Toelichting bij COM(2001)734 - Omschrijving van PMMA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen moet worden onderworpen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

I. INLEIDING

De Europese Commissie heeft het op 29 oktober 2001 tijdens een door het EWDD onder auspiciën van het Wetenschappelijk comité van het EWDD belegde vergadering opgestelde verslag over de risicobeoordeling inzake PMMA (paramethoxymethylamfetamine of N-methyl-1-4-(methoxyfenyl)-2-aminopropaan) zorgvuldig bestudeerd. Deze risicobeoordeling werd uitgevoerd in het kader van het Gemeenschappelijk optreden van 16 juni 1997 (97/396/JBZ) betreffende nieuwe synthetische drugs (PB L 167 van 25.6.1997, blz.

1), zoals op 28 mei 2001 overeengekomen door de Horizontale Groep Drugs van de Raad. Er zijn in het verleden vier risicobeoordelingen uitgevoerd, naar aanleiding waarvan één synthetische drug (4-MTA) op 13 september 1999 aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen werd onderworpen (1999/615/JBZ).

Op het ogenblik wordt PMMA krachtens de nationale drugswetgeving in vier lidstaten (Duitsland, Ierland, Zweden en het VK) onderworpen aan controle.

Bijgaand voorstel is uitsluitend gebaseerd op de in het verslag over de risicobeoordeling en de bijlagen daarvan vervatte informatie.

II. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN

Het Gemeenschappelijk optreden 'heeft betrekking op nieuwe synthetische drugs die niet voorkomen op één van de lijsten bij het Verdrag inzake psychotrope stoffen (Wenen, 1971), maar die een vergelijkbaar ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid als de stoffen van lijst I of II en die een beperkte therapeutische waarde hebben'. PMMA is voor het eerst langs synthetische weg vervaardigd in 1938, maar wordt sedert enige tijd verkocht als 'ecstasy' (MDMA) en recreatief gebruikt. Deze drug komt op het ogenblik niet voor op één van de lijsten van het VN-Verdrag inzake psychotrope stoffen van 1971. Gezien de hieronder genoemde gevaren voor de gezondheid van personen zou PMMA een bedreiging kunnen vormen voor de volksgezondheid. PMMA is een amfetamineanaloog die sterke gelijkenis vertoont met PMA, dat in 1986 werd opgenomen in lijst I van het VN-Verdrag van 1971. PMMA heeft geen therapeutische waarde. PMMA schijnt bijgevolg onder de werkingssfeer van het Gemeenschappelijk optreden te vallen.

III. RISICO'S VAN PMMA

In de EU is PMMA altijd tezamen met PMA, en occasioneel met nog andere drugs gebruikt, in de vorm van tabletten die doorgaan voor 'ecstasy'. Er bestaat noch voor PMMA, noch voor PMA een duidelijke consumptiemarkt.

PMMA is in combinatie met PMA in verband gebracht met drie sterfgevallen in de EU (alle in Denemarken). Uit dierenproeven is gebleken dat de marge tussen de dosis die een uitwerking heeft op het gedrag en de dodelijke dosis van PMMA smal is en dat er bijgevolg een groot risico van acute toxiciteit bestaat. PMMA en PMA vertonen een soortgelijke toxiciteit bij muizen. Het bloedgehalte aan PMMA was bij de slachtoffers van de dodelijke ongevallen van dezelfde orde van grootte als het bloedgehalte aan PMA of MDMA dat in geval van overlijden wordt gevonden. Het feit dat de effecten van PMMA achterblijven bij die van MDMA zou kunnen worden opgevat als een aanwijzing voor een te lichte dosis of voor het niet-werken van de pil, hetgeen aanleiding kan zijn tot het innemen van verdere pillen met als gevolg een overdosis.

De handel in en distributie van PMMA heeft plaatsgevonden in vier lidstaten (Oostenrijk, Denemarken, Duitsland en Zweden). Drie van deze lidstaten (Oostenrijk, Denemarken en Zweden) beschikken over informatie betreffende de rol van de georganiseerde misdaad in de handel in PMMA/PMA. Er zijn bij 29 gelegenheden 18 870 PMMA bevattende tabletten in beslag genomen. Al deze tabletten bevatten eveneens PMA, en een deel ervan nog andere synthetische drugs (MDMA, efedrine, MDA, enz.). Ter vergelijking zij vermeld dat er meer dan 17 miljoen 'ecstasy'-tabletten in beslag zijn genomen. Er is geen sprake van grootschalige productie van PMMA in de EU. De meeste in beslag genomen partijen zijn vermoedelijk afkomstig uit Polen, waar twee laboratoria waar PMMA en PMA werden geproduceerd in beslag zijn genomen. Volgens de Poolse instanties vindt de productie van PMA en/of PMMA nog steeds plaats in Polen en de Oekraïne.

IV. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT VAN DE RAAD

Het bovenstaande in aanmerking nemend, stelt de Commissie vast dat bij de Raad een voorstel moet worden ingediend om PMMA te onderwerpen aan noodzakelijke controlemaatregelen in de zin van artikel 5, lid 1, van het Gemeenschappelijk optreden van 16 juni 1997 (97/396/JBZ) inzake nieuwe synthetische drugs. Volgens het voorgestelde besluit dienen de lidstaten overeenkomstig hun nationale wetgevingen de nodige maatregelen te nemen om PMMA te onderwerpen aan de controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties waarin is voorzien in de wetgevingen die de lidstaten hebben aangenomen om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het VN-Verdrag van 1971 wat betreft de in de lijsten I en II bij dat Verdrag opgenomen stoffen.