Toelichting bij COM(2002)512 - Criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 en bijlage II van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. In Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen wordt onderscheid gemaakt tussen drie klassen stortplaatsen:

- stortplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen;

- stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen;

- stortplaatsen voor inerte afvalstoffen.

2. Krachtens artikel 6 van de richtlijn:

mogen alleen gevaarlijke afvalstoffen die voldoen aan de desbetreffende in bijlage II vastgestelde criteria, aan een stortplaats voor gevaarlijke afvalstoffen worden toegewezen;

mogen stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen worden gebruikt voor stedelijk afval, andere ongevaarlijke afvalstoffen die voldoen aan de desbetreffende in bijlage II vastgestelde criteria, en stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen die voldoen aan de desbetreffende in bijlage II vastgestelde criteria;

mogen stortplaatsen voor inerte afvalstoffen alleen voor inerte afvalstoffen worden gebruikt.

3. In bijlage II van de richtlijn worden de beginselen voor de criteria en procedures voor de aanvaarding van afvalstoffen vastgesteld, alsmede voorlopige criteria en procedures die moeten worden gehanteerd zolang er nog geen communautaire criteria en procedures zijn vastgesteld.

4. Krachtens artikel 16 van de richtlijn dient de Commissie specifieke criteria en/of testmethoden en bijbehorende grenswaarden vast te stellen voor elke stortplaatsklasse, zo nodig ook voor specifieke typen stortplaatsen binnen elke klasse, met inbegrip van ondergrondse opslagplaatsen. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen ingestelde comité. Bij deze werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de algemene beginselen en algemene procedures voor het testen en de aanvaardingscriteria van bijlage II. Deze werkzaamheden dienen uiterlijk op 16 juli 2002 te worden afgerond.


5. De Commissie heeft een ontwerp van de te nemen maatregelen opgesteld.

In deze ontwerpbeschikking worden vastgesteld:

- de procedures voor de karakterisering van afvalstoffen, de controle of de afvalstoffen aan de aanvaardingscriteria voldoen en de verificatie ter plaatse dat de op de stortplaats afgeleverde afvalstoffen identiek zijn aan de in de documenten beschreven afvalstoffen;

- de aanvaardingscriteria voor inerte afvalstoffen, voor bepaalde ongevaarlijke afvalstoffen (alleen degene die samen met stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen worden gestort), voor stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen die op stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen worden aanvaard, voor gevaarlijke afvalstoffen en voor ondergrondse opslagplaatsen;

- de te gebruiken testmethoden.

6. De ontwerpbeschikking is op 23 juli 2002 in stemming gebracht in het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG ingestelde comité. Er was geen gekwalificeerde meerderheid vóór de ontwerpbeschikking.

Derhalve wordt overeenkomstig de procedure van artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG een voorstel voor een beschikking van de Raad bij de Raad ingediend. Indien de Raad niet binnen drie maanden na de indiening van het voorstel een besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.