Toelichting bij COM(2001)138 - Machtiging tot aanbieding of levering, voor rechtstreekse menselijke consumptie, van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Wijn uit derde landen waarop niet door de Gemeenschapsvoorschriften toegelaten oenologische procédés zijn toegepast, mag in de Gemeenschap niet voor rechtstreekse menselijke consumptie worden aangeboden, tenzij de Raad besluit een afwijking toe te staan. De procedure daartoe is vastgesteld in artikel 45, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt. Een dergelijke afwijking geldt momenteel voor wijn van oorsprong uit de Verenigde Staten waarop bepaalde oenologische procédés zijn toegepast die in dat land zijn toegelaten, maar die in de Gemeenschap verboden zijn op grond van Verordening (EEG) nr. 1873/84 van de Raad houdende machtiging tot aanbieding of levering voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés kunnen zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EEG) nr. 337/79. Voor bepaalde oenologische procédés loopt deze machtiging uiterlijk tot en met 31 december 2003. De laatstgenoemde verordening is echter samen met een aantal andere verordeningen met ingang van 1 augustus 2000 ingetrokken bij artikel 81 van Verordening (EG) nr. 1493/1999. Op grond van Verordening (EG) nr. 1608/2000 van de Commissie tot vaststelling van overgangsmaatregelen in afwachting van de definitieve uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 mag een aantal bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1873/84 totdat de voorliggende verordening wordt vastgesteld, doch uiterlijk tot en met 31 december 2003, verder worden toegepast.

Momenteel worden over de respectieve oenologische procédés van de beide partijen onderhandelingen gevoerd tussen de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en de Verenigde Staten van Amerika met het oog op het sluiten van een overeenkomst betreffende de handel in wijn. De Landbouwraad van 23 oktober 2000 heeft akte genomen van het in de betrokken verordening bedoelde verslag over de stand van de onderhandelingen en heeft nogmaals verklaard dat hij vooruitgang bij de onderhandelingen wil boeken. Voor een vlotter verloop van deze onderhandelingen is het dienstig de huidige status quo te handhaven en met name de in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 1873/84 bedoelde Amerikaanse oenologische procédés bij wijze van overgangsmaatregel toe te staan tot de inwerkingtreding van de uit die onderhandelingen resulterende overeenkomst, doch uiterlijk tot en met 31 december 2003, zoals in de vorige Raadsverordening bepaald was. Overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1493/1999 moet de Raad derhalve volgens de procedure van artikel 133 van het Verdrag een besluit over de handhaving van deze afwijking nemen.

De Commissie stelt voor de terzake geldende status quo te handhaven tot het einde van de lopende onderhandelingen tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten met het oog op het sluiten van een overeenkomst betreffende de handel in wijn, doch uiterlijk tot en met 31 december 2003. In het aan de Raad voorgelegde voorstel zijn artikel 1 en de bijlage van de ingetrokken Verordening (EEG) nr. 1873/84 nagenoeg onveranderd overgenomen.

Het voorstel heeft geen financiële consequenties voor de begroting van de Gemeenschap.