Toelichting bij COM(2008)517 - Handhaving van de antidumpingrechten op stapelvezels van polyester uit Belarus, China, Saudi-Arabië en Korea na een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening 384/96

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening"), op synthetische stapelvezels van polyesters van oorsprong uit Belarus, de Republiek Korea, Saudi-Arabië en de Volksrepubliek China.

Algemene context


Dit voorstel past in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen van de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG) nr. 428/2005 van de Raad van 10 maart 2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stapelvezels van polyester uit de Volksrepubliek China en Saudi-Arabië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2852/2000 van de Raad houdende instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van stapelvezels van polyesters uit de Republiek Korea en tot beëindiging van de antidumpingprocedure ten aanzien van de invoer van dergelijke vezels uit Taiwan (PB L 71 van 17.3.2005, blz.

1).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Bijgaand voorstel omvat een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek, dat beperkt blijft tot het belang van de Gemeenschap, betreffende de antidumpingmaatregelen voor stapelvezels van polyester die golden op het moment dat de procedure werd ingeleid (30 augustus 2007). Voorgesteld wordt de antidumpingmaatregelen voor stapelvezels van polyester van oorsprong uit de Republiek Korea, Saudi-Arabië en de Volksrepubliek China te handhaven op het niveau waarop zij bij Verordening (EG) nr. 428/2005 van de Raad zijn ingesteld, en de antidumpingmaatregelen die tussen 22 juni en 11 oktober 2007 ten aanzien van Belarus golden, niet met terugwerkende kracht te annuleren. Het voorstel is gebaseerd op definitieve bevindingen waaruit blijkt dat er uit het oogpunt van het belang van de Gemeenschap geen redenen zijn waarom de Commissie de op het moment van de inleiding van de procedure bestaande maatregelen zou moeten intrekken. De Raad wordt derhalve voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een verordening, die in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden bekendgemaakt.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

de vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, ondernemingen en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden ongeschikt zijn, omdat de basisverordening niet in andere mogelijkheden voorziet.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.