Toelichting bij COM(2002)509 - Sluiting van een overeenkomst met Malta waarbij een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden wordt gevoegd bij de overeenkomst inzake een associatie tussen de EEG en Malta

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De associatieovereenkomst waarbij een associatie werd tot stand gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Malta, die op 1 april 1971 in werking is getreden, had onder meer ten doel nauwere en intensievere samenwerking te bewerkstelligen met het oog op de uitbreiding en diversificatie van het onderlinge handelsverkeer en was gericht op de wederzijdse liberalisering ervan.

2. Deze overeenkomst bevat echter geen specifieke voorschriften over de methoden inzake administratieve samenwerking die op de algemene bepalingen ervan moeten worden toegepast.

3. Om in de douanesector meer zekerheid te bieden voor rechtmatige handel, achtten de respectieve partijen bij de overeenkomst het noodzakelijk een aanvullend protocol, inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden te sluiten.

4. Op basis hiervan hebben de Commissie en Malta onderhandelingen gevoerd. Deze besprekingen hebben geleid tot het protocol en de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, welke in oktober 2001 in Valetta werden geparafeerd.

5. Het doel van dit protocol is de voorkoming, opsporing en vervolging, door middel van wederzijdse bijstand tussen de bevoegde autoriteiten van de partijen, van gedragingen die in strijd zijn met de douanewetgeving. Die bijstand komt in hoofdzaak neer op het doorgeven van inlichtingen en documenten betreffende onderzoeksverrichtingen en op het uitoefenen van toezicht op bepaalde personen, goederen, plaatsen of vervoermiddelen.

6. De inhoud van het protocol komt nagenoeg overeen met die van het door de werkgroep economische vraagstukken van de Raad in 1997 uitgewerkte protocolmodel.

7. In geval van twijfel over de toepasselijkheid van het protocol zullen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg plegen om een oplossing uit te werken. Dat overleg dient plaats te vinden in het kader van het speciale samenwerkingscomité dat door de Associatieraad is opgericht.

8. De overeenkomst dient thans te worden ondertekend en gesloten. De Raad wordt derhalve verzocht:

- namens de Gemeenschap zijn goedkeuring te hechten aan de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Malta waarbij een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden wordt gevoegd bij de associatieovereenkomst;

- een persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen.