Toelichting bij COM(2024)183 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)183 - .
bron COM(2024)183
datum 30-04-2024
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Dit voorstel heeft tot doel de instandhoudings- en beheersmaatregelen uit 2021 en 2022 van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM), waarbij de Europese Unie (EU) sinds 1998 is aangesloten, te implementeren in EU-recht. De eerste implementatie van GFCM-maatregelen vond plaats bij Verordening (EU) nr. 1343/20111, die gewijzigd werd bij Verordening (EU) 2015/21022 en Verordening (EU) 2019/9823. Omdat Verordening (EU) nr. 1343/2011 herhaaldelijk ingrijpend was gewijzigd en verdere wijzigingen nodig waren, werd deze in 2023 omwille van de duidelijkheid, eenvoud en rechtszekerheid herschikt bij Verordening (EU) 2023/21244. Met het voorliggende voorstel wordt Verordening (EU) 2023/2124 op een aantal punten verder gewijzigd. Daarbij worden aanvullende GFCM-maatregelen overgenomen.

De GFCM is de regionale visserijorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de visserijbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Haar hoofddoelstellingen zijn de bevordering van: i) de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van levende mariene hulpbronnen in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, en ii) de duurzame ontwikkeling van aquacultuur in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. De EU en tien van haar lidstaten (Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Slovenië, Spanje en Roemenië) zijn aangesloten bij de GFCM.

De GFCM heeft de bevoegdheid om bindende besluiten (“aanbevelingen”) aan te nemen op het gebied van de instandhouding en het beheer van de visserij in haar bevoegdheidsgebied. Deze handelingen zijn gericht tot de bij de GFCM aangesloten partijen, maar kunnen ook verplichtingen bevatten waaraan exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen) moeten voldoen. De GFCM-aanbevelingen worden binnen 120 dagen na de datum van eerste kennisgeving bindend indien geen bezwaren zijn ingediend. Het is de taak van de EU te waarborgen dat deze maatregelen, die internationale verplichtingen zijn, worden nageleefd zodra ze in werking treden.

Belangrijk in dit verband is dat dit voorstel voorziet in gedelegeerde bevoegdheden die in het kader van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan de Commissie worden verleend om ervoor te zorgen dat de Unie haar verplichtingen uit hoofde van de GFCM-overeenkomst blijft nakomen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De GFCM-besluiten uit 2021 en 2022 die nog niet door het bestaande EU-recht worden bestreken, moeten worden geïmplementeerd in het EU-rechtsstelsel zodat deze in de gehele EU uniform en doeltreffend worden toegepast.

Van belang is dat in dit voorstel rekening wordt gehouden met Verordening (EU) 2019/12415. Het sluit aan bij de doelstellingen van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid6 en doet geen afbreuk aan Verordening (EG) nr. 1967/20067.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Niet van toepassing.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel berust op artikel 43, lid 2, VWEU omdat het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelen van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie (artikel 3, lid 1, punt d), VWEU). Daarom is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel zorgt ervoor dat het Unierecht in overeenstemming blijft met internationale verplichtingen van de GFCM, waarbij de Unie is aangesloten. Het is een implementatievoorstel dat niet verder gaat dan wat nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Het gekozen instrument is een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van een bestaande verordening. Bij deze keuze is rekening gehouden met de doelstellingen van het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid en met de andere internationale verplichtingen die de EU is aangegaan.

Het voorstel is de vijfde implementatie van GFCM-aanbevelingen in EU-recht.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Het voorstel implementeert bestaande GFCM-maatregelen, die bindend zijn voor de partijen die aangesloten zijn bij de GFCM. In de aanloop naar en tijdens onderhandelingen op de 44e en 45e jaarvergadering van de GFCM werden nationale deskundigen en branchevertegenwoordigers uit de EU-lidstaten geraadpleegd. Daarom werd het niet nodig geacht een raadpleging van belanghebbenden over deze verordening te houden.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Maatregelen van de GFCM berusten op het advies van haar wetenschappelijk raadgevend comité. Er vindt geen verdere effectbeoordeling plaats omdat er geen sprake is van nieuw beleid dat verder gaat dan de GFCM-maatregelen, en omdat geen wezenlijke nieuwe effecten worden verwacht van de implementatie.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel houdt geen verband met Refit.

Grondrechten

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten van de Europese burgers.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Dit voorstel adresseert zaken die verband houden met i) de duurzame instandhouding en het duurzame beheer van de visserij, en ii) de impact van visserijactiviteiten op bepaalde mariene soorten in het Middellandse Zeegebied en het Zwarte Zeegebied.

Daarnaast bevat het technische maatregelen op het gebied van i) de duurzame exploitatie van Europese aal en roodkoraal in het GFCM-overeenkomstgebied, ii) de beperking van incidentele vangsten van zeevogels, zeeschildpadden en walvisachtigen in het GFCM-overeenkomstgebied en iii) de instandhouding van monniksrobben, haaien en roggen in het GFCM-overeenkomstgebied. Bovendien worden i) bepaalde visserijmaatregelen voor kleine pelagische bestanden in de Adriatische Zee geïmplementeerd in Unierecht, ii) nieuwe bepalingen inzake doornhaai in de Zwarte Zee ingevoerd en iii) twee nieuwe hoofdstukken over overladingen en recreatievisserij in het GFCM-gebied ingevoerd.