Toelichting bij COM(2005)392 - Machtiging van Duitsland met Zwitserland een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake omzetbelasting

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 14 januari 2005, heeft Duitsland op grond van artikel 30, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, verzocht met Zwitserland een overeenkomst te mogen sluiten waarin belastingbepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van deze richtlijn. De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG, de overige lidstaten op 17 januari 2005 van het verzoek in kennis gesteld en Duitsland bij brief van 19 januari 2005 meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context


De overeenkomst tussen Duitsland en Zwitserland heeft betrekking op de bouw en het onderhoud van een grensbrug over de Rijn tussen Laufenburg (Baden-Württemberg) en Laufenburg (Aargau), die de verbinding vormt tussen de Duitse nationale weg B 34 en de Zwitserse kantonale weg K 130. De overeenkomst bepaalt dat de Zwitserse BTW-wetgeving van toepassing zal zijn op leveringen van goederen en diensten ten behoeve van de bouw en het onderhoud van de brug en dat Duitsland op deze handelingen geen BTW heft. Voorts bepaalt de overeenkomst dat goederen die vanuit Zwitserland in Duitsland worden ingevoerd, van BTW worden vrijgesteld, voorzover deze goederen voor de bouw of het onderhoud van de betrokken grensbrug worden gebruikt. Deze derogatie is niet van toepassing op goederen die voor hetzelfde doel door een overheidsdienst worden ingevoerd. Overeenkomstig het in Richtlijn 77/388/EEG neergelegde territorialiteitsbeginsel zijn op Duits grondgebied verrichte leveringen van goederen en diensten in Duitsland aan de BTW onderworpen, terwijl op Zwitsers grondgebied verrichte handelingen buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 77/388/EEG vallen. Indien deze bepalingen worden toegepast, zouden de handelingen moeten worden opgesplitst volgens het grondgebied waarop zij worden verricht. Bovendien zou elke invoer in Duitsland van goederen uit Zwitserland die voor de bouw of het onderhoud van de brug worden gebruikt, in Duitsland aan de BTW zijn onderworpen. De overeenkomstsluitende partijen zijn van mening dat de toepassing van deze regels zou leiden tot aanzienlijke fiscale complicaties voor de ondernemers die de betreffende werkzaamheden uitvoeren. Zij zijn derhalve van oordeel dat de in de ontwerpovereenkomst neergelegde belastingbepalingen gerechtvaardigd zijn en dat zij de fiscale verplichtingen van de ondernemers zullen vereenvoudigen. De Commissie is het ermee eens dat de voorgestelde wijze van belastingheffing van de bouw- en onderhoudswerkzaamheden en het afzien van BTW-heffing bij de invoer van goederen die voor deze werkzaamheden bestemd zijn, voor de ondernemers een vereenvoudiging betekenen in vergelijking met de normale regels.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


De Raad heeft Duitsland reeds meerdere malen gemachtigd met derde landen soortgelijke overeenkomsten betreffende werkzaamheden in grensgebieden te sluiten waarin belastingbepalingen voorkomen die vergelijkbaar zijn met die van de voorgestelde overeenkomst.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel voor een beschikking strekt ertoe de belastingheffing van bouw- en onderhoudswerkzaamheden aan een grensbrug te vereenvoudigen en heeft derhalve een potentieel positief economisch effect. Dit effect zal in ieder geval beperkt zijn gelet op de beperkte werkingssfeer van de derogatie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Machtiging van Duitsland tot het sluiten van een overeenkomst met Zwitserland waarin bepalingen voorkomen die afwijken van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad wat betreft de territoriale toepassing van de BTW.

Rechtsgrondslag


Artikel 30 van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

Deze beschikking betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Voorgestelde instrumenten: ander.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: Overeenkomstig artikel 30 van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting is alleen een beschikking van de Raad mogelijk.

3.

Gevolgen voor de begroting



Verlening van de machtiging heeft geen noemenswaardige gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschap uit de BTW.

- Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij Duitsland wordt gemachtigd met Zwitserland een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag i, en met name op artikel 30,

Gezien het voorstel van de Commissie i,

Overwegende hetgeen volgt:

Krachtens artikel 30, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen met een derde land een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen kunnen voorkomen die van deze richtlijn afwijken.

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 14 januari 2005, heeft Duitsland verzocht met Zwitserland een overeenkomst te mogen sluiten voor de bouw en het onderhoud van een grensbrug over de Rijn tussen Stühlingen Laufenburg (Baden-Württemberg) en Laufenburg (Aargau).

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 17 januari 2005 van het verzoek van Duitsland in kennis gesteld. Bij brief van 19 januari 2005 heeft de Commissie Duitsland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Deze overeenkomst bevat bepalingen op het gebied van BTW die afwijken van artikel 2, lid 2, en artikel 3 van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de levering van goederen en diensten alsook de invoer van goederen ten behoeve van de bouw en het onderhoud van de grensbrug.

Indien geen afwijkingen van Richtlijn 77/388/EEG worden toegestaan, zijn de op Duits grondgebied verrichte bouw- en onderhoudswerkzaamheden in Duitsland aan de BTW onderworpen, terwijl de op Zwitsers grondgebied verrichte werkzaamheden buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Bovendien zou de invoer in Duitsland van goederen uit Zwitserland die voor de bouw of het onderhoud van de grensbrug bestemd zijn, in Duitsland aan de BTW onderworpen zijn.

De toepassing van de normale regels zou tot aanzienlijke fiscale complicaties leiden voor de met deze werkzaamheden belaste ondernemers.

Deze derogatie strekt ertoe de belastingheffing van de bouw- en onderhoudswerkzaamheden aan de betrokken brug te vereenvoudigen.

De derogatie zal geen noemenswaardige gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Gemeenschap uit de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Duitsland wordt gemachtigd met Zwitserland een overeenkomst te sluiten voor de bouw en het onderhoud van een grensbrug over de Rijn tussen Laufenburg (Baden-Württemberg) en Laufenburg (Aargau), waarin bepalingen voorkomen die afwijken van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad.

De afwijkende fiscale bepalingen van deze overeenkomst zijn in de artikelen 2 en 3 uiteengezet.

Artikel 2

In afwijking van artikel 3 van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad wordt, wat de levering van goederen en diensten ten behoeve van de bouw en het onderhoud van de brug betreft, het deel van de brug dat zich op Duits grondgebied bevindt, geacht deel uit te maken van het Zwitserse grondgebied.

Artikel 3

In afwijking van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad wordt de invoer in Duitsland van goederen uit Zwitserland niet aan de BTW onderworpen, voorzover deze goederen worden gebruikt voor de bouw of het onderhoud van de in artikel 1 bedoelde brug. Deze derogatie is evenwel niet van toepassing op goederen die voor hetzelfde doel door een overheidsdienst worden ingevoerd.

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter
[…] van […], blz. […].