Toelichting bij COM(2001)333-2 - Verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen in de menselijke geneeskunde

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het gebruik van antimicrobiële stoffen heeft in belangrijke mate bijgedragen tot een betere gezondheidszorg. Deze 'antimicrobiële stoffen' (in deze aanbeveling worden hieronder stoffen begrepen die hetzij synthetisch, hetzij op natuurlijke wijze door bacteriën, schimmels of planten worden geproduceerd en die worden gebruikt om micro-organismen, onder andere bacteriën, virussen en schimmels, alsook parasieten, in het bijzonder protozoa, die resistentie vertonen, te doden of hun groei te remmen) worden sinds tientallen jaren op de markt gebracht om overdraagbare ziekten te behandelen en infecties te voorkomen. Deze stoffen hebben echter niet alleen voordelen; het gebruik ervan heeft er namelijk ook toe geleid dat sommige micro-organismen die er vroeger gevoelig voor waren, resistentie ontwikkelen, de zogenaamde antimicrobiële resistentie. Antimicrobiële resistentie doet zieken langer lijden en brengt hogere kosten voor de gezondheidszorg en de samenleving met zich. Het is een wijdverspreid volksgezondheidsprobleem geworden, vooral voor antibacteriële stoffen (de term antibiotica wordt algemeen gebruikt voor stoffen die micro-organismen doden of onderdrukken, maar is voor deze aanbeveling niet specifiek genoeg).

Doel van dit voorstel is een aantal specifieke maatregelen aan te bevelen om de verspreiding van antimicrobiële resistentie te beheersen door een verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen bij mensen in de Gemeenschap. De grootste zorg is het overmatige en ongepaste gebruik van antibiotica, in het bijzonder bij kinderen met infecties van de luchtwegen. Uit studies in IJsland, Finland en Zweden blijkt het effect van interventiemaatregelen waardoor het gebruik van sommige antibiotica daalde en ziekteverwekkers minder vlug resistent werden.

In 1998 leidde een conferentie van de Europese Unie tot de 'de aanbevelingen van Kopenhagen' i, waarin werd opgeroepen tot maatregelen om de doeltreffendheid van antimicrobiële stoffen te bewaren door het gebruik ervan te beperken tot de behandeling en preventie van besmettelijke ziekten. Het Economisch en Sociaal Comité van de EG i en de 51e wereldgezondheidsvergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie i kwamen tot soortgelijke conclusies, die ook werden gestaafd door nationale beoordelingen van de situatie, zoals het verslag van het permanent medisch raadgevend comité (Standing Medical Advisory Committee - SMAC) in het Verenigd Koninkrijk i.

Het Comité voor farmaceutische specialiteiten(CPMP) i en het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (CVMP) i van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling hebben gebieden vastgesteld waarvoor regelgevingsmaatregelen inzake antimicrobiële resistentie kunnen worden genomen.

Op 24 september 1998 hebben het Europees Parlement en de Raad Beschikking nr. 2119/98/EG tot oprichting van een Netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap i goedgekeurd. Antimicrobiële behandeling is een van de voornaamste middelen die worden gebruikt voor de beheersing van overdraagbare ziekten. Op grond van deze beschikking heeft de Commissie in haar Beschikking nr. 2000/96/EG van 22 december 1999 betreffende de overdraagbare ziekten die geleidelijk door het communautaire netwerk zullen worden bestreken overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG i antimicrobiële resistentie vermeld als een van de prioritaire gezondheidsvraagstukken die door het communautaire netwerk moeten worden behandeld.

Sindsdien heeft de Commissie een omvattende strategie tegen antimicrobiële resistentie ontwikkeld op gebieden zoals menselijke geneeskunde en diergeneeskunde, dierlijke productie en gewasbescherming. Dit initiatief is een antwoord op de verzoeken aan de Commissie in het advies van de Wetenschappelijk Stuurgroep van de Commissie van mei 1999, de resolutie van de Raad van juni 1999 i en de conclusies van de Raad van december 1999 i. Deze strategie wordt uiteengezet in de recente mededeling van de Commissie i.

Naar aanleiding van de resolutie van de Raad van juni 1999 en de conclusies van de Raad van december 1999 worden in deze mededeling een aantal specifieke maatregelen voorgesteld die de lidstaten moeten nemen om de verspreiding van antimicrobiële resistentie te beheersen door een verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen in de menselijke geneeskunde:

* Gegevens verzamelen en analyseren over antimicrobieel resistente micro-organismen en het gebruik van antimicrobiële stoffen waarover voorschrijvers, apotheken, bedrijven, ziekteverzekeraars enz. kunnen beschikken, teneinde eventueel maatregelen te nemen;

* Het beginsel handhaven dat antibacteriële stoffen alleen op voorschrift verkrijgbaar mogen zijn, en beoordelen of deze regel uit voorzorg op alle antimicrobiële stoffen moet worden toegepast;

* Richtsnoeren en beginselen voor een verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen uitwerken, onder andere beginselen voor de beoordeling van aanvragen voor een vergunning voor het in de handel brengen;

* De preventie van infecties verbeteren om de behoefte aan antimicrobiële stoffen te verminderen, door de immunisatieprogramma's te versterken en infectiebeheersingsnormen voor ziekenhuizen en daarbuiten te ontwikkelen;

* De kennis van het probleem verbeteren door speciale scholingsprogramma's voor gezondheidswerkers;

* Het publiek door voorlichting bewust maken van het probleem van antimicrobiële resistentie;

* Onderzoek naar de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie alsook de ontwikkeling van snelle diagnoses bevorderen om een doeltreffende vroegtijdige behandeling van overdraagbare ziekten mogelijk te maken;

* Daartoe nationale organisaties uitkiezen of oprichten, met een effectieve coördinatie tussen de lidstaten en de Commissie teneinde in de hele Gemeenschap resultaten te boeken.

De Commissie zal via het Netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten (Beschikking nr. 2119/98/EG) een raadgevende groep oprichten om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen en voor een gecoördineerde communautaire aanpak van dit actieplan te zorgen. De Commissie zal ook voor een nauwe samenwerking met de EER- en EVA-landen, de kandidaat-lidstaten en internationale organisaties zoals de WHO zorgen om bij het streven naar een verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen meer synergie tot stand te brengen en dubbel werk te voorkomen.

In bijgaande tabel worden de netwerken voor de epidemiologische surveillance van antimicrobiële resistentie van de lidstaten, de Commissie, het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (EMEA), de VS en de WHO vermeld, alsook hun aanbevelingen voor de beheersing van antimicrobiële resistentie.


1.

Tabel


Netwerken voor de epidemiologische surveillance van antimicrobiële resistentie en verslagen met aanbevelingen voor de beheersing van antimicrobiële resistentie


DenemarkenDeens geïntegreerd programma voor monitoring en onderzoek inzake antimicrobiële resistentie (DANMAP): Gebruik van antimicrobiële stoffen en voorkomen van antimicrobiële resistentie bij bacteriën in slachtdieren, voedsel en mensen in Denemarken, juli
1999. www.svs.dk.

FinlandDe ministeries van Volksgezondheid en Landbouw hebben een comité samengesteld dat de ontwikkeling van het nationale beleid moet
ondersteunen. Op het gebied van gezondheidszorg verzamelt het netwerk van de Finse Studiegroep antimicrobiële resistentie (FiRe) gegevens over antimicrobiële resistentie in Finland. Het FINRES-verslag verschijnt jaarlijks. www.mmm.fi/publications/.

FrankrijkVoorstellen voor een nationaal actieplan voor de beheersing van antibioticaresistentie in Frankrijk
("Propositions pour un plan national d'actions pour la maîtrise de la résistance aux antibiotiques": InVS, januari 1999).

IerlandEr is een ontwerp-strategie opgesteld en het ministerie van Volksgezondheid zal in 2000 het eindverslag
bestuderen. www.ndsc.ie/. A Strategy for control of Antimicrobial Resistance in Ireland (SARI).

NederlandNederlandse Werkgroep Infectiepreventie (WIP): de WIP is in 1981 opgericht om infectiepreventie in Nederland te
bevorderen. Aan deze werkgroep nemen medewerkers van vier verenigingen deel:

2.

Vereniging voor Infectieziekten Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie Nederlandse Vereniging voor Microbiologie Vereniging voor Hygiëne en Infectiepreventie in de Gezondheidszorg


Doel is recente en wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen op te stellen en te publiceren voor infectiepreventie in ziekenhuizen, verpleeghuizen, de verstandelijke gehandicaptenzorg, tandartsen en de thuiszorg.

ZwedenOp nationaal niveau is een groep van deskundigen opgericht: het Zweeds strategisch programma voor een rationeel gebruik van antimicrobiële stoffen en resistentiesurveillance
(STRAMA). 1994.

www.strama.org/eng.

De Nationale Commissie gezondheid en welzijn heeft in samenwerking met 17 overheidscommissies, instellingen en andere betrokken partijen een 'nationaal plan tegen antibioticaresistentie' ingediend bij de regering. 2000.

www.sos.se. (in het Zweeds)

VKUK Department of
Health. Standing Medical Advisory Committee, Sub-Group on Antimicrobial Resistance. Main Report: The path of least resistance, London, UK. Dept. of Health, september 1998.

www.doh.gov.uk/smacsyn.

Brits Strategisch plan en actieplan tegen antimicrobiële resistentie: www.doh.gov.uk/arbstrat.

EMEA // 1. Discussienota over antimicrobiële resistentie (EMEA 9880/99. Rev 1). www.eudra.org/humandocs/humans/general.

2. EMEA/CVMP/818/99: 'A Risk Management Strategic Plan for controlling Antimicrobial Resistance through the Authorisation of Veterinary Medicines: Recommendations consequent to the Report and Qualitative Risk Assessment of the CVMP of July 1999'.


Europese CommissieWetenschappelijke Stuurgroep: Advies van de Wetenschappelijke Stuurgroep over antimicrobiële
resistentie.

europa.eu.int/comm/dg24/index.

Netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten (Beschikking nr. 2119/98/EG). Een van de prioriteiten van dit netwerk is antimicrobiële resistentie (Beschikking van de Commissie nr. 2000/96/EG). De technische ruggengraat is het Gezondheidssurveillancesysteem voor overdraagbare ziekten (Health Surveillance System for Communicable Diseases) binnen het European Public Health Information Network (HSSCD-EUPHIN), dat twee soorten informatiedomeinen omvat: een vertrouwelijk domein voor de uitwisseling van informatie tussen de volksgezondheidsinstanties en specifieke surveillancestructuren, en een website met informatie voor het grote publiek: hsscd.euphin.org. Deze bevat links naar de homepages van de volgende, door de Europese Commissie gesteunde netwerken voor antimicrobiële resistentie:

1. Europees systeem voor de surveillance van antimicrobiële resistentie (EARSS), een op laboratoria gebaseerd netwerk van nationale surveillancesystemen dat vergelijkbare en betrouwbare gegevens over resistente ziekteverwekkers verzamelt voor volksgezondheidsdoeleinden. Het is in 1998 begonnen met Staphylococcus aureus en Streptococcus pneumoniae. www.earss.rivm.nl.

2. Enter-Net, dat in 1994 is opgericht om toezicht te houden op infecties met salmonella en verotoxineproducerende E.coli (VTEC), houdt zich ook bezig met de surveillance van antibioticaresistentie bij verwekkers van maag-darminfecties: www2.phls.co.uk.

3. EuroTB, een speciaal netwerk voor de surveillance van tuberculose in Europa dat epidemiologische gegevens over tuberculose (TB) levert om de beheersing van TB te verbeteren, beschouwt de surveillance van resistentie tegen geneesmiddelen sinds 1999 als een essentieel onderdeel van de surveillance van tuberculose: www.ceses.org/eurotb.


VSDraft public health action plan to combat antimicrobial resistance, part I: Domestic
issues. www.cdc.gov/drugresistance/actionplan/.

WHOContaining Antimicrobial Resistance: Review of the Literature and Report of a WHO Workshop on the Development of a Global Strategy for the Containment of Antimicrobial
Resistance. Geneva, Switzerland, 4-5 February 1999. www.who.int/emc-documents.