, 2 640, 2 594, 2 464, 2,07% - 129,

DE 23 725, 23 727, 23 729, 23 270, 23 826, 19,98% + 556,

EE 156, 156, 156, 153, 140, 0,12% - 13,

IE 1 523, 1 524, 1 524, 1 498, 1 387, 1,16% - 110,

EL 2 618, 2 618, 2 618, 2 572, 2 405, 2,02% - 167,

ES 11 340, 11 341, 11 342, 11 146, 10 489, 8,79% - 657,

FR 20 328, 20 329, 20 331, 19 959, 19 754, 16,56% - 204,

IT 16 207, 16 208, 16 209, 15 921, 15 690, 13,16% - 231,

CY 214, 214, 214, 211, 191, 0,16% - 20,

LV 186, 186, 186, 182, 180, 0,15% - 2,

LT 310, 310, 310, 305, 293, 0,25% - 12,

LU 298, 298, 298, 293, 271, 0,23% - 21,

HU 925, 925, 925, 909, 964, 0,81% + 54,

MT 68, 68, 68, 67, 62, 0,05% - 5,

NL 6 107, 6 108, 6 108, 5 998, 5 942, 4,98% - 55,

AT 2 661, 2 662, 2 662, 2 610, 2 586, 2,17% - 23,

PL 3 210, 3 210, 3 210, 3 155, 3 520, 2,95% + 364,

PT 1 664, 1 664, 1 664, 1 634, 1 654, 1,39% + 19,

RO 1 408, 1 408, 1 408, 1 383, 1 203, 1,01% - 180,

SI 442, 442, 442, 435, 402, 0,34% - 33,

SK 805, 805, 805, 792, 687, 0,58% - 105,

FI 1 905, 1 905, 1 905, 1 871, 1 765, 1,48% - 106,

SE 2 771, 2 771, 2 771, 2 715, 2 810, 2,36% + 94,

UK 13 213, 13 214, 13 216, 12 909, 14 097, 11,82% + 1 187,

EU 121 506, 121 514, 121 524, 119 270, 119 270, 100% +

13.

Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen


Volgens vaste praktijk stelt de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het Raadgevend Comité Eigen Middelen (RCEM).

De herziening heeft betrekking op de ramingen van de TEM die in 2010 moeten worden afgedragen aan de begroting en op de geraamde btw- en bni-grondslagen voor 2010. De in de begroting 2010 (en in GB 1/2010 tot OGB 4/2010) opgenomen raming werd vastgesteld tijdens de 145e vergadering van het RCEM van 12 mei 2009. De herziene raming waarvan dit OGB 5/2010 uitgaat, is aangenomen tijdens de 148e vergadering van het RCEM van 18 mei 2010. Door gebruik te maken van een bijgestelde eigenmiddelenraming kan nauwkeuriger worden bepaald welke bijdragen tijdens het begrotingsjaar van de lidstaten worden gevraagd en wordt het effect van de onvermijdelijke ramingsfouten van het jaar voordien beperkt.

Ten opzichte van de in mei 2009 goedgekeurde raming is de in mei 2010 goedgekeurde raming op de volgende punten herzien:

- Het geraamde totaalbedrag van de nettosuikerheffingen 2010 is niet gewijzigd en bedraagt 123,4 miljoen EUR (na aftrek van 25% inningskosten).

- De totale nettodouanerechten 2010 (inclusief douanerechten op landbouwproducten) worden nu geraamd op 15 595,8 miljoen EUR (na aftrek van 25% inningskosten), hetgeen neerkomt op een toename van 10,8% ten opzichte van de in mei 2009 geraamde 14 079,7 miljoen EUR. De belangrijkste reden voor deze stijging is een hogere raming van de invoer van goederen uit derde landen voor 2010 en een hogere raming van het gewogen gemiddelde tarief (1,56%, ten opzichte van 1,41% vorig jaar). Bij de ramingen per lidstaat is gebruik gemaakt van de voorspelde groeipercentages van de invoer uit derde landen die op 5 mei 2010 in de voorjaarsprognoses 2010 werden bekendgemaakt.

- De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2010 wordt momenteel geraamd op 5 307 999,8 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een daling met 5,4% in vergelijking met de in mei 2009 geraamde 5 609 119,7 miljoen EUR. De totale afgetopte btw-grondslag i voor de EU in 2010 wordt geraamd op 5 252 084,10 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een daling van 4,3% in vergelijking met de in mei 2009 geraamde 5 489 325,75 miljoen EUR.

- De totale bni-grondslag voor de EU in 2010 wordt nu geraamd op 12 056 189,4 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een stijging met 2,0% in vergelijking met de in mei 2009 geraamde 11 825 562,6 miljoen EUR.

Voor de omrekening van de in nationale valuta luidende geraamde btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de elf lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 31 december 2009 gebruikt. Doordat dezelfde koers ook wordt gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad), worden distorsies voorkomen.

De herziene ramingen van TEM, niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2010, zoals vastgesteld tijdens de 148e vergadering van het RCEM van 18 mei 2010, zijn in onderstaande tabel (afgeronde cijfers) opgenomen:

14.

Herziene ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2010 ( in miljoen EUR )


Suikerhef-fingen (75 %) Douanerech-ten (75 %) Niet-afgetopte btw-grondslagen Bni-grondslagen Afgetopte btw-grondslagen

BE 6, 1 440, 143 942, 350 057, 143 942,

BG 0, 52, 15 763, 33 014, 15 763,

CZ 3, 177, 61 869, 131 405, 61 869,

DK 3, 301, 93 201, 236 215, 93 201,

DE 26, 3 154, 1 060 967, 2 488 996, 1 060 967,

EE 0, 15, 6 460, 13 129, 6 460,

IE 0, 172, 65 481, 128 058, 64 029,

EL 1, 163, 108 211, 231 304, 108 211,

ES 4, 1 036, 390 464, 1 029 757, 390 464,

FR 30, 1 280, 867 275, 1 977 940, 867 275,

IT 4, 1 701, 604 589, 1 529 325, 604 589,

CY 0, 31, 16 004, 16 793, 8 396,

LV 0, 19, 6 767, 17 390, 6 767,

LT 0, 44, 13 808, 26 288, 13 144,

LU 0, 11, 19 788, 27 509, 13 754,

HU 2, 100, 41 167, 93 133, 41 167,

MT 0, 9, 4 233, 5 497, 2 748,

NL 7, 1 877, 257 072, 582 069, 257 072,

AT 3, 159, 127 296, 279 822, 127 296,

PL 12, 336, 183 316, 332 072, 166 036,

PT 0, 128, 99 745, 159 946, 79 973,

RO 1, 131, 44 705, 117 245, 44 705,

SI 0, 73, 18 855, 34 469, 17 234,

SK 1, 88, 25 274, 64 859, 25 274,

FI 0, 124, 77 416, 175 637, 77 416,

SE 2, 422, 138 929, 314 113, 138 929,

UK 9, 2 541, 815 393, 1 660 134, 815 393,

EU 123, 15 595, 5 307 999, 12 056 189, 5 252 084,

15.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor 2006, 2008 en 2009


De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de 'Britse correctie') die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft betrekking op drie jaren: 2006, 2008 en 2009. Aangezien de Britse correctie van een bepaald jaar in het volgende jaar moet worden gefinancierd, nemen alle 27 lidstaten deel aan de financiering van de drie Britse correcties, inclusief die van 2006.

Op de Britse correctie voor 2006 zijn de regels van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2000 i, van toepassing. Overeenkomstig de regels van dit besluit worden de netto 'buitengewone voordelen', of 'meevallers', voor het Verenigd Koninkrijk van de sedert 2001 geldende verhoging van het TEM-percentage dat de lidstaten inhouden als compensatie voor de kosten van inning, geneutraliseerd bij de berekening van de Britse correctie, evenals de pretoetredingsuitgaven (PTU) die zijn gefinancierd uit betalingskredieten van het laatste jaar vóór de uitbreiding. Dit correctiemechanisme voor de PTU zal bij elke volgende uitbreiding van de Unie worden toegepast, maar zal niet meer gelden vanaf de correctie die voor het eerst in 2014 in de begroting wordt opgenomen.

Op de Britse correcties voor 2008 en 2009 zijn de bepalingen van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2007 i, van toepassing. Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit worden de netto 'buitengewone voordelen', of 'meevallers', nog steeds geneutraliseerd bij de berekening van de Britse correctie. Bovendien worden de toegekende uitgaven aangepast door:

- de pretoetredingsuitgaven (PTU);

- 20% voor de correctie voor 2008 en 70% voor de correctie voor 2009, van de totale toegewezen uitgaven in de lidstaten die na 30 april 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, met uitzondering van de rechtstreekse landbouwbetalingen en marktgerelateerde uitgaven, alsmede het gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat afkomstig is uit het EOGFL, afdeling Garantie. Deze vermindering wordt geleidelijk doorgevoerd (20% voor de correctie 2008 die in de begroting 2009 wordt opgenomen, 70% voor de correctie 2009 die in de begroting 2010 wordt opgenomen en 100% voor de correctie 2010 die in de begroting 2011 wordt opgenomen).

Bovendien wordt het respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Voor de Britse correctie 2006 hebben deze financieringsregels een impact op het uniforme btw-afroepingspercentage, berekend als het verschil tussen het maximale afroepingspercentage (0,50 % van de afgetopte btw-grondslag) en het bevroren percentage (berekend op basis van de Britse correctie voor 2007).

Het verschil tussen de Britse correctie voor 2006 ( definitief bedrag ) en het eerder (in 2007) in de begroting opgenomen bedrag, alsook de uitkomst van de volledige herberekening van de financiering van het totale bedrag van de Britse correctie voor 2006 op basis van de meest recente gegevens voor 2007, wordt in hoofdstuk 35 van de begroting opgevoerd, zonder enige impact op het uniforme btw-afroepingspercentage.

Het verschil tussen de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en het bedrag dat eerder in de begroting werd opgenomen ( eerste bijstelling in GB 6/2009) wordt in hoofdstuk 36 van OGB 5/2010 opgevoerd.

Het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009 is in hoofdstuk 15 van het OGB 5/2010 opgenomen, in de plaats van het in hoofdstuk 15 van de begroting 2010 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2009.

16.

Berekening van de correcties


In dit OGB worden de berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 alsmede het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 opgenomen.

Wat de Britse correctie voor 2007 betreft, zal de Commissie (overeenkomstig de berekeningsmethode 2000 en 2007 ) voorstellen om een bijstelling in de begroting op te nemen als deze wezenlijk van de eerder in de begroting opgenomen berekening verschilt. Volgens de huidige berekeningen van de Commissie verschilt het bedrag van de Britse correctie voor 2007 niet wezenlijk van de tweede bijstelling van de in GB 3/2009 opgenomen Britse correctie voor 2007. Bijgevolg wordt niet voorgesteld om in dit OGB 5/2010 een bijstelling op te nemen.

17.

Britse correctie voor 2009


In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2010 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2009 en de in OGB 5/2010 op te nemen eerste bijstelling van de correctie voor 2009.

18.

Britse correctie voor Britse correctie voor 2009 VOORLOPIG Begroting Britse correctie voor 2009 Eerste BIJSTELLING OGB 5/ Verschil


Aandeel van VK in niet-afgetopte btw-grondslag 13,8313% 15,3708% + 1,5395%

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven 7,2604% 7,2824% + 0,0220%

= i - i 6,5709% 8,0884% + 1,5175%

Totale toegewezen uitgaven 104 614 895 102 757 465 - 1 857 429

Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) 12 586 767 16 329 279 + 3 742 511

(5a) Pretoetredingsuitgaven 3 023 312 3 025 371 + 2 059

(5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) 9 563 455 13 303 907 + 3 740 452

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = i - i 92 028 127 86 428 185 - 5 599 941

Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = i x i x 0, 3 991 091 4 613 827 + 622 735

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 19 427 1 094 564 + 1 075 136

Kernkorting voor het Verenigd Koninkrijk = i - i 3 971 664 3 519 263 - 452 401

Meevallers TEM 13 121 -216 - 13 338

Britse correctie = i - i 3 958 542 3 519 479 - 439 062

De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009 valt 439,1 miljoen EUR lager uit dan het voorlopige bedrag van de in de begroting 2010 opgenomen Britse correctie voor 2009.

Voor de Britse correctie 2009 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen EMB 2000 en EMB 2007 1 270,1 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 1 349,6 miljoen EUR in actuele prijzen.

19.

Britse correctie voor 2008


In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen de in GB 6/2009 opgenomen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en de in OGB 5/2010 op te nemen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008.

20.

Britse correctie voor Britse correctie voor 2008 Eerste bijstelling GB 6/ Britse correctie voor 2008 Tweede bijstelling OGB 5/ Verschil


Aandeel van VK in niet-afgetopte btw-grondslag 15,3765% 15,7045% + 0,3280%

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven 7,1985% 7,3387% + 0,1402%

= i - i 8,1780% 8,3658% + 0,1878%

Totale toegewezen uitgaven 105 572 261 105 538 033 - 34 227

Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) 5 923 110 5 908 600 - 14 509

(5a) Pretoetredingsuitgaven 3 009 254 3 014 323 + 5 069

(5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) 2 997 216 2 894 276 - 102 939

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = i - i 99 649 151 99 629 433 - 19 718

Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = i x i x 0, 5 378 550 5 500 964 + 122 413

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 31 432 289 477 + 258 044

Kernkorting voor het Verenigd Koninkrijk = i - i 5 347 118 5 211 487 - 135 630

Meevallers TEM -31 474 -42 810 - 11 336

Britse correctie = i - i 5 378 592 5 254 297 - 124 294

De tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 valt 124,3 miljoen EUR lager uit dan de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2008, die is opgenomen in GB 6/2010.

Voor de Britse correctie 2008 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen EMB 2000 en EMB 2007 278,2 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 300 miljoen EUR in actuele prijzen.

21.

Britse correctie voor 2006


In de tabel hierna worden de verschillen weergegeven tussen de in GB 5/2007 opgenomen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2006 en het in OGB 5/2010 op te nemen definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006.

22.

Britse correctie voor Eerste BIJSTELLING GB 5/ DEFINITIEF OGB 5/ Verschil


Aandeel van VK in niet-afgetopte btw-grondslag 17,6888% 17,2771% - 0,4117%

Aandeel van VK in de voor de PTU gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven 8,6868% 8,6928% + 0,0060%

= i - i 9,0020% 8,5843% - 0,4177%

Totale toegewezen uitgaven 96 930 892 97 195 051 + 264 159

Pretoetredingsuitgaven (PTU) 1 837 927 1 837 296 - 631

Voor PTU gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = i - i 95 092 964 95 357 755 + 264 790

Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = i x i x 0, 5 649 772 5 402 613 - 247 159

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk 339 974 26 640 - 313 334

Kernkorting voor het Verenigd Koninkrijk = i - i 5 309 797 5 375 972 + 66 174

Meevallers TEM -21 571 -9 196 + 12 374

Britse correctie = i - i 5 331 368 5 385 169 + 53 800

Het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 ligt 53,8 miljoen EUR hoger dan de eerste bijstelling van de in de GB 5/2007 opgenomen Britse correctie voor 2006. Het verschil is het resultaat van vijf factoren, waarvan het effect als volgt kan worden gekwantificeerd:

- Door de daling van het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de niet-afgetopte btw-grondslag daalt de Britse correctie voor 2006 met ongeveer 258,4 miljoen EUR.

- De toename van het Britse aandeel in de voor de PTU gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven vermindert de Britse correctie voor 2006 met ongeveer 3,8 miljoen EUR.

- Door de stijging van de voor PTU gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven stijgt de Britse correctie voor 2006 met ongeveer 15 miljoen EUR.

- Door de daling van het zogeheten 'Britse voordeel' stijgt de Britse correctie voor 2006 met 313,3 miljoen EUR.

- Door de stijging van de zogeheten 'meevallers TEM' daalt de Britse correctie voor 2006 met 12,4 miljoen EUR.

23.

Maximum van 10,5 miljard EUR


Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436, mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van het EMB 2007 bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. Het gecumuleerde effect voor 2007, 2008 en 2009 bedraagt 1 548,3 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 1 649,6 miljoen EUR in actuele prijzen.

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR Verschil in actuele prijzen Verschil in constante prijzen voor

(A) Britse correctie voor

(B) Britse correctie voor - 299 990 - 278 238

(C) Britse correctie voor -1 349 647 -1 270 060

(D) Britse correctie voor n.v.t. n.v.t.

(E) Britse correctie voor n.v.t. n.v.t.

(F) Britse correctie voor n.v.t. n.v.t.

(G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F) -1 649 637 -1 548 299

24.

Opname in OGB 5/2010 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006


Britse correctie voor 2009 (hoofdstuk 15)

Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 15 van dit OGB 5/2010 moet worden opgenomen, is het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009 (d.w.z. 3 519 479 477 EUR in plaats van het in de begroting 2010 opgenomen bedrag van 3 958 542 381 EUR).

Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB 5/2010 herziene bni-grondslagen voor 2010. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 15 wordt opgenomen:

25.

Britse correctie voor 2009 Hoofdstuk


BE 166 903 LU 13 116

BG 15 740 HU 44 405

CZ 62 652 MT 2 621

DK 112 624 NL 49 263

DE 210 656 AT 23 682

EE 6 259 PL 158 328

IE 61 056 PT 76 260

EL 110 283 RO 55 901

ES 490 976 SI 16 434

FR 943 060 SK 30 924

IT 729 165 FI 83 742

CY 8 006 SE 26 584

LV 8 291 UK -3 519 479

LT 12 533 Totaal

Britse correctie voor 2008 (hoofdstuk 36)

Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 36 van dit OGB 5/2010 moet worden opgenomen, is het verschil tussen de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 (d.w.z. 5 254 297 904 EUR) en de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2008 (d.w.z. de in GB 6/2009 opgenomen 5 378 592 685 EUR), dat 124 294 781 EUR bedraagt.

Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen zoals bekend eind 2009. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 36 wordt opgenomen:

26.

Britse correctie voor 2008 Hoofdstuk


BE -3 504 LU -2 092

BG -1 523 HU -2 763

CZ 496 MT -170

DK -8 155 NL -5 075

DE -213 AT -501

EE -602 PL -2 489

IE -7 602 PT -312

EL -7 281 RO -10 996

ES -17 398 SI -1 405

FR -22 865 SK -3 676

IT -18 521 FI -7 803

CY -379 SE 1 895

LV 224 UK 124 294

LT -1 577 Totaal

Britse correctie voor 2006 (hoofdstuk 35)

De financiering van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 wordt opgenomen onder hoofdstuk 35 van dit OGB 5/2010 en is gebaseerd op de bni (en btw-) grondslagen voor 2007 zoals die eind 2009 bekend waren. In het in hoofdstuk 35 opgenomen bedrag zijn verwerkt:

- de waardecorrecties voor het direct effect , d.w.z. het verschil tussen het aandeel van elke lidstaat in het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 (op basis van de bni-grondslagen voor 2007 zoals deze eind 2009 bekend waren) en de overeenkomstige bedragen die eerder in de begroting waren opgenomen (d.w.z. in GB 5/2007, ter financiering van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2006),

- de waardecorrecties voor het indirect effect , d.i. het verschil tussen de impliciete impact i op de btw- en bni-afdrachten van de lidstaten voor de definitieve Britse correctie voor 2006 (op basis van de btw- en bni-grondslagen voor 2007 zoals die eind 2009 bekend waren) en de impliciete impact op de btw- en bni-afdrachten van de lidstaten voor de in de GB 5/2007 opgenomen eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2006 (op basis van de btw- en bni-grondslagen voor 2007 zoals vermeld in de GB 5/2007).

In de onderstaande tabel wordt samengevat hoe de definitieve Britse correctie voor 2006 onder hoofdstuk 35 van dit OGB 5/2010 wordt gefinancierd:

27.

Definitief bedrag Eerste bijstelling Verstelbaarheid Definitief bedrag Eerste bijstelling Verstelbaarheid TOTAAL


(direct effect op basis van bni-grondslagen voor 2007 zoals bekend eind 2009) (direct effect opgenomen in GB 5/2007, op basis van bni-grondslagen voor 2007 vanaf GB 5/2007) direct effect (indirect effect op btw-/bni-afdrachten voor begroting 2007, zoals herberekend eind 2009) (indirect effect op btw-/bni-afdrachten in GB 5/2007) indirect effect (op te voeren in hoofdstuk 35 van OGB 5/2010)

i i = i - i i i i = i - i i = i + i

BE + 249 940 + 247 212 + 2 728 + 22 212 + 19 914 + 2 297 + 5 025

BG + 21 167 + 20 764 + 403 - 1 800 - 1 887 + 86 + 489

CZ + 87 728 + 87 357 + 370 - 7 131 - 7 938 + 806 + 1 177

DK + 169 243 + 172 772 - 3 529 + 12 899 + 18 568 - 5 668 - 9 197

DE + 324 788 + 318 742 + 6 046 + 176 292 + 143 159 + 33 133 + 39 179

EE + 10 714 + 10 859 - 144 - 911 - 986 + 75 - 69

IE + 119 985 + 121 023 - 1 038 - 10 208 - 13 870 + 3 661 + 2 623

EL + 162 432 + 152 627 + 9 804 - 13 819 - 69 543 + 55 723 + 65 528

ES + 760 257 + 765 255 - 4 998 - 64 682 - 92 265 + 27 583 + 22 584

FR + 1 420 519 + 1 392 588 + 27 931 - 61 518 - 10 998 - 50 520 - 22 588

IT + 1 136 622 + 1 139 811 - 3 189 + 68 752 + 160 473 - 91 720 - 94 910

CY + 11 246 + 11 199 + 47 - 956 - 1 017 + 60 + 107

LV + 15 195 + 14 173 + 1 022 - 1 292 - 1 287 - 4 + 1 017

LT + 20 433 + 19 622 + 811 - 1 738 - 201 - 1 537 - 725

LU + 22 019 + 22 469 - 450 - 1 873 - 2 041 + 168 - 281

HU + 69 259 + 69 777 - 518 + 550 + 6 731 - 6 181 - 6 699

MT + 3 918 + 3 802 + 115 - 333 - 345 + 12 + 128

NL + 75 278 + 73 440 + 1 838 - 18 170 - 27 052 + 8 881 + 10 720

AT + 34 780 + 35 128 - 347 + 4 986 + 5 137 - 151 - 499

PL + 221 717 + 213 586 + 8 131 - 18 863 - 19 409 + 546 + 8 677

PT + 115 780 + 115 125 + 654 - 9 850 - 10 462 + 611 + 1 266

RO + 89 574 + 85 592 + 3 982 + 9 388 + 6 874 + 2 513 + 6 495

SI + 25 060 + 23 502 + 1 558 - 2 132 - 2 135 + 3 + 1 562

SK + 39 482 + 38 324 + 1 157 + 4 471 + 1 150 + 3 320 + 4 478

FI + 133 402 + 132 254 + 1 147 + 11 061 + 7 555 + 3 506 + 4 653

SE + 44 618 + 44 353 + 265 + 20 478 + 14 705 + 5 772 + 6 038

UK - 5 385 169 - 5 331 368 - 53 800 - 115 809 - 122 827 + 7 018 - 46 782

28.

Totaal


Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2010

De brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Nederland en Zweden voor 2010 werden in de begroting 2010 vastgesteld. De bedragen werden omgerekend in actuele prijzen door toepassing van de door de Commissie in het kader van de economische voorjaarsprognoses 2009 meegedeelde bbp-deflator voor de Europese Unie in euro, en die dus bij opstelling van het voorontwerp van de begroting 2010 beschikbaar was. Voor Nederland bedraagt het brutobedrag 651,4 miljoen EUR en voor Zweden 161,5 miljoen EUR. Deze bedragen zullen ongewijzigd blijven i.

De verminderingen worden door alle lidstaten gefinancierd, overeenkomstig hun aandeel in het bni. Derhalve wordt de financiering gewijzigd overeenkomstig de bijstelling van de bni-grondslagen voor 2010, zoals tijdens de 148e ramingsvergadering van het RCEM op 18 mei 2010 is overeengekomen.

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de brutoverminderingen voor 2010 en hun financiering:

29.

Verminderingen 2010 bni-afdrachten Nederland en Zweden


BE 23 602 LU 1 854

BG 2 226 HU 6 279

CZ 8 860 MT 370

DK 15 926 NL - 612 147

DE 167 822 AT 18 867

EE 885 PL 22 390

IE 8 634 PT 10 784

EL 15 595 RO 7 905

ES 69 432 SI 2 324

FR 133 363 SK 4 373

IT 103 115 FI 11 842

CY 1 132 SE - 140 323

LV 1 172 UK 111 935

LT 1 772 Totaal
[2000/597] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU", de zogeheten Berekeningsmethode 2000 : ec.europa.eu/budget/library/documents
[2007/436] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU", de zogeheten Berekeningsmethode 2007 : ec.europa.eu/budget/library/documents