Toelichting bij COM(2000)736 - Voorstel voor een aanbeveling van de Raad - "Alcoholgebruik door kinderen en adolescenten"

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. INLEIDENDE OPMERKINGEN

De consumptie van alcoholische dranken is een vrij gewoon maar geenszins universeel onderdeel van het leven van volwassenen in de Europese samenleving. Het is meestal tijdens de adolescentie dat mensen alcohol beginnen te drinken en actief aan de drinkcultuur van hun eigen groep en samenleving gaan deelnemen. Beginnen met drinken is voor de meeste mensen dus een erkend onderdeel van het volwassen worden, en het alcoholgebruik door adolescenten is in grote mate een afspiegeling van de attitudes en handelwijzen van de samenleving van de volwassenen.

Om die redenen kunnen de problemen als gevolg van het overmatige alcoholgebruik door jongeren niet volledig los van de problemen in de rest van de samenleving worden aangepakt. Toch heeft het drinkgedrag van jongeren heel eigen kenmerken en zijn er goede redenen om specifieke maatregelen te nemen om de gerelateerde problemen aan te pakken.

De lidstaten en de personen die met alcoholgebruik te maken hebben, gebruiken verschillende termen om de drinkgewoonten te beschrijven: drankmisbruik, overmatig alcoholgebruik of aan alcohol gerelateerde schade. Er zijn evenwel verschillen in interpretatie en in wat algemeen onder die termen wordt verstaan. Daarom heeft de Commissie ervoor gekozen in deze aanbeveling van de Raad terminologie te gebruiken die descriptief van aard is, zonder het verdere gebruik van de verschillende termen ook maar enigszins op de helling te willen zetten.

1.

2. DE AARD VAN HET PROBLEEM


Een van de kenmerken van alcoholgebruik door jongeren is dat jongeren over het algemeen kwetsbaarder zijn voor de negatieve effecten van alcohol. Onderzoek naar alcohol en mortaliteit onder adolescenten en jonge volwassenen toont aan dat de mortaliteit evenredig met het alcoholgebruik toeneemt, zonder dat er daarnaast sprake zou zijn van enige beschermende invloed i. De positieve effecten op de gezondheid, met name wat coronaire hartziekten betreft, van een geregelde, matige alcoholconsumptie, bij voorkeur in de context van gezonde voedingsgewoonten, blijven beperkt tot mensen van middelbare leeftijd en ouderen. Hier staat tegenover dat alcohol een van de belangrijkste gezondheidsdeterminanten in de EU i is.

Jongeren beschikken niet altijd over voldoende ervaring of begeleiding om potentiële risico's zoals de risico's van overmatig alcoholgebruik juist in te schatten. Zo krijgen jongeren bijvoorbeeld vaker aan alcohol gerelateerde ongevallen dan ouderen.

Zowel het regelmatig drinken van grote hoeveelheden alcohol als het deelnemen aan drinkpartijen heeft een negatieve uitwerking op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Wanneer alcohol als drug voor zijn psychoactieve eigenschappen wordt geconsumeerd teneinde moeilijke situaties beter aan te kunnen, kan dat de psychologische en emotionele ontwikkeling van adolescenten schaden.

Op lange termijn worden de gevolgen van alcohol voor iemands gezondheid bepaald door zijn consumptiepatroon, dat is het drinkgedrag dat hij in zijn jeugd heeft ontwikkeld. Er zijn bewijzen dat jongeren die op jonge leeftijd regelmatig alcohol beginnen te drinken aanzienlijk meer gevaar lopen om later in hun leven aan alcohol verslaafd te raken dan jongeren die beginnen te drinken wanneer ze al wat ouder zijn i. Daarom is het belangrijk jongeren te helpen om een gedrag te ontwikkelen dat de aan de consumptie van alcoholische dranken gerelateerde schade beperkt.

Op korte termijn zijn aan alcoholgebruik door jongeren, veeleer dan medische problemen, tal van sociale problemen verbonden. Het verband tussen alcohol en asociaal gedrag, zoals geweld, is bijzonder sterk bij jongeren. De psychologische associaties tussen alcohol en risico kunnen kinderen en in het bijzonder jongens vatbaarder maken voor reclametechnieken die alcoholproducten met gevaarlijke activiteiten of uitdagingen in verband brengen. Drinkpartijen worden bovendien in verband gebracht met ongewenste zwangerschappen, seksueel overdraagbare ziekten, misdaad en verkeersongevallen.

De vele doden en zwaargewonden bij verkeersongevallen waarbij bestuurders zijn betrokken die door alcoholgebruik over een verminderde rijvaardigheid beschikken, vormen een probleem voor de volksgezondheid, dat uitgebreid is onderzocht en waarover veel informatie beschikbaar is. De Commissie is voorts de mening toegedaan dat het probleem van rijden onder invloed één van de zes prioriteiten voor actie is om het aantal doden op de wegen in de EU, dat jaarlijks om en bij de 45 000 bedraagt, te doen afnemen. i De Commissie dient bijgevolg een voorstel voor een aanbeveling in met betrekking tot de maximale wettelijke alcoholgehaltes in het bloed. Dat voorstel moet de verhoogde inspanningen ter bestrijding van rijden onder invloed ondersteunen i.

Jonge automobilisten en motorrijders (in bepaalde lidstaten kan motorrijden al vanaf 14 jaar) zijn een belangrijk aspect van het probleem. De aanbeveling pakt dit probleem aan door voor onervaren, meestal jonge automobilisten en bestuurders van gemotoriseerde tweewielers een relatief lager maximaal alcoholgehalte in het bloed voor te stellen, namelijk 0,2 mg/ml.

Een sterke drang naar nieuwigheden en een beperkte behoefte om schade te vermijden zijn persoonlijkheidskenmerken die duiden op een verhoogd risico op alcoholmisbruik op jeugdige leeftijd i. Daarom is het van belang het evenwicht te vinden tussen de natuurlijke drang van jongeren om nieuwe dingen uit te proberen en een goed begrip van de risico's die daarmee verbonden zijn.
& Experimental Research. 1998; 12-4: blz. 494-505

2.

3. DE OMVANG VAN HET PROBLEEM


Het is een feit dat het alcoholgebruik door jongeren en de daaraan gerelateerde schade in verschillende lidstaten al hoog zijn, en in sommige lidstaten neemt het probleem duidelijk toe. Een belangrijk aspect is de toename van de zogenaamde 'noordse' drinkpatronen bij jongeren in de wijnproducerende landen, en met name in Frankrijk en Spanje. In Frankrijk bijvoorbeeld nemen de problemen met dronkenschap bij adolescenten en jonge volwassenen toe en, in het verlengde daarvan, ook de problemen met vechtpartijen, geweld, spijbelen, diefstal en het gebruik van illegale drugs i. Een verslag voor de Franse staatssecretaris van Volksgezondheid behandelt deze onderwerpen en stelt dat het alcoholgebruik door adolescenten en jonge volwassenen een uitermate ernstig probleem aan het worden is i. Het EU-verslag over de gezondheid van jongeren stelt dat hoewel jonge Europeanen ongeveer op dezelfde leeftijd als vroeger voor het eerst alcohol drinken, met name in hun vroege tienerjaren, ze op jongere leeftijd dan vroeger het geval was regelmatig beginnen te drinken. Wat de preventie van aan alcohol gerelateerde schade bij kinderen en adolescenten betreft, dient te worden opgemerkt dat de toepassing van de huidige nationale wetgevingen inzake de toegang tot alcohol voor jonge tieners een grote stap in de goede richting zou zijn.
& S. Ledoux in M. Plant (Ed): 'Alcohol-Related Problems in High Risk Groups.' Euro Reports and Studies 109. WHO Genève 1989

In de meeste lidstaten drinken jongens nog altijd beduidend vaker en meer dan meisjes. Wel neemt het drankgebruik onder jongens én meisjes toe en beginnen beide groepen op jongere leeftijd te drinken. In veel lidstaten zijn de verschillen in alcoholgebruik tussen jongens en meisjes kleiner geworden. In deze context dient erop te worden gewezen dat vrouwen (zowel meisjes als volwassen vrouwen) over het algemeen slechter tegen alcohol kunnen dan mannen en bij dezelfde hoeveelheden in een kortere periode meer problemen ondervinden.

Jammer genoeg is de beschikbare wetenschappelijke informatie over de oorzaken, de aard en de omvang van de problemen beperkt. Ondanks het feit dat in veel landen vrij veel studies zijn uitgevoerd, is het niet zo gemakkelijk om zich een algemeen beeld te vormen. De belangrijkste reden daarvoor is dat de studies verschillende leeftijdsgroepen betreffen, verschillende vragenlijsten gebruikten en op verschillende tijdstippen plaatsvonden. Bijgevolg beïnvloeden te veel factoren het resultaat en wordt vergelijken moeilijk. De volgende bevindingen zijn weliswaar niet alomvattend, maar geven toch een idee van de omvang van het probleem:

* Uit een onderzoek onder jongeren van 15-16 jaar dat onlangs onder meer in een aantal EU-lidstaten is gehouden, is gebleken dat in Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken de meeste drinkpartijen voorkomen. Het VK, Denemarken, Finland, Frankrijk en Zweden hebben het grootste aandeel jongens en meisjes dat op 13- jarige leeftijd of jonger al eens dronken is geweest i.

* Volgens de WHO-studie van 1997/1998 inzake gezondheidsgedrag bij kinderen op leerplichtige leeftijd (HBSC-survey) drinken 15-jarige jongens in alle bestudeerde landen per week meer bier dan meisjes; de hoge absolute cijfers voor regelmatige bierconsumptie bij 15-jarige jongens in Wales (50%), Denemarken (43%), Griekenland (42%) en Engeland (40%) zijn bijzonder zorgwekkend. De enige landen waar op 15-jarige leeftijd blijkbaar meer sterkedrank en wijn wordt gedronken door meisjes dan door jongens, zijn Schotland, Engeland en Wales i.

* Uit een vergelijking van de WHO-studies inzake gezondheidsgedrag bij kinderen op leerplichtige leeftijd van 1993/94 en 1997/98 blijkt dat het percentage 15-jarige jongens en meisjes dat op die leeftijd reeds twee keer of meer dronken is geweest, in bijna alle bestudeerde landen is gestegen. In 1997/1998 verklaarde meer dan de helft van de 15-jarige jongens en meisjes in Denemarken, Finland, Engeland, Schotland en Wales twee keer of meer dronken te zijn geweest, terwijl die percentages onder de 30% bleven voor jongens en meisjes in Frankrijk en Griekenland. Het duidelijke geografische patroon met leerlingen uit Zuid-Europese landen die lage niveaus van dronkenschap rapporteren, dit in scherp contrast met bepaalde Noord-Europese landen, is ook terug te vinden bij de 15-jarigen die aangeven 10 keer of meer dronken te zijn geweest.

* Het recente onderzoek naar gezondheidsgedrag bij schoolkinderen in Ierland bevestigde de resultaten van vroeger onderzoek waaruit bleek dat een groter aandeel van de jongeren op jongere leeftijd met alcohol begint te experimenteren en dat dronken worden voor bepaalde jongeren deel uitmaakt van de drinkcultuur. Uit het onderzoek bleek dat tot een vijfde van de jongens van 15 tot 17 jaar 10 keer of meer dronken was geweest.

* Bij een onderzoek naar het drankgebruik bij jongeren tussen 14 en 24 jaar dat in Duitsland werd uitgevoerd, werd drankmisbruik door ongeveer 10% van de respondenten gemeld en alcoholverslaving door iets meer dan 6%. Mannen meldden een alcoholprobleem gemakkelijker dan vrouwen en de prevalentie steeg ook in de oudere leeftijdsgroepen. Maar zelfs bij de 14- tot 17-jarigen meldt een aanzienlijk deel van de respondenten een hoge en regelmatige consumptie, het voorkomen van misbruik- en verslavingscriteria en zelfs een syndroom van volledige verslaving i.

* In 1998 verklaarde 21% van de 11- tot 15-jarige kinderen in Engeland dat ze tijdens de zeven voorafgaande dagen alcohol hadden gedronken, wat een statistisch significante daling betekent in vergelijking met de 27 % van 1996. Er was een significante daling voor zowel jongens als meisjes, maar de daling was iets meer uitgesproken voor meisjes. Bij de jongeren die wél hadden gedronken was er in 1998 evenwel allesbehalve een daling van de gemiddelde alcoholconsumptie tijdens de voorafgaande week: de gemiddelde consumptie steeg van ongeveer 8,5 eenheden in 1996 tot bijna 10 eenheden in 1998, waarmee een trend werd bevestigd die reeds sinds 1990 werd vastgesteld. Hoewel het aantal jongeren dat tijdens de voorafgaande week had gedronken in 1998 was gedaald in vergelijking met 1996, dronken de jongeren die wél dronken dus grotere hoeveelheden i.

* In Spanje was één op vijf adolescenten dronken geweest tijdens de maand die voorafging aan het onderzoek dat in 1996 bij de schoolbevolking van 14 tot 18 jaar was uitgevoerd. Twee op drie leerlingen hadden tijdens de maand die aan het onderzoek voorafging alcohol gedronken (twee op vijf leerlingen van 14 jaar, en vier op vijf leerlingen van 18 jaar) i.

Het ontbreekt aan alomvattende informatie en daarom is verder onderzoek noodzakelijk om alle verschillende aspecten van de problemen naar behoren te inventariseren teneinde specifieke en aangepaste maatregelen te nemen om die problemen aan te pakken en om de effecten van die maatregelen in de lidstaten afzonderlijk en in de EU in zijn geheel te kunnen meten.

In dit verband dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de redenen voor alcoholmisbruik, de drinkpatronen, het soort dranken dat wordt geconsumeerd, alsook aan het gedrag in verband met verschillende soorten dranken.

Er zij op gewezen dat de resultaten van twee lopende projecten, het tweede ESPAD-onderzoek (European School Survey Project on Alcohol and other Drugs), dat in 7 lidstaten loopt, en het ECAS-onderzoek (European Comparative Alcohol Studies) i, dat behalve Luxemburg alle lidstaten omvat, hierbij nuttig zullen zijn.

3.

4. DE VOORGESTELDE AANPAK


Het is duidelijk dat de voorbeeldfunctie van de ouders en de verhoudingen binnen het gezin tot de eerste en belangrijkste factoren behoren die het gedrag van kinderen beïnvloeden. Kenmerkend is ook dat de invloed van de ouders tijdens de kindertijd weliswaar sterk blijft, maar dat de drinkgewoonten van adolescenten in kwalitatief en kwantitatief opzicht in veel gevallen toch afwijken van die van hun ouders omdat die ouderinvloed wordt vervangen door die van de groep leeftijdsgenoten, die op zijn beurt weer sterk beïnvloed kan zijn door de steeds internationaler en commerciëler wordende jeugdcultuur.

Eén van de onderdelen van de voorgestelde maatregelen is daarom opvoeding, voorlichting en gezondheidsbevordering. Doelgerichte interventies op het gebied van de gezondheidsbevordering en de gezondheidseducatie dienen te kiezen voor een multisectorale benadering en vooral aandacht te hebben voor de ontwikkeling van persoonlijke en sociale vaardigheden die jongeren ertoe in staat stellen gezonde en verantwoordelijke keuzes te maken. Deze maatregelen dienen direct en indirect tot de jongeren te zijn gericht: ze moeten informatie en begeleiding verstrekken aan ouders, scholen en jeugdclubs, gemeenschappen en andere overheden, werkgevers, de media, gezondheidswerkers en al wie een rol vervult in de begeleiding van jongeren naar volwassenheid. In dit verband dient de sleutelrol en de verantwoordelijkheid van de ouders te worden benadrukt.

Wel mag niet uit het oog worden verloren dat maatregelen inzake onderwijs en voorlichting van het publiek alléén waarschijnlijk geen grote en duurzame invloed zullen hebben. Ze moeten zo nodig worden aangevuld met andere maatregelen zoals politieke interventies die de nadruk leggen op betere vaardigheden voor de besluitvorming en een betere ondersteuning van het overheidsbeleid.

Deze voorstellen zijn via de lidstaten eveneens gericht tot de producenten van alcoholische dranken en de detailhandelaren. De producenten en detailhandelaren dienen ertoe te worden aangemoedigd om hun rol te vervullen bij het verstrekken van informatie, bij de bewustmaking en bij het uitvoeren van educatieve maatregelen voor horeca- en verkooppersoneel. Het marktaanbod en commerciële communicatie zijn belangrijke factoren die het consumptiegedrag van volwassenen, maar ook van jongeren kunnen beïnvloeden. De producenten van de verschillende soorten alcoholische dranken hebben dan ook de plicht bij hun commerciële activiteiten blijk te geven van verantwoordelijkheidsgevoel en niet aan te zetten tot onverantwoordelijk of schadelijk drankgebruik.

Dat aspect, dat het tweede onderdeel van de voorgestelde maatregelen uitmaakt, kwam onder de aandacht toen in een aantal lidstaten plotseling de zogenaamde alcopops en designer drinks op de markt verschenen. Publiek, media en politiek gaven blijk van grote bezorgdheid bij de mogelijkheid dat deze alcoholische dranken speciaal waren bedoeld om in de smaak te vallen bij kinderen die nog te jong zijn om alcohol lekker te vinden.

Er kwam bijvoorbeeld een schriftelijke verklaring over alcopops en designer drinks, die werd ondertekend door meer dan 200 leden van het Europees Parlement, waarin er bij de communautaire instellingen op wordt aangedrongen meer rekening te houden met de noodzaak van een passend gezondheidsbevorderingsbeleid voor kinderen en jongeren.

De alcohol- en/of de reclame-industrie hebben in verschillende EU-lidstaten op die bezorgdheid gereageerd en hebben zelfregulerende structuren (praktijk- en gedragscodes), die ook klachtenprocedures omvatten, ingevoerd of versterkt. In die benadering is de bescherming en opvoeding van jongeren van bijzonder belang.

De bijzondere aandacht voor 'alcopops' mag de aandacht evenwel niet afleiden van de kern van het probleem. Zo waren op het hoogtepunt van de alcopops-gekte in het Verenigd Koninkrijk bier en cider i onverminderd de meest gedronken alcoholhoudende dranken onder jongeren. In een uitvoerig onderzoek naar alcoholgebruik bij jongeren dat sinds 1988 om de twee jaar wordt uitgevoerd, concludeerden de auteurs dat in 1996, een jaar nadat alcopops op de markt werden geïntroduceerd, dat product in Engeland bij die leeftijdsgroep het op één na populairste drankje was (na bier, lager of cider), maar dat het twee jaar later ruimschoots was ingehaald door sterkedrank en wijn, en dat het waarschijnlijk in de meeste gevallen een bijkomende mogelijke drankkeuze was voor kinderen die anders ook zouden hebben gedronken. De auteurs merkten op dat ook de gegevens voor Schotland een daling in de relatieve populariteit van alcopops aangaven en aantonen hoe snel de modes in het drinkgedrag van deze leeftijdsgroep kunnen veranderen i.

Een Nederlandse studie van september 1998 stelde bijvoorbeeld vast dat 13 procent van de jongeren onder de 16 alcopops gebruikte; 11 procent van deze alcopop-drinkers consumeerde per keer drie glazen of meer. Uit de gegevens bleek evenwel dat bier bij deze leeftijdsgroep zelfs nog populairder was: 57 procent van alle jongeren dronk bier; 40 procent van die bierdrinkers dronk per keer drie glazen of meer i.

Het feit dat de verkoop van alcopops in de meeste landen van Europa inmiddels waarschijnlijk is gestabiliseerd of gedaald, mag niet worden geïnterpreteerd als zou het probleem zijn opgelost. Producten als designer drinks of alcopops kunnen wel eens een probleem blijven omdat de producenten steeds nieuwe versies van drankjes moeten ontwikkelen om elke nieuwe generatie te blijven aanspreken.

Zelfregulering van de reclame voor alcoholhoudende dranken krijgt de steun van de direct betrokken partijen: producenten, adverteerders, reclamebureaus en de media die de reclameboodschappen plaatsen of uitzenden. Bovendien worden deze ontwikkelingen in bepaalde lidstaten ondersteund en van nabij gevolgd door de regeringen in het kader van hun nationale wetgeving. Daarom dient rekening te worden houden met de maatregelen die in de lidstaten reeds worden ontwikkeld. Bij de tenuitvoerlegging van de voorstellen van de Commissie dient ook rekening te worden gehouden met de resultaten van een studie over het effect van televisiereclame en telewinkelen op minderjarigen, die in de context van de herziening van de richtlijn televisie zonder grenzen ingevolge een door de Commissie aangegane verbintenis in januari 2000 is gelanceerd.

De meeste lidstaten blijken, soms in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie, een aantal maatregelen te nemen tegen het alcoholgebruik door kinderen. Het door alle EU-lidstaten ondertekende alcoholhandvest van de WHO bevat het ethische beginsel dat alle kinderen en adolescenten het recht hebben op te groeien in een omgeving die bescherming biedt tegen de negatieve gevolgen van alcoholgebruik en, voorzover mogelijk, tegen de bevordering van het gebruik van alcoholhoudende dranken.

Duitsland geldt als een voorbeeld van een lidstaat die dit beginsel in de praktijk probeert toe te passen. In 1997 keurden de deelstaten een actieplan goed met daarin de verplichting de bescherming van kinderen en jongeren tegen de negatieve gevolgen van alcoholgebruik te verbeteren.

Daarnaast is er nog een ruim scala aan andere sociale en omgevingsfactoren dat het gedrag van jongeren beïnvloedt en delinquentie kan bevorderen of voorkomen. Factoren als het niveau van de jeugdwerkloosheid en het al dan niet beschikbaar zijn van recreatiefaciliteiten zijn eveneens relevant. De voorgestelde maatregelen moeten in die algemene context worden gezien en geëvalueerd.

4.

5. WAAROM EEN COMMUNAUTAIRE DIMENSIE-


De resolutie van de Raad betreffende alcoholmisbruik, die in 1986 is goedgekeurd, beoogt een vermindering van de aan alcohol gerelateerde problemen in de lidstaten door middel van een gemeenschappelijk initiatief dat rekening houdt met de economische factor en met de bezorgdheid omtrent de volksgezondheid. De resolutie verzoekt de Commissie maatregelen te nemen, rekening houdend met de belangen inzake productie, distributie en afzetbevordering van alcoholhoudende dranken, alsook met de belangen inzake de volksgezondheid en daartoe een evenwichtig beleid te voeren en passende voorstellen aan de Raad voor te leggen.

Artikel 152 van het Verdrag kent de Gemeenschap op dit gebied bevoegdheden toe, voorzover het communautaire optreden de samenwerking tussen de lidstaten aanmoedigt en, indien nodig, het optreden van de lidstaten steunt. Overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag moeten er ook inspanningen worden geleverd om, in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, de doelstelling van het leveren van een bijdrage aan een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken.

Een van de expliciete doelstellingen van het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000) is de bevordering van onderzoek, evaluatie en uitwisseling van ervaringen, alsmede ondersteuning van acties inzake maatregelen ter voorkoming van drankmisbruik en de gevolgen daarvan voor de gezondheid en op sociaal gebied.

Het voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) wijst op de noodzaak de gezondheidsdeterminanten via gezondheidsbevordering en maatregelen ter preventie van ziekte aan te pakken. Het bevat ook een aantal specifieke maatregelen ter naleving van de vereiste van het Verdrag dat bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wordt verzekerd. Omdat alcohol een van de grootste risicofactoren voor de menselijke gezondheid is, zal dit onderwerp niet alleen voor de lidstaten, maar ook op het niveau van de Europese Unie uitermate belangrijk blijven.

Communautaire maatregelen worden onontbeerlijk doordat de jeugdcultuur steeds internationaler wordt en de nationale grenzen voor de overdracht van deze cultuur en van de producten die met die cultuur worden geassocieerd, steeds onbetekenender worden. Deze overweging rechtvaardigt de communautaire aandacht voor gezondheidsbevorderings- en -opvoedingsmaatregelen en voor zaken als productetikettering en reclame, rekening houdend met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

Wat de reclame voor alcohol betreft, dient te worden benadrukt dat de Commissie geen plannen heeft om deze te verbieden. Niettemin dient de Gemeenschap zich te buigen over de commerciële communicatie, zowel in de algemene context van de gezondheidsbevordering en -opvoeding als teneinde te verzekeren dat de zelfregulerende reclamecodes in de lidstaten zelf verenigbaar zijn met de beginselen van het EG-Verdrag, en met name met artikel 49 betreffende het vrij verkeer van diensten.

In deze context dient te worden gewezen op de richtlijn van de Raad betreffende de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in de lidstaten (de richtlijn televisie zonder grenzen), die een aantal duidelijke criteria voor televisiereclame voor alcoholhoudende dranken bepaalt, met een specifieke verwijzing naar jongeren.

Daarnaast moet de Gemeenschap optreden om het verzamelen van gegevens op een coherente basis te verbeteren en de uitwisseling van informatie over goede praktijken inzake gezondheidsopvoeding en andere preventieve strategieën te vergemakkelijken. In dit verband is het door de culturele en nationale verscheidenheid onmogelijk in de hele Unie te werken met één rigide blauwdruk voor actie. Wel kan er, rekening houdend met de culturele verscheidenheid, een algemeen actiekader worden ontwikkeld voor het aanpakken van deze problematiek die voor de lidstaten een bron van ernstige zorg is.

De omvang van de problemen op sociaal en gezondheidsvlak door overmatig alcoholgebruik vereist de inzet van alle middelen om het probleem terug te dringen. Dat is een duidelijke conclusie die kan worden getrokken uit de ruime inbreng van de verschillende betrokken partijen bij het uitwerken van dit voorstel. Alle lidstaten passen op dit gebied maatregelen toe, maar er zijn substantiële verschillen in benadering en strategie. Uit die verschillen kan zeker lering worden getrokken. De Gemeenschap is goed geplaatst om een coherente, alomvattende strategie voor de bestrijding van aan alcohol gerelateerde schade te bevorderen.

Zoals hierboven reeds vermeld, moet worden erkend dat de betrokken industriesectoren reeds actief zijn op het gebied van de bevordering van verantwoordelijk gedrag. In feite is de medewerking van alle betrokkenen van doorslaggevend belang voor een succesvolle tenuitvoerlegging van de voorgestelde maatregelen, die ertoe strekken aan alcohol gerelateerde schade bij kinderen en adolescenten te voorkomen. De permanente raadpleging van de belanghebbenden en een open dialoog dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen die in de aanbevelingen zijn opgenomen.