Toelichting bij COM(2002)492 - Goedkeuring van de Overeenkomst inzake de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 augustus 2002 tot en met 2 augustus 2004, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst met Angola inzake de visserij voor de kust van Angola

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De geldigheidsduur van het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de Republiek Angola gehechte protocol is op 2 mei 2002 verstreken, maar is tot 2 augustus 2002 verlengd terwijl de onderhandelingen over verlenging van het protocol werden voortgezet. Deze onderhandelingen hebben ertoe geleid dat op 30 juni 2002 te Loeanda een nieuw protocol is geparafeerd.

Het nieuwe protocol is het negende sinds de inwerkingtreding van de visserijovereenkomst tussen de EG en Angola in 1987. Gemeten naar de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap is het de op een na belangrijkste overeenkomst, na die met Mauretanië. Met betrekking tot tonijn moet verder worden vermeld dat de overeenkomst met Angola een integrerend deel uitmaakt van het netwerk van overeenkomsten inzake tonijn in de gehele Atlantische zone, dat de vloot van de Gemeenschap in staat stelt grensoverschrijdende bestanden te volgen.

Het nieuwe protocol bestrijkt de periode van 3 augustus 2002 tot en met 2 augustus 2004. Het voorziet in vangstmogelijkheden voor 33 vaartuigen voor de tonijnvisserij, 22 vaartuigen voor de garnalenvisserij en 4200 brt per maand voor demersale trawlers; bij het vorige protocol ging het om vangstmogelijkheden voor 43 vaartuigen voor de tonijnvisserij, 22 vaartuigen voor de garnalenvisserij en 3750 brt per maand voor demersale trawlers. Deze maxima zijn vastgesteld op basis van de conclusies van een groep Angolese en communautaire wetenschappers, die in Loeanda bijeengekomen zijn om de wetenschappelijke informatie over de situatie van de bestanden te bestuderen terwijl de derde en laatste onderhandelingsronde plaatsvond.

De financiële tegenprestatie is verhoogd tot EUR 15.500.000 per jaar, terwijl dit bij het vorige protocol nog EUR 13.975.000 per jaar was. Deze verhoging is gerechtvaardigd op grond van de uitbreiding van de vangstmogelijkheden voor demersale soorten en de totstandbrenging van een partnerschap met Angola om verantwoorde en duurzame visserij aan te moedigen. In het kader van dit partnerschap is 36% van de totale financiële tegenprestatie geoormerkt voor de financiering van de ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek, controle, ambachtelijke visserij en plaatselijke visserijgemeenschappen, opleiding en aquacultuur, en voor het stimuleren van een grotere samenhang tussen het communautaire beleid op het gebied van visserij en ontwikkeling.

Om ervoor te zorgen dat de visserij in het kader van het protocol in overeenstemming blijft met het verantwoord beheer van de bestanden, zal eens per jaar een wetenschappelijke bijeenkomst plaatsvinden om de situatie van de bestanden te onderzoeken. Op basis van de resultaten van deze bijeenkomsten zullen de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol, indien nodig, worden herzien.

De Angolese autoriteiten hebben besloten het aantal communautaire vaartuigen voor de tonijnvisserij dat toegang tot de Angolese wateren wordt verleend, te verlagen van 43 tot 33 vaartuigen. De vermoedelijke reden hiervan is dat andere partners hebben aangeboden de bouw van installaties voor de verwerking van tonijn aan land te financieren in ruil voor toegang tot de tonijnbestanden in de Angolese wateren. Deze verlaging geeft echter geen aanleiding tot verlaging van de financiële tegenprestatie, aangezien deze uitsluitend op basis van de vangstmogelijkheden voor garnalen en demersale soorten wordt berekend. De Gemeenschap hoeft niets extra te betalen voor de toegang van de tonijnvaartuigen, maar de reders zijn een bijdrage per ton daadwerkelijk gevangen vis verschuldigd.

Gelet op het bovenstaande mag worden gesteld dat het nieuwe protocol waar voor zijn geld biedt. Bovendien zijn de totstandbrenging van een partnerschap met Angola en de jaarlijkse wetenschappelijke controles van de visstand bevorderlijk voor het verantwoord en duurzaam beheer van de bestanden, waarbij zowel de Gemeenschap als Angola gebaat is.

De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad de ontwerpovereenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het protocol, in afwachting van de definitieve inwerkingtreding, bij besluit goedkeurt.

Een voorstel voor een verordening van de Raad inzake de sluiting van het nieuwe protocol is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.