Toelichting bij COM(2010)176 - Invoervoorschriften voor visserijproducten, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en bijproducten daarvan uit Groenland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Groenland en de Europese Unie zijn voornemens een gezondheidsovereenkomst te sluiten over vis, visserijproducten, tweekleppige weekdieren, manteldieren en stekelhuidigen (levende en niet levende) voor menselijke consumptie, evenals de bijproducten daarvan (bijvoorbeeld vismeel en visolie). Dankzij de overeenkomst zou Groenland deze producten kunnen verhandelen in de Unie op basis van de regels van de interne markt, mits Groenland de EU-gezondheidsvoorschriften en – waar nodig – de veterinairrechtelijke voorschriften met betrekking tot visserijproducten, levende tweekleppige weekdieren en de bijproducten daarvan omzet.

De rechtsbetrekking tussen de Unie en Groenland rust op twee pijlers. Aangezien Groenland een van de landen en gebieden overzee (LGO) is in de zin van artikel 355, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), wordt de betrekking voornamelijk geregeld door de artikelen 198 tot en met 204 van het VWEU, zoals die ten uitvoer zijn gelegd bij het besluit betreffende de associatie van de LGO[1] en het LGO-besluit 2006/526 voor Groenland[2]. Deze voorschriften voorzien voornamelijk in steun van de Europese Unie voor de LGO's om hun economische en sociale ontwikkeling te bevorderen en nauwe economische betrekkingen tussen hen en de Europese Unie in haar geheel tot stand te brengen. Zij bevatten ook bepalingen over het handelsverkeer, en met name de rechtenvrije toegang tot de Europese Unie van producten van oorsprong uit de LGO's. Aangezien de LGO's geen deel uitmaken van de interne markt moeten zij in andere opzichten de verplichtingen van derde landen naleven (onder meer op het gebied van gezondheidsnormen).

Overeenkomstig artikel 204 van het VWEU is het bepaalde in de artikelen 198 tot en met 203 op Groenland van toepassing behoudens de voor Groenland geldende bijzondere bepalingen omschreven in het Protocol betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland, dat aan het Verdrag is gehecht.

De passende rechtsvorm voor de geplande gezondheids- en veterinairrechtelijke overeenkomst tussen de Unie en Groenland met betrekking tot de invoer van deze producten is een besluit van de Raad op basis van artikel 203 van het VWEU.

Een besluit op basis van artikel 203 is een rechtsinstrument van de Europese Unie dat verplichtingen tussen de Unie en haar lidstaten schept. De Deense Dienst voor veterinaire zaken en levensmiddelen (Danish Veterinary and Food Administration (DVFA)) treedt via de regionale autoriteit voor de controle van veterinaire zaken en levensmiddelen in Groenland, de ‘Fodevareregion Nord’, op als bevoegde autoriteit op dit gebied in Groenland en is verantwoordelijk voor de doeltreffende uitvoering van de relevante Europese gezondheids- en veterinaire wetgeving voor de betrokken producten. De DVFA heeft officiële garanties gegeven dat Groenland de voorschriften van de relevante EU-bepalingen naleeft (inclusief invoercontroles).

Bij het besluit van de Raad is een politieke verklaring in de vorm van een gemeenschappelijke verklaring van de Europese Unie enerzijds en de regeringen van Groenland en Denemarken anderzijds gevoegd om de betrekkingen en de samenwerking tussen de EU en Groenland op basis van gemeenschappelijke belangen en tot wederzijds commercieel voordeel verder te versterken en hun onderlinge betrekkingen een perspectief op lange termijn te bieden.