Toelichting bij COM(2005)694 - Gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Sedert 24 juli 1993 kunnen op grond van Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen traditionele landbouwproducten en levensmiddelen die een specifiek karakter hebben, op communautair niveau worden erkend en beschermd. De specificiteit van deze producten houdt verband met de productie- en/of verwerkingsmethode, maar niet met de geografische oorsprong.

2. Sedert de invoering van deze regeling zijn 15 landbouwproducten en levensmiddelen geregistreerd en enkele daarvan hebben een aanzienlijk economisch potentieel. De Commissie heeft 18 nieuwe registratieaanvragen ontvangen uit verschillende lidstaten.

3. Dankzij dit instrument kunnen de producenten aan hun producten waarde toevoegen, kan de consument tegen misbruiken worden beschermt en kan de eerlijkheid van handelstransacties worden gegarandeerd. Het belangrijkste voordeel van de in de verordening vastgestelde registratie betreft de identificatie van het product door het gebruik van de geregistreerde naam in combinatie met de vermelding 'gegarandeerde, traditionele specialiteit' en het communautaire logo. Met betrekking tot het gebruik van de naam zijn er twee mogelijkheden: de registratie kan plaatsvinden met of zonder reservering van het gebruik van de naam ten behoeve van de producten die het productdossier in acht nemen. Sedert de inwerkingtreding van de verordening is slechts in vijf gevallen van registratie ook het gebruik van de naam gereserveerd. De lidstaten zijn verplicht de vermelding 'gegarandeerde traditionele specialiteit', het overeenkomstige logo en de gereserveerde namen te beschermen. De gegarandeerde traditionele specialiteiten vallen niet onder het intellectuele-eigendomsrecht in de zin van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIP’s-Overeenkomst).

4. Er dient te worden op toegezien dat de producenten uit landen die lid zijn van de WTO, voor deze registratieregeling in aanmerking komen zonder voorwaarden op het gebied van gelijkwaardigheid en wederkerigheid, en dat onderdanen van deze landen die kunnen aantonen dat zij een rechtmatig belang hebben, bezwaar kunnen aantekenen tegen een registratie. Krachtens de clausule inzake de nationale behandeling tenslotte moeten producenten uit de landen die lid zijn van de WTO, de productdossiers die zijn geregistreerd als gegarandeerde traditionele specialiteiten, op dezelfde wijze kunnen gebruiken als de producenten uit de lidstaten. Bovendien moet worden voorzien in bepalingen om het bestaan en de toepassing van bestaande intellectuele-eigendomsrechten zoals merken en geografische aanduidingen te garanderen.

5. Het voorstel is er voorts op gericht de procedures te vereenvoudigen en bij te stellen, en duidelijk te maken welke de verantwoordelijkheden zijn van de verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij het onderzoek van de aanvragen. Ter verduidelijking wordt ook gesteld dat de taken die het best kunnen worden uitgevoerd op nationaal niveau, uiteraard moeten worden toevertrouwd aan de nationale autoriteiten, met inachtneming evenwel van de gelijke behandeling van alle betrokkenen, inclusief derde landen.

6. Momenteel verloopt de registratieprocedure voor gegarandeerde traditionele specialiteiten in twee fasen. In eerste instantie wordt door een producentengroepering een registratieaanvraag ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat. In tweede instantie zenden de nationale autoriteiten de aanvragen door naar de Commissie met het oog op registratie; deze laatste stuurt de vertaalde aanvraag door naar de andere lidstaten.

7. In het algemeen zijn de door de lidstaten bij de Commissie ingediende dossiers te omvangrijk en te gedetailleerd. Voorgesteld wordt om nog enkel het productdossier stricto sensu aan de Commissie toe te zenden, waarbij de nationale autoriteiten verantwoordelijk zijn voor de evaluatie van het traditionele en specifieke karakter van de betrokken landbouwproducten en levensmiddelen.

8. De Commissie maakt overigens de belangrijkste gegevens van de aanvraag bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie, zodat eenieder die een rechtmatig belang heeft bij de registratie, daartegen bezwaar kan aantekenen. Voorgesteld wordt de redenen te definiëren op grond waarvan een bezwaar ontvankelijk is, om te voorkomen dat de Commissie zich moet bezighouden met bezwaarschriften die soms totaal uit de lucht gegrepen en onrechtmatig zijn. Dank zij deze maatregelen moeten de administratieve procedures op het niveau van de Gemeenschap veel eenvoudiger worden.

9. Het voorstel bevat talrijke vereenvoudigingen en verduidelijkingen. Gebleken is namelijk dat het voorwerp van de verordening niet altijd even duidelijk was voor de producenten en andere betrokken marktdeelnemers. De gebruikte termen zijn ingewikkeld en de definities niet altijd even nauwkeurig. De term 'traditioneel' is zelfs helemaal niet gedefinieerd. Terzelfder tijd wordt voorgesteld enkele incoherenties te rectificeren, zoals de duur van de bezwaarperiode in geval van een aanvraag tot wijziging van een productdossier, die op een bepaalde plaats is vastgesteld op zes maanden en op een andere op drie maanden.

10. In voorkomend geval worden verbeteringen aan de regeling voorgesteld die identiek zijn aan de verbeteringen die zijn voorgesteld voor het systeem ter bescherming van de geografische aanduidingen en de oorsprongsbenamingen, met name met betrekking tot het controlesysteem, de registratieprocedures en de bezwaarprocedures, de verplichte verwijzing naar de vermelding 'gegarandeerde traditionele specialiteit' en naar het communautaire logo in de etikettering van de producten, en de mogelijkheid een beroep te doen op een comité van beheer voor alle aspecten betreffende de registratieaanvragen.

11. Over de grote lijnen van deze wijzigingen is overleg gepleegd met alle betrokken partijen. Tijdens de besprekingen in het kader van de Adviesgroep kwaliteit van landbouwproducten (juni 2005) en in het kader van het Regelgevend Comité inzake specificiteitsverklaringen voor landbouwproducten en levensmiddelen werd het belang van de regeling beklemtoond en geïllustreerd aan de hand van succesrijke praktijkvoorbeelden.

12. De voorgenomen maatregelen hebben geen financiële consequenties voor de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.