Toelichting bij COM(2006)172 - Wijziging van de aanpassingcoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


Overeenkomstig artikel 4 van bijlage XI bij het Statuut wordt bij aanzienlijke wijziging van de kosten van levensonderhoud tussen juni en december besloten, op basis van door Eurostat verstrekte gegevens, tot de in artikel 65, lid 2, van het Statuut bedoelde tussentijdse aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen met ingang van 1 januari, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de prognose inzake de ontwikkeling van de koopkracht tijdens de lopende referentieperiode van één jaar.Indien nodig wordt het voorstel van de Commissie uiterlijk in de tweede helft van april bij de Raad ingediend.

Algemene context


Overeenkomstig artikel 6 van bijlage XI wordt besloten tot aanpassingen voor alle standplaatsen (met inbegrip van Brussel) indien de drempelwaarde voor Brussel wordt bereikt. Indien deze drempelwaarde niet wordt bereikt, wordt enkel besloten tot aanpassingen voor de standplaatsen waar de drempelwaarde wordt bereikt.Overeenkomstig artikel 7 van bijlage XI bij het Statuut is de waarde van de aanpassing gelijk aan het internationale indexcijfer van Brussel, eventueel vermenigvuldigd met de helft van de specifieke, vooruit berekende indicator, indien deze negatief is. De specifieke indicator meet de ontwikkeling van de koopkracht van de nettobezoldigingen die de nationale ambtenaren van de centrale overheidsdiensten van de lidstaten genieten. Eurostat heeft deze indicator vastgesteld op basis van gegevens die werden verstrekt door de acht in artikel 1, lid 4, van bijlage XI genoemde lidstaten.Het internationale indexcijfer van Brussel meet de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud van in Brussel werkzame ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. Eurostat heeft deze indicator vastgesteld op basis van door de Belgische autoriteiten verstrekte gegevens.De aanpassingscoëfficiënten zijn gelijk aan de verhouding tussen de betrokken economische pariteit en de betrokken wisselkoers als bedoeld in artikel 63 van het Statuut, die, als de aanpassingsdrempel niet is bereikt voor Brussel, wordt vermenigvuldigd met de waarde van de aanpassing.De economische pariteiten voor de bezoldigingen stellen de gelijkwaardigheden in koopkracht vast tussen de bezoldigingen die in de referentiestad Brussel worden uitbetaald en die welke in de andere standplaatsen worden uitbetaald. Eurostat heeft deze pariteiten berekend met akkoord van de nationale diensten voor de statistiek.De economische pariteiten voor de pensioenen stellen de gelijkwaardigheden in koopkracht vast tussen de pensioenen die in het referentieland België worden uitbetaald en die welke in de andere landen van verblijf worden uitbetaald. Eurostat heeft deze pariteiten berekend met akkoord van de nationale diensten voor de statistiek.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Dit voorstel komt naast het voorstel dat elk jaar wordt ingediend om de bezoldigingen en de pensioenen aan te passen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Over het voorstel is met de vertegenwoordigers van het personeel overleg gepleegd volgens de geldende procedures.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Het voorstel houdt rekening met de adviezen van de geraadpleegde partijen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


- Het voorstel boogt de bezoldigingen en de pensioenen aan te passen overeenkomstig de geldende wetgeving.- De geldende wetgeving voorziet niet in een alternatief.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen


Overeenkomstig artikel 4 van bijlage XI bij het Statuut beogen de voorgestelde maatregelen de bezoldigingen aan te passen voor de standplaatsen waar zich een aanzienlijke wijziging van de kosten van levensonderhoud heeft voorgedaan.De ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud voor Brussel, gemeten aan de hand van het internationale indexcijfer van Brussel over de periode van juni tot en met december van het vorige jaar, is gelijk aan 0,6 %. De ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud buiten België en Luxemburg in de loop van de referentieperiode wordt gemeten aan de hand van de impliciete indexcijfers die door Eurostat worden berekend. Deze indexcijfers stemmen overeen met het product van het internationale indexcijfer van Brussel en de variatie van de economische pariteit.De drempelwaarde is het percentage dat overeenstemt met 7 % voor een periode van twaalf maanden (3,5 % voor een periode van zes maanden).Het impliciete indexcijfer dat van toepassing is op de bezoldigingen gaat de drempel te boven voor de volgende landen of standplaatsen:- Litouwen 3,9 %.Het impliciete indexcijfer dat van toepassing is op pensioenen gaat voor geen enkel land de drempel te boven.De tussentijdse aanpassing is gelijk aan het internationale indexcijfer voor Brussel, eventueel vermenigvuldigd met de helft van de specifieke, vooruit berekende indicator, indien deze negatief is.De prognose van de specifieke indicator is gelijk aan 0,5 %, wat betekent dat de tussentijdse aanpassing gelijk is aan 0,6 %.De aanpassingscoëfficiënten zijn gelijk aan de verhouding tussen de betrokken economische pariteit en de betrokken wisselkoers die, als de aanpassingsdrempel niet is bereikt voor Brussel, wordt vermenigvuldigd met de waarde van de tussentijdse aanpassing.De maatregel moet op 1 januari ingaan. Voor de landen of standplaatsen waarvoor het impliciete indexcijfer hoger is dan 6,3 %, gaat de maatregel echter in op 16 november. Voor de landen of standplaatsen waarvoor het impliciete indexcijfer hoger is dan 12,6 %, gaat de maatregel in op 1 november.Bijgevolg gaan met ingang van 1 januari 2006 de volgende aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen voor de landen of standplaatsen, de drempel te boven:- Litouwen 80,1.De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de pensioenen en de overdrachten worden niet gewijzigd.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag is het Statuut en met name bijlage XI.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

- bijlage XI bij het Statuut voorziet in een verordening van de Raad;

- de financiële last resulteert rechtstreeks uit de toepassing van de aanpassingsmethode waarin het Statuut voorziet.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn.- bijlage XI bij het Statuut voorziet in een verordening van de Raad.

3.

Gevolgen voor de begroting



De gevolgen van de aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen voor de administratieve uitgaven en de ontvangsten zijn uiteengezet in bijgaand financieel memorandum.