Toelichting bij COM(2005)316 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stapelvezels van polyester uit China en Saoedi-Arabië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel, dat voortvloeit uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van 8 maart 2004 ("de basisverordening"), betreft de wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2005 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op polyester stapelvezels uit onder meer Saoedi-Arabië.

Algemene context


Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd uitgevoerd overeenkomstig de materiële en formele eisen van de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Er bestaan nog geen bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen


EN EFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure, konden tijdens het onderzoek reeds hun belangen verdedigen overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel is het gevolg van de tenuitvoerlegging van de basisverordening. Volgens de basisverordening behoeft geen algemene beoordeling van de gevolgen te worden gemaakt. De basisverordening bevat wel een volledige lijst van voorwaarden die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Bij Verordening (EG) nr. 428/2005 van 10 maart 2005 heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op polyester stapelvezels uit onder meer Saoedi-Arabië. De diensten van de Commissie hebben, na verscheidene vergaderingen met de Saudi Basic Industries Corporation (SABIC) in Saoedi-Arabië, van deze een aanvaardbare prijsverbintenis ontvangen, voordat de definitieve bevindingen werden bekendgemaakt. Daar het vanuit administratief standpunt niet mogelijk was de aanvaarding van de verbintenis in de definitieve verordening op te nemen, wordt voorgesteld de aangeboden verbintenis te aanvaarden en Verordening (EG) nr. 428/2005 dienovereenkomstig te wijzigen. De lidstaten werden geraadpleegd. Geen enkele lidstaat heeft bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde handelwijze. De Raad wordt derhalve voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand ontwerp-besluit waarbij de verbintenis wordt aanvaard en bijgaand voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2005 en deze zo spoedig mogelijk bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 384/96 van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van 8 maart 2004.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De vorm van de maatregelen is beschreven in bovengenoemde basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluiten.

Een indicatie hoe de financiële en administratieve last voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en de burger zo gering mogelijk is gehouden en of deze in verhouding staat tot het doel van het voorstel is niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Bovengenoemde basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

1. Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stapelvezels van polyester uit de Volksrepubliek China en Saoedi-Arabië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap i, (hierna 'de basisverordening' genoemd), met name op de artikelen 8 en 9,

Gezien het voorstel dat de Commissie, na overleg in het Raadgevend Comité, heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

Bij Verordening (EG) nr. 428/2005 i (“de definitieve verordening”) heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op polyester stapelvezels uit de Volksrepubliek China en Saoedi-Arabië, de definitieve antidumpingrechten op genoemd product uit de Republiek Korea gewijzigd en de antidumpingprocedure ten aanzien van genoemd product uit Taiwan beëindigd.

Saudi Basic Industries Corporation (“Sabic”) heeft, ook namens alle gelieerde ondernemingen, waaronder de gelieerde producent van polyester stapelvezels, Arabian Industrial Fibres Company (Ibn Rushd), een aanvaardbare verbintenis aangeboden voordat de definitieve bevindingen van het onderzoek werden bekendgemaakt, maar in een stadium waarin het vanuit administratief oogpunt niet meer mogelijk was deze in de definitieve verordening op te nemen.

De Commissie heeft bij Besluit XXXX de door Sabic aangeboden verbintenis aanvaard. In dat besluit zijn de redenen voor het aanvaarden van de verbintenis uiteengezet. De Raad erkent dat de wijzigingen die in de aangeboden verbintenis zijn aangebracht, de schadelijke gevolgen van dumping wegnemen en het risico van een ontduiking van het recht door kruiscompensatie met andere producten voldoende beperken.

Gelet op de aanvaarding van de verbintenis moet Verordening (EG) nr. 428/2005 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EG) nr. 428/2005 worden de volgende leden toegevoegd aan artikel 1:

“4. Voor het vrije verkeer aangegeven polyester stapelvezels zijn vrijgesteld van het bij de leden 1 en 2 vastgestelde antidumpingrecht, mits zij zijn vervaardigd, verzonden en gefactureerd door ondernemingen waarvan de Commissie een verbintenis heeft aanvaard en waarvan de namen zijn opgenomen in het betrokken besluit van de Commissie of de betrokken verordening, zoals gewijzigd, en worden ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van het betrokken besluit van de Commissie of de betrokken verordening.

5. Vrijstelling van het antidumpingrecht volgens lid 4 wordt verleend op de volgende voorwaarden:

(a) de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen stemmen nauwkeurig overeen met de beschrijving in lid 1,

(b) bij het indienen van de aangifte voor het vrije verkeer wordt bij de douane van de lidstaten een handelsfactuur aangeboden die ten minste de in de bijlage vermelde gegevens bevat, en

(c) de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen stemmen nauwkeurig overeen met de beschrijving op de handelsfactuur.”.

Artikel 2

De in de bijlage opgenomen tekst wordt toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 428/2005.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

Gegevens die moeten worden vermeld op de handelsfactuur die gevoegd is bij de polyester stapelvezels waarop een verbintenis van toepassing is

1. Het opschrift "“COMMERCIAL INVOICE ACCOMPANYING GOODS SUBJECT TO AN UNDERTAKING”

2. De naam van de onderneming die de handelsfactuur heeft afgegeven en die is vermeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. /Besluit [INSERT NUMBER] tot aanvaarding van de verbintenis.

3. Het factuurnummer.

4. De datum van afgifte van de factuur.

5. De aanvullende Taric-code waaronder de op de factuur vermelde goederen aan de grens van de EU bij de douane worden aangegeven.

6. Een nauwkeurige omschrijving van de goederen, met inbegrip van:

- het productcodenummer of PCN, zoals gebruikt bij het onderzoek en vermeld in de verbintenis (bijv. PCN 1, PCN 2 enz..);

- een omschrijving van de goederen die onder de PCN’s zijn ingedeeld;

- de productcode van de onderneming (“company product code” of CPC), indien van toepassing;

- de GN-code;

- de hoeveelheid (in kg);

7. De verkoopvoorwaarden, met inbegrip van:

- de prijs per kilo,

- de betalingsvoorwaarden,

- de leveringsvoorwaarden,

- het totaal van de kortingen.

8. De naam van de importeur in de EU die de rechtstreekse ontvanger is van de factuur die gevoegd is bij de goederen waarop de verbintenis betrekking heeft.

9. De naam van de werknemer van de onderneming die de factuur heeft opgesteld en de hiernavolgende ondertekende verklaring:

"Ondergetekende bevestigt dat de verkoop voor rechtstreekse uitvoer naar de EU van de goederen waarop deze factuur betrekking heeft, plaatsvindt in het kader en op de voorwaarden van de verbintenis die werd aangeboden door ........ (naam van de onderneming) en door de Europese Commissie bij Verordening (EG) nr. /Besluit [INSERT NUMBER] werd aanvaard. Hij verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is."