Toelichting bij COM(2023)740 - Uitvoering en de handhaving van het handelsbeleid van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

INHOUD

I. Inleiding 2

I.1 Samenvatting 2

I.2 Reikwijdte van het verslag 9

II. Ten volle gebruikmaken van de kansen die de EU-handelsovereenkomsten bieden 11

II.1 Handel met preferentiële partners — belangrijkste ontwikkelingen in 2022 11

II.2 Bevordering van de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten in Azië, Amerika, de nabuurschapslanden en de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan 17

III. Kleine en middelgrote ondernemingen helpen wegwijs te worden in de wereldhandel 31

IV. Belemmeringen aanpakken en oplossingen vinden 36

IV.1 Stand van zaken met betrekking tot handelsbelemmeringen en de opheffing ervan 36

IV.2 Het centrale toegangspunt 45

V. Bilaterale en multilaterale handhaving van handelsverbintenissen:
geschillenbeslechting 47

V.1 Gebruik van geschillenbeslechting 47


I. Inleiding


I.1 Samenvatting


Het EU-netwerk van 42 preferentiële handelsovereenkomsten opent markten en creëert kansen voor EU-bedrijven, met name de 670 000 kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) die uitvoeren buiten de EU, om onder voorspelbaardere en transparantere zakelijke voorwaarden handel te drijven en te investeren. De overeenkomsten verbinden Europa met groeikernen buiten de Unie, waar in 2024 naar verwachting 85 % van de groei vandaan zal komen. De goederenhandel van de EU met haar 74 preferentiële partners1 vertegenwoordigt 44 % van de buitenlandse handel van de EU (2 434 miljard EUR in 2022, een stijging ten opzichte van 1 891 miljard EUR het jaar daarvoor). De handel in diensten van de EU met preferentiële partners bedroeg in 2021 901 miljard EUR, wat neerkomt op 46 % van de totale EU-handel in diensten (2 012 miljard EUR).

De handelsovereenkomsten van de EU hebben een positief langetermijneffect: de afgelopen tien jaar hebben zij de Unie geholpen een relatief stabiel aandeel van 16-17 % in de wereldhandel in goederen en diensten te behouden. De EU blijft ondanks een veranderende wereldeconomie en de opkomst van China het grootste handelsblok met een ongekend netwerk van overeenkomsten waar andere ontwikkelde economieën niet over beschikken. Het verschil dat handelsovereenkomsten maken blijkt ook uit voorbeelden in het Verre Oosten en Latijns-Amerika.

- Hoewel de EU haar aandeel in de Zuid-Koreaanse invoer kon vergroten dankzij hun handelsovereenkomsten, bleef Japan onder WTO-voorwaarden handel drijven en is de Japanse handel met Zuid-Korea het afgelopen decennium met 8 % gedaald.


- In Latijns-Amerika bleef het aandeel van de EU in de invoer van de Latijns-Amerikaanse preferentiële partners tussen 1994 en 2021 relatief stabiel (ongeveer 11 %). Dit was anders bij niet-preferentiële partners, waar het aandeel van de EU daalde van 35 % naar 20 %.


Een aantal recentere handelsovereenkomsten van de EU, zoals die met Zuid-Korea, Canada en Vietnam, ondersteunen de groei van de uitvoer van de EU, met tijdens hun looptijd een aanzienlijke groei voor enkele van de meest succesvolle sectoren:


- de uitvoer van goederen uit de EU naar Zuid-Korea is sinds 2012 met gemiddeld 6 % per jaar gestegen, en van auto’s en auto-onderdelen met 217 % over de hele periode;

- de uitvoer van goederen uit de EU naar Canada is sinds 2018 met gemiddeld 7,7 % per jaar gestegen en van zuivelproducten met 54 % over de hele periode;

- de uitvoer van goederen uit de EU naar Vietnam is sinds 2020 met gemiddeld 20 % per jaar gestegen en van geneesmiddelen met 152 % over de hele periode.


In 2022 groeide de handel tussen de EU en haar preferentiële partners (met uitzondering van de handel in energieproducten) met 21,2 % of 366 miljard EUR, sneller dan de handel van de EU met partners zonder overeenkomst, die met 18,9 % toenam. De totale handel met de 20 belangrijkste preferentiële partners van de EU groeide in 2022 met gemiddeld bijna 30 %, ondanks de economische en geopolitieke uitdagingen. Preferentiële handelsovereenkomsten helpen bedrijven in de EU toegang te krijgen tot buitenlandse markten.


Ook maken haar handelsovereenkomsten de EU-uitvoer beter bestand tegen geopolitieke schokken (zoals de eenzijdige en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de daaruit voortvloeiende beslissing om de EU niet langer afhankelijk van Rusland te laten zijn) door bedrijven te helpen diversifiëren en nieuwe markten te vinden. Tussen 2021 en 2022 daalde de EU-uitvoer van aan sancties onderworpen goederen naar Rusland met 27 miljard EUR, terwijl de EU-uitvoer van dezelfde goederen naar preferentiële partners met 174 miljard EUR toenam. Een concreet voorbeeld is de sector machines en mechanische toestellen, waar de uitvoer van de EU naar Rusland in 2022 met 53 % of 14 miljard EUR is gedaald. Het marktverlies werd geabsorbeerd door een toename van de EU-uitvoer naar preferentiële partners (15 % of 34 miljard EUR), met name Mexico (+32 %), Turkije (+27 %) en Canada (+28 %). Door handelsovereenkomsten vermindert ook de te grote afhankelijkheid van één bestemming voor strategische en kritieke producten.

Daarnaast zijn de handelsovereenkomsten van de EU van groot belang voor de invoer, doordat zij betrouwbare toegang bieden tot producten en diensten die de EU nodig heeft voor haar economische groei. De uitvoering van verbintenissen en partnerschappen die met landen van herkomst tot stand zijn gekomen via onderhandelingen, helpen de toeleveringsketens te verstevigen en de bronnen van invoer te diversifiëren, waardoor de EU zoals bij kritieke grondstoffen en energieproducten over het algemeen minder afhankelijk wordt van derde landen. Zo is de invoer van de EU uit Canada het afgelopen jaar met 25 % toegenomen dankzij de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) met dat land, die voornamelijk betrekking heeft op grondstoffen en energieproducten die de EU hebben geholpen om door diversificatie minder van Rusland af te nemen. De invoer in de EU van kritieke grondstoffen die essentieel zijn voor de groene transitie en de Europese productie is gemiddeld met 56 % gestegen2, vergeleken met een groei van slechts 25 % van deze materialen van buiten de EU. De EU-invoer van aardolie (GS 27) uit Canada is bijna verdubbeld, van 2,0 miljard EUR in 2021 tot 3,8 miljard EUR in 2022.

De doeltreffendheid van de handelsovereenkomsten van de EU hangt in grote mate af van de uitvoering en handhaving ervan, en van de mate waarin de handelspartners hun verbintenissen nakomen. Het voorkomen van nieuwe belemmeringen voor handel en investeringen en het wegnemen van bestaande belemmeringen blijven prioriteiten.

In dit verband is het essentieel dat in een vroeg stadium wordt vastgesteld welke problemen belanghebbenden op de markten van derde landen ondervinden. Bij het in 2020 opgezette centrale toegangspunt3 kunnen bedrijven de Commissie op de hoogte stellen van (vermeende) belemmeringen voor markttoegang of niet-naleving van de verplichtingen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling. Zo kan de Commissie een beoordeling maken en zo nodig de kwestie opnemen met de betreffende partnerlanden. EU-belanghebbenden kunnen bij één loket terecht voor hun meldingen van een (vermeende) belemmering voor de toegang tot de markt van een derde land of een inbreuk op duurzaamheidsregels in verband met handel en duurzame ontwikkeling of het stelsel van algemene preferenties. Sinds de opening van dat loket in november 2020 zijn er meer dan 90 externe klachten ingediend, waarvan er meer dan 30 betrekking hadden op nieuwe handelsbelemmeringen, die sindsdien zijn geregistreerd en op Access2Markets4 gepubliceerd en waar de Commissie met de betrokken partnerlanden een vervolg aan geeft. Twee klachten hadden betrekking op vermeende inbreuken op de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling, waarbij de Commissie ook haar richtsnoeren heeft geactualiseerd om de transparantie en voorspelbaarheid voor belanghebbenden te verhogen, door aan te geven welke termijn zij hanteert — d.w.z. tot 120 dagen — om een eerste beoordeling te maken en passende maatregelen vast te stellen en uit te voeren en door duidelijker te maken wie een klacht kan indienen.

Bij het aanpakken van handelsbelemmeringen vertrouwt de Commissie op voortdurende samenwerking met handelspartners binnen de structuren (bijvoorbeeld comités en werkgroepen) die in het kader van bilaterale EU-handelsovereenkomsten en binnen de WTO zijn ingesteld. Als recent voorbeeld van de inschakeling van bilaterale structuren zijn in 2022 in nauwe samenwerking met de lidstaten en de EU-industrie de belemmeringen opgeheven voor de invoer van geneesmiddelen uit de EU in Vietnam, ter waarde van 1,5 miljard EUR per jaar. Deze opheffing vloeide voort uit de bilaterale contacten in de relevante comités die waren opgericht bij de handelsovereenkomst tussen de EU en Vietnam. Een recent voorbeeld van het voorkomen van belemmeringen door het inschakelen van de WTO-structuren was de Egyptische aanpassing van geplande regels voor cosmetica — na besprekingen met de EU-brancheorganisaties en in het comité voor technische handelsbelemmeringen (TBT) van de WTO — die het voor EU-bedrijven onnodig moeilijk zouden hebben gemaakt om de Egyptische markt te betreden.

Hoewel de meeste problemen worden weggenomen door bilaterale contacten met de partners, heeft de EU in 2022 opnieuw juridische handhavingsmaatregelen genomen in gevallen waarin andere inspanningen geen bevredigende resultaten hadden opgeleverd. Soms is het nemen van de eerste stappen om een geschil via de WTO te beslechten voldoende om het vizier weer te richten op een wederzijds bevredigende oplossing. Dit was het geval voor het geding dat de EU begin 2022 tegen het Verenigd Koninkrijk heeft aangespannen en waarin de discriminerende nationale subsidieregeling voor windenergie van het Verenigd Koninkrijk werd aangevochten. De regeling bevatte een criterium voor lokale inhoud dat producten van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk bevoordeelde ten opzichte van ingevoerde producten, waardoor bedrijven uit de EU en het VK werden gestimuleerd om lokaal te kopen of te investeren. Pas vier maanden nadat de EU om overleg binnen de WTO had verzocht, hebben de partijen een overeenkomst gesloten om het geschil op te lossen en een gelijk speelveld voor EU-leveranciers te waarborgen.

Bij de WTO heeft de EU naast bovengenoemd geschil met het Verenigd Koninkrijk drie andere WTO-geschillenprocedures ingeleid, twee tegen China wegens respectievelijk discriminerende handelspraktijken bij goederen en diensten uit Litouwen en maatregelen die van invloed zijn op de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER), en één tegen Egypte. In deze laatste zaak is gedeeltelijke vooruitgang geboekt, aangezien Egypte zich ertoe heeft verbonden het invoerregistratieproces te verbeteren. De Commissie houdt momenteel toezicht op de situatie. Daarnaast heeft de EU vier aanslepende WTO-geschillen gewonnen: de bindende en definitieve arbitrale beslissingen in Turkije — farmaceutische producten en Colombia — bevroren frites vormden een belangrijke overwinning voor de EU. De Commissie controleert nu of de verliezende partijen de uitspraken van het panel naleven. In India — ICT-producten en Indonesië — beperkingen op de uitvoer van nikkelerts heeft de EU gewonnen, waarop Indonesië de uitspraak van het panel heeft aangevochten bij de niet-functionerende WTO-Beroepsinstantie (een aanpak die bekend staat als een “beroep in het niets”). De handhavingsverordening van de EU is begin 2022 gewijzigd om precies dit soort situaties aan te pakken. Op grond van deze verordening kan de EU nu internationale verbintenissen afdwingen die door andere WTO-leden zoals Indonesië en India zijn overeengekomen, wanneer een handelsgeschil wordt geblokkeerd ondanks de inspanningen van de EU om de geschillenbeslechtingsprocedures te goeder trouw te volgen.

In 2022 heeft de EU ook haar bilaterale geschil tegen de Douane-unie van Zuidelijk Afrika gewonnen over beperkingen op de uitvoer van bevroren gevogelte, en vooruitgang geboekt bij het oplossen van bepaalde aspecten die aan de orde zijn gesteld in haar hangende bilaterale geschil over invoerbeperkingen met Algerije.

Om te zorgen dat de WTO geschillen kan blijven behandelen en beslechten terwijl de WTO-Beroepsinstantie nog steeds disfunctioneel is, heeft de EU met succes de deelname van de WTO-leden aan de tijdelijke regeling met verschillende partijen inzake beroep en arbitrage (MPIA) bevorderd, die is opgezet als een tussentijdse oplossing totdat de WTO-Beroepsinstantie opnieuw kan functioneren. Japan is als meest recente deelnemer toegetreden in maart 2023 en de Filipijnen zijn ook bezig lid te worden. Het instrument is voor het eerst op de proef gesteld in het bovengenoemde geschil met Colombia over handelsbeschermende rechten op bevroren frites uit België, Nederland en Duitsland.

De inspanningen van de EU om belemmeringen voor markttoegang in partnerlanden aan te pakken, hebben vruchten afgeworpen: in 2022 lag de uitvoer van de EU naar derde landen 7 miljard EUR hoger omdat tussen 2017 en 2021 belemmeringen zijn weggewerkt. De Commissie is er met steun van de lidstaten en belanghebbenden in geslaagd om 31 handelsbelemmeringen in 19 partnerlanden wereldwijd weg te nemen.

De Commissie bleef ook het bedrijfsleven voorlichten over de voordelen en het gebruik van handelsovereenkomsten, met bijzondere aandacht voor kmo’s. Het platform Access2Markets heeft sinds de openstelling in oktober 2020 meer dan vijf miljoen unieke bezoekers getrokken. 70 % van de gebruikers is gevestigd in de EU. Access2Markets heeft zich ontwikkeld tot een breder platform dat verschillende handelsinstrumenten omvat. Naast informatie over de in- en uitvoer van goederen, biedt het platform nu ook het nieuwe instrument “trade assistant” (handelsassistent) voor diensten en investeringen voor Canada en het Verenigd Koninkrijk. Dit is sinds de start 9 000 keer geraadpleegd.


De Commissie werkt nauw samen met andere EU-instellingen om meer bekendheid te geven aan handelsovereenkomsten en de maatregelen om de uitvoering en handhaving ervan te ondersteunen. Naast de regelmatige verslaglegging aan het Europees Parlement over verschillende aspecten van handhaving en uitvoering, zoals de werkzaamheden van de Commissie en de EU-delegaties in derde landen of de integratie van de conclusies van de evaluatie op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling in de uitvoering van bestaande overeenkomsten, hebben verschillende leden van het Europees Parlement de markttoegangswerkzaamheden in eigen land onder de aandacht gebracht. Voorts heeft de Commissie de gecoördineerde actie met de lidstaten opgevoerd om belanghebbenden ter plaatse te bereiken, zowel in de EU als in de partnerlanden (via nauwere banden tussen EU-delegaties en ambassades van de lidstaten). Zoals uit dit verslag zal blijken, verbeteren de gezamenlijke inspanningen van de Commissie, de EU-delegaties, het Parlement en de lidstaten niet alleen de kansen om belemmeringen voor markttoegang weg te nemen, maar verhinderen zij ook dat er nieuwe belemmeringen ontstaan. Deze gezamenlijke inspanningen hebben ook geholpen om meer belanghebbenden (met name kmo’s) te bereiken en hen te informeren over de mogelijkheden die de handelsovereenkomsten van de EU bieden. Het betreft uitvoer- en invoermogelijkheden tegen nulrecht en preferentiële toegang tot sectoren die anders onbereikbaar blijven, alsook de openstelling van de markten voor diensten en overheidsopdrachten. In 2022 en de eerste helft van 2023 vonden in Hongarije, Letland, Zweden, Frankrijk, Kroatië, Tsjechië en Italië evenementen plaats in het kader van de gezamenlijke Dag van de markttoegang.


In juni 2022 heeft de Commissie haar evaluatie inzake handel en duurzame ontwikkeling (Trade and Sustainable Development, TSD)5 afgerond, waardoor de TSD-bepalingen in elf van een TSD-hoofdstuk voorziene handelsovereenkomsten van de EU met achttien partnerlanden krachtiger worden uitgevoerd. In de TSD-mededeling worden beleidsprioriteiten en belangrijke actiepunten aangewezen waarmee de huidige, actieve benadering van TSD, geworteld in het internationale kader en de internationale normen, doeltreffender wordt en waarmee de uitvoering en handhaving worden versterkt. De nieuwe benadering omvat in het bijzonder handelssancties voor inbreuken op belangrijke TSD-bepalingen. Deze wordt waar relevant toegepast op toekomstige en lopende onderhandelingen.

Zo heeft deze nieuwe aanpak in Latijns-Amerika, in combinatie met een reeks missies naar de partnerlanden en -regio’s, een diepere en directere samenwerking met de betrokken partners mogelijk gemaakt en Colombia en Peru ertoe gebracht hun respectieve arbeidswetgeving te herzien.

Tijdens de verslagperiode zijn onder meer kernverdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) geratificeerd en in werking getreden, in Japan betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid (nr. 105) en in Zuid-Korea betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87), het recht op vereniging en collectieve onderhandeling (nr. 98) en gedwongen arbeid (nr. 29).

De uitvoering van de verbintenissen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling bracht ook een verdere aanpassing van de nationale wetgeving in partnerlanden aan de internationale normen met zich mee. De samenwerking tussen de EU en Vietnam heeft geleid tot een lopende bredere hervorming van het arbeidswetboek om de oprichting van onafhankelijke vakbonden mogelijk te maken, terwijl de samenwerking met Japan heeft bijgedragen aan de Japanse richtsnoeren inzake passende zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten, waardoor Japanse bedrijven op meer verantwoorde wijze en meer in overeenstemming met de internationale normen zaken doen.

De interne adviesgroepen (Domestic Advisory Groups, DAG’s) die in het kader van de recentere handelsovereenkomsten van de EU zijn opgericht, bleven de Commissie adviseren over de situatie ter plaatse in de partnerlanden. Dit stelde de Commissie onder meer in staat de beperkingen van Ecuador die het werk van vakbonden in de bananensector belemmeren, te signaleren en te bespreken. In het geval van Zuid-Korea heeft de interne adviesgroep de aandacht van de Commissie gevestigd op vermeende discriminatie van bezorgers. De Commissie heeft deze kwestie vervolgens bij Zuid-Korea aangekaart in het kader van de uitvoering van het verslag van het deskundigenpanel in zijn bilaterale geschil inzake arbeid.

In de verslagperiode bleven de interne adviesgroepen input leveren voor de uitvoeringswerkzaamheden door middel van bureaustudies naar kwesties in verband met eerlijke handel in de Andesregio en de institutionele bescherming van platformwerk in Zuid-Korea.


De Commissie heeft haar voorlopige analyse afgerond van de eerste formele klacht over handel en duurzame ontwikkeling die het centrale toegangspunt heeft ontvangen. De klacht werd ingediend door de Nederlandse ngo CNV Internationaal namens vakbondsorganisaties in Colombia en Peru. De klacht betreft arbeidsrechten in de mijnbouwsector in Peru en Colombia.

Net als bij markttoegang onderhoudt de Commissie bij de uitvoering en handhaving van duurzaamheidsverbintenissen een vruchtbare dialoog met de EU-instellingen en de lidstaten. In oktober 2022 heeft het Europees Parlement een resolutie6 aangenomen over de TSD-herziening, waarin de mededeling van de Commissie wordt verwelkomd en met tevredenheid wordt vastgesteld dat de Commissie de TSD-hoofdstukken van EU-handelsovereenkomsten wil versterken. De Commissie breidt haar betrokkenheid bij de lidstaten ook uit via de TSD-deskundigengroep.


De Commissie is ook op hoog niveau blijven samenwerken met het Economisch en Sociaal Comité, met name gezien de rol van dit comité bij de ondersteuning van de interne adviesgroepen. Aan de derde vergadering van alle interne adviesgroepen in de EU op 17 april 2023 namen 130 deelnemers van 11 interne adviesgroepen deel.


Tot slot waren er belangrijke ontwikkelingen bij de voltooiing van het wetgevingsinstrumentarium van de EU. De EU heeft in 2022 drie nieuwe autonome instrumenten vastgesteld die van invloed zijn op de handel. Hoewel deze instrumenten zelf niet zijn bedoeld om via onderhandelingen tot stand gekomen verbintenissen inzake handel te handhaven, stellen zij de Unie in staat doeltreffender op te treden tegen economische dwang (het antidwanginstrument) en een gelijk speelveld te waarborgen of te herstellen (het instrument voor internationale overheidsopdrachten en de verordening buitenlandse subsidies), waardoor een leemte in de internationale regels wordt opgevuld.

- Op 6 juni 2023 bereikten het Parlement en de Raad overeenstemming over een antidwanginstrument7. De nieuwe verordening zal de belangen van de EU en de lidstaten beschermen in geval van economische dwang — namelijk wanneer een derde land door handels- of investeringsmaatregelen bij de EU of een lidstaat een bepaalde keuze probeert af te dwingen op gebieden die onder hun bevoegdheid vallen. Een van de belangrijkste doelstellingen van de verordening is juist het ontmoedigen en voorkomen van economische dwang. De nieuwe verordening voorziet ook in internationale samenwerking op het gebied van economische dwang. De nieuwe verordening zal naar verwachting in het vierde trimester van 2023 in werking treden.


- De verordening betreffende het instrument voor internationale overheidsopdrachten8 is op 29 augustus 2022 in werking getreden en zal de EU na een onderzoeksfase in staat stellen de toegang tot de aanbestedingsmarkten van de EU te beperken voor leveranciers uit landen waar geen vergelijkbare toegang tot aanbestedingen bestaat. De Commissie heeft op het platform Access2Markets een onlineformulier gepubliceerd dat de lidstaten en het bedrijfsleven kunnen gebruiken om klachten in te dienen en, in het Publicatieblad, richtsnoeren voor aanbestedende diensten en aanbestedende instanties over de toepassing van maatregelen van het instrument voor internationale overheidsopdrachten.


- De verordening buitenlandse subsidies9 is op 12 juli 2023 in werking getreden en voorziet in nieuwe en uitgebreide regels om verstoringen aan te pakken die worden veroorzaakt door buitenlandse subsidies aan ondernemingen die concurreren op de interne markt of inschrijven op openbare aanbestedingen. Hiermee wordt een lacune in de EU-regelgeving op het gebied van mededinging, overheidsopdrachten en handel gedicht.


I.2 Reikwijdte van het verslag


Dit is het derde geconsolideerde jaarverslag10 over uitvoerings- en handhavingsmaatregelen waarmee de uitvoering en handhaving van multilaterale verbintenissen (WTO) en van verbintenissen in bilaterale handelsovereenkomsten wordt gewaarborgd. Het verschaft een overzicht van de belangrijkste activiteiten en successen die in 2022 en het eerste kwartaal van 2023 onder leiding van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels (Chief Trade Enforcement Officer — CTEO)11 van de Commissie zijn ondernomen.

Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie12 bevat extra informatie ter aanvulling van deel II.2 van het verslag over 39 grote preferentiële bilaterale overeenkomsten van de EU.

Op de website van de Commissie13 is aanvullende informatie bij dit verslag te vinden over: i) de ontwikkeling van de EU-handel met preferentiële partners in 2022; ii) het gebruik van tariefpreferenties bij EU-uitvoer en -invoer per preferentiële handelspartner, zowel voor de EU als voor de lidstaten; en iii) de benuttingsgraden van de tariefcontingenten.

Hoewel dit verslag is toegespitst op de uitvoering en handhaving van EU-handelsovereenkomsten, moet het ook worden gezien in een bredere context van economische veiligheids- en handhavingsactiviteiten waarover de Commissie afzonderlijk verslag uitbrengt:

- het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) wordt behandeld in de jaarlijkse handelsbeschermingsverslagen van de Commissie14;


- monitoring en bestrijding van namaak, piraterij en andere inbreuken op de intellectuele-eigendomsrechten (IER), waarop het IER-verslag van de Commissie15 en de watchlist inzake piraterij16, die jaarlijks om en om worden gepubliceerd, betrekking hebben;


- de screening van buitenlandse directe investeringen en de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, die de strategische handels- en investeringscontroles ter waarborging van de veiligheid van de EU vormen, worden behandeld in de jaarverslagen van de Commissie over BDI-screening17 en over Verordening (EU) 2021/821 inzake uitvoercontrole18;


- de toepassing van het EU-stelsel van algemene preferenties (SAP)19 wordt behandeld in het SAP-verslag van de Commissie.


II. Ten volle gebruikmaken van de kansen die de EU-handelsovereenkomsten bieden


II.1 Handel met preferentiële partners — belangrijkste ontwikkelingen in 2022


In 2022 vond 44 % van de EU-handel plaats in het kader van preferentiële handelsovereenkomsten.

De EU-handel in goederen met haar 74 preferentiële partners was in 2022 goed voor 2 434 miljard EUR, oftewel 44 % van haar totale buitenlandse handel20. De EU-uitvoer naar preferentiële partners bedroeg 1 254 miljard EUR en de EU-invoer vanuit dezelfde groep landen was goed voor 1 180 miljard EUR. Worden daarbij de overeenkomsten toegevoegd die zich momenteel in de vaststellings- of ratificatiefase bevinden (3,6 %)21, dan zou het aandeel van de preferentiële handel van de EU meer dan 47 % bedragen.

Figuur 1: Buitenlandse handel van de EU (2022)


Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in april 2023).

Zoals blijkt uit figuur 2 blijft het Verenigd Koninkrijk de grootste preferentiële partner van de EU, goed voor 22,5 % van de EU-handel met de 74 preferentiële partners, gevolgd door Zwitserland (13,7 %), Noorwegen (9,4 %), Turkije (8,1 %) en Japan (5,8 %). Samen namen deze vijf partners in 2022 bijna 60 % van de preferentiële handel van de EU voor hun rekening.

Figuur 2: EU-handel in goederen per preferentiële partner (2022)

Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in april 2023).


Wat de handel van de EU met de rest van de wereld in 2022 betreft, bleef het Verenigd Koninkrijk in het algemeen de op twee na grootste handelspartner, na de VS en China, terwijl Zwitserland de vierde plaats innam, gevolgd door Rusland. Noorwegen, Turkije, Japan, Zuid-Korea en India staan op de zesde tot en met tiende plaats, vóór Oekraïne (de op 14 na grootste handelspartner van de EU in het algemeen).

De EU-uitvoer naar Rusland daalde tussen 2021 en 2022 met 38 % in waarde (van 89 miljard EUR tot 55 miljard EUR), maar halveerde in volume (van 16 tot 8 miljoen ton). In dezelfde periode steeg de waarde van de EU-invoer uit Rusland met 24 % als gevolg van de sterke stijging van de energieprijzen, terwijl het volume met 33 % daalde (van 386 tot 258 miljoen ton). Tegelijkertijd nam de invoer van belangrijke producten zoals energieproducten en grondstoffen van preferentiële EU-handelspartners en andere handelspartners toe. Zo bedroeg het Russische aandeel in de EU-invoer van energieproducten in het eerste kwartaal van 2023 minder dan een kwart van het gezamenlijke aandeel van Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de VS.


De EU-handel in goederen (met uitzondering van energieproducten) met preferentiële partners bleef sterker groeien dan de EU-handel in het algemeen

Net als in de periode 2020-2021 groeide de waarde van de handel tussen de EU en de preferentiële partners in 2021 en 2022 sterker (met 21,2 %) dan de handel van de EU met niet-preferentiële partners (18,9 %) en met alle handelspartners (19,9 %), wanneer energieproducten buiten beschouwing worden gelaten.

Figuur 3: Jaarlijkse groei van de EU-goederenhandel per soort partner (2021-2022), exclusief energie


Bron: Eurostat, Comext (gegevens verkregen in april 2023).


De handel in agrovoedingsproducten met de preferentiële partners blijft een sterke pijler van de mondiale positie van de EU als vooraanstaande handelsmacht

De EU blijft wereldwijd de grootste handelaar in agrovoedingsproducten, met 171 miljard EUR aan invoer en 229 miljard EUR aan uitvoer in 2022. Ondanks de wereldwijde prijsstijgingen is het volume van de verhandelde agrovoedingsproducten in 2022 over het algemeen niet gedaald en soms zelfs gestegen. Het brede netwerk van handelsovereenkomsten van de EU heeft aan deze ontwikkeling bijgedragen.

In 2022 groeide de EU-handel in agrovoedingsproducten met de 74 preferentiële partners met 21,2 %. Dit was hetzelfde percentage als de totale handel in goederen in de EU (exclusief energie), vergelijkbaar met de handel in agrovoedingsproducten tussen de EU en alle handelspartners, die met 22,2 % toenam, en een lager percentage dan de handel in agrovoedingsproducten tussen de EU en niet-handelspartners (23,3 %).

De uitvoer van agrovoedingsproducten naar preferentiële partners steeg sterker (met 17,5 %) dan de uitvoer van landbouwproducten uit de EU naar alle handelspartners, die in dezelfde periode met 15,8 % toenam, en in een hoger tempo dan de uitvoer naar niet-preferentiële partners, die ook aanzienlijk toenam maar met 13,5 %. Deze trend werd aangejaagd door de agrovoedingssectoren granen en bereide graanproducten, gevolgd door zuivelproducten.

Het Verenigd Koninkrijk bleef van de preferentiële partners de belangrijkste bestemming voor de uitvoer van agrovoedingsproducten uit de EU22 en was ook in het algemeen23 goed voor meer dan een vijfde (21 %) van de totale EU-uitvoer. Het Verenigd Koninkrijk was ook de uitvoerbestemming waar de EU-uitvoer in 2022 de sterkste groei doormaakte (+5,9 miljard EUR in waarde, ofwel +14 %), gevolgd door de Verenigde Staten en Marokko. De Verenigde Staten bleven de tweede exportbestemming voor agrovoedingsproducten uit de EU in waarde, na het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door China en Zwitserland.

In 2022 was de procentuele stijging van de EU-invoer van agrovoedingsproducten van preferentiële partners iets lager (d.w.z. 28 %) in vergelijking met de toename van de invoer van alle partners (32 %) en in vergelijking met de toename van de invoer van partners zonder handelsovereenkomst (37,1 %). De lagere stijging voor preferentiële partners houdt waarschijnlijk verband met de respectieve samenstelling van de invoer. Zo is de EU-invoer van oliehoudende producten (bijvoorbeeld sojabonen) en koffie, twee belangrijke ingevoerde grondstoffen waarvan de prijzen (en dus de invoerwaarden) het sterkst zijn gestegen, bijna volledig afkomstig van niet-preferentiële landen (d.w.z. Brazilië, Argentinië en de Verenigde Staten).

Het Verenigd Koninkrijk was ook de belangrijkste exporteur van agrovoedingsproducten naar de EU (9 % van de totale invoer), met een stijging van 28,4 % (in overeenstemming met de gemiddelde groei van alle preferentiële partners). Dit was een omkering van de situatie in 2021, toen de invoer met 24,5 % daalde. Dit is ook een aanwijzing dat Britse handelaren sinds januari 2021 vertrouwd zijn geraakt met de fytosanitaire en diergezondheidscontroles en -inspecties die de EU verricht, onder meer op zendingen agrovoedingsmiddelen.

In 2022 was Oekraïne van de preferentiële partners de op één na grootste exporteur van agrovoedingsproducten naar de EU (met 8 % van de invoer).


De handelsovereenkomsten van de EU vergemakkelijkten ook diversificatie en droegen bij tot de verbetering van de voedselzekerheid

In 2022 hielpen de EU-handelsovereenkomsten om andere partners dan Rusland te vinden voor de EU-handel in agrovoedingsproducten en droegen zij in zowel de EU als de partnerlanden bij aan het overwinnen van voedselzekerheidsproblemen in verband met de eenzijdige en ongerechtvaardigde Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne:

- Oekraïne heeft de Verenigde Staten in 2022 ingehaald als de op twee na grootste exporteur van agrovoedingsproducten in het algemeen (na Brazilië en het Verenigd Koninkrijk).


- In overeenstemming met haar verbintenis tot mondiale voedselzekerheid, die door de eenzijdige en ongerechtvaardigde Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne moeilijker uitvoerbaar is geworden, heeft de EU in 2022 haar uitvoer van tarwe naar het zuidelijk nabuurschap verhoogd, met name naar Algerije (4,9 miljoen ton), Marokko (4,1 miljoen ton) en Egypte (2,9 miljoen ton). Dit werd vergemakkelijkt door de associatieovereenkomsten tussen de EU en deze partners.


In tegenstelling tot de totale handel behield de EU in de goederenhandel nog steeds een — afnemend — overschot ten opzichte van de preferentiële partners

In 2022 boekte de EU in tegenstelling tot bij de totale handel een overschot van 73 miljard EUR in haar goederenhandel met preferentiële partners. Dit was een daling van 131 miljard EUR ten opzichte van 204 miljard EUR in 2021. Meer dan 60 % van het overschot van de EU met preferentiële partners kan worden toegeschreven aan agrovoedingsproducten.

De EU-goederenhandel met de rest van de wereld kende daarentegen een tekort van 432 miljard EUR, een daling ten opzichte van het overschot van 55 miljard EUR in 2021, en bereikte het laagste niveau sinds 2002. Dit was met name het gevolg van een sterke stijging van de prijs van energieproducten, die eind 2021 werd ingezet en in 2022 aanhield. De invoer van energieproducten steeg met 113,5 % in waarde ten opzichte van 2021. Dit komt neer op een extra bedrag van 443,3 miljard EUR, de helft van de totale toename van de EU-invoer.


In 2022 heeft de Commissie, zoals vereist door de respectieve EU-verordeningen, opnieuw toezicht gehouden op de invoer in de EU van bepaalde industrie- en agrovoedingsproducten.


Specifieke toezichtverplichtingen met betrekking tot de goederenhandel met Zuid-Korea en de Latijns-Amerikaanse partners

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 511/201124 heeft de Commissie toezicht gehouden op de Zuid-Koreaanse invoer van essentiële auto-onderdelen en elektronica afkomstig van de belangrijkste leveranciers buiten de EU. In 2022 is de invoer in Zuid-Korea van verbrandingsmotoren (benzine en diesel) en onderdelen licht gestegen ten opzichte van 2021 (+8 %), evenals de invoer van essentiële auto-onderdelen (+11 %). Op basis van deze handelsstatistieken is het niet mogelijk een verband te leggen tussen het toestaan van terugbetaling van rechten in het kader van de handelsovereenkomst met Zuid-Korea en de toename van de EU-invoer van auto’s uit Zuid-Korea (met 29 %).

De Commissie heeft ook toezicht gehouden op de invoer in de EU van verse bananen uit Colombia, Ecuador en Peru en uit Midden-Amerika, zoals voorgeschreven door de Verordeningen (EU) nrs. 19/201325 en 20/201326. Op 29 augustus 2022 is bij de Europese Commissie een uitgebreid verslag27 ingediend over de werking van de EU-bananenmarkt na het verstrijken van het stabilisatiemechanisme voor bananen. In het verslag werd bevestigd dat het handelsbeleid van de EU het juiste evenwicht heeft gevonden tussen verschillende doelstellingen door de internationale verplichtingen na te komen en tegelijkertijd te voldoen aan de toegenomen consumptiebehoefte in de EU. In 2022 steeg de EU-invoer van verse bananen uit Colombia met 1,6 %, terwijl de invoer uit Ecuador en Peru ten opzichte van 2021 met 11 % respectievelijk 20 % daalde. De Commissie zal haar regelmatige analyse van de marktsituatie en van de bananenproducenten in de EU voortzetten en, indien nodig, de situatie samen met de lidstaten en de belanghebbenden blijven onderzoeken.


De handel in diensten nam toe en de EU handhaafde een overschot met zowel de preferentiële partners als de rest van de wereld

De handel in diensten met alle 74 preferentiële partners bedroeg in 2021 (meest recente beschikbare cijfers) 925 944 miljoen EUR (46 % van de totale EU-handel in diensten). Het cijfer steeg met 6,7 %, d.w.z. minder dan de toename van de EU-handel in diensten met de rest van de wereld (10 %) en de toename van de handel met de niet-preferentiële handelspartners (13 %).

Het EU-overschot op de handel in diensten nam in 2021 toe, zowel met preferentiële partners (een stijging met 57 miljard EUR, van 79 miljard EUR in 2020 tot 136 miljard EUR in 2021) als met alle handelspartners gezamenlijk. Voor deze laatste groep was de stijging zelfs nog groter, zij het vanaf een lager aanvangspunt (d.w.z. een stijging met 112 miljard EUR, van 9 miljard EUR in 2020 tot 121 miljard EUR in 2021).

Figuur 4: EU-handel in diensten per preferentiële partner, 2021 (tien grootste partners)
Bron: Eurostat, Betalingsbalans (BOP_ITS6_DET, gegevens verkregen in april 2023).


De totale handel in diensten van de EU bedroeg 2 biljoen EUR in 2021, een derde van de totale EU-handel in 202228. Met 26 % van de wereldwijde uitvoer is de EU ’s werelds grootste exporteur van diensten.


II.2 Bevordering van de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten in Azië, Amerika, de nabuurschapslanden en de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan


Deze paragraaf gaat over de uitvoering en handhaving van bilaterale EU-handelsovereenkomsten. Hierin wordt getoond hoe de Commissie zich inspant om enerzijds te zorgen dat bedrijven de kansen vernemen die handelsovereenkomsten bieden en anderzijds toezicht te houden op de uitvoering van de respectieve verbintenissen door de partnerlanden. Waar nodig heeft de Commissie de handhaving geïntensiveerd. In dit verband bleef het vroegtijdig opsporen, voorkomen en wegnemen van belemmeringen voor markttoegang en van inbreuken op de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling een prioriteit die in nauwe samenwerking met de lidstaten en de belanghebbenden werd nagestreefd. De EU-delegaties29 spelen een sleutelrol bij de ondersteuning van deze inspanningen.


A. Communiceren over en bekendheid geven aan de voordelen van handelsovereenkomsten


Het blijft een prioriteit om bedrijven voor te lichten over handelsovereenkomsten

De Commissie heeft haar inspanningen voortgezet om meer bekendheid te geven aan EU-handelsovereenkomsten en de voordelen voor EU-bedrijven wanneer zij concurreren op markten van derde landen. Dit is van essentieel belang voor met name kmo’s. De Commissie heeft daarvoor gidsen gepubliceerd over nieuwe en bestaande overeenkomsten en de specifieke onderdelen daarvan, en evenementen georganiseerd met steun van door de EU gefinancierde projecten.

1.

Voorbeelden hiervan zijn:


- Een gezamenlijk evenement in september 2022 ter gelegenheid van het vijfjarig jubileum van CETA, met 90 deelnemers. Dit werd gezamenlijk georganiseerd door de Commissie en EUCCAN, de Kamer van Koophandel van de Europese Unie in Canada.


- Uitvoerige gidsen voor bestaande overeenkomsten, zoals de gids voor EU-leveranciers over overheidsopdrachten in Japan30. De gids is bedoeld om bedrijven in de EU te helpen om opdrachten voor werken, goederen of diensten te verkrijgen van overheidsinstanties in Japan.


- Een schat aan materiaal om belanghebbenden opmerkzaam te maken en hen te helpen zich voor te bereiden op nieuwe overeenkomsten voordat die in werking treden. Zo heeft de EU in december 2022, toen de onderhandelingen met Chili over een geavanceerde kaderovereenkomst werden afgerond, in dit verband onder meer factsheets en infografieken gepubliceerd. De EU nam vergelijkbare maatregelen toen zij in juni 2022 de onderhandelingen over haar toekomstige geavanceerde handelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland afsloot, en opnieuw voor de ondertekening van de overeenkomst een jaar later op 9 juli 2023. Voor deze gelegenheden werden onder andere een factsheet, infografieken en een document met veelgestelde vragen31 geproduceerd.


B. Uitvoering van bilaterale handelsovereenkomsten van de EU


Gedurende de hele levenscyclus van bilaterale handelsovereenkomsten van de EU maakt de Commissie gebruik van institutionele structuren voor vele verschillende doeleinden, variërend van het voorkomen en wegnemen van belemmeringen tot samenwerking met partnerlanden en onderhandelingen over aanvullende markttoegang. In het volgende deel wordt, onder meer aan de hand van voorbeelden, getoond dat tijdens de verslagperiode goede vooruitgang is geboekt.

De Commissie is met partnerlanden blijven samenwerken in gezamenlijke handelscomités om de markttoegang voor de EU-uitvoer te verbeteren

Zo heeft het handelscomité EU-Zuid-Korea op 30 november 2022 besloten om nog eens 44 geografische aanduidingen uit de EU en 41 uit Zuid-Korea vanaf 1 januari 2023 onder de handelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea te laten vallen.


Op 20 december 2022 heeft de eerste vergadering van het douanecomité EU-Singapore besloten het systeem van “toegelaten exporteurs” te vervangen door “geregistreerde exporteurs” (door wijziging van het betreffende protocol)32. Hierdoor kunnen bierexporteurs uit de EU vanaf 1 januari 2023 gemakkelijker toegang krijgen tot preferentiële tarieven.


De comités hielpen ook om belemmeringen in een vroeg stadium op te sporen en te voorkomen.

- Zo hielp de inzet in het kader van de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andeslanden de Commissie om twee belemmeringen in Colombia te voorkomen: de eerste betrof alcoholhoudende dranken waarvoor exporteurs anders aanvullende verklaringen inzake goede productiemethoden zouden moeten overleggen. Colombia stemde ermee in zijn wetgeving te wijzigen om deze vereiste te schrappen en de Commissie blijft de situatie volgen. In afwachting van de goedkeuring van de nieuwe wet is een tijdelijke oplossing gevonden. de tweede had betrekking op de eisen inzake het gebruik van verrijkt meel, ook voor producten met een laag meelgehalte, die de invoer in de EU zouden hebben belemmerd.


Dankzij de bilaterale inspanningen in het kader van de associatieovereenkomst tussen de EU en Tunesië in 2022 kon de EU voorkomen dat hogere douanerechten voor de meest begunstigde natie zouden worden geheven volgens een nieuwe begrotingswet van december 2021, die een aantal industrieproducten uit de EU zouden hebben getroffen33.


De comités speelden ook een belangrijke rol bij het wegnemen van belemmeringen, met name in de zwaarst getroffen sector, de agrovoedingssector.


Zo heeft Canada uiteindelijk na intensieve besprekingen in de betrokken CETA-comités op 30 juni 2022 de federale accijnsvrijstelling voor lokale (Canadese) wijn afgeschaft. In het verleden was lokale wijn, in tegenstelling tot uit de EU ingevoerde wijn, vrijgesteld van een maatregel die gelijkwaardig is aan een ad-valorembelasting achter de grens van meer dan 9 %.


Met Ecuador heeft de EU vooruitgang geboekt in de respectieve comités van de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andeslanden en heeft zij twee belemmeringen voor het potentieel van de EU-uitvoer in de landbouwsector weggenomen:


- Het ene betrof Ecuadors protectionistische invoerregeling voor landbouwproducten, waarbij gebruik werd gemaakt van niet-automatische vergunningen op basis van de beoordeling van de nationale productie en consumptie, waardoor onnodige vertragingen en onzekerheid voor de handel in landbouwproducten werden veroorzaakt34. Herhaalde besprekingen tussen Ecuador en de EU-delegatie, gesteund door de lidstaten en het bedrijfsleven, hebben ertoe geleid dat Ecuador op 22 november 2022 een nieuw, voorspelbaar en marktgericht stelsel heeft ingevoerd.


- De tweede kwestie betrof een reeds lang bestaand verbod op de invoer van melkpoederproducten uit de EU voor de duur van tien jaar, dat in strijd was met de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andeslanden. Ook hier heeft de Commissie via de EU-delegatie in Quito haar optreden nauw gecoördineerd met de lidstaten en het bedrijfsleven, waardoor de bevoegde autoriteiten om juridisch advies hebben verzocht (van de procureur-generaal). In het advies werd bevestigd dat het verbod in strijd was met de verbintenissen van Ecuador, zodat het Ministerie van Landbouw overging tot de afgifte van nieuwe niet-automatische invoervergunningen voor melkpoederproducten uit de EU.


In 2022 werden lang niet alleen landbouwkwesties opgelost. Andere zaken hadden betrekking op discriminerende regelgeving voor industriële producten en diensten, bijvoorbeeld medische hulpmiddelen in Japan en Israël en de detailhandel in Moldavië.


- In het eerste geval heeft nauwe samenwerking tussen de EU-delegatie en de betrokken Japanse bedrijfsorganisaties bijgedragen tot een verbetering van de omslachtige Japanse wetgeving inzake medische hulpmiddelen met unieke etiketteringsvoorschriften. Sinds 31 juli 2023 zijn de nieuwe bepalingen van toepassing, waardoor de kosten voor EU-bedrijven over een geraamde 6 miljard tot 9 miljard EUR aan handel zullen dalen.


- Een andere zaak betrof de toelating van medische hulpmiddelen in Israël. Na intensieve besprekingen met de bevoegde autoriteiten stemde Israël ermee in om ook producten uit Luxemburg en de in 2004 tot de Unie toegetreden lidstaten, in aanmerking te laten komen voor de versnelde toelatingsprocedure35. Exporteurs uit deze landen kunnen daardoor nu ook veel sneller toestemming krijgen voor hun medische hulpmiddelen, zodat de lidstaten niet langer verschillend worden behandeld. Dit wordt momenteel via een proefproject gewaarborgd; de definitieve wetswijziging is nog niet afgerond. De EU-uitvoer van medische hulpmiddelen naar Israël bedroeg in 2022 ongeveer 409 miljoen EUR.


- Het derde voorbeeld betrof de Moldavische wet inzake binnenlandse handel, die detailhandelaren voorschreef dat ten minste 50 % van de voedingsproducten in winkels uit Moldavië moest komen, hetgeen in strijd is met het beginsel van non-discriminatie voor ingevoerde producten, zowel in het kader van de diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) tussen de EU en Moldavië als in het kader van de WTO-regeling. Na contacten op hoog niveau via de DCFTA heeft Moldavië in augustus 2022 de bovengenoemde verplichting voor detailhandelaren met ingang van 26 februari 2023 opgeheven.


- De vierde zaak betrof Peruaanse vergunnings- en kwalificatievereisten voor diensten. De vereisten bestonden uit technische analyses en tests van levensmiddelen en diervoeders voor export, die niet objectief, transparant en discriminerend waren ten aanzien van buitenlandse niet-gevestigde ondernemingen. Na contacten van de EU met de betrokken Peruaanse autoriteiten in de relevante comités van de handelsovereenkomst tussen de EU en Peru, heeft Peru zijn wetgeving gewijzigd en heeft het nu objectieve, niet-discriminerende vergunnings- en kwalificatievereisten.


Het EU-netwerk van handelsovereenkomsten versterkte ook de samenwerking op een groot aantal gebieden, variërend van regelgeving en normen tot grondstoffen

Gebruikmakend van de institutionele structuren van de handelsovereenkomsten van de EU heeft de Commissie in 2022 haar samenwerking met ontwikkelde partners uit het hele geografische spectrum voortgezet met betrekking tot een breed scala aan kwesties van wederzijds belang, gefaciliteerd door de respectieve handelsovereenkomsten. Hieronder is een aantal voorbeelden opgenomen.

- Digitale partnerschappen, gesloten in 2022 met Japan en Zuid-Korea en begin 2023 met Singapore, ter versterking van de samenwerking op het gebied van digitale infrastructuur, vaardigheden, digitale transformatie van bedrijven en digitalisering van overheidsdiensten. Voortbouwend op deze beginselen van digitale handel is de EU op 20 juli 2023 onderhandelingen gestart over bindende regels voor digitale handel met Singapore36.


- Samenwerking met Zuid-Korea



- in een groen partnerschap, opgericht op 22 mei 2023, met als doel de bilaterale samenwerking te versterken en beste praktijken uit te wisselen op het gebied van klimaatactie, schone en eerlijke energietransitie, milieubescherming en andere onderdelen van de groene transitie;



- inzake e-certificering en harmonisatie van gezondheidsverklaringen om de handel in verschillende verwerkte agrovoedingsproducten verder te vergemakkelijken. Ook de besprekingen over de actualisering van de bijlagen bij de handelsovereenkomst over auto’s en elektronica werden voortgezet, en de EU en Zuid-Korea bespraken tevens hoe een gelijk speelveld kan worden gewaarborgd voor fabrikanten in de sector, ongeacht hun herkomst, aangezien beide partijen beleid maken voor de subsidiëring van elektronische voertuigen.


- Samenwerking met Japan op het gebied van normalisatie- en certificeringsvereisten en -regels met betrekking tot aanbestedingen voor windenergie op zee, met behulp van drie studies37 waarin aanbevelingen worden gedaan over manieren om de beperkingen op de toegang van buitenlandse vaartuigen tot offshore-windenergieprojecten te verlichten. Deze studies helpen Japan bij de verwezenlijking van zijn doelstellingen om het aandeel van hernieuwbare energie in zijn energiemix te vergroten en tegen 2050 klimaatneutraal te worden.


- Samenwerking met Canada op het gebied van milieu en grondstoffen, via de voortzetting in 2022 en begin 2023 van een reeks gezamenlijke evenementen die op de top EU-Canada in 202138 van start zijn gegaan, waaronder een uitgebreide gedachtenwisseling over handel en klimaat met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Gezamenlijke activiteiten waren onder andere vier workshops ter bevordering van duurzaamheid, milieubeheer en klimaatactie in de landbouw. Een ander resultaat van de top, het strategisch partnerschap inzake grondstoffen tussen de EU en Canada, dat een aanvulling vormt op de jaarlijkse bilaterale dialoog over grondstoffen, is erop gericht belangrijke bronnen van de groene en de digitale economie te diversifiëren ten nadele van minder welwillende producenten om op mededinging gebaseerde toeleveringsketens tussen de EU en Canada te bevorderen.


- Samenwerking met Zwitserland op het gebied van het gebruik van handelsovereenkomsten, uitwisseling van informatie over handelsstatistieken, preferentieel gebruik van handelsovereenkomsten en oorsprongsregels. De samenwerking is gebaseerd op EU-onderzoek en een studie39 van het Zwitserse Staatssecretariaat voor Economische Zaken (SECO), om na te gaan wat het economische potentieel is van een op te zetten cumulatiezone tussen preferentiële handelspartners van zowel Zwitserland als de EU. Bovendien past Zwitserland dezelfde beveiligings- en veiligheidsmaatregelen toe als de EU. Het land is sinds de wijziging van de douaneveiligheidsovereenkomst in maart 2021 een actieve deelnemer aan het invoercontrolesysteem 2 van de EU, zodat legitieme handel soepeler verloopt en de toeleveringsketen sterk wordt beveiligd.


De handelsovereenkomsten met de EU bleven ook een forum bieden voor ontwikkelingssamenwerking in Latijns-Amerika en Afrika.

In 2022 heeft de EU, ondersteund door haar regionale samenwerkingsprogramma’s, haar samenwerking met partners in Latijns-Amerika en in Afrika bezuiden de Sahara op het gebied van duurzaamheid en goed bestuur voortgezet. Bij deze samenwerking is ook het maatschappelijk middenveld sterk betrokken, ook op lokaal niveau in de partnerlanden. Enkele recente voorbeelden daarvan zijn:

- Samenwerking met Chili, geholpen door de regionale programma’s van de EU om de overgang van het land naar een duurzamere en milieuvriendelijkere economie te ondersteunen, met doelstellingen zoals duurzame mijnbouw, de bestrijding van antimicrobiële resistentie, de bevordering van verantwoord ondernemerschap en de vaststelling van acties voor een koolstofarme en circulaire economie. Voorts heeft de Commissie in 2022 een nieuw project voor Chili40 gelanceerd ter ondersteuning van eerlijke en duurzame handel tussen de EU en Chili, dat de rol van handel ter ondersteuning van milieu- en sociale doelstellingen helpt benadrukken. Het project omvatte onder meer studies over biologische productie in Chili en over eerlijke handel, en omvatte regionale workshops in alle 16 regio’s, een conferentie op hoog niveau met internationale experts en een online b2b-platform41 om Chileense producenten in contact te brengen met afnemers uit de EU.


- Samenwerking met Ghana in het kader van het project “Compete Ghana”42ter ondersteuning van de uitvoering van de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de EU en Ghana” (4,1 miljoen EUR, 2020-2024). Het project heeft tot doel het economisch beleid en het ondernemingsklimaat te verbeteren en de voordelen van de EPO voor Ghana te maximaliseren. Tot de belangrijkste resultaten in 2022 behoren de voltooiing van communicatiemateriaal (bijvoorbeeld een tussentijds EPO-handboek en een brochure van twee bladzijden over de tussentijdse EPO voor bewustmaking van de publieke en private sector), opleidingssessies voor het personeel van het EPO-secretariaat, de logistieke ondersteuning van de Commissie/DG TAXUD voor de opleiding inzake capaciteitsopbouw voor 40 Ghanese douaneambtenaren, en een verslag over handelshervormingen op basis van de tussentijdse EPO.

Veel overeenkomsten met ontwikkelingslanden, zoals de EPO’s met ACS-landen, hebben een sterke ontwikkelingsdimensie en bieden stimulansen voor hervormingen die in het kader van ontwikkelingssamenwerking en met name hulp voor handel (Aid for Trade, AfT) als hefboom kunnen worden gebruikt om een opener handelsklimaat te bevorderen, het gebruik van de overeenkomsten te bevorderen en vooruitgang te boeken met betrekking tot de prioriteiten inzake handel en duurzame ontwikkeling (TSD). Uit het voortgangsverslag van de EU over hulp voor handel in 202243 blijkt dat de EU met haar lidstaten ’s werelds grootste verstrekker van hulp voor handel was en goed was voor meer dan 40 % van de mondiale stromen in 2020, wat overeenkomt met 22,9 miljard EUR. Een groot deel daarvan ging naar landen met preferentiële toegang tot de EU-markt. Zo bedroeg de EU-hulp voor handel aan ACS-landen in 2020 in totaal 7,2 miljard EUR. Het verslag bevat ook nadere informatie en voorbeelden over de hulp voor handel van de Commissie en de lidstaten, bijvoorbeeld bij het ondersteunen van kmo’s bij het benutten van de mogelijkheden van handelsovereenkomsten en het verbeteren van TSD-kwesties. De website over het EU-initiatief hulp voor handel heeft een interactieve kaart44 van de begunstigde landen, met contextspecifieke voorbeelden van hulp voor handel-projecten.


De EU blijft de technische samenwerking met preferentiële partners bevorderen om de voorwaarden voor zakendoen te verbeteren

Zo heeft de Commissie de uitrol van haar op 1 april 2022 gestarte project IP Key South East Asia (belangrijkste intellectuele-eigendomskwesties Zuid-Oost Azië) bevorderd door systemen op te zetten om hoogwaardige en snelle processen voor de registratie en effectieve handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) te vergemakkelijken. Het project ondersteunt de uitvoering van IER-bepalingen met preferentiële partners in de ASEAN-regio, met name Singapore en Vietnam, en helpt hen bij hun toetreding tot relevante internationale overeenkomsten.

De Commissie/DG TAXUD heeft ook technische bijstand verleend aan de staten die partij zijn bij de economische partnerschapsovereenkomst met de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (Southern African Development Community, SADC) om de uitvoering van de EPO-oorsprongsregels te helpen versnellen. In 2022 werd onder meer een capaciteitsopleiding inzake diagonale cumulatie tussen de SADC-EPO-staten georganiseerd, om de uitvoering van die cumulatie te versnellen en de regionale integratie in de SADC-regio te versterken.

In 2022 zette de EU ook het programma Partners for Growth (partners voor groei) van de EU en Zuid-Afrika voort om de bilaterale handel in het kader van de SADC-EPO te maximaliseren, door technische handelsbelemmeringen weg te nemen en mondiale waardeketens te bevorderen. In dit verband heeft de EU de samenwerking met de Zuid-Afrikaanse vereniging voor katoen, wol en mohair voortgezet, waarbij telers, afnemers, leveranciers van uitrusting en grondstoffenverenigingen in de hele waardeketen van duurzaam textiel worden samengebracht om mogelijkheden voor kennisdeling, technische uitwisseling en handel te verkennen.


Een ander voorbeeld is de nauwe samenwerking van de EU met al haar partners in het pan-Euro-mediterrane gebied (PEM) bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijk platform voor het gebruik van elektronische bewijzen van oorsprong en elektronische middelen voor administratieve samenwerking (e-POC-initiatief).


C. Focus op handel en duurzame ontwikkeling


Op 22 juni 2022 heeft de Commissie de evaluatie van haar beleid inzake handel en duurzame ontwikkeling afgerond, die uitmondde in de bekendmaking van een mededeling45 getiteld De kracht van handelspartnerschappen: samen voor groene en rechtvaardige groei46. De mededeling geeft een nieuwe impuls aan de uitvoering van bestaande handelsovereenkomsten van de EU met TSD-hoofdstukken, d.w.z. 11 handelsovereenkomsten die 18 partnerlanden bestrijken.


De Commissie heeft haar activiteiten opgevoerd om gevolg te geven aan haar TSD-evaluatie van 2022.

In overeenstemming met de conclusies van de TSD-evaluatie heeft de Commissie haar belofte gestand gedaan om het maatschappelijk middenveld beter te betrekken bij de uitvoering en handhaving.

- Het verbeterde klachtenmechanisme met betrekking tot vermeende TSD-schendingen die bij het centrale toegangspunt (SEP) van de Commissie worden gemeld, bevat specifieke termijnen waarbinnen de Commissie moet reageren (zie hieronder).

- De Commissie is ook begonnen met het vaststellen van landspecifieke prioriteiten, met nauwe betrokkenheid van de interne adviesgroepen (DAG’s, domestic advisory groups) van de EU. Het doel is de uitvoering van de TSD-verbintenissen doeltreffender te maken.

De Commissie heeft ook concrete stappen ondernomen om samen te werken met partnerlanden die TSD-verbintenissen zijn aangegaan. In 2022 werden de TSD-comités binnen de handelsovereenkomsten van de EU gebruikt om:

- partners te betrekken bij belangrijke inhoudelijke elementen van de TSD-evaluatie, met name wat betreft de uitvoering van normen inzake veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) met het oog op een veilige en gezonde werkomgeving, die een nieuw fundamenteel beginsel en recht op het werk wordt, en een dialoog aan te gaan met bepaalde partners over de overeenkomstige verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) (C155 en C187);

- te pleiten voor transparantere procedures, met name over de samenstelling van de interne adviesgroepen (DAG’s) van partnerlanden, ter ondersteuning van de contacten tussen DAG’s en met het maatschappelijk middenveld in het algemeen;

- het inzicht van de partners in onlangs vastgestelde of voorgestelde EU-wetgeving inzake duurzaamheid te vergroten (zoals EU-verordeningen inzake ontbossing en koolstofgrenscorrectie, en ook het voorstel voor een verordening inzake gedwongen arbeid) en tegemoet te komen aan de bezorgdheid van partners over de gevolgen voor de handelsbetrekkingen met de EU.


De eerste formele klacht over TSD is ontvangen en de voorlopige beoordeling is afgerond47

De klacht betreft arbeidsrechten in de mijnbouwsector in Peru en Colombia. De Commissie heeft de klager, de Nederlandse ngo CNV Internationaal, op 13 januari 2023 in kennis gesteld van de resultaten van haar voorlopige beoordeling. De Commissie heeft Peru en Colombia ook op de hoogte gebracht en informatie over deze vermeende situatie op haar website gepubliceerd48. In de voorlopige beoordeling werden potentiële tekortkomingen vastgesteld bij de handhaving van de arbeidswetgeving in beide landen. De Commissie werkt nu verder met die landen samen om een vervolg te geven aan de vastgestelde potentiële tekortkomingen.

De Commissie heeft ten volle gebruikgemaakt van de handelsovereenkomst, met name de bepalingen inzake dialoog en samenwerking op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling, en van andere kanalen. De Commissie werkt hierbij ook samen met de IAO.

In juni 2022 publiceerde de Commissie de herziene operationele richtsnoeren voor het centrale toegangspunt. De herziene richtsnoeren bieden belanghebbenden die vermeende TSD-inbreuken melden meer transparantie en voorspelbaarheid en vermelden ook de termijnen waarbinnen de Commissie TSD-klachten afhandelt: 10 werkdagen om de ontvangst van een klacht te bevestigen, 20 voor een eerste vervolgcontact met de klager en maximaal 120 werkdagen om de voorlopige beoordeling af te ronden (afhankelijk van de complexiteit van de zaak).


Tijdens de verslagperiode is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de TSD-verbintenissen op het gebied van arbeid

Op het gebied van arbeid werd vooruitgang geboekt bij de ratificatie en inwerkingtreding van de belangrijkste IAO-verdragen in verschillende partnerlanden:


- Japan heeft IAO-Verdrag nr. C105 betreffende de afschaffing van dwangarbeid geratificeerd. Het verdrag is in juli 2023 in werking getreden. Japan blijft vastbesloten verdere vooruitgang te boeken met de ratificatie van het nog lopende IAO-Verdrag betreffende discriminatie (C111), maar er moeten nog concretere maatregelen en termijnen worden uitgewerkt.


- In Midden-Amerika ratificeerde Panama de belangrijkste internationale arbeidsverdragen inzake arbeidsinspecties en moederschap en het protocol van 2014 bij het Verdrag betreffende dwangarbeid.


- In Zuid-Korea zijn in april 2022 drie belangrijke verdragen in werking getreden, namelijk betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87), het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98) en dwangarbeid (nr. 29). Er is ook enige vooruitgang geboekt met de ratificatie van Verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van dwangarbeid: in 2022 publiceerde Zuid-Korea een studie waarin werd vastgesteld welke nationale bepalingen moeten worden gewijzigd om aan dit IAO-verdrag te voldoen. In september 2022 organiseerde de Commissie een bijeenkomst voor belanghebbenden met het Zuid-Koreaanse maatschappelijk middenveld en zij voert een afzonderlijke studie uit om de Zuid-Koreaanse studie te valideren. De EU is deze kwestie op alle niveaus bij Zuid-Korea blijven aankaarten.


Met de voltooiing van de eerste stap (ratificatie) is de focus van de uitvoering verschoven van ratificatie naar de uitvoering en toepassing van de belangrijkste IAO-verdragen door de handelspartners, hetgeen de Commissie nauwlettend blijft volgen.


In dit verband werden in 2022 enkele geruststellende trends en ontwikkelingen waargenomen, aangezien de binnenlandse arbeidswetgeving in een aantal partnerlanden wordt herzien en verbeterd in het kader van de uitvoering van hun TSD-verbintenissen.


- Zo wordt in Vietnam gewerkt aan een bredere hervorming van het arbeidswetboek (met inbegrip van een besluit om de oprichting van onafhankelijke vakbonden mogelijk te maken). Deze hervorming zal waarschijnlijk ook een positief effect hebben op de DAG van Vietnam, waaraan ook onafhankelijke werknemersorganisaties moeten gaan deelnemen.


- De samenwerking van de EU en Japan op het gebied van wetgeving inzake passende zorgvuldigheid in de TSD-comités en de intersessionele technische vergaderingen hebben bijgedragen aan de in september 2022 gepubliceerde richtsnoeren van Japan inzake passende zorgvuldigheid op het gebied van mensenrechten. De richtsnoeren hebben betrekking op dezelfde arbeidsnormen als in het TSD-hoofdstuk van de EPO, en zijn onder meer gericht op het vergroten van de mate waarin Japanse ondernemingen verantwoordelijk en in overeenstemming met de internationale normen zaken doen.


- Singapore heeft aangegeven te werken aan wetgeving om discriminatie op de werkplek te verbieden (hetgeen tot nu toe alleen op vrijwillige basis gebeurde).


- Georgië heeft een volwaardige arbeidsinspectie opgericht met een uitgebreid mandaat.


- Na besprekingen in de TSD-comités en met belanghebbenden ter plaatse hebben Colombia en Peru lacunes in de arbeidswetgeving vastgesteld en besloten hun respectieve arbeidswetboeken te herzien.


TSD-bepalingen in preferentiële handelsovereenkomsten op het gebied van milieu en arbeid hebben geleid tot gerichtere samenwerking tussen de partijen


Wat milieubescherming betreft, werd in de verslagperiode geleidelijk vooruitgang geboekt bij de uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten en bij de benadering van de circulaire economie in het kader van de ecologische transitie. Vietnam is bijvoorbeeld in dialoog met de EU over de circulaire economie, waarbij het TSD-hoofdstuk en de handelsovereenkomst tussen de EU en Vietnam als geheel een belangrijke rol spelen.


De Commissie blijft sterk investeren in samenwerking om de milieubepalingen in haar handelsovereenkomsten uit te voeren, ook met ontwikkelde handelspartners in Zuidoost-Azië. Dit omvatte de bevordering van de samenwerking met Singapore op het gebied van technologieën ter ondersteuning van de groene en digitale transitie (op basis van de gezamenlijke workshop van de DAG’s over digitale economie in samenhang met duurzaamheid van 24 maart).


De EU heeft in 2022 technische samenwerking voor duurzaamheidsdoelstellingen gefinancierd


- In Midden-Amerika ondersteunen samenwerkingsprojecten hervormingsprocessen en capaciteitsopbouw om partners te helpen hun verbintenissen op het gebied van arbeid na te komen. Een voorbeeld hiervan is een door de EU gefinancierd IAO-programma voor Guatemala ter uitvoering van een IAO-routekaart inzake vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen.


- In Vietnam steunt het programma ter bevordering van fatsoenlijk werk van de EU en Vietnam, met een budget van 13,5 miljoen EUR over een periode van zes jaar, acties betreffende de arbeidsverhoudingen, de vrijheid van vereniging en collectieve onderhandelingen, alsook de oprichting en werking van onafhankelijke vakbonden en arbeidsinspecties.


Interne adviesgroepen hebben opnieuw veel bijgedragen tot de verwezenlijking van de TSD-doelstellingen in het kader van 11 EU-handelsovereenkomsten die 18 landen bestrijken


Bijdragen van DAG’s, die ter plaatse in de partnerlanden de situatie bewaken, versterken het standpunt van de Commissie bij de naleving van de TSD-verbintenissen:


- Zo werd in Ecuador in de gezamenlijke bijdragen van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in 2021 gewezen op moeilijkheden bij de registratie als vakbond van een van de werknemersorganisaties in de bananensector; dit heeft tot handhavingsmaatregelen geleid. De Commissie nam de kwestie op en sprak haar bezorgdheid uit over de schending van fundamentele arbeidsverplichtingen en herinnerde aan de aanbevelingen van de IAO. De Commissie is blijven samenwerken met de vakbonden in Ecuador, met name in de bananensector, en blijft hun zaak ondersteunen in besprekingen met de Ecuadoraanse regering.


- De DAG van de EU en Zuid-Korea heeft de Commissie in 2021 gewezen op een geval van vermeende discriminatie van bezorgers in Zuid-Korea, met betrekking tot de erkenning van hun recht op collectieve onderhandelingen. De Commissie heeft deze zaak verder besproken met Zuid-Korea in het kader van de uitvoering van het verslag van het deskundigenpanel.


- Meer recentelijk heeft de DAG van het Verenigd Koninkrijk en de EU de aandacht van de Commissie gevestigd op een aantal nalevingskwesties, die aan de orde zijn gesteld in besprekingen met het VK in de relevante institutionele organen. Deze omvatten een vermindering van het aantal arbeidsinspecties in het VK in verband met de toezegging van het VK om een doeltreffend systeem van binnenlandse handhaving in stand te houden. Dit punt werd aan de orde gesteld in het Gespecialiseerd Handelscomité (TSC) voor het gelijke speelveld, op basis van de zorgen van de interne adviesgroep van de EU.


De DAG’s bleven ook input leveren over wederzijdse punten van belang en van bezorgdheid voor de partijen bij handelsovereenkomsten van de EU, door middel van onderzoek naar thema’s op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling. Het gaat onder meer om studies in opdracht van DAG’s van de EU en partnerlanden, die bijdragen tot samenwerking en wederzijds begrip tussen de partijen op het gebied van duurzaamheidskwesties. Voorbeelden hiervan zijn een studie over eerlijke handel tussen de EU en de Andesregio en een bureaustudie over platformwerk en institutionele bescherming in met name Zuid-Korea en de EU, die medio maart 2022 is gepubliceerd.


Daarnaast zijn de DAG’s van de EU in 2022 actief blijven samenwerken met het maatschappelijk middenveld in partnerlanden. De betrokkenheid van de DAG’s van de EU met het maatschappelijk middenveld ter plaatse (onder meer via fora van het maatschappelijk middenveld of soortgelijke constructies in het kader van EU-handelsovereenkomsten) heeft ook bijgedragen tot vooruitgang in handels- en duurzaamheidskwesties, zelfs in gevallen waarin de praktische opzet van DAG’s van derde landen nog steeds tekortkomingen vertoonde. Een aantal voorbeelden:


- In Vietnam hielp de betrokkenheid ter plaatse van de DAG EU-Vietnam en de EU-delegatie een proces op gang te brengen dat leidde tot de oprichting van een DAG in het najaar van 2021, waarna het aantal leden in 2022 werd verhoogd van drie tot zeven.


- In Japan heeft de DAG van de EU met een aantal Japanse deelnemers aan de gezamenlijke dialoog met het maatschappelijk middenveld een aantal belangrijke samenwerkingsthema’s vastgesteld, namelijk verantwoord ondernemerschap, zorgvuldigheid en ratificatie van IAO-verdragen. Dit zorgde voor een positieve dynamiek.


- De pro-actieve betrokkenheid van de EU-DAG in de Andeslanden heeft geleid tot wederzijds gesteunde individuele verklaringen van de Colombiaanse DAG, de Ecuadoraanse DAG en de Peruaanse schaduw-DAG tijdens het Forum voor het maatschappelijk middenveld op 28 oktober 2022.


De Commissie heeft in 2022 de lopende financiële steun voor de werkzaamheden van de DAG’s veiliggesteld: het in 2018 door de Commissie aanbestede project van 3 miljoen EUR ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in het kader van handelsovereenkomsten is verlengd tot eind 2024 en wordt momenteel verlengd tot eind 2026.


D. Evaluatie van het effect van handelsovereenkomsten om uitvoeringswerkzaamheden te onderbouwen49


De Commissie heeft tijdens de verslagperiode verder aandacht besteed aan de bevindingen van de studie ter ondersteuning van de evaluatie achteraf van de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andeslanden50.


In september 2022 is het eindverslag van de studie ter ondersteuning van de evaluatie achteraf van de handelsovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika gepubliceerd, waarover de Commissie in juni 2023 haar hoofdverslag (werkdocument van de diensten van de Commissie) heeft uitgebracht. De Commissie beoordeelt het verslag nu en bereidt haar werkdocument voor om de evaluatie achteraf af te ronden.


Beide evaluaties werpen licht op de stand van de uitvoering van de overeenkomsten en de gevolgen ervan voor de EU en de partnerlanden, waarbij wordt gekeken naar economische, sociale en milieuaspecten. Zij bevestigen de aanpak van de Commissie ten aanzien van de uitvoering met de Latijns-Amerikaanse en Midden-Amerikaanse partners en leveren verdere informatie om haar uitvoerings- en handhavingsstrategie verder te verfijnen.


Tegelijkertijd wordt verder gewerkt aan de evaluatie achteraf van de diepe en brede vrijhandelszones met Georgië en Moldavië. Het werkdocument van de diensten van de Commissie wordt momenteel voorbereid.


Tot slot is begonnen met een evaluatie achteraf van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de SADC.

III. Kleine en middelgrote ondernemingen helpen wegwijs te worden in de wereldhandel


De voordelen van EU-handelsovereenkomsten zijn voor kmo’s (die 93 % van de EU-exporteurs uitmaken) met name relevant wanneer zij op zoek zijn naar nieuwe zakelijke kansen in het buitenland. Zelfs wanneer zij niet rechtstreeks handel drijven met markten van derde landen, komen de overeengekomen verbintenissen ook ten goede aan kmo’s vanwege hun rol in de mondiale toeleveringsketen, bijvoorbeeld wanneer zij optreden als leveranciers van grotere bedrijven. In 2022 bleef de Commissie kmo’s voorlichten over de voordelen van EU-handelsovereenkomsten en de benutting ervan.


A. Access2Markets verbeteren en bevorderen

Het in oktober 2020 gelanceerde platform Access2Markets bevat uitgebreide praktische informatie die bedrijven nodig hebben wanneer zij zaken doen in het buitenland, met inbegrip van tarieven, belastingen en procedures voor 135 uitvoermarkten en alle markten van herkomst. Het platform is door meer dan vijf miljoen personen gebruikt51 en de Commissie heeft meer dan 9 000 kmo’s opgeleid op het platform. Naast het organiseren van virtuele opleidingsseminars op kwartaalbasis, met vertolking van Engels naar EU-talen, heeft de Commissie/DG TRADE 30 door de lidstaten en het bedrijfsleven georganiseerde opleidingsevenementen ondersteund. Het gaat onder meer om de top EU-Afrika van 2022, de in samenwerking met het Franse voorzitterschap van de Raad georganiseerde Access2Markets-opleiding, de opleiding met het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan, de EU-Canadese Kamer van Koophandel en de opleiding tijdens de jaarlijkse conferentie van het Enterprise Europe Network in 2022.


Access2Markets en de belangrijkste instrumenten ervan werden in 2022 opnieuw geactualiseerd:


- Het zelfbeoordelingsinstrument voor oorsprongsregels (ROSA, Rules of Origin Self-Assessment) wordt ongeveer 470 keer per dag gebruikt. De dekking ervan werd in 2022 verder uitgebreid: ROSA omvat nu 31 handelsovereenkomsten van de EU, die in totaal 119 partnerlanden bestrijken (waaronder de 65 ontwikkelingslanden die voor hun uitvoer naar de EU profiteren van het stelsel van algemene preferenties). Bovendien zijn per juni 2023 de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen de EU en Canada, de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (TCA, Trade and Cooperation Agreement), de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan en het stelsel van algemene preferenties beschikbaar in alle EU-talen. De nieuwe versie van het zelfbeoordelingsinstrument voor oorsprongsregels is voor de meeste vrijhandelsovereenkomsten van de EU beschikbaar. ROSA is volledig vernieuwd met een nieuwe interface52 (ROSA 2) en vereenvoudigde vragen, waardoor bedrijven minder tijd nodig hebben om hun zelfbeoordeling af te ronden en het proces voor gebruikers verder is vereenvoudigd.


- Het in september 2021 gelanceerde instrument Access2Procurement (A2P) helpt bedrijven te bepalen of een specifieke aanbesteding valt onder de internationale verbintenissen die Canada en Japan zijn aangegaan in hun bilaterale handelsovereenkomsten met de EU. Sinds de invoering van het instrument hebben gebruikers 5 395 beoordelingen uitgevoerd, met ongeveer 270 maandelijkse beoordelingen in 2022. De toevoeging van de Verenigde Staten aan Access2Procurement is voltooid en officieel van start gegaan op 4 juli 2023. Het Verenigd Koninkrijk wordt als volgende land toegevoegd.


- Aan het platform is in 2022 een handelsondersteunend instrument voor diensten en investeringen toegevoegd (“My Trade Assistant for Services and Investment”). Dit instrument bestrijkt tot dusver twee landen, Canada en het Verenigd Koninkrijk, en drie sectoren: juridische, boekhoudkundige en zeevervoerdiensten. Het instrument is sinds de lancering 9 000 keer geraadpleegd. Voor meer dan 90 dienstensectoren op vier uitvoermarkten — Canada, Japan, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk — wordt geleidelijk informatie toegevoegd.


- In Access2Markets worden geleidelijk dienstenstatistieken geïntegreerd: deze zijn gebaseerd op de “Bop-Its6” -gegevenssets van Eurostat en hebben betrekking op de volgende sectoren: productiediensten, onderhoud en reparatie, vervoer, reizen, bouw, verzekeringen en pensioenen, financiële diensten, telecommunicatie, computer- en informatiediensten, overige zakelijke diensten en persoonlijke, culturele en recreatiediensten.


B. Tegemoetkomen aan specifieke behoeften van kmo’s: kmo-hoofdstukken in handelsovereenkomsten en -centra in Japan en China


Een aantal handelsovereenkomsten van de EU bevat specifieke kmo-bepalingen53 om kmo’s te helpen essentiële informatie te verkrijgen die nodig is om toegang te krijgen tot elkaars markten. De Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada (CETA) bevat een aanbeveling over kmo’s54, terwijl de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan (EPO EU-Japan) en de handels- en de TCA tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk kmo-hoofdstukken bevatten. De contactpunten aan beide zijden zorgen ervoor dat bij de uitvoering van de overeenkomst rekening wordt gehouden met de belangen van kmo’s en dat kmo’s toegang hebben tot de meest recente informatie. In dit verband hebben de kmo-contactpunten die in maart 2023 in het kader van CETA zijn opgericht, een speciaal webinar georganiseerd om ervaringen en informatie uit te wisselen over elkaars beleidsinitiatieven en -programma’s om kmo’s te helpen internationaliseren. Gedurende de looptijd van de CETA is het aantal kmo’s dat naar Canada exporteert met 43 % gestegen. De kmo-contactpunten die in het kader van de EPO tussen de EU en Japan zijn opgericht, zijn in juni 2022 bijeengekomen om de activiteiten te presenteren die zij hebben ondernomen om uitvoering te geven aan het kmo-hoofdstuk, en hebben in maart 2023 hun meest recente gezamenlijke activiteitenverslag55 gepubliceerd.


In 2022 is de Commissie kmo’s blijven bijstaan via speciale kmo-centra in Japan en China om kmo’s wegwijs te maken op deze markten.


Het EU-Japan Centre for Industrial Cooperation (Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan)56 heeft met de hulp van zijn speciale EPO-helpdesk57 onder meer de volgende activiteiten uitgevoerd:


- opleiding voor 77 managers uit de EU (“Get Ready for Japan” — wees klaar voor Japan, “World Class Manufacturing” — productie van wereldklasse);
- 41 webinars of podcasts over zakendoen in Japan, met meer dan 1 200 deelnemers;
- 20 marktinformatieverslagen die gratis toegankelijk zijn voor Europese bedrijven;
- 28 B2B-evenementen die meer dan 830 ontmoetingen tussen Europese en Japanse ondernemingen58 mogelijk maakten, waaruit 15 partnerschapsovereenkomsten zijn voortgekomen.


Het kmo-centrum van de EU in China59 adviseert belanghebbenden uit het bedrijfsleven over de ontwikkeling van commerciële activiteiten op de Chinese markt en ondersteunt de uitwisseling van beste praktijken. In 2022 organiseerde het onder andere:


- 37 opleidingssessies/webinars in China en de EU voor meer dan 3 000 kmo’s in de EU;
- 22 belangenbehartigingsactiviteiten, waaronder beleidsbijeenkomsten en lobbyactiviteiten met Chinese en Europese overheidsfunctionarissen, denktanks en bedrijfsorganisaties;
- 10 uitvoerrichtsnoeren, sectorverslagen en artikelen in de zakelijke pers;
- meer dan 300 gevallen van specifieke technische bijstand aan Europese kmo’s.


C. Samenwerking met het Enterprise Europe Network (EEN) ter ondersteuning van kmo’s


De Commissie/DG Handel werkt steeds nauwer samen met het Enterprise Europe Network60 (“het netwerk”), dat opnieuw is gelanceerd in het kader van het EU-programma voor de interne markt. De partners in dit netwerk hebben een specifiek mandaat om EU-handelsovereenkomsten te bevorderen. In de opdracht van de meest recente oproep tot het indienen van voorstellen voor het netwerk staat dat de netwerkpartners “kmo’s moeten helpen optimaal gebruik te maken van de lopende vrijhandelsovereenkomsten van de EU (handelsovereenkomsten) met derde landen”. Het beschikbare budget voor de oproep bedraagt 164,5 miljoen EUR voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2025. Van netwerkadviseurs wordt ook verwacht dat zij verslag uitbrengen over de resultaten die de bedrijfsadviesdiensten hebben opgeleverd voor Europese bedrijven.


De structuren van het EEN worden steeds meer ingezet om handelsovereenkomsten van de EU te bevorderen


In 2022 heeft het netwerk een speciale deskundigengroep (“thematische groep internationalisering”) opgericht die zich bezighoudt met de internationalisering van kmo’s en waarvan de werkzaamheden worden gevolgd door 290 netwerkadviseurs. Er is een speciale contactpersoon aangewezen om netwerkadviseurs beter in staat te stellen hun zakelijke klanten te helpen de mogelijkheden van EU-handelsovereenkomsten te benutten.


Met nieuwe oproepen tot het indienen van voorstellen en blijken van belangstelling in 2022 heeft het netwerk zich buiten de grenzen van de EU uitgebreid met netwerkknooppunten in landen waarmee de EU een bilaterale handelsovereenkomst of een douane-unie heeft gesloten, zoals Turkije, Singapore, of Zuid-Korea.


Een groot aantal netwerkactiviteiten is gericht op de toegang van kmo’s tot de voordelen die handelsovereenkomsten bieden


Via zijn contacten met 500 toonaangevende bedrijfsondersteunende organisaties in Europa blijft het netwerk de opleidingsinspanningen van DG TRADE over EU-handelsovereenkomsten en Access2Markets uitbreiden. In 2022 voerde het netwerk opnieuw een lange reeks extra promotieactiviteiten uit om kmo’s te helpen buitenlandse markten te leren kennen en daar te opereren en de concurrentie aan te gaan. Deze werkzaamheden zijn onder andere:


- een workshop over EU-handelsovereenkomsten en Access2Markets tijdens de jaarlijkse EEN-conferentie in Praag in oktober 2022, met deelname van 40 netwerkadviseurs ter plaatse en ongeveer 60 online;


- een opleidingssessie voor opleiders in november 2022 met externe consultants, met behulp van praktijkstudies. De deelnemers is verzocht de sessie te reproduceren en de inhoud binnen 6 maanden in hun nationale netwerken te verspreiden;


- begin 2023 is een tweemaandelijkse stamtafel voor kenners van handelsovereenkomsten van start gegaan; in dit verband adviseren deskundigen op het gebied van externe handel netwerkadviseurs over hoe zij concrete problemen kunnen oplossen waarmee hun klanten worden geconfronteerd bij de invoer en/of uitvoer naar landen buiten de EU.


D. Samenwerking met organisaties voor handelsbevordering


De Commissie blijft samenwerken met de organisaties voor handelsbevordering in de lidstaten om hen op de hoogte te houden van de handelsovereenkomsten van de EU en Access2Markets. In 2022 zette de Commissie ook haar uitwisseling voort met Trade Promotion Europe (TPE)61, waarbij 27 organisaties voor handelsbevordering uit 17 lidstaten zijn aangesloten. Met zijn brede netwerk van meer dan 170 kantoren in de EU en meer dan 400 buiten de EU heeft TPE een belangrijke rol als vliegwiel. De Commissie steunt de inspanningen van TPE om de bekendheid van de preferentiële handelsovereenkomsten van de EU en de voordelen ervan bij haar leden te vergroten. Deze steun kreeg onder andere de vorm van een reeks gespecialiseerde opleidingssessies, zoals het masterclassprogramma voor exportbeheer, dat in maart 2023 van start is gegaan62.


E. Activiteiten ter ondersteuning van kmo’s op multilateraal niveau (WTO)


De EU heeft in 2022 haar steun voor de uitvoering van het pakket van 2020 voor micro-ondernemingen en kmo’s63 voortgezet en aan het WTO-secretariaat verslag uitgebracht over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het pakket door de EU. In dit verband stuurt de EU regelmatig tarifaire en niet-tarifaire gegevens naar de twee informatieplatforms in het kader van het pakket: de Global Trade Helpdesk (wereldwijde handelsondersteuning) en de geïntegreerde WTO-databank. De EU heeft ook herhaaldelijk terugkoppeling en steun gegeven voor initiatieven van het WTO-secretariaat om informatie te delen, onder meer over de wijze waarop de bepalingen inzake micro-ondernemingen en kmo’s in de databank voor regionale handelsovereenkomsten kunnen worden verbeterd64.

IV. Belemmeringen aanpakken en oplossingen vinden


IV.1 Stand van zaken met betrekking tot handelsbelemmeringen en de opheffing ervan

In 2022 bleef het mondiale handelsklimaat complex. De eenzijdige en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne had aanzienlijke gevolgen voor de internationale handel, na gezamenlijke druk van geallieerde landen en andere landen om Rusland te belemmeren bij de voortzetting van zijn agressie, terwijl andere landen maatregelen hebben genomen om hun binnenlandse markten te beschermen. Voorts werden in sommige regio’s de protectionistische beleidsmaatregelen en praktijken in stand gehouden die tijdens de COVID-19-periode een hoogtepunt bereikten, met de nodige uitdagingen voor bedrijven die op die markten actief zijn. Daarom is het belangrijk te blijven werken aan het opsporen, aankaarten en oplossen van handelsbelemmeringen.


A. Geregistreerde handels- en investeringsbelemmeringen per 31 december 2022

Zoals aangegeven in de onderstaande tabel waren er eind 2022 448 actieve handels- en investeringsbelemmeringen in 64 derde landen opgenomen in de databank Access2Markets van de Commissie.

Soort maatregelAantal belemmeringen
Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS)99
Technische handelsbelemmeringen (TBT)79
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen79
Administratieve procedures37
Andere maatregelen*37
Diensten en investeringen36
Intellectuele-eigendomsrechten (IER)36
Overheidsopdrachten29
Uitvoerbelastingen en -beperkingen16
Totaal448

* Andere maatregelen zijn belemmeringen in verband met handelsbeschermingsinstrumenten (HBI’s) en met subsidies en maatregelen die van invloed zijn op de mededinging.

Het aantal handels- en investeringsbelemmeringen waarmee EU-bedrijven bij uitvoer naar derde landen worden geconfronteerd is dus stabiel gebleven ten opzichte van 2021, toen 455 belemmeringen werden genoteerd.

Wat betreft de registratiedatum van de eind 2022 geregistreerde handelsbelemmeringen, was 34 % geregistreerd in de afgelopen 5 jaar (zoals blijkt uit figuur 5), is 38 % tussen 6 en 10 jaar oud, terwijl 27 % van alle belemmeringen al meer dan 10 jaar op de lijst staat.

Figuur 5: Aantal belemmeringen volgens registratiedatum


De gemiddelde “duur” van belemmeringen met China, Rusland, India en de Verenigde Staten (de grootste niet-preferentiële partners) bedraagt 10 jaar: 103 van de 117 belemmeringen voor deze landen werden vóór 2019 geregistreerd. Voor belemmeringen die in andere landen zijn geregistreerd, is de gemiddelde duur daarentegen ongeveer 8,7 jaar.

In sommige van deze gevallen vond het bedrijfsleven alternatieve routes om de belemmeringen weg te nemen, of besloot eenvoudigweg zich op andere markten te richten. Toch is de informatie van Access2Markets over het bestaan van deze belemmeringen nog steeds waardevol voor ondernemingen wanneer zij zaken doen in de betrokken landen. De Commissie herziet geleidelijk de oudere belemmeringen per land en sector, in samenwerking met de betrokken lidstaten en belanghebbenden. Bij punt C hieronder staan enkele recente voorbeelden van hoe de Commissie er samen met de lidstaten en het bedrijfsleven in is geslaagd belemmeringen op te heffen die de uitvoer uit de EU al meer dan 10 jaar beïnvloedden.

Wat betreft de soorten belemmeringen die in 2022 gangbaar waren, zoals blijkt uit figuur 6, bleven SPS-maatregelen de grootste categorie handelsbelemmeringen (99), goed voor bijna een kwart van alle geregistreerde belemmeringen. Daarachter volgden TBT-maatregelen (79 belemmeringen) en tariefmaatregelen en kwantitatieve beperkingen (79 belemmeringen). Samen vertegenwoordigden deze drie categorieën handelsbelemmeringen bijna 60 % van alle actieve belemmeringen, hetgeen de trend van 2020 en 2021 weerspiegelt.

Er zijn 36 belemmeringen geregistreerd op het gebied van diensten, die betrekking hebben op 20 verschillende derde landen. De grootste getroffen dienstensector is vervoer, met 10 geregistreerde belemmeringen, gevolgd door financiële diensten, energie, postdiensten, bedrijven, bouw, recreatie, distributie en andere diensten.


Figuur 6: Soorten belemmeringen in 2022


Figuur 7 toont de handelspartners waar in 2022 de meeste belemmeringen werden geregistreerd: China had nog steeds de meest geregistreerde belemmeringen (38), gevolgd door Rusland (32), India (29), de Verenigde Staten (24) en Indonesië (21).


Figuur 7: Aantal belemmeringen per handelspartner in 2022


De situatie is dezelfde als in 2021, behalve dat India en de Verenigde Staten van plaats zijn gewisseld.

Met China werd één handelsbelemmering opgeheven.


De kaart in figuur 8 toont de geografische spreiding van de belemmeringen tegen eind 2022. Met uitzondering van de bovengenoemde derde landen waren er in 2022 10 of meer belemmeringen in onder meer Brazilië (19), Zuid-Korea (18), Australië (16), Algerije (13), Mexico (12), Egypte (11), Maleisië (10) en Vietnam (10). Dit weerspiegelt de situatie in 2021, zij het dat er in zowel Australië als Algerije een belemmering is bijgekomen.


Figuur 8: Geografische spreiding van de belemmeringen per handelspartner (eind 2022)


B. De ontwikkeling van handels- en investeringsbelemmeringen in 2022

De meestvoorkomende soorten nieuwe belemmeringen waren sanitaire en fytosanitaire (SPS) belemmeringen en tarieven en gelijkwaardige en kwantitatieve beperkingen (drie nieuwe geregistreerde belemmeringen voor elk type), gevolgd door technische handelsbelemmeringen (TBT) en IER-maatregelen. In 2022 bleef het aantal nieuwe SPS-belemmeringen op een relatief laag niveau (3), net als in 202165 (2), in vergelijking met het aantal nieuwe SPS-belemmeringen dat in 2020 werd geregistreerd (13).

Wat het aantal nieuwe belemmeringen betreft, werden in 2022 10 belemmeringen geregistreerd, 6 minder dan in 2021. De dalende trend zette zich dus voort, zij het minder sterk dan tussen 2020 en 2021 (van 41 naar 16). Deze daling begon in 2021, deels als gevolg van de COVID-19-pandemie. De afname van de registratie van nieuwe belemmeringen kan ook verband houden met een verscherpt toezicht sinds de lancering van het centrale toegangspunt in 2020 van kwesties voordat zij worden geregistreerd (zie punt IV.2 hieronder).

De onderstaande tabel toont 2022 in vergelijking met de situatie in 2021.

Soort maatregelNieuwe belemmeringen66

2022
Nieuwe belemmeringen 2021
SPS32
TBT26
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen32
Administratieve procedures01
Diensten en investeringen01
Overige maatregelen6702
IER20
Overheidsopdrachten02
Uitvoerbelastingen en -beperkingen00
Algemeen totaal1016


Wat de sectoren betreft die het vaakst door nieuwe belemmeringen worden getroffen, is de situatie in 2022 een afspiegeling van 2021: landbouw en visserij werden opnieuw de grootste categorie, met vijf nieuwe belemmeringen.

Soort sectorAantal nieuwe belemmeringen
Landbouw en visserij5
Horizontaal3
Wijn en gedistilleerde dranken1
Andere bedrijfstakken1
Totaal10


Wat de geografische spreiding van nieuwe belemmeringen betreft, was het grootste aantal in het zuidelijk nabuurschap (4), gevolgd door Latijns-Amerika (2), Zuid- en Zuidoost-Azië (3) en Noord-Amerika (1).


C. In 2022 opgeloste belemmeringen

In 2022 zijn 31 belemmeringen weggenomen in 19 partnerlanden (acht minder dan in 2021). Er zijn verschillende strategieën en instrumenten gecombineerd, waaronder diplomatieke inzet en het institutionele kader van bilaterale handelsovereenkomsten en de WTO.

Soort maatregelOpgeloste belemmeringen 2022Opgeloste belemmeringen 2021
SPS1415
TBT46
Tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen46
Administratieve procedures13
Diensten en investeringen32
Andere maatregelen*31
IER03
Overheidsopdrachten11
Uitvoerbelastingen en -beperkingen12
Totaal3139


In 2022 vormden SPS-belemmeringen met 14 opgeloste belemmeringen opnieuw de grootste categorie.

Deze opgeloste belemmeringen hadden een direct positief effect op EU-exporteurs in veel sectoren, met name de levensmiddelensector.

- Zo hebben de VS, na 24 jaar gesloten te zijn voor de invoer van schapen- en geitenvlees uit de EU, de invoervoorwaarden voor schapen- en geitenproducten uiteindelijk gewijzigd om deze in overeenstemming te brengen met de internationale normen. Dit maakte een geleidelijke herstart van de EU-uitvoer mogelijk.


- Een belasting van 10 % op EU-dranken (met name bier) in Costa Rica werd in februari 2023 door dit land afgeschaft, na voortdurende bilaterale contacten met de institutionele organen die in het kader van de associatie tussen de EU en Midden-Amerika zijn opgericht. De uitvoer van bier uit de EU naar Costa Rica bedroeg 7 miljoen EUR in 2020, zodat de 10 % goed kan zijn voor 0,7 miljoen EUR68.


De op één na meest voorkomende soorten handelsbelemmeringen die in 2022 werden opgelost, waren belemmeringen in verband met technische handelsbelemmeringen (TBT) en tarieven en equivalenten en kwantitatieve beperkingen.

- Een van de opgeloste belemmeringen in de categorie TBT was de reeds lang bestaande belemmering in verband met technische specificaties die Hongkong vanaf 2015 toepast op openbare lichte bussen, waardoor de uitvoer van lichte bussen met de Euro VI-standaard uit de EU de facto werd geblokkeerd. Na intensieve bilaterale contacten, onder meer tijdens de bijeenkomsten in het kader van de gestructureerde dialoog tussen de EU en Hongkong, werd de Hongkongse wegenverkeerswet in september 2022 gewijzigd, waardoor een markt voor EU-fabrikanten ter waarde van ongeveer 200 miljoen EUR werd opengesteld.


- In de categorie tarieven en equivalente belemmeringen waren er de discriminerende praktijken waarmee de sector wijnen en gedistilleerde dranken van de EU te maken had in Mozambique. Mozambique had in 2022 een verplicht controlestempel ingevoerd, waarvoor bij ingevoerde alcoholhoudende producten meer moest worden betaald dan voor binnenlandse producten. Na intensieve belangenbehartiging door de Commissie (in samenwerking met de lidstaten en het bedrijfsleven) werden de tarieven voor de stempels in mei 2022 voor binnenlandse en ingevoerde producten op hetzelfde niveau vastgesteld.

Wat de geografische dekking (d.w.z. het aantal opgeloste belemmeringen per handelspartner) betreft, blijkt uit figuur 9 dat volledige of gedeeltelijke oplossingen betrekking hadden op 19 EU-handelspartners. In tegenstelling tot de situatie in 2021, toen Zuid-Korea, Egypte en Canada (wederpartijen in handelsovereenkomsten) de drie landen met de meeste opgeloste belemmeringen waren, stonden in 2022 India, de Verenigde Staten en Venezuela (landen waarmee de EU geen preferentiële handelsovereenkomst heeft gesloten) bovenaan de lijst.

Figuur 9: Aantal opgeloste belemmeringen per partnerland (2022)


Figuur 10 toont de brede waaier van sectoren die profiteren van de inspanningen om de markttoegang voor EU-bedrijven in derde landen te verbeteren. De sector met de meest opgeloste handelsbelemmeringen was landbouw en visserij, goed voor 45 % van alle opgeloste belemmeringen. Zes van de opgeloste belemmeringen behoorden tot de categorie “horizontaal” en betroffen producten in meer dan één sector, die dus niet aan één enkele sector kunnen worden toegeschreven. Drie ervan betroffen de dienstensector. Deze verdeling weerspiegelt grotendeels de situatie in 2021.


Figuur 10: Aantal opgeloste belemmeringen per sector (2022)




Het markttoegangspartnerschap en het effect ervan in 2022

Bij het aanpakken van belemmeringen werkt de Commissie nauw samen met de lidstaten en belanghebbenden in de EU. Dit gebeurt in het kader van het markttoegangspartnerschap, dat een centraal onderdeel van de strategie voor het aanpakken van belemmeringen blijft. In het partnerschap komen de Commissie, de lidstaten en de bedrijfsorganisaties van de EU regelmatig samen in verschillende samenstellingen. Het Comité handelspolitiek buigt zich regelmatig over uitvoerings- en handhavingskwesties, onder meer met betrekking tot belemmeringen, om de nodige impuls en richting te geven en te zorgen dat de Commissie en de lidstaten dezelfde prioriteiten hebben en hetzelfde denken over wat er moet worden gedaan en waarop de inspanningen moeten worden gericht69.

Het werk van het partnerschap in de afgelopen vijf jaar heeft de EU-uitvoer wederom aanzienlijk gestimuleerd. Over het geheel genomen bleek uit een econometrische analyse van DG Handel dat dankzij de opheffing van een aantal belemmeringen tussen 2017 en 2021 de uitvoer uit de EU in 2022 7 miljard EUR hoger lag dan indien de belemmeringen nog steeds van kracht waren geweest.


IV.2 Het centrale toegangspunt


Motivering en werkwijze

Toen DG Handel op 16 november 2020 het centrale toegangspunt lanceerde, had dit een tweeledig doel. Het eerste doel was om het voor belanghebbenden in de EU gemakkelijker te maken om nieuwe potentiële handelsbelemmeringen of schendingen van duurzaamheidsverbintenissen bij de Commissie aan te kaarten. Met het centrale toegangspunt is er nu één contactpunt waar belanghebbenden dergelijke kwesties kunnen melden aan de Commissie en kunnen vernemen welke informatie klagers moeten verstrekken opdat kan worden vastgesteld of er sprake is van een belemmering en vervolgacties kunnen worden ingezet. Het tweede doel was om de beoordeling van nieuwe kwesties en de vervolgprocedure doeltreffender en efficiënter te maken. Onder leiding van de hoge ambtenaar voor handhaving van de handelsregels (Chief Trade Enforcement Officer, CTEO) coördineert het centrale toegangspunt de beoordeling van klachten en zet het “caseteams” van de Commissie op, bestaande uit relevante deskundigen.

Dit proces wordt geïllustreerd door een recent voorbeeld van een klacht over door Egypte toegepaste invoerbeperkingen.

SEP-klacht over Egypte — Kredietbrief

In maart 2022 ontving het centrale toegangspunt een klacht over het verplichte gebruik van een kredietbrief als voorwaarde voor betaling voor de invoer in Egypte van een breed scala aan goederen. De maatregel stelde de centrale bank van Egypte in staat het aanbod van buitenlandse valuta voor invoer te beheersen door de afgifte van de kredietbrieven uit te stellen. Verschillende marktdeelnemers van uiteenlopende bedrijfstakken van de EU hebben dan ook aanzienlijke vertraging opgelopen bij de afgifte van hun kredietbrieven. Deze nieuwe maatregel verhoogde de administratieve lasten en kosten, vertraagde de invoer en beperkte in feite de invoervolumes, omdat aan importeurs beperkte buitenlandse valuta ter beschikking werd gesteld.


Na ontvangst van de klacht heeft het centrale toegangspunt in samenwerking met de EU-delegatie in Caïro een team van deskundigen opgezet, om de klacht in detail te beoordelen. Aangezien de conclusie van de beoordeling luidde dat de maatregel onverenigbaar was met de GATT 1994 en de associatieovereenkomst EU-Egypte, werd de belemmering geregistreerd in Access2Markets. Daarna heeft de Commissie rechtstreeks en op verschillende niveaus contact opgenomen met de Egyptische regering (zoals WTO-fora en bilaterale contacten in het kader van de associatieovereenkomst) om ervoor te zorgen dat de belemmering snel werd weggenomen. Als gevolg daarvan heeft Egypte in januari 2023 het verplichte gebruik van een kredietbrief als betalingsvoorwaarde voor invoer in dat land geschrapt. De EU ziet er momenteel op toe of de verplichte kredietbrief in de praktijk volledig is afgeschaft.


Het werk van het centrale toegangspunt wordt vergemakkelijkt door online klachtenformulieren, één voor markttoegangskwesties en één voor kwesties in verband met TSD en SAP. Beide zijn beschikbaar op Access2Markets70. Deze formulieren zijn bedoeld om DG Handel van voldoende informatie te voorzien om een eerste beoordeling van de kwestie uit te voeren en follow-up te overwegen. Potentiële klagers kunnen onzeker zijn over de vereiste informatie, de procedure of de vraag of zij een klacht kunnen indienen zonder volledige informatie te verstrekken. Om hen bij te staan, bieden de operationele richtsnoeren71 van het centrale toegangspunt op de website van DG Handel belanghebbenden informatie over het indienen van een klacht. Daarnaast organiseert de Commissie/DG Handel vóór de indiening van klachten bijeenkomsten met potentiële klagers en houdt zij zo nodig contact nadat de klacht is ingediend. Zodra voldoende informatie beschikbaar is, zullen de leden van het caseteam de klacht beoordelen en een passende vervolgactie voorstellen om het probleem op te lossen. Indien geen formele klachten over een bepaalde belemmering worden ingediend, kan de Commissie ook uit eigen initiatief optreden.


Het centrale toegangspunt in cijfers

In 2022, het tweede volledige jaar dat het centrale toegangspunt operationeel was:

- werd het 71 keer benaderd, voornamelijk over potentiële belemmeringen voor markttoegang (66), maar ook over mogelijke inbreuken op de duurzaamheidsverbintenissen van derde landen (5);


- heeft het via het Access2Markets-portaal in totaal 48 externe klachten van belanghebbenden in de EU ontvangen (twee over handel en duurzame ontwikkeling en de rest over markttoegangskwesties) en ambtshalve zes klachten ingediend (over markttoegangskwesties);


- heeft het een aantal voorafgaande kennisgevingen met betrekking tot duurzaamheid gedaan, waarvan er drie hebben geleid tot officiële klachten in 2022.


Van de 48 externe klachten werd de overgrote meerderheid (42) ingediend door het bedrijfsleven: er werden 23 klachten ingediend door EU-bedrijven, 16 door Europese brancheorganisaties en 3 door nationale brancheorganisaties. De zes resterende klachten werden ingediend door de lidstaten.

Daarnaast heeft de Commissie op eigen initiatief zes klachten ingediend over vermeende handelsbelemmeringen.

Het aantal contacten en ontvangen klachten is met respectievelijk vijf en vijftien gestegen ten opzichte van 2021. Wat de herkomst van de klachten betreft, komt de situatie in 2022 grotendeels overeen met die in 2021: belanghebbenden uit het bedrijfsleven in de EU bleven de grootste categorie klagers, terwijl de door de lidstaten ingediende klachten verdubbelden, zij het vanaf een laag niveau (van drie in 2021 naar zes in 2022).

Wat de betrokken derde landen betreft, blijkt uit figuur 11 dat het centrale toegangspunt klachten heeft ontvangen over belemmeringen in 22 partnerlanden, die alle geografische regio’s bestrijken.

Figuur 11: Via het centrale toegangspunt in 2022 ontvangen klachten per regio


In lijn met de trend in 2021 betrof het grootste aantal klachten in 2022 wederom handelspartners in het zuidelijk en oostelijk nabuurschap (twaalf), die samen met Turkije (drie) 33 % van alle klachten uitmaakten (iets minder dan de 37 % in 2021), gevolgd door Zuid- en Zuidoost-Azië (met inbegrip van Australië en India) met drie klachten en Latijns-Amerika op de derde plaats met twee klachten. Het SEP ontving slechts één klacht over Noord-Amerika.
V. Bilaterale en multilaterale handhaving van handelsverbintenissen: geschillenbeslechting72


De aanpak van de Commissie ten aanzien van de uitvoering en handhaving is gericht op de uitvoering, het voorkomen van potentiële belemmeringen en het aanpakken van daadwerkelijke belemmeringen voordat zij ingeworteld raken. Voor een optimale doeltreffendheid van dit vroegtijdige werk is de Commissie bereid om geschillen zo nodig in rechte aan te gaan.


V.1 Gebruik van geschillenbeslechting


A. WTO-geschillenbeslechting

Ook al is de WTO-Beroepsinstantie nog steeds geblokkeerd, de EU zet haar geschillenbeslechtingsactiviteit in de WTO voort.

Hoewel de WTO-Beroepsinstantie sinds 2019 is geblokkeerd, heeft de EU tijdens de verslagperiode met succes een groeiend aantal WTO-geschillen ingediend, met behulp van de meerpartijenovereenkomst inzake tussentijdse beroepsprocedures (MPIA)73 en “ad hoc”-arbitrageovereenkomsten74 op basis van het MPIA-model. Eind april 2023 vielen 53 van de 164 WTO-leden onder de 26 MPIA-deelnemers. Japan is sinds maart 2023 de meest recente deelnemer. De eerste MPIA-uitspraak werd in december 2022 gedaan in DS591 (Colombia — bevroren frites).

Medio april 2023 had de EU 110 van de 616 geschillen die sinds 1995 bij de WTO aanhangig waren gemaakt, ingeleid. Hier volgen enkele voorbeelden van de offensieve WTO-geschillen die de EU in de verslagperiode heeft aangekaart75:

- VS — rijpe olijven (DS577) — Dit geschil betreft de als onrechtmatig beschouwde compenserende rechten die in 2018 door de vorige Amerikaanse regering zijn ingesteld op de invoer van rijpe olijven uit Spanje. De uitspraak werd bindend in december 2021. De EU is van mening dat de Verenigde Staten niet binnen de onderling overeengekomen termijn van 14 januari 2023 aan de bevindingen van het panel hebben voldaan, met name wat betreft de bevinding inzake pass-through (doorgifte van een voordeel). Bij gebrek aan vooruitgang om tot een onderling overeengekomen oplossing te komen, heeft de EU op 28 april 2023 verzocht om overleg met de VS in het kader van een nalevingsprocedure op grond van artikel 21, lid 5, van het Memorandum inzake geschillenbeslechting. Aangezien de kwestie niet in het overleg kon worden opgelost, heeft de EU het Orgaan voor Geschillenbeslechting op 14 juli 2023 verzocht een nalevingspanel op te richten om uitspraak te doen over de uitvoering door de Verenigde Staten van de bevinding inzake pass-through in de uitspraak van december 2021.


- Turkije — farmaceutische producten (DS583) — Dit geschil betreft de betwisting door de EU van bepaalde Turkse maatregelen ten aanzien van ingevoerde farmaceutische producten. In het panelverslag van 28 april 2022 werden alle vorderingen in het voordeel van de EU beslecht. Turkije heeft op 25 april 2022 beroep ingesteld. De beroepsarbitrageprocedure op grond van artikel 25 van het Memorandum inzake geschillenbeslechting was gebaseerd op een ad-hocovereenkomst inzake arbitrage tussen de EU en www.google.com:1685365649912&q=T%C3%BCrkiye&spell=1&sa=X&ved=2ahUKEwj9rISnzJr_AhX-gv0HHQksBP0QBSgAegQIBRAB">Turkije. In juli 2022 bevestigden de beroepsarbiters in grote lijnen de uitspraak van het panel, met name dat Turkije zijn discriminerende praktijken (lokalisatie- en prioriteringsmaatregelen) in de farmaceutische sector moet beëindigen. Nadat op 25 april 2023 de met Turkije overeengekomen redelijke termijn is verstreken, houdt de EU nu toezicht op de stappen die Turkije in de richting van naleving zet.


- Colombia — bevroren frites (DS591). Dit geschil had betrekking op definitieve antidumpingmaatregelen die Colombia in november 2018 had ingesteld ten aanzien van de invoer van diepgevroren frites uit België, Duitsland en Nederland. Naar aanleiding van een rapport door het WTO-panel in het voordeel van de EU heeft Colombia beroep ingesteld op grond van de meerpartijenovereenkomst inzake tussentijdse beroepsprocedures (MPIA). De definitieve en bindende uitspraak van de beroepsarbiters van 13 december 2022 was in het voordeel van de EU. Op 14 maart 2023 zijn de partijen het eens geworden over een redelijke termijn voor Colombia om uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de uitspraak van de arbiters, die op 5 november 2023 is verstreken.


- Egypte — invoerregistratie (DS609). Dit geschil betreft door Egypte opgelegde registratievereisten voor 29 categorieën goederen, waaronder landbouw- en voedingsproducten, cosmetica, speelgoed, textiel, kleding, huishoudelijke apparaten, meubels en keramische tegels. Deze vereisten lijken in strijd te zijn met de verbintenissen van Egypte in het kader van de WTO-overeenkomsten inzake tarieven en handel (GATT 1994), inzake landbouw en inzake procedures op het gebied van invoervergunningen. Op 26 januari 2022 heeft de EU om WTO-overleg verzocht, waarna Egypte heeft toegezegd aanzienlijke verbeteringen in het registratieproces aan te brengen en toe te passen. De EU houdt momenteel toezicht op de werking van het aangepaste registratiesysteem om na te gaan of de handelsstromen naar Egypte kunnen worden hervat en onderhoudt de nodige contacten met dat land.


- China — goederen en diensten (DS610). Dit geschil heeft betrekking op discriminerende handelspraktijken die China sinds december 2021 toepast ten aanzien van Litouwen. De maatregelen in kwestie omvatten weigeringen van invoer uit Litouwen door de Chinese douaneautoriteiten, invoerbeperkingen voor multinationale ondernemingen die materialen uit Litouwen gebruiken, en een vermindering van de Chinese uitvoer naar Litouwen. De EU acht deze maatregelen discriminerend en in strijd met de WTO-regels. China heeft als onderdeel van dezelfde reeks maatregelen ook een volledig invoerverbod ingesteld op vanuit Litouwen verzonden alcohol, rundvlees, zuivel, stammen en turf, naar eigen zeggen om fytosanitaire redenen. De maatregelen zijn van invloed op de handel en toeleveringsketens binnen de EU, en op de werking van de interne markt, onder meer doordat zij marktaanpassingen noodzakelijk maken. De EU heeft herhaaldelijk contact opgenomen met China om de beperkingen op de uitvoer van Litouwen naar China op te heffen en het normale handelsverkeer te herstellen, maar zonder succes. Na vruchteloos overleg tussen de partijen op 15 en 16 maart 2022 heeft de EU op 7 december 2022 een WTO-panel aangevraagd, dat op 27 januari 2023 is opgericht. Het panel wordt momenteel samengesteld.


- China — procedeerverboden (DS611). Dit geschil heeft voornamelijk betrekking op Chinese maatregelen die afbreuk doen aan de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Sinds augustus 2020 geven Chinese rechtbanken beslissingen — bekend als procedeerverboden — om te voorkomen dat EU-bedrijven die over essentiële standaardoctrooien beschikken, hun rechten buiten China op rechtmatige wijze kunnen doen gelden. Chinese rechtbanken dreigen ook met zware boetes om te voorkomen dat Europese bedrijven een beroep doen op een buitenlandse rechtbank. Europese bedrijven die geavanceerde technologie toepassen, zijn hierdoor aanzienlijk benadeeld bij het afdwingen van hun rechten. Het overleg tussen de EU en China vond plaats in april 2022, maar er kon geen voor beide partijen bevredigende oplossing worden gevonden. Op 27 januari 2023 is een panel ingesteld, dat op 28 maart 2023 is samengesteld.


- India — tarieven voor ICT-producten (DS582). Dit geschil heeft betrekking op de tarieven die India toepast op ICT-producten. De tarieven zijn sinds 2014 geleidelijk ingevoerd, hoewel India zich in zijn WTO-lijst met maximumtarieven, waarmee het land zijn verbintenissen krachtens ITA-1 gestand deed, had verbonden tot een rechtenvrije regeling. Het panelverslag is onder alle WTO-leden verspreid en op 17 april 2023 gepubliceerd. In dit verslag stelde het panel vast dat de Indiase tarieven van maximaal 20 % onrechtmatig zijn wegens strijdigheid met de meest fundamentele regels van de WTO, namelijk de tariefverbintenissen van dat land. In het panelverslag werd de EU op alle punten in het gelijk gesteld en het Orgaan voor Geschillenbeslechting moet het in beginsel binnen 60 dagen na toezending aan alle WTO-leden aannemen.


- Verbod op de uitvoer van nikkelerts uit Indonesië (DS592). Dit geschil betreft een door Indonesië ingesteld uitvoerverbod op nikkelerts en vereisten inzake binnenlandse verwerking van nikkel- en ijzererts. De EU heeft de maatregel aangevochten bij de WTO en in januari 2021 verzocht om de instelling van een panel. Op 30 november 2022 stelde het panel vast dat het Indonesische uitvoerverbod en de verplichting tot binnenlandse verwerking van nikkelerts in strijd waren met de WTO-regels en niet werden gerechtvaardigd door een van de mogelijke uitzonderingen, waarbij alle argumenten van de EU gegrond werden bevonden. Op 8 december 2022 heeft Indonesië beroep “in het niets” ingesteld tegen het verslag van het panel, dat wil zeggen bij de niet-operationele Beroepsinstantie. Indonesië stemde niet in met een regeling om de niet-functionerende Beroepsinstantie bij het beroep te omzeilen, zoals toetreding tot de MPIA of het voor dit beroep sluiten van een ad-hocarbitrageovereenkomst met de EU overeenkomstig artikel 25 van het Memorandum inzake geschillenbeslechting, ondanks dat gedurende 2022 op alle niveaus constant contact is gezocht. Naar aanleiding van de bevindingen van het WTO-panel en het beroep van Indonesië bij de momenteel niet-operationele Beroepsinstantie, dat de definitieve en bindende beslechting van het geschil de facto blokkeert, overweegt de Commissie passende en evenredige maatregelen te nemen tegen de inbreuk door Indonesië en is zij een openbare raadpleging gestart over het mogelijke gebruik van de handhavingsverordening zodat zij de noodzaak en de inhoud van mogelijke handelspolitieke maatregelen beter kan beoordelen.


Tijdens de verslagperiode bleef de EU ook vooruitgang boeken met betrekking tot defensieve WTO-geschillen die door andere partijen tegen de Unie werden aangespannen, waaronder:


- Turkije — vrijwaringsmaatregelen voor staal (DS595). Dit geschil betreft de vrijwaringsmaatregel voor staal die de EU in februari 2019 heeft ingesteld. In het panelverslag van 29 april 2022 werd bevestigd dat het vrijwaringsinstrument kon worden ingezet als reactie op de wereldwijde staalcrisis, maar werd vastgesteld dat de vrijwaringsmaatregel van de EU op drie punten onvoldoende was gemotiveerd. Na de goedkeuring van het eindverslag op 31 mei 2022 hebben de EU en Turkije overeenstemming bereikt over een redelijke termijn voor naleving, en op 16 januari 2023 heeft de EU een voortgangsverslag ingediend waarin de WTO-leden worden geïnformeerd over de vaststelling van de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de aanbevelingen en uitspraken in dit geschil.


- Indonesië — palmolie (DS593) en Maleisië — palmolie (DS600): Beide geschillen, die afzonderlijk zijn ingeleid door respectievelijk Indonesië (december 2019) en Maleisië (januari 2021), betreffen bepaalde maatregelen die de EU en bepaalde lidstaten hebben genomen in het kader van de EU-richtlijnen inzake biobrandstoffen, aangezien deze laatste betrekking hebben op biobrandstoffen op basis van palmolie en oliepalmproducten uit deze landen. Maleisië en Indonesië voeren aan dat deze maatregelen in strijd zijn met de WTO-overeenkomsten inzake technische handelsbelemmeringen (TBT), tarieven en handel (GATT) en subsidies en compenserende maatregelen (SCM). In beide zaken zijn panels ingesteld en de procedures lopen.


- Zuid-Afrika — citrusvruchten (DS613). Dit geschil betreft de fytosanitaire regeling van de EU voor de invoer van citrusvruchten uit Zuid-Afrika. Zuid-Afrika betoogt dat de maatregelen van de EU in strijd lijken te zijn met de SPS-overeenkomst van de WTO en een aantal bepalingen van de GATT 1994. Op 22 juli 2022 heeft Zuid-Afrika verzocht om overleg met de EU in het kader van de WTO. Dit overleg vond plaats op 15 en 16 september 2022, maar leverde geen bevredigende oplossing op. De procedure is gaande.


B. Bilaterale geschillenbeslechting

De EU heeft in 2022 geen nieuwe bilaterale geschillen ingeleid, maar is blijven monitoren of de handelspartners zich houden aan de verslagen van deskundigenpanels en de via onderhandelingen tot stand gekomen schikkingen.

- Zuid-Korea — arbeidsverplichtingen. Zuid-Korea heeft verdere vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de uitspraak van het deskundigenpanel van januari 202176 overeenkomstig het hoofdstuk “Handel en duurzame ontwikkeling” van de handelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea. In 2022 zijn in Zuid-Korea drie belangrijke verdragen in werking getreden, met name de verdragen betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87), het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98) en dwangarbeid (nr. 29). Zie voor meer details deel II.2, punt C.


- Douane-unie van Zuidelijk Afrika (SACU) — vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van pluimvee. Dit geschil werd beheerst door de bepalingen inzake geschillenbeslechting van de bilaterale economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de landen van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC). Het betrof de instelling door de SACU (Zuid-Afrika, Botswana, Namibië, Eswatini en Lesotho) in september 2018 van een vrijwaringsmaatregel ten aanzien van de uitvoer van bevroren delen van kippen met been uit de EU, die heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de uitvoer van pluimvee uit de EU naar de SACU. Het arbitragepanel heeft in zijn eindverslag van 4 augustus 2022 in het voordeel van de EU geoordeeld en vastgesteld dat de vrijwaringsmaatregel niet evenredig was en verder ging dan wat nodig was om ernstige schade of verstoringen te verhelpen of te voorkomen. Bovendien was de vertraging tussen het onderzoek en de vaststelling van de vrijwaringsmaatregel buitensporig en niet in overeenstemming met de EPO tussen de EU en de SADC. Hoewel de vrijwaringsmaatregel in maart 2022 afliep, vormt het panelverslag een precedent dat door de SACU moet worden gevolgd en werd de SACU erdoor belet de duur van deze maatregel te verlengen.


- Algerije — verschillende handelsbeperkende maatregelen. Op 24 juni 2020 startte de EU een geschillenbeslechtingsprocedure tegen Algerije in het kader van de associatieovereenkomst tussen de EU en Algerije, waarbij vijf maatregelen werden aangevochten (onrechtmatige vrijwaringsrechten, invoerverbod op auto’s, invoervergunningenregeling, douanerechten op 129 producten en betalingsbeperkingen in de sector zeevervoer). Als gevolg van de inspanningen van de EU tijdens het overleg om via onderhandelingen tot een oplossing te komen, zijn drie van de vijf betwiste maatregelen opgeheven: douanerechten, onrechtmatige vrijwaringsrechten en betalingsbeperkingen. In december 2022 heeft Algerije de onrechtmatige invoerrechten (DAPS) ingetrokken voor alle producten die onder de associatieovereenkomst tussen de EU en Algerije vallen. Bovendien heeft Algerije in november 2022 het rechtskader voor de invoer van auto’s gewijzigd. Tegelijkertijd heeft Algerije een nieuwe vergunningsregeling voor invoer vastgesteld, opgezet als een progressief invoerverbod dat op dit moment geldt voor een lijst van bijna een half miljoen producten, naast andere, sectorale handelsbelemmeringen (zoals nieuwe halal-eisen voor voedselproducten). De handelsstromen in meerdere sectoren worden hierdoor verstoord. Regelmatig worden nieuwe maatregelen getroffen die handel en investeringen beperken, zodat het bedrijfsklimaat ter plaatse onvoorspelbaar en ondoorzichtig wordt. De Commissie volgt de situatie op de voet en blijft bezorgd over de ontwikkelingen in verband met de nieuwe maatregelen die in 2022 en de eerste helft van 2023 zijn ingevoerd.


- Tot slot heeft de eenzijdige en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne afbreuk gedaan aan het Oekraïense vermogen om gevolg te geven aan de uitspraak van het arbitragepanel in een bilateraal geschil in het kader van zijn associatieovereenkomst met de EU over een Oekraïens verbod op de uitvoer van bepaalde soorten hout.


V.2 Vernieuwing van de pools van arbiters voor geschillen in het kader van EU-overeenkomsten


In december 2020 is er een openbare oproep gedaan tot kandidaatstelling in verband met de vernieuwing van de pool van arbiters en de afzonderlijke pool van deskundigen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling (TSD) voor geschillenbeslechtingspanels in het kader van handelsovereenkomsten waarbij de EU partij is. In het kader van de oproep heeft een jury van ervaren internationale rechters en academici de kandidaten onderzocht om na te gaan of zij geschikt zijn voor benoeming. De geslaagde kandidaten zijn in mei 2022 op de hoogte gebracht en in juni 2022 zijn de nieuwe pools van in aanmerking komende kandidaten gepubliceerd77. De Commissie zal uit deze nieuwe pools voorstellen doen voor de benoeming van arbiters en TSD-deskundigen in specifieke gevallen, of voor vooraf overeengekomen lijsten (overzichten) in het kader van de desbetreffende bilaterale overeenkomsten met derde landen. De Raad zal het definitieve besluit nemen over deze overzichten. In overeenstemming met het door de Commissie onderschreven engagement voor een evenwichtige vertegenwoordiging bij arbitrage (Equal Representation in Arbitration Pledge) zal zij streven naar genderevenwicht bij de plaatsing op lijsten of bij specifieke geschillen en zal zij haar handelspartners aanmoedigen hetzelfde te doen.

1 Er zijn meer partners dan overeenkomsten omdat veel van de overeenkomsten zijn gesloten met meerdere landen (zoals de economische partnerschapsovereenkomsten, EPO’s, van de EU met de partners in Afrika, het Caribisch gebied en het gebied van de Stille Oceaan, of de overeenkomst met Midden-Amerika; zie ook het werkdocument van de diensten van de Commissie — Individuele informatiebladen over de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten — SWD 2023) 740; https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/e0e79f42-9797-4d5d-a5c3-f00eb26b8676/details


2 De periode voor CETA (2016) vergeleken met na CETA (2022).

3 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/nl/content/single-entry-point-0

4 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/nl/barriers

5 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52022DC0409

6 Resolutie van het Europees Parlement van 6 oktober 2022: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52022IP0354

7 https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/protecting-against-coercion/qa-political-agreement-anti-coercion-instrument_nl

8 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex%3A32022R1031

9 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32022R2560&qid=1673254237527

10 Het tweede verslag is op 11 oktober 2022 gepubliceerd en is hier te vinden: Register van documenten van de Commissie — COM(2022)730 (europa.eu)

11 Informatie over de rol van de CTEO is hier te vinden: https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/chief-trade-enforcement-officer_en

12 werkdocument van de diensten van de Commissie — Individuele informatiebladen over de uitvoering van EU-handelsovereenkomsten - SWD (2023) 740 - SWD(2023) 740 https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/e0e79f42-9797-4d5d-a5c3-f00eb26b8676/details

13 Commissie/DG TRADE; webpagina Toepassing en handhaving: https://policy.trade.ec.europa.eu/enforcement-and-protection/implementing-and-enforcing-eu-trade-agreements_en

14 41e verslag van de Commissie over handelsbescherming, vastgesteld op 6 september 2023: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52023DC0506&qid=1694161661994 en werkdocument van de diensten van de Commissie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52023SC0287&qid=1694161661994

15 Het meest recente verslag over de bescherming en handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten (IER) in derde landen is gepubliceerd op 17 mei 2023 en is beschikbaar op: https://policy.trade.ec.europa.eu/news/commission-releases-its-report-intellectual-property-rights-third-countries-2023-05-17_en

16 De meest recente watchlist inzake namaak en piraterij is gepubliceerd op 1 december 2022 en is beschikbaar op: https://policy.trade.ec.europa.eu/news/commission-publishes-latest-counterfeit-and-piracy-watch-list-2022-12-01_en

17 Derde jaarverslag over de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie en werkdocument van de diensten van de Commissie van 19 oktober 2023: https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=COM(2023)590&lang=nl

18 Statistische update over de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (2021): www.europeansanctions.com/wp-content/uploads/2023">Statistische update over de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (2021):

19 Het meest recente verslag over de toepassing van de SAP-verordening: JOIN(2023) 34.

20 Deze 44 % (blauwe sector in het cirkeldiagram) omvat ook Mexico en Chili, waarmee de EU de bestaande handelsovereenkomsten toepast, in afwachting van de ratificatie van de gemoderniseerde overeenkomsten.

21 Naast Nieuw-Zeeland en de Mercosur-partners (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) zijn dit: Benin, Burkina Faso, Burundi, Gambia, Guinee, Guinee-Bissau, Haïti, Kaapverdië, Kenia, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Rwanda, Senegal, Sierra Leone, Tanzania, Togo en Uganda, zie: https://policy.trade.ec.europa.eu/eu-trade-relationships-country-and-region/negotiations-and-agreements_en

22 Zwitserland, de bestemming van 5 % van de EU-uitvoer in 2022, en Japan (4 %) stonden van de preferentiële partners van de EU op de tweede en derde plaats.

23 De Verenigde Staten stonden op de tweede plaats, met 13 % van de EU-uitvoer in 2022, gevolgd door China met 7 % van de totale uitvoer van agrovoedingsproducten uit de EU.

24 Verordening (EU) nr. 511/2011 (PB L 145 van 31.5.2011, blz. 19); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:32011R0511

25 Verordening (EU) nr. 19/2013 (PB L 17 van 19.1.2013, blz. 1); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32013R0019

26 Verordening (EU) nr. 20/2013 (PB L 17 van 19.1.2013, blz. 13); https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32013R0020

27https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-11960-2022-INIT/nl/pdf

28 De meest recente cijfers voor de handel in diensten zijn die voor 2021, ontleend aan de betalingsbalansstatistieken van Eurostat: https://ec.europa.eu/eurostat/databrowser/view/BOP_ITS6_DET__custom_6174487/default/table; gegevens voor

29 DG TRADE heeft meer dan 200 personeelsleden in meer dan 50 EU-delegaties die zich bezighouden met handelskwesties.

30 In de gids worden de belangrijkste veranderingen in de reikwijdte van de activiteiten op het gebied van overheidsopdrachten toegelicht die door de economische partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de EU en Japan zijn ingevoerd, en wordt een overzicht gegeven van de versterkte transparantieregels: https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/country-assets/tradoc_159028.pdf

31 Handelsovereenkomst EU-Nieuw Zeeland: Zorgen voor duurzame economische groei (europa.eu).

32 Protocol nr. 1 bij de handelsovereenkomst tussen de EU en Singapore heeft betrekking op de definitie van “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking.

33 De maatregel zelf werd wel ingevoerd maar sommige producten van groot belang voor de EU-uitvoer werden van de lijst geschrapt.

34 De EU ondernam actie omdat deze regeling de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andeslanden noch de WTO-regels volgde en het gebruik van EU-tariefcontingenten had beïnvloed.

35 Erkenning vindt plaats in het kader van een proefproject, dat zal worden voortgezet totdat de wetswijziging is goedgekeurd en in werking treedt.

36 https://policy.trade.ec.europa.eu/news/joint-statement-launch-negotiations-eu-singapore-digital-trade-agreement-2023-07-20_en

37 Offshore-windenergie: www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20OWP%20Tenders_Aquilo%20Energy%20GmbH_publication102022.pdf">https://www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20OWP%20Tenders_Aquilo%20Energy%20GmbH_publication102022.pdf; Cabotage in het zeevervoer: www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20OWP%20Cabotage_Aquilo%20Energy%20GmbH_publication102022.pdf">https://www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20OWP%20Cabotage_Aquilo%20Energy%20GmbH_publication102022.pdf; Normen, technische regelgeving en conformiteitsbeoordeling op de Japanse en Europese markt voor offshore-windenergie:www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20Study%20-%20DTU-REI_publication_EN_0.pdf">https://www.eeas.europa.eu/sites/default/files/documents%20Study%20-%20DTU-REI_publication_EN_0.pdf

38 www.consilium.europa.eu/nl/meetings">https://www.consilium.europa.eu/nl/meetings

39 De studie en het verslag over de resultaten van de bedrijfsenquête naar het gebruik van vrijhandelsovereenkomsten door Zwitserse exporteurs zijn te vinden op: www.seco.admin.ch/seco/en/home">https://www.seco.admin.ch/seco/en/home

40 https://eurochile.cl/es/documents/proyecto-comercio-justo-y-sostenible-entre-la-union-europea-y-chile/

41 www.eeas.europa.eu/delegations/chile%C2%A1conecta-tu-negocio%E2%80%9D-en-el-marco-del-proyecto-%E2%80%9Capoyo-al_es?s=192">https://www.eeas.europa.eu/delegations/chile%C2%A1conecta-tu-negocio%E2%80%9D-en-el-marco-del-proyecto-%E2%80%9Capoyo-al_es?s=192

42 Het project is niet gericht op een bepaalde sector, maar op het opbouwen van de capaciteit van Ghana om de EPO uit te voeren en te werken aan EPO-gerelateerde aangelegenheden, op het verbeteren van het concurrentievermogen op ondernemingsniveau en op het formaliseren van regionaal beleid ter bevordering van het concurrentievermogen van de industrie.

43 https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/c2814529-8fce-11ed-b508-01aa75ed71a1/language-en

44 Economische integratie, handel en connectiviteit (europa.eu).

45 https://circabc.europa.eu/ui/group/8a31feb6-d901-421f-a607-ebbdd7d59ca0/library/8c5821b3-2b18-43a1-b791-2df56b673900/details

46 Zie voor een samenvatting van de belangrijkste conclusies van de TSD-evaluatie ook het jaarverslag over de uitvoering en handhaving in 2022: Register van documenten van de Commissie — COM(2022)730 (europa.eu).

47 In 2022 ontving het centrale toegangspunt een tweede formele klacht over vermeende TSD-inbreuken; deze kon echter niet worden verwerkt omdat klager geen EU-entiteit was.

48 https://circabc.europa.eu/rest/download/c872c7cb-a0da-46dc-8b03-8144bf2f0436

49 https://policy.trade.ec.europa.eu/analysis-and-assessment/ex-post-evaluations_en

50 Zie voor meer gedetailleerde bevindingen van de studie het werkdocument van de diensten van de Commissie, landenfiche voor de handelsovereenkomst tussen de EU en de Andesgemeenschap: zie ook Werkdocument van de Commissie SWD(2023) 740; https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/e0e79f42-9797-4d5d-a5c3-f00eb26b8676/details

51 Alleen al in 2022 waren er in totaal 11 336 170 zoekopdrachten in MyTradeAssistant. 55,6 % van de zoekopdrachten had betrekking op uitvoer, 37,5 % op invoer en 6,8 % op de EU-markt.

52 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/news/rosa-2-launches-beta-version

53 Met Canada is een kmo-aanbeveling overeengekomen, terwijl de EPO tussen de EU en Japan en de handels- en de TCA tussen de EU en het VK kmo-hoofdstukken bevatten, evenals de overeenkomsten met Nieuw-Zeeland, Mercosur, Chili en Mexico. Ook in de lopende onderhandelingen met India en Indonesië wordt een kmo-hoofdstuk opgenomen.

54 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/country-assets/tradoc_157417.pdf

55 relaties — onderhandelingen en overeenkomsten — Bibliotheek (europa.eu).

56 www.eu-japan.eu/">https://www.eu-japan.eu/

57 www.eu-japan.eu/epa-helpdesk">https://www.eu-japan.eu/epa-helpdesk

58 Het centrum, als contactpunt van het Enterprise Europe Network voor Japan, koppelt Europese en Japanse kmo’s aan elkaar.

59 www.eusmecentre.org.cn/">https://www.eusmecentre.org.cn/

60 Informatie over het EEN is hier beschikbaar: https://een.ec.europa.eu/ Het netwerk, dat wordt medegefinancierd uit het Cosme-programma van de EU, is actief in meer dan 60 landen en brengt 3 000 deskundigen uit 600 partnerorganisaties bijeen. De doelstelling van EEN is om kleine en middelgrote ondernemingen bij internationale activiteiten te ondersteunen.

61 https://tradepromotioneurope.eu/

62 https://tradepromotioneurope.eu/trade-promotion-europes-export-management-masterclass-kicks-off/

63www.wto.org/english/news_e/news20_e">https://www.wto.org/english/news_e/news20_e

64 www.wto.org/english/tratop_e/msmesandtra_e">https://www.wto.org/english/tratop_e/msmesandtra_e

65 De daling in 2021 werd deels toegeschreven aan het uitblijven van uitbraken van grote plagen zoals AVP en meer in het algemeen aan het feit dat bedrijven te kampen hadden met de gevolgen van COVID-19.

66 Nieuwe belemmeringen zijn die welke in 2022 in Access2Markets zijn geregistreerd.

67 Andere maatregelen omvatten onder meer belemmeringen in verband met handelsbeschermingsinstrumenten en subsidies, maatregelen die van invloed zijn op de mededinging, en andere maatregelen die niet in eerdere categorieën kunnen worden ingedeeld.


68 Bron: Europese Commissie, DG AGRI.

69 Zie ook het non-paper van de Commissie over de uitvoering en handhaving van het handelsbeleid van de EU: https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/7103f3c9-2dc5-4bc5-be52-210c133802ca/details?download=true


70 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/contact-form?type=COMPL_MA

71 https://trade.ec.europa.eu/access-to-markets/en/form-assets/operational_guidelines.pdf

72 Voor een gedetailleerde samenvatting van met name WTO-zaken waarbij de EU als klager of verweerder betrokken is en van zaken in het kader van de bilaterale overeenkomsten van de EU, zie de meest recente uitgave van het “Overview of the EU’s active dispute settlement cases” (overzicht van de actieve geschillenbeslechtingszaken van de EU) op de website van DG Handel (https://ec.europa.eu/trade/policy/accessing-markets/dispute-settlement/).

73 Deze regeling, die in april 2020 bij de WTO is aangemeld, zorgt ervoor dat de WTO-leden die aan de regeling deelnemen ondanks de verlamming van de werkzaamheden van de Beroepsinstantie in alle onderlinge geschillen een bindende, op de WTO-regels gebaseerde uitspraak met de mogelijkheid van hoger beroep kunnen ontvangen. Elk WTO-lid kan tot de MPIA toetreden zolang de Beroepsinstantie niet volledig kan functioneren.

74 Indien een WTO-lid waarmee de EU een WTO-geschil heeft, ervoor kiest niet deel te nemen aan de MPIA (zoals Turkije deed in de twee WTO-geschillen DS583 en DS595, zie hieronder).

75 Voor een gedetailleerde samenvatting van met name WTO-zaken waarbij de EU als klager of verweerder betrokken is en van zaken in het kader van de bilaterale overeenkomsten van de EU, zie de meest recente uitgave van het overzicht van de lopende geschillenbeslechtingszaken van de EU op de website van DG Handel: Circabc (europa.eu)

76 Het panelverslag is op 20 januari 2021 uitgebracht en is hier beschikbaar: Circabc (europa.eu)


77https://circabc.europa.eu/ui/group/7fc51410-46a1-4871-8979-20cce8df0896/library/3b8c3460-b8f5-4bd2-8e32-08b68cf4d834

NL NL