Toelichting bij COM(2024)92 - Toetreding van Tonga tot de tussentijdse partnerschapsovereenkomst met de staten in de Stille Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Bijgaand voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument voor de goedkeuring, namens de Europese Unie (EU), van de toetreding van Tonga tot de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds (“de overeenkomst”), als bedoeld in artikel 218, lid 6, VWEU.

Op 12 juni 2002 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) met de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) te openen.

Op 30 juli 2009 heeft de EU de tussentijdse EPO tussen de Unie (indertijd de Europese Gemeenschap), enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds, ondertekend. De tussentijdse EPO wordt door Papoea-Nieuw-Guinea en de Republiek Fiji sinds respectievelijk 20 december 2009 en 28 juli 2014 voorlopig toegepast.

Volgens artikel 80 van de tussentijdse EPO kunnen andere eilanden in de Stille Oceaan tot de overeenkomst toetreden. De Onafhankelijke Staat Samoa en de Salomonseilanden zijn dienovereenkomstig tot de overeenkomst toegetreden en passen deze sinds respectievelijk 31 december 2018 en 17 mei 2020 voorlopig toe.

Tonga heeft op 13 juli 2023 een verzoek om toetreding tot de tussentijdse EPO bij de Commissie ingediend, vergezeld van een markttoegangsaanbod. De Commissie heeft het aanbod beoordeeld en acht het aanvaardbaar. Derhalve heeft zij de onderhandelingen namens de Unie afgesloten.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel strekt tot uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (“de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst” of Overeenkomst van Cotonou, te vervangen door de “EU-OACPS-overeenkomst” (de post-Cotonou-overeenkomst)1.

De toetreding van Tonga tot de tussentijdse EPO tussen de EU, Fiji, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa en de Salomonseilanden2, die een asymmetrische en met de WTO verenigbare handelsovereenkomst is, versterkt het rechtskader van de handelsbetrekkingen van de EU met de partnerlanden en bevordert de wederzijdse handel. Voorts zorgt deze toetreding voor de aansluiting van Tonga bij het stelsel van gezamenlijke regels en instellingen dat bij de tussentijdse EPO is ingesteld.

Nadat Tonga door de Wereldbank als hogere-middeninkomensland was ingedeeld, werd het land in 2019 geschrapt van de lijst van in het stelsel van algemene preferenties (SAP) begunstigde landen en geniet het sinds 1 januari 2021 niet langer SAP-preferenties (rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt).

Bij de toetreding, en zolang de staten in de Stille Oceaan die partij zijn (Fiji, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa en de Salomonseilanden) hun desbetreffende interne procedures niet hebben afgerond, zullen de EU en Tonga de overeenkomst voorlopig toepassen, op voorwaarde dat zij elkaar overeenkomstig artikel 76, lid 3, van de overeenkomst schriftelijk in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe noodzakelijke procedures.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De economische partnerschapsovereenkomst bevat bepalingen over duurzame ontwikkeling (artikel 3), waarin de partijen bevestigen dat de doelstelling van duurzame ontwikkeling integraal deel uitmaakt van de overeenkomst en in overeenstemming is met de algemene doelstellingen en beginselen van de Overeenkomst van Cotonou, en met name met de algemene verplichting armoede terug te dringen en uiteindelijk uit te roeien op een wijze die in overeenstemming is met de doelstellingen van duurzame ontwikkeling.

De tussentijdse EPO is een op ontwikkeling gerichte handelsovereenkomst, die Tonga asymmetrische markttoegang biedt en het eiland in staat stelt gevoelige sectoren tegen liberalisering af te schermen, en die tegelijkertijd voorziet in een groot aantal vrijwaringsmaatregelen en in een clausule voor de bescherming van opkomende bedrijfstakken. Daarnaast bevat de overeenkomst bepalingen inzake oorsprongsregels die de uitvoer uit Tonga naar de EU vereenvoudigen. Deze bepalingen dragen bij tot de doelstelling van beleidscoherentie voor ontwikkeling3 en zijn in overeenstemming met artikel 208 VWEU.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit besluit van de Raad is het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), v).

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3, lid 1, punt e), VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie.

Evenredigheid

Dit voorstel is nodig om de in de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen, in het bijzonder om nieuwe met de WTO compatibele handelsregelingen te treffen die de tussen de partijen bestaande handelsbelemmeringen geleidelijk opheffen en de samenwerking op alle voor de handel van belang zijnde terreinen versterken.

Keuze van het instrument

Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Tussen 2003 en 2007 is een duurzaamheidseffectbeoordeling van de economische partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en de ACS verricht. In 2002 heeft de Europese Commissie de opdrachtomschrijving voor dit project in een openbare aanbesteding bekendgemaakt. Deze aanbesteding heeft in augustus 2002 geleid tot de gunning van een raamcontract voor vijf jaar aan PwC France. Een ontwerp van het eindverslag van de duurzaamheidseffectbeoordeling is aan de belanghebbenden in Europa voorgelegd tijdens de bijeenkomst voor de EU-dialoog met het maatschappelijk middenveld die de Europese Commissie op 23 maart 2007 in Brussel heeft georganiseerd. Er is geen nieuwe duurzaamheidseffectbeoordeling verricht omdat dit initiatief betrekking heeft op de toetreding tot een bestaande overeenkomst die reeds wordt toegepast door de andere eilandstaten in de Stille Oceaan waarvan de structurele kenmerken en de economische en sociale situatie vergelijkbaar zijn met die van Tonga.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De goedkeuring van de toetreding van Tonga tot de tussentijdse EPO valt niet onder Refit-procedures, zij brengt geen kosten mee voor kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Tonga zal profiteren van volledige rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt voor alle producten, in ruil voor de geleidelijke openstelling van zijn markt voor EU-producten. Er zullen geen gevolgen voor de begroting zijn, aangezien de eerdere preferentievoorwaarden (op grond van de standaard-SAP-regeling) voor de toegang van Tonga tot de EU-markt na de toetreding van het land tot de overeenkomst grotendeels ongewijzigd zullen blijven.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Voordelen van de toetreding voor marktdeelnemers

De tussentijdse EPO legt de voorwaarden vast waaronder marktdeelnemers uit de EU ten volle profijt kunnen trekken van de kansen die de respectieve economieën worden geboden. Naarmate de tussentijdse EPO wordt uitgevoerd, worden de EU-exporteurs van industrieproducten naar Tonga grotendeels bevrijd van de betaling van douanerechten. De overeenkomst voldoet aan de voorwaarden van artikel XXIV van de GATT 1994 (afschaffing van douanerechten en andere handelsbeperkende maatregelen ten aanzien van nagenoeg de gehele handel tussen de partijen). Het aanbod ligt ruimschoots binnen de WTO-drempels, namelijk een liberalisering van 78,9 % (in tariefposten), wat overeenkomt met 81 % van het volume van de EU-uitvoer over een periode van 20 jaar. Tonga zal baat hebben bij de handhaving van zijn rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt.

De tussentijdse EPO bevat ook een aantal regels op het gebied van onder meer duurzame ontwikkeling, technische handelsbelemmeringen, en sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Bovendien nemen de partijen bij de tussentijdse EPO deel aan de werkzaamheden van het bij de overeenkomst opgerichte Handelscomité. De mogelijkheid voor de EU om gebruik te maken van de in de overeenkomst opgenomen bilaterale regeling voor geschillenbeslechting draagt bij tot de doelstelling om te zorgen voor een transparant, niet-discriminerend en voorspelbaar kader voor marktdeelnemers uit de EU in de landen in de Stille Oceaan.

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Tonga zal deelnemen aan de werkzaamheden van het bij artikel 68 van de tussentijdse EPO opgerichte Handelscomité, dat alle aangelegenheden behandelt die voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijk zijn, waaronder het toezicht op en de herziening van de uitvoering ervan, coördinatie en overleg over kwesties in verband met technische handelsbelemmeringen en sanitaire en fytosanitaire maatregelen, de aanwijzing en herziening van prioritaire sectoren en producten en de hieruit voortvloeiende prioritaire gebieden voor samenwerking, en aanbevelingen om wijzigingen in de overeenkomst aan te brengen. Het Handelscomité bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

De artikelen 1 en 2 van het voorstel bevatten bepalingen inzake de goedkeuring, namens de Unie, van de toetreding van Tonga tot de tussentijdse EPO en inzake de ingevolge artikel 76, lid 3, van de overeenkomst vereiste kennisgevingen waarmee kenbaar wordt gemaakt dat de Europese Unie instemt met de toetreding tot en de voorlopige toepassing van de overeenkomst.

Artikel 3 bepaalt dat de goedkeuring van de toetreding niet aldus mag worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat daarbij verplichtingen worden opgelegd waarop voor de rechterlijke instanties van de Unie of van de lidstaten rechtstreeks beroep kan worden gedaan.

In artikel 4 wordt de datum van inwerkingtreding van het besluit vastgesteld.