Toelichting bij COM(2010)57 - 2010/0038 (NLE) Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een EU-standpunt in de Samenwerkingsraad EG-Zuid-Afrika over de wijziging van de desbetreffende bepalingen en bijlagen van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EG en Zuid-Afrika (de TDC-overeenkomst), teneinde bepaalde tarieven in overeenstemming te brengen met de tarieven die door Botswana, Lesotho en Swaziland op EU-producten worden toegepast uit hoofde van bijlage 3 bij de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst met de SADC

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Artikel 106, lid 1, van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (hierna “de TDC-overeenkomst” genoemd) verleent de bij die overeenkomst opgerichte Samenwerkingsraad de bevoegdheid te beslissen over amenderingen die door een partij bij de overeenkomst aan hem zijn voorgelegd. Krachtens artikel 97, lid 3, van de TDC-overeenkomst heeft de Samenwerkingsraad de bevoegdheid om besluiten te nemen over alle onder de TDC-overeenkomst vallende zaken.

Algemene context



Zuid-Afrika vormt met Botswana, Lesotho, Namibië en Swaziland (de BLNS) de Zuid-Afrikaanse douane-unie (SACU). De EU en Zuid-Afrika hebben een bilaterale Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking (de TDC-overeenkomst) gesloten, die in 2000 in werking is getreden. Tijdens de onderhandelingen met de SADC-EPO-groep (EPO = economische partnerschapsovereenkomst), waaraan Zuid-Afrika heeft deelgenomen, hebben de BLNS duidelijk de wens te kennen gegeven de bestaande bepalingen van de TDC-overeenkomst met Zuid-Afrika over te nemen, mits de EU bepaalde gevoelige punten zou aanpassen. Het ging daarbij om 53 tariefposten, die de BLNS in de meeste gevallen langzamer wilde afbouwen dan voorzien in de TDC-overeenkomst. Dit wordt meestal aangeduid met “retrofitting”.

Overigens was Zuid-Afrika op grond van de vorige SACU-overeenkomst, die tijdens de sluiting van de TDC-overeenkomst van kracht was, niet verplicht om alle andere leden van de SACU formeel te raadplegen en met hen samen te werken. Dit is in 2002 rechtgezet door in de nieuwe SACU-overeenkomst een bindende raadplegingsbepaling op te nemen (artikel 31).

De Commissie heeft dit verzoek aanvaard en verwerkt in de regeling voor de afschaffing van de tarieven (bijlage 3) van de met de SADC-EPO-groep overeengekomen tussentijdse partnerschapsovereenkomst. Voor deze 53 tariefposten werd overeengekomen dat de bestaande afschaffingsregeling van de TDC-overeenkomst tot 2011 grotendeels wordt bevroren en dat in plaats daarvan uiterlijk in 2015 een volledige liberalisatie zal plaatsvinden. Voor vier van de 53 tariefposten worden de rechten bevroren op het tarief van de TDC-overeenkomst voor 2007 en zal voorlopig geen verdere liberalisatie plaatsvinden.

De tussentijdse EPO is in december 2007 door de BLNS geparafeerd. Helaas heeft Zuid-Afrika, dat wel aan de onderhandelingen had deelgenomen, de tussentijdse EPO uiteindelijk niet geparafeerd. Daardoor zijn er nog altijd verschillen tussen de tussentijdse EPO en de TDC-overeenkomst voor deze 53 tariefposten.

Nadat Botswana, Lesotho en Swaziland in juni 2009 de tussentijdse SADC-EPO hadden ondertekend, klaagde Zuid-Afrika dat de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst het gemeenschappelijk buitentarief (CET) van de SACU zou verstoren, aangezien de tariefbehandeling voor deze 53 tariefposten voor invoer uit de EU zou afwijken van de verbintenissen die in de tussentijdse EPO waren overeengekomen en die in de TDC-overeenkomst. Volgens Zuid-Afrika zou de tenuitvoerlegging van de tussentijdse EPO dan ook een belemmering vormen voor het vrije verkeer binnen de SACU van EU-producten waarvoor in verschillende landen van de douane-unie verschillende tariefregelingen gelden.

Om deze problemen op te lossen en de regionale integratie te bevorderen, hebben vertegenwoordigers van de Europese Commissie in december 2008 een voorstel gedaan om de tarieven aan te passen, waarbij de EU de met de BLNS in de tussentijdse EPO voor de 53 tariefposten overeengekomen tariefbehandeling zou uitbreiden tot Zuid-Afrika (via de TDC-overeenkomst), zodat in alle SACU-staten hetzelfde tijdschema voor de ontmanteling zou gelden. Deze aanpassing zou ertoe bijdragen dat de TDC-overeenkomst en de tussentijdse EPO volledig in overeenstemming zijn met het idee van een gemeenschappelijk buitentarief voor alle leden van de SACU en de regionale integratie van deze staten ondersteunen.

Het tariefaanpassingsvoorstel werd in maart 2009 tijdens een vergadering van hoge ambtenaren in Swakopmund (Namibië) door de vertegenwoordigers van de partijen gesteund. De aanpassing werd noodzakelijk geacht om de samenhang van het douanetarief van de SACU te vergroten en de ondertekenaars van de tussentijdse EPO te helpen bij de tenuitvoerlegging van hun in bijlage 3 van de tussentijdse EPO opgenomen toezeggingen.

Het is belangrijk om te benadrukken dat deze tariefaanpassing geen nieuwe strategie behelst en volledig in overeenstemming is met het eerdere optreden in het kader van de SADC-EPO-onderhandelingen. Nu Zuid-Afrika heeft besloten de tussentijdse SADC-EPO niet te ondertekenen, vormt deze aanpassing een technische oplossing om een regeling die in 2007 was bedoeld voor alle SACU-leden (waaronder Zuid-Afrika en Angola, die de overeenkomst uiteindelijk niet hebben geparafeerd) ten uitvoer te leggen in twee verschillende overeenkomsten: de tussentijdse EPO en de TDC-overeenkomst. In feite is, om het gemeenschappelijk buitentarief (CET) van de SACU te behouden, in de SADC-EPO-groep het idee besproken om de markttoegang die in de TDC-overeenkomst aan de EU wordt verleend aan te passen aan die in de tussentijdse SADC-EPO.

Dit bevordert de integratie van de SACU-leden en hieruit blijkt duidelijk dat de integratie van de SACU voor de EU van groot belang is. Hiermee wordt niet vooruitgelopen op toekomstige onderhandelingen met Zuid-Afrika in het kader van de lopende onderhandelingen over een volledige SADC-EPO.

Het bijgevoegde Excel-blad bevat de lijst van de 53 tariefposten waarop deze aanpassingen van toepassing zijn, met vermelding van de nieuwe tariefbehandeling; deze moeten worden opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij het besluit van de Samenwerkingsraad EU-Zuid-Afrika.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds (de TDC-overeenkomst)  i.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Als dit voorstel wordt goedgekeurd, zal het bijdragen tot de afronding van de onderhandelingen over de EG-SADC-EPO met de volledige SADC-EPO-groep, hetgeen in het belang van de Europese Unie is.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



In 2008 hebben de EU en de SADC-EPO-groep (inclusief Zuid-Afrika) in verschillende ronden op hoog ambtelijk niveau overleg gevoerd om een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden waardoor Zuid-Afrika uiteindelijk tot een volledige SADC-EPO zou kunnen toetreden.Omdat Zuid-Afrika geen partij is bij de tussentijdse SADC-EPO, werd het om de buitentarieven van de SACU te behouden noodzakelijk geacht de douanerechten voor de 53 tariefposten die niet identiek waren in de tussentijdse SADC-EPO en de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de EU en Zuid-Afrika, aan te passen.Deze kwestie is in 2008 verscheidene malen met de SADC-EPO-groep besproken en daarna in februari 2009 op ministerieel niveau en in maart 2009 op hoog ambtelijk niveau aan de orde gekomen om de ondertekening van de tussentijdse SADC-EPO vlot te trekken. Het voorstel zou de weg vrijmaken voor de voortzetting van de discussies over markttoegang in het kader van de volledige SADC-EPO, met inbegrip van Zuid-Afrika.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Niet van toepassing.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)


Het voorgestelde besluit van de Raad heeft de volgende opzet:1. Het besluit van de Raad heeft tot doel de tariefregelingen voor 53 tariefposten die Zuid-Afrika krachtens de TDC-overeenkomst op de invoer van producten uit de EU toepast, aan te passen aan de regeling die Botswana, Lesotho en Swaziland voor dezelfde EU-producten op grond van bijlage 3 bij de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst toepassen, teneinde een uniform buitentarief voor invoer uit de EU in de Zuid-Afrikaanse douane-unie, waartoe deze drie landen behoren, te behouden.2. Dit voorstel berust op de conclusies die de vertegenwoordigers in maart 2009 in Swakopmund, Namibië, hebben onderschreven.

Rechtsgrondslag


Artikel 207, lid 4, eerste alinea, en artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds  i (hierna “de TDC-overeenkomst” genoemd), ondertekend in Pretoria op 11 oktober 1999 en in werking getreden op 1 mei 2004.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De voorgestelde maatregel (een besluit van de Raad) is de eenvoudigste mogelijkheid in het kader van de TDC-overeenkomst. Andere maatregelen zouden nieuwe onderhandelingen over de volledige overeenkomst vereisen.

|

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn:Een wijziging van de TDC-overeenkomst is de beste manier om de samenhang van het douanetarief van de SACU te behouden en de snelste wijze om de besprekingen met de gehele SADC-EPO-regio over een volledige SADC-EPO weer op gang te brengen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen financiële gevolgen. Deze tariefaanpassing betreft namelijk een wijziging van de Zuid-Afrikaanse tariefregeling in de TDC-overeenkomst en niet een wijziging van de EU-tariefregeling. De in dit besluit voorgestelde tariefaanpassing heeft dan ook geen gevolgen voor de EU-begroting.