Toelichting bij COM(2001)186 - Wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG en 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van respectievelijk zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen en pootaardappelen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op grond van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen en Richtlijn 66/403/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen, mogen tijdelijke experimenten worden uitgevoerd.

Overeenkomstig Beschikking 94/650/EG is voor een periode van zeven jaar (van september 1994 tot augustus 2001) een tijdelijk experiment georganiseerd waarbij wordt nagegaan of de verkoop van zaad in bulk aan de eindverbruiker de zaadkwaliteit al dan niet nadelig beïnvloedt ten opzichte van het kwaliteitsniveau dat wordt bereikt met het systeem dat krachtens de Richtlijnen 66/401/EEG en 66/402/EEG moet worden toegepast.

Uit de resultaten van dit experiment is gebleken dat de verkoop van zaad in bulk aan de eindverbruiker onder bepaalde voorwaarden geen nadelige invloed op de zaadkwaliteit heeft.

Op grond van deze resultaten wordt voorgesteld Richtlijn 66/403/EEG betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen eveneens te wijzigen, aangezien de bovengenoemde resultaten ook gelden voor zaaizaad van andere gewassen en voor pootaardappelen.