Toelichting bij COM(2008)514-1 - Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Algemene context

Verordening 2182/2004 van de Raad[1] heeft ten doel de euromunten te beschermen tegen op euromunten lijkende medailles en penningen. Sinds de vaststelling levert deze verordening er een aanzienlijke bijdrage toe dat gelijkenis tussen euromunten en medailles/penningen wordt vermeden, aangezien particuliere ondernemingen thans over het algemeen de erin vervatte definities en verboden in acht nemen.

Ervaring die is opgedaan bij de tenuitvoerlegging wijst uit dat de beschermende bepalingen moeten worden verduidelijkt en dat het besluitvormingsproces doorzichtiger moet worden: derhalve is wijziging van de verordening geboden.

Het publiek zou kunnen menen dat bepaalde medailles of penningen de status van wettig betaalmiddel hebben: niet alleen wanneer deze wat betreft ontwerp lijken op officiële euro's, maar ook wanneer specifieke delen van deze ontwerpen zijn overgenomen[2]. Deze delen zijn met name de twaalf sterren van de Europese Unie, de geografische voorstellingen en de cijfers, de vorm en het ontwerp van de rand van de officiële euromunten.

Ook is het, met name ten behoeve van particuliere producenten van medailles en penningen, raadzaam om te zorgen voor een formele omschrijving van de specifieke tekens op officiële euromunten die niet als zodanig op medailles en penningen mogen worden gereproduceerd. Het betreft symbolen die de soevereiniteit van de lidstaat van uitgifte uitdrukken, zoals de beeltenis van het staatshoofd, het wapen, de tekens van de Munt, de tekens van de muntmeester, de naam en de afbeelding van de geografische voorstelling van het land, in de specifieke vorm waarin zij op de euromunten worden weergegeven.

Aangezien de voornoemde beschermde elementen deel uitmaken van ofwel de gemeenschappelijke, ofwel nationale zijde van de euromunten, is het niet langer zinvol om hierin onderscheid te maken (artikel 2, onder c)). Bovendien is de nationale zijde van euromunten in een aantal gevallen voorzien van extra gemeenschappelijke elementen, zoals het ontwerp dat herinnert aan het Verdrag van Rome of aan tien jaar EMU. De beschermende maatregelen dienen dan ook betrekking te hebben op ieder ontwerp voor medailles of penningen dat op enig ontwerp van officiële euromunten lijkt.

Momenteel is de Commissie krachtens de verordening bevoegd om vast te stellen of een ontwerp lijkt op dat van euromunten. Omdat gelijkenis ook betrekking kan hebben op delen van het ontwerp, en aangezien het nodig kan zijn om ook te beoordelen in hoeverre de andere beschermende maatregelen in acht worden genomen, is het dienstig dat het oordeel van de Commissie wordt gebaseerd op het hele pakket van beschermende maatregelen van artikel 2; hierbij moet ook worden uitgezocht of een metalen voorwerp dient te worden beschouwd als een medaille/penning zoals bedoeld in artikel 1, onder c).

De criteria op grond waarvan de Commissie gelijkenis of conformiteit met de andere bepalingen van de verordening beoordeelt, behoeven ook toelichting. Concreet dient de Commissie bij haar besluit tevens rekening te houden met de hoeveelheden geproduceerde medailles of penningen, de verkoopprijs, verpakking, specifieke inscripties op de medailles en penningen (zoals de bedrijfsnaam en de vermelding 'geen wettig betaalmiddel), alsook de betreffende reclame. Hoewel deze criteria niet uitdrukkelijk worden genoemd in de verordening, is het in de praktijk wel nodig gebleken deze in aanmerking te nemen. Met het oog op doorzichtigheid dienen deze criteria uitdrukkelijk in de verordening te worden genoemd.

Bij het vaststellen van gelijkenis en het beoordelen van conformiteit met de bepalingen van de Verordening werkt de Commissie nauw samen met deskundigen uit de lidstaten – namelijk de deskundigen op het gebied van valsemunterij bedoeld in artikel 4, lid 1, van het Besluit van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum[3] – gelet op hun deskundigheid in de visuele en materiële analyse van munten. Deze raadpleging moet voortgaan.

Artikel 4 van de verordening voorziet in de mogelijkheid van afwijking bij machtiging en verleent de Commissie de bevoegdheid om gelijkenis vast te stellen. Aangezien deze laatste bevoegdheid betrekking heeft op de inachtneming van de beschermende maatregelen (artikel 2), is het met het oog op de duidelijkheid wenselijk om deze bepaling te verplaatsen naar artikel 2.

Economische subjecten mogen de begrippen euro of eurocent en het euroteken onder strikte voorwaarden gebruiken op medailles en penningen: zo moet op de voorzijde of de keerzijde van de medaille of penning de vermelding geen wettig betaalmiddel worden aangebracht. Aangezien het risico van verwarring met euromunten groter is, wanneer op de medaille of de penning een nominale waarde is aangeduid, dient alleen in dit geval de vermelding geen wettig betaalmiddel verplicht te zijn.

Het voorstel omvat ook een parallelle verordening tot wijziging van Verordening 2183/2004 tot uitbreiding van de wijziging tot de lidstaten die niet deelnemen aan de euro.

Voorgestelde wijzigingen

In het licht van hetgeen voorafgaat worden de volgende wijzigingen voorgesteld:

1. Artikel 2 van Verordening 2182/2004, om de beschermende bepalingen te verduidelijken,

2. Artikel 4 van Verordening 2182/2004, om beoordelingscriteria toe te voegen en de besluitvormingsprocedure te verplaatsen naar artikel 2,

3. Verordening 2183/2004, om de effecten van de wijziging van Verordening 2182/2004 uit te breiden tot de niet-deelnemende landen.