Toelichting bij COM(2000)89 - Aanvulling van de bijlage bij Verordening 1107/96 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Raad heeft op 14 juli 1992 Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen goedgekeurd.

In artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 is bepaald dat geregistreerde benamingen beschermd zijn tegen elk rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik door de handel, elk misbruik, elke nabootsing of suggestie, elke andere valse of misleidende aanduiding met betrekking tot de herkomst, de oorsprong, de aard of de wezenlijke hoedanigheden van het product, en elke andere praktijk die het publiek ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het product kan misleiden.

Verordening (EEG) nr. 2081/92 vervangt de nationale stelsels op het gebied van de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen. Bij artikel 17 is een 'vereenvoudigde' procedure ingesteld voor benamingen die op nationaal niveau reeds wettelijke bescherming genoten of die door het gebruik algemeen gangbaar waren geworden. Het besluit tot registratie wordt genomen volgens de procedure van het regelgevend comité.

Gezien de economische consequenties die registratie heeft, mogen de producenten die het recht op het gebruik van een geregistreerde benaming zouden verliezen, deze benaming op grond van de verordening onder bepaalde voorwaarden gedurende maximaal vijf jaar na de datum van de bekendmaking van de registratie blijven gebruiken.

De lidstaten hebben de Commissie ongeveer 1500 benamingen meegedeeld volgens de vereenvoudigde procedure. 'Aceto balsamico e aceto balsamico tradizionale di Modena e Reggio Emilia' (BOB) was een van de door Italië meegedeelde benamingen. In een uitvoerige briefwisseling met de diensten van de Commissie heeft de Italiaanse regering verzocht om splitsing van de oorspronkelijke aanvraag in drie afzonderlijke aanvragen, namelijk één betreffende 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' (BOB), één betreffende 'Aceto balsamico tradizionale di Reggio Emilia' (BOB), en één betreffende 'Aceto balsamico di Modena' (BGA). Deze rectificatie van de aanvraag is aanvaard, omdat de aanvraag daardoor beantwoordt aan de situatie die op het moment van inwerkingtreding van de verordening in Italië bestond (drie decreten ter bescherming van drie afzonderlijke benamingen).

De Commissie heeft het onderzoek waarin wordt nagegaan of de drie registratieaanvragen aan de artikelen 2 en 4 voldoen, afgerond. Wat betreft de aanvraag inzake 'Aceto balsamico di Modena' heeft de Commissie de Italiaanse regering om aanvullende informatie gevraagd. Deze heeft beloofd de betrokken informatie te zullen toesturen zodra in een bij een Italiaanse administratieve rechtbank aangespannen rechtszaak vonnis is gewezen. Ten aanzien van de aanvragen om registratie van 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' en 'Aceto balsamico tradizionale di Reggio Emilia', heeft de Commissie voorgesteld deze benamingen volgens de in de verordening vastgestelde procedure te registreren.

Op 30 november 1999 is derhalve een ontwerp-verordening van de Commissie inzake registratie van deze twee benamingen als BOB voor advies voorgelegd aan het Comité voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen.

Het resultaat van de stemming was als volgt: 55 stemmen vóór, 10 tegen en 22 onthoudingen. Dat betekent dat er geen advies is uitgebracht.

De stemmenverdeling was als volgt:

Vóór: Oostenrijk, Spanje, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal.

Tegen: Duitsland.

Onthoudingen: België, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Zweden.

Motivering van tegenstemmen en onthoudingen:

a) Er werd gevreesd voor grote verliezen voor de Duitse handel die azijn die 'Aceto balsamico di Modena' wordt genoemd, op de markt brengt (Duitsland).

b) De legitimiteit van de in de productdossiers opgenomen verplichting om het product in het productiegebied te bottelen, werd aangevochten (België, Verenigd Koninkrijk, Zweden).

c) De interpretatie van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 die het gebruik van de benaming 'Aceto balsamico di Modena' na eventuele registratie van de benaming 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' niet a priori uitsluit, werd aangevochten (Denemarken, Zweden).

De Commissie acht deze motiveringen niet gegrond, en wel om de volgende redenen:

a) Een van de doelstellingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 is de producenten een beter inkomen te garanderen als tegenprestatie voor een reële inspanning om producten van hoge kwaliteit te leveren, en de consument de beschikking te geven over specifieke producten met gegarandeerde productiemethode en oorsprong.

Ook als de bescherming die de verordening biedt voor geregistreerde benamingen, negatieve economische consequenties heeft voor producenten die de geografische naam gebruiken zonder zich aan het bijbehorende productdossier te houden, kunnen de diensten van de Commissie niet anders dan de registratieprocedure voortzetten, zodat de verordening haar volle effect kan sorteren.

Overigens kunnen de lidstaten onder bepaalde voorwaarden, in afwijking van artikel 13, lid 1, onder a) en b), (betreffende de aan de geregistreerde benamingen geboden bescherming), nationale regelingen handhaven die het gebruik van op grond van artikel 17 geregistreerde benamingen gedurende maximaal vijf jaar na de bekendmaking van de registratie toestaan.

b) Wat de oorsprongsbenamingen betreft, bepaalt de verordening dat de productie, de verwerking en de bereiding moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied. De diensten van de Commissie zijn altijd van mening geweest dat bepaalde behandelingen, zoals het bottelen van balsemazijn, het snijden van ham of het raspen van kaas, kunnen worden beschouwd als fasen in het bereidingsproces.

Bovendien houdt de verordening verband met industriële eigendom, wat betekent dat het de producenten vrij staat alle voorschriften die zij nageleefd willen zien, voorzover deze met het communautaire recht stroken, in het productdossier op te nemen.

De eis dat de azijn moet worden gebotteld in het afgebakende gebied kan derhalve geen beletsel vormen voor registratie, temeer daar vergelijkbare voorschriften evenmin een beletsel waren voor de registratie van verscheidene reeds eerder geregistreerde benamingen.

c) De Commissie benadrukt dat er zowel een aanvraag om registratie van 'Aceto balsamico di Modena' als een aanvraag om registratie van 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' is ingediend. Registratie van 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' als BOB betekent dat de bescherming die geldt op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 volledig dient te worden toegepast, op de uitzonderingen na die in artikel 13, lid 2, zijn aangegeven.

Men kan niet zonder meer stellen dat registratie van 'Aceto balsamico tradizionale di Modena' bij voorbaat het gebruik van de benaming 'Aceto balsamico di Modena' uitsluit. Dat hangt af van het concrete geval, en met name van het product waarvoor die naam wordt gebruikt en van de aanbiedingsvorm van dat product. Voor de toepassing van de verordening in concrete gevallen zijn de nationale autoriteiten bevoegd en, in voorkomend geval, rechters.

Aangezien over de ontwerp-verordening van de Commissie geen advies is uitgebracht, legt de Commissie het onderhavige voorstel voor een verordening overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, vierde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 aan de Raad voor en licht het Parlement erover in.