Toelichting bij COM(2000)283 - Gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van een wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking van de associatieovereenkomst met de Palestijnse Autoriteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De oorsprongsregels vormen een onmisbaar instrument voor de goede werking van de vrijhandelsovereenkomsten die de Gemeenschap met haar handelspartners heeft gesloten. De oorsprongsregels zijn geen voor altijd vaststaand instrument maar moeten worden aangepast aan de politieke en economische eisen van de vrijhandelszone waarvoor zij gelden.

2. Het oorsprongsprotocol dat aan de Euro-mediterrane Interim-associatieovereenkomst met de PLO is gehecht, bepaalt dat de regeling inzake het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten met ingang van 1 januari 2000 wordt toegepast.

3. De Palestijnse Autoriteit heeft verzocht de periode voor de schorsing van dat verbod met zes jaar te verlengen.

4. Gezien de bijzondere politieke situatie en de economische toestand in Palestina zal de tenuitvoerlegging van het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten een negatief effect op de uitvoer hebben. Voorts zij opgemerkt dat de andere omliggende Arabische landen die bepalingen nog niet hoeven toe te passen  i. Het gaat er hier dus om Palestina op gelijke voet met de andere Arabische landen in de regio te behandelen.

5. Bijgevolg lijkt het gerechtvaardigd met ingang van 1.1.2000 de schorsingsperiode voor het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten tot 1.1.2006 te verlengen, zoals door de Palestijnse Autoriteit is gevraagd.

De Commissie verzoekt de Raad bijgevolg het gemeenschappelijk standpunt vast te stellen dat bij het in het kader van de Interim-associatieovereenkomst vastgestelde gemengd comité moet worden ingediend.